Op 09 november 2015 werd het KB houdende bepalingen inzake het eindeloopbaanregime voor personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie gepubliceerd.
Artikel 5 van dit KB voegt in de RPPol in deel VI, titel II hoofdstuk VII "het eindeloopbaanregime" in. De gemeenteraad krijgt in dit hoofdstuk een aantal bevoegdheden toegewezen. Concreet:
Artikel VI.II.97 bepaalt dat de gemeenteraad de leden van de eindeloopbaancommissie aanwijst. Deze commissie bestaat uit twee vertegenwoordigers van het betrokken korps en een expert gespecialiseerd in personeelsbeleid gericht op de duurzame inzetbaarheid van de personeelsleden.
Artikel 6 van dit KB voegt in de RPPol een deel XIIbis in betreffende de non-activiteit voorafgaand aan de pensionering. De gemeenteraad krijgt in artikel XII.XIII.3 van dit deel de bevoegdheid om binnen de vier maand na indienen van een aanvraag te beslissen om de non-activiteit te laten aanvangen op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de maand waarin de voorwaarden vervuld zijn.
Het KB van 09 november 2015 houdende bepalingen inzake het eindeloopbaanregime voor personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie voorziet expliciet dat de diverse bevoegdheden van de gemeenteraad gedelegeerd kunnen worden naar de burgemeester, die verantwoordelijk is voor het dagelijks beleid van de zone.
Het toekennen van deze delegatiemogelijkheid aan de burgemeester betekent een vereenvoudiging van de procedure en zorgt ervoor dat de procedure aanzienlijk wordt versneld. Immers, indien de burgemeester zou beslissen, dan kunnen alle ingediende aanvragen sneller behandeld worden. Indien de gemeenteraad hierover zou beslissen zit er hoe dan ook een bijkomende periode van 2 maanden tussen het indienen van de aanvraag en de behandeling van de aanvraag. Bij het behandelen van aanvragen moet soms bijkomende informatie ingewonnen worden. Zo moet informatie ingewonnen worden bij de pensioendienst van de overheid inzake de voorwaarden noodzakelijk om in het stelsel non-activiteit voorafgaand aan het pensioen te stappen. Rekening houdend met de termijn vier maand waarbinnen de overheid dergelijke aanvragen moet behandelen, wordt het zonder delegatie van bevoegdheid moeilijk om vooropgestelde termijnen te halen.
KB van 09 november 2015 houdende bepalingen inzake het eindeloopbaanregime voor personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie.
KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De bevoegdheden van de gemeenteraad zoals opsomd in het KB van 09 november 2015 houdende bepalingen inzake het eindeloopbaanregime voor personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie worden conform artikel 56, tweede lid, van de wet op de geïntegreerde politie voor de lopende legislatuur gedelegeerd van de gemeenteraad naar de burgemeester.
Concreet:
De bevoegdheid uit artikel VI.II.97 RPPol waarbij de gemeenteraad de leden van de eindeloopbaancommissie aanwijst.
De bevoegdheid uit artikel XII.XIII.3 RPPol waarbij de gemeenteraad de bevoegdheid heeft om binnen de vier maand na indienen van een aanvraag te beslissen om de non-activiteit te laten aanvangen op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de maand waarin de voorwaarden vervuld zijn.
Een voor eensluidend verklaard afschrift van de besluiten van de burgemeester houdende aanwervingen en benoemingen wordt gestuurd naar de gouverneur in het kader van administratief toezicht.
Dit besluit wordt meegedeeld aan het sociaal secretariaat van de geïntegreerde politie.