Artikel 217-220 van het Decreet Lokaal Bestuur
Het Decreet Lokaal Bestuur stelt artikelgewijs:
Art. 217. Organisatiebeheersing is het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat de organisatie:
1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze doelstellingen te bereiken, kent en beheerst;
2° de wetgeving en procedures naleeft;
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;
5° de activa beschermt en fraude voorkomt.
Art. 218. Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het ocmw wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.
Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking van de gemeentelijke diensten.
Art. 219. Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen die daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn, zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk vóór 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Met het model 'Traject naar Uitmuntendheid' (VVSG) kiezen we voor een methode die continue verbetering, versterking en groei van de organisatie toelaat. Organisatiebeheersing is dan ook een taak van de hele organisatie: bestuur, management, leidinggevenden en alle medewerkers. Vandaar dat de aanpak en de opvolging binnen de organisatie sterk verankerd moeten worden.
De geïntegreerde cel Strategische Coördinatie / Strategie en Beleid coördineert het organisatiebrede traject.
Decretale verplichtingen en bevoegdheid:
Art. 219 - De algemeen directeur stelt het organisatiebeheersingssysteem vast, na overleg met het Managementteam.
Art. 219 - De Gemeenteraad, resp. de OCMW-raad, keurt de vaststelling van het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan hun rol en bevoegdheden, goed.
Art. 41, 7° - De Gemeenteraad kan de goedkeuring van het algemeen kader van organisatiebeheersing niet delegeren aan het College van Burgemeester en Schepenen.
De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De Raad keurt het algemeen kader voor de organisatiebeheersing (zoals omschreven in de bijlage) goed.
De Algemeen directeur rapporteert minstens eenmaal per jaar over de werking en de uitvoering van het organisatiebeheersingssysteem. Dit uiterlijk samen met de rapportering over de beleidsevaluatie die deel uitmaakt van de jaarrekening, zoals bedoeld in artikel 260 en 261 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De Financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de vervulling van
- de opdrachten waarvoor zij/hij onafhankelijk instaat en die vermeld worden in artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
- de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten
- de financiële risico's.
De rapportering maakt deel uit van de financiële nota en toelichting die -net als de beleidsevaluatie- onderdeel zijn van de jaarrekening (zoals bedoeld in artikel 260 en 261 van het Decreet Lokaal Bestuur).