2019_GR_00388 - Lokale Politie - Open betrekkingen - Vacantverklaring - Goedkeuring

• De Nieuwe Gemeentewet: artikel 97.

• De wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus: artikel 128.

• Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

• Het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.

• De omzendbrieven GPI 15, 15bis, 15ter, 15 quater en 15 quinquies betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.

Bij de vergelijking tussen het aantal betrekkingen voorzien in de formatie en de reële bezetting in FTE's komt naar voor dat:

• voor commissaris van politie, bestaande uit 14 betrekkingen, er 1 vacature is. Het gaat over een vacature die in de vorige mobiliteit niet werd ingevuld.
• voor hoofdinspecteur van politie, bestaande uit 46 betrekkingen, er 1 vacature is. Deze vacature is ontstaan door mobiliteit van een personeelslid naar een andere zone. Naast deze vacature zijn er 2 collega's in loopbaanonderbreking die reeds vervangen werden. Bij het eventueel vervroegd terugkeren van deze collega's wordt de eerstkomende vacature niet ingevuld.
• voor inspecteur van politie, bestaande uit 194 betrekkingen, er 2 vacatures zijn. Deze vacatures zijn ontstaan door de pensionerig van 2 collega's. Naast deze vacatures zijn er 2 collega's in loopbaanonderbreking die reeds vervangen werden. Bij het eventueel vervroegd terugkeren van deze collega's wordt de eerstkomende vacature niet ingevuld.
• voor agent van politie, bestaande uit 24 betrekkingen, er 1 vacature is. Deze vacature is ontstaan door mobiliteit van een personeelslid naar een andere zone.
• voor consulent, bestaande uit 6 betrekkingen, er 1 vacature is. Deze vacature is ontstaan door de pensionering van een consulent.

De gemeenteraad is bevoegd om de open betrekkingen vacant te verklaren, alsook om de selectiemodaliteiten vast te leggen.

• Het is opportuun om de werking van de lokale politie te garanderen dat deze betrekkingen worden ingevuld en als volgt worden toegewezen:
• 1 commissaris van politie voor de dienst Verkeershandhaving;
• 1 hoofdinspecteur van politie voor de Interventiepolitie;
• 1 inspecteur van politie voor de Interventiepolitie;
• 1 inspecteur van politie voor de dienst Verkeershandhaving;
• 1 agent van politie voor de dienst Verkeershandhaving.
• 1 consulent voor de dienst Economaat.
• Het is opportuun om al deze vacatures open te stellen in de mobilteit 2019-04. 
• Voor het selecteren van de kandidaten kunnen verschillende selectiemodaliteiten gekozen worden. Voorgesteld wordt om voor de volgende selectiemodaliteiten te kiezen:
•  Voor de betrekking van agent van politie: het organiseren van één of meer testen of geschiktheidsproeven, meer bepaald die proeven die het best de vereiste competenties kunnen meten. Bovendien wordt voorgesteld om de testen en geschiktheidsproeven in twee fasen te organiseren, waarbij in de eerste fase een biografische vragenlijst en worksamples worden afgenomen en in de tweede fase een gestructureerd interview wordt afgenomen. De eerste fase kan een uitsluitend karakter hebben voor wat de tweede fase betreft. 
• Voor de betrekkingen van commissaris van politie, hoofdinspecteur van politie, inspecteur van politie en consulent:
• het inwinnen van het advies van de plaatselijke selectiecommissie, meer bepaald:
• voor de betrekkingen van commissaris van politie: de plaatselijke selectiecommissie voor officieren van de lokale politie;
• voor de betrekkingen van hoofdinspecteur en inspecteur van politie: de plaatselijke selectiecommissie voor het midden-of basiskader van de lokale politie.
• voor de betrekking van consulent: de plaatselijke selectiecommissie voor de personeelsleden van de niveaus B en C van de lokale politie.
• het organiseren van één of meer testen of geschiktheidsproeven, meer bepaald die proeven die het best de vereiste competenties kunnen meten. Bovendien wordt voorgesteld om de testen en geschiktheidsproeven in twee fasen te organiseren, waarbij in de eerste fase een biografische vragenlijst en worksamples worden afgenomen en in de tweede fase een gestructureerd interview wordt afgenomen. De eerste fase kan een uitsluitend karakter hebben voor wat de tweede fase betreft.