2019_GR_00282 - 100.V.517 - Directie Financiën en Overheidsopdrachten - Facturen De Lijn Centrumbus - Dading - Goedkeuring

Eén van de doelstellingen van het mobiliteitsconvenant is het stimuleren van het openbaar vervoersaanbod. 

In dat verband heeft de Gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 28 mei 1999 een bijakte met het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn afgesloten over de invoering van een “Centrumbus”.
Op basis daarvan factureert De Lijn een deel van het exploitatieverlies aan de Stad.
De bijakte werd afgesloten voor één jaar en werd 4 maal met een periode van één jaar verlengd. 

Na afloop van deze bijakte is De Lijn de diensten wel verder blijven leveren waarvoor volgende facturen werden opgesteld :
- factuur nr. 1453270 d.d. 24/10/2014 t.b.v. 8.124,85 euro
- factuur nr. 1452557 d.d. 31/07/2014 t.b.v. 43.334,00 euro
- factuur nr. 132469 d.d. 31/07/2013 t.b.v. 65.000,00 euro

Bij gebrek aan een wettelijke basis kon de Stad deze facturen niet betalen.
De Lijn blijft echter aandringen op betaling van deze facturen. Verder uitstel van betaling zal ongetwijfeld leiden tot juridische procedures.

Inmiddels heeft de Gemeenteraad op 16 oktober 2014 een nieuwe overeenkomst met De Lijn afgesloten waardoor er opnieuw een basis was om latere facturen te betalen.

Na het inwinnen van mondeling advies bij de hogere overheid wordt aan de Gemeenteraad voorgesteld een dading met De Lijn goed te keuren.
Daarin verbindt de Stad zich enerzijds om voormelde facturen alsnog te vereffenen en eist De Lijn anderzijds geen verwijlintresten voor de laattijdige betaling.

De Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het BestuursDecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.