Voor de goede werking van de organisatie kunnen een aantal bevoegdheden worden toevertrouwd aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Het Decreet Lokaal Bestuur voorziet de mogelijkheid om een aantal bevoegdheden te delegeren naar het College van Burgemeester en Schepenen. De inhoud van het begrip dagelijks bestuur moet bepaald worden zoals omschreven in artikel 42,2de lid8° DLB en algemeen de delegatie van bevoegdheden zoals omschreven in artikel 41,1ste lid worden nader omschreven en moet daarom opnieuw worden voorgelegd.
Aangezien de gemeenteraad overeenkomstig de wet tot organisatie van een geintegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus van 7 december 1998, bevoegd is voor de politiezone zal de delegatie van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen ook van toepassing worden gemaakt op de politiezone voor wat betreft de overheidsopdrachten, zoals omschreven in art. 3,6° tot en met art. 3, 9° van dit besluit.
Decreet lokaal bestuur
Personeelsaangelegenheden
de gemeenteraad beslist om volgende bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden aan het college van burgemeester en schepenen te delegeren:
Organogram:
De gemeenteraad beslist om de volledige bevoegdheid met betrekking tot het vaststellen van het organogram zoals bepaald in art. 161 van het DLB te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
Dagelijks bestuur:
De gemeenteraad beslist om de volgende bevoegdheden met betrekking tot het dagelijks bestuur zoals bepaald in art. 41 van het DLB te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen:
1. Alle beheersdaden zonder financiële impact die niet expliciet zijn voorbehouden aan de bevoegdheid van de gemeenteraad.
2. Alle beheersdaden met financiële impact, andere dan overheidsopdrachten, waarvoor de kredieten voorzien zijn in het exploitatiebudget en de stad niet langer binden dan de periode van het meerjarenplan.
3. Het goedkeuren van de voorwaarden waaronder leningen, voorzien in de financiele nota van het meerjarenplan, worden geplaatst en het aangaan van leningen.
4. Het beleggen van kapitaal voor een periode van meer dan een jaar.
5. Het toekennen van toelagen waarvoor de uitgaven voorzien zijn in het meerjarenplan , rekeninghoudend met de daarop betrekking hebbende reglementen.
6. Het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor overheidsopdrachten, alsook het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten aangaande overheidsopdrachten, waarvoor de uitgaven voorzien zijn in het exploitatiebudget van de stad of de gewone dienst van de politiezone,ongeacht het bedrag.
7. Het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten alsook het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten inzake overheidsopdrachten, waarvoor uitgaven voorzien zijn in het investeringsbudget van de stad of de buitengewone van de politiezone en voor zover het totale bedrag van de verbintenis lager is dan het bedrag waarvoor een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan worden gevoerd overeenkomstig het KB van 18 april 2017 inzake de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
8. Voor de dossiers mbt overheidsopdrachten vermeld onder 6 en 7 kan het college van burgemeester en schepenen tijdens de uitvoering wijzigingen goedkeuren binnen de perken bepaald in art 38 van het KB van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringregels van de overheidsopdrachten en voor zover de uitgaven voorzien zijn in het exploitatiebudget van de stad of de gewone dienst van de politiezone.
9. Voor dossiers waarvoor de plaatsingsprocedure en de voorwaarden werden vastgesteld door de gemeenteraad, kan het college van burgemeester en schepenen alle wijzigingen goedkeuren tijdens de uitvoering van de opdracht binnen de perken van art 38/4(minimisregeling) van het KB van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en voor zover de uitgaven voorzien op het investeringsbudget van de stad of de buitengewone dienst van de politiezone.
10. Beheersdaden mbt beheersovereenkomsten of samenwerkingsovereenkomsten die niet vallen onder art 196, 234 en 247 van het DLB. Het betreft onder meer overeenkomsten voor de organisatie van activiteiten, evenementen, projecten, zowel met particulieren als met andere overheden, voor zover de verbintenis niet wordt aangegaan voor meer dan 1 jaar, eventueel verlengbaar.
11. De bevoegdheid om de nodige maatregelen te nemen en in een uitgave te voorzien wanneer het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken. De uitgave moet door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn.
Patrimoniumverrichtingen:
op grond van art 41 en 56 van het DLB is de gemeenteraad bevoegd voor de daden van beschikking, terwijl het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor daden van beheer.
Worden beschouwd als daden ven beschikking: aankopen en verkopen, vestiging van zakelijke rechten, overeenkomsten mbt huur, verhuur, concessies voor meer dan 9 jaar. Concessies, huren en verhuren voor minder dan 9 jaar worden beschouwd als daden van beheer.
Dit besluit treedt in werking onmiddellijk na de goedkeuring.
Volgend besluit wordt opgeheven:
het besluit 2019_GR_00059 tot delegatie van 28 januari 2019.