Volgens het reglement inzake onbewoonbaarheid, ongeschiktheid, verwaarlozing of leegstand van woningen en/of gebouwen, beslist het schepencollege over de bezwaren die naar aanleiding van belasingsaanslagen worden ingediend.
Het valt op dat er bij de behandeling van de bezwaren door het schepencollege een onduidelijke visie is, waarbij vaak ook afwijkend beslist wordt op de adviezen van de dienst Wonen en dienst Belastingen. Wer merken op dat er bij de motivatie van dergelijke beslissing, soms ook verwezen wordt naar de geest van een toekomstig reglement.
Vandaar volgende vragen :
Is er een gewijzigde visie van het schepencollege tov het huidig, door de gemeenteraad goedgekeurd reglement inzake onbewoonbaarheid, ongeschiktheid, verwaarlozing of leegstand van woningen en/of gebouwen ?
Zo ja, wat is deze visie ? Zal deze visie ook verankerd worden in een reglementair kader ? Wanneer ziet de meerderheid dit, rekening houdend met de ondeelbaarheid van de belastingen ?
indien de bezwaren reeds behandeld en beslist worden in de geest van een toekomstig reglement, op welke wijze meent het schepencollege de personen die geen bezwaarschrift hebben ingediend omdat zij geen weet hebben van de geest van een toekomstig reglement, tegemoet te komen ?
Bij bepaalde bezwaarschriften wordt niet verwezen naar de geest van een toekomstig reglement, maar wordt het bezwaarschrift eveneens ingewilligd, tegen het advies in van de administratieve diensten en zonder duidelijke motivatie. Zullen er in het toekomstig reglement ook aanpassingen betreffende de ontvankelijkheid van de bezwaarschriften of de mogelijkheid tot het sluiten van een dading gebeuren ?