Naar analogie met de sterke werking van de brugfiguren in het lager onderwijs, en de duidelijke meerwaarde van een social coach in de sportdienst, is er geen uitrol van een “intermediaire persoon” in het muziek- en kunstonderwijs van onze stad. Nochtans blijkt de werking van zowel brugfiguren als social coach een bijzondere meerwaarde te hebben, onder meer in het stimuleren en ondersteunen van kansen die geboden worden aan de studenten.
Vandaar volgende vraag :
Is deze meerderheid bereid om, in analogie van de werking van brugfiguren in het onderwijs en de werking van een social coach in de sportdienst, een gelijkaardige werking op te zetten ter stimulering en ondersteuning van deelnemers aan het stedelijk muziek- en kunstonderwijs ?