Terug
Gepubliceerd op 19/12/2019

2019_GR_00480 - 421.22.1/4 - Belastingverordening op de tweede verblijven - aanneming - Goedkeuring

Gemeenteraad
za 14/12/2019 - 10:00 Gemeenteraadszaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Wouter De Vriendt, Yves Miroir, Christian Verougstraete, Nancy Bourgoignie, Bart Tommelein, Arne Deblauwe, Vanessa Vens, Nancy Moyaert, Danick Minne, Bart Plasschaert, Björn Anseeuw, John Crombez, Krista Claeys, Charlotte Verkeyn, Maxim Donck, Hina Bhatti, Steven Nagels, Kurt Claeys, Karel Labens, Natacha Waldmann, Jeroen Soete, An Casteleyn, Belinda Torres Leclercq, Sandra Demuynck, Vanessa Brysse, Silke Beirens, Luba Minarikova, Mohsin Abbas, Alan Van Laer, Nathalie Vervaecke, Reddy De Mey, Wesley Deschuytter, Eddy Duchesnet, David Naessens, Charlotte De Backer, Gianni Cornette, Michael Vanhee, Kristof Beuren

Afwezig

Tom Germonpré, Jan Vanroose, Patrick De Vyt, Philip Caestecker

Verontschuldigd

Jolan Deschepper

Secretaris

Kristof Beuren

Voorzitter

Wouter De Vriendt
2019_GR_00480 - 421.22.1/4 - Belastingverordening op de tweede verblijven - aanneming - Goedkeuring 2019_GR_00480 - 421.22.1/4 - Belastingverordening op de tweede verblijven - aanneming - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0002

Aanleiding en context

De Gemeenteraad nam op 14 december 2013 de Belastingverordening op de tweede verblijven aan voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019. 

Op 12 december 2015 en op 17 december 2016 wijzigde de Gemeenteraad zijn voormeld Besluit van 14 december 2013.

Doordat de heffingstermijn verstrijkt op 31 december 2019 dient de stad Oostende deze Belastingverordening opnieuw aan te nemen en dit voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025. 

Hierbij wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om vrijstellingen op te nemen in de verordening. De vrijstellingen worden opgenomen in de verordening omdat de betreffende woningen administratief op 01 januari als tweede verblijf worden aanzien maar in werkelijkheid geen tweede verblijf zijn.

Argumentatie

Het Gemeenteraadsbesluit van 14 december 2013, houdende de aanneming van de Belastingverordening op de tweede verblijven voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019, gewijzigd op 12 december 2015 en op 17 december 2016.

De heffingstermijn van de Belastingverordening verstrijkt op 31 december 2019.

Overwegende dat de afgelopen jaren ingrijpende infrastructuurwerken in de Stad Oostende werden uitgevoerd om het comfort van de eigenaars van tweede verblijven te vergemakkelijken.

Om deze infrastructuurwerken te onderhouden en het comfort van de eigenaars van tweede verblijven op peil te houden, is de Stad Oostende genoodzaakt om het tarief te behouden.

Door het overlijden of de opname in een verzorgingscentrum van de eigenaar, huurder of gebruiker van het goed of door onvoorziene omstandigheden, is het niet vanzelfsprekend dat op 01 januari van het volgend aanslagjaar een andere bestemming wordt gevonden voor het betreffend goed. Daarom wordt door de invoering van een vrijstelling voor beperkte duur een kader gecreëerd dat de eigenaar toelaat om een andere bestemming te vinden.

Doordat de vraag groter is dan het aanbod wordt een beroep gedaan op eigenaars van woningen om hun woning ter beschikking te stellen aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociaal verhuurkantoor zodat aan de nood van tijdelijke woonplaatsen kan worden voldaan. Deze onroerende goederen dienen dan ook gedurende de verhuring aan het Openbaar Centrum van Maatschappelijk Welzijn of een sociaal verhuurkantoor van de belasting op tweede verblijven te worden vrijgesteld.

In bepaalde gevallen is het tengevolge van de renovatie van een tweede verblijf het onmogelijk het goed te gebruiken als tweede verblijf. Daarom wordt voorzien in een vrijstelling van beperkte duur. Deze werken houden in dat het gaat om een grondige renovatie of een renovatie op basis van de IER (ingrijpende energetische renovatie).

Op het einde van het jaar en het begin van een jaar is het niet altijd evident om zich administratief in orde te stellen i.v.m. een domicilëring. Daarom wordt hiervoor een overgangsperiode tot 31 januari toegestaan.

Er wordt een reglementair kader gecreëerd dat een vrijstelling verleent wanneer onvoorzienbare en ontoerekenbare omstandigheden de belastbare toestand veroorzaken.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, houdende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

Rekening houdend met de toestand van de stadsfinanciën.

Juridische grond

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.

Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Neemt de Belastingverordening op de tweede verblijven zoals opgenomen in bijlage (GR 2020 Belastingverordening op de tweede verblijven) aan voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.