Om bij de toekomstige rekruteringen meer valabele kandidaten aan te trekken wordt voorgesteld om vanaf 1 oktober 2019 maximaal tien jaar beroepservaring in de privésector of als zelfstandige in hoofdberoep in aanmerking te nemen voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen. Aanvullend wordt voorgesteld dat het College van Burgemeester en Schepenen vóór het lanceren van de oproep om voor bepaalde functies alle anciënniteit in aanmerking te nemen.
Voor personeelsleden in dienst vóór 1 oktober 2019 blijft de geldelijke anciënniteit berekend volgens de modaliteiten die van toepassing waren vóór de beslissing tot uitbreiding.
Er wordt eveneens voorgesteld om akkoord te gaan met de invoering van het 1/10 ouderschapsverlof, met de flexibele opname in kortere periodes van het ouderschapsverlof en het verlof medische bijstand en met de invoering van het mantelzorgverlof.
Over deze aangelegenheden werd onderhandeld met de representatieve vakorganisaties in het Bijzonder Onderhandelingscomité.
Rechtspositiebesluit
Koninklijk besluit van 5 mei 2019 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de thematische verloven
De Wet van 17 mei 2019 tot erkenning van de mantelzorgers
Ingevolge de huidige bepalingen kan bij indiensttreding enkel anciënniteit bij een openbare dienst in aanmerking worden genomen voor de opbouw van geldelijke anciënniteit.
Door deze bepaling waren potentiële kandidaten die nuttige ervaring hadden opgedaan in de privésector of als zelfstandige niet geïnteresseerd in een functie bij de Stad, laat staan om deel te nemen aan de selectieprocedure.
Het Koninklijk besluit van 5 mei 2019 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de thematische verloven houdt volgende wijzigingen in, namelijk de opname van het 1/10 ouderschapsverlof en de flexibele opname van het verlof voor medische bijstand en het ouderschapsverlof. Bij deze wijzigingen is telkens de toestemming van de werkgever vereist.
De Wet van 17 mei 2019 tot erkenning van de mantelzorgers voert een nieuw themaverlof in, namelijk het mantelzorgverlof. Dit verlof is vanaf 1 oktober 2019 van toepassing.
Decreet Lokaal Bestuur
Breidt de Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel uit met artikel 171 bis dat luidt als volgt :
Afdeling II Diensten in de privésector of als zelfstandige
Artikel 171 bis
§1.Beroepservaring in de privésector of als zelfstandige in hoofdberoep wordt voor tien jaar in aanmerking genomen voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen met ingang van 01 oktober 2019..
§2. Het College van Burgemeester en Schepenen kan deze anciënniteit door beroepservaring in de privésector of als zelfstandige in hoofdberoep voor bepaalde functies uitbreiden tot meer dan 10 jaar. De uitbreiding wordt beslist vóór de oproep wordt gelanceerd. De anciënniteit wordt dan onbeperkt meegenomen.
§3.Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken van de beroepservaring conform artikel 105 §2.
De geldelijke anciënniteit die op die manier verkregen wordt blijft behouden voor het verdere verloop van de loopbaan.
Voor de personeelsleden die in dienst getreden zijn vóór de inwerkingtreding van artikel 171bis, §1 blijft de geldelijke anciënniteit berekend worden volgens de modaliteiten van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit artikel. Voor de personeelsleden die in dienst getreden zijn vóór de beslissing tot uitbreiding van de anciënniteit bij toepassing van artikel 171bis §2, blijft de geldelijke anciënniteit berekend worden volgens de modaliteiten van toepassing vóór de beslissing tot uitbreiding.
Wijzigt de artikelen 258, 260 en 261 van de Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel als volgt, waarbij de bepalingen m.b.t. het mantelzorgverlof uitwerking hebben vanaf 1 oktober 2019 :
Artikel 258
De personeelsleden hebben het recht om hun beroepsloopbaan volledig te onderbreken of hun arbeidsprestaties te verminderen in het kader van :
Artikel 260
De aanvraag tot volledige onderbreking van de beroepsloopbaan of tot vermindering van de arbeidsprestaties in het raam van ouderschapsverlof conform de bepalingen van artikel 258 of 259 of verlof voor het volgen van een opleiding conform de bepalingen van artikel 259 moet ten minste drie maanden vooraf schriftelijk worden ingediend bij de Algemeen Directeur en het formulier omvatten voor de aanvraag van onderbrekingsuitkeringen. De volledige onderbreking van de beroepsloopbaan of de vermindering van de arbeidsprestaties moet ingaan op de eerste dag van een maand behalve indien zij aansluit bij een periode van bevallingsverlof of ingeval van palliatieve verzorging, medische bijstand, mantelzorgverlof of het ouderschapsverlof voor 1/10de. Een verlenging moet ten minste twee maanden op voorhand en schriftelijk worden aangevraagd, behalve ingeval van een aanvraag voor palliatieve verzorging, medische bijstand of mantelzorgverlof conform de geldende Koninklijke Besluiten en Wetten zoals vermeld in artikel 258 of conform het Besluit van de Vlaamse Regering zoals vermeld in artikel 259 .
De Algemeen Directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, de termijnen bedoeld in het voorgaande lid inkorten.
Artikel 261
Vervroegde beëindiging van de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan of van de vermindering van de arbeidsprestaties kan door de Algemeen Directeur worden toegekend.
De aanvraag tot vervroegde beëindiging moet ten minste twee maanden op voorhand schriftelijk worden ingediend bij de Algemeen Directeur.