Terug
Gepubliceerd op 29/10/2019

2019_CBS_06762 - Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel - Wijziging - Goedkeuring

College van Burgemeester en Schepenen
vr 25/10/2019 - 09:00 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart Tommelein, Björn Anseeuw, Silke Beirens, Kurt Claeys, Bart Plasschaert, Hina Bhatti, Maxim Donck, Natacha Waldmann, Kristof Beuren

Afwezig

Philip Caestecker

Verontschuldigd

Charlotte Verkeyn

Secretaris

Kristof Beuren

Voorzitter

Bart Tommelein
2019_CBS_06762 - Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel - Wijziging - Goedkeuring 2019_CBS_06762 - Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel - Wijziging - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0029

Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)

Decreet Lokaal Bestuur

Argumentatie

Om bij de toekomstige rekruteringen meer valabele kandidaten aan te trekken wordt voorgesteld om vanaf 1 oktober 2019 maximaal tien jaar beroepservaring in de privésector of als zelfstandige in hoofdberoep in aanmerking te nemen voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen. Aanvullend wordt voorgesteld dat het College van Burgemeester en Schepenen vóór het lanceren van de oproep om voor bepaalde functies alle anciënniteit in aanmerking te nemen. Zij baseert zich hiervoor op de lijst van knelpuntberoepen of bij afwijking op basis van een gemotiveerd besluit, na goedkeuring door de representatieve vakorganisaties.

Voor personeelsleden in dienst vóór 1 oktober 2019 blijft de geldelijke anciënniteit berekend volgens de modaliteiten die van toepassing waren vóór de beslissing tot uitbreiding. Elke nieuwe contractuele of statutaire aanstelling vanaf 1 oktober 2019 geeft aanleiding tot het toekennen van anciënniteit in het raam van beroepservaring in de privésector of als zelfstandige in hoofdberoep. Dit geldt niet in het raam van een bevorderingsprocedure of een procedure interne personeelsmobiliteit. Door de nieuwe regeling met betrekking tot de geldelijke anciënniteit waarbij privéanciënniteit en anciënniteit als hoofdberoep thans wordt meegerekend is de bepaling in artikel 175 overbodig geworden.

Juridische grond

Rechtspositiebesluit

Aanleiding en context

Bij besluit van 20 september 2019 werd de Rechtspositieregeling aangepast waarbij vanaf 1 oktober 2019 beroepservaring in de privésector als als zelfstandige in hoofdberoep wordt toegekend. 

Op 17 oktober 2019 werd tijdens de vergadering van het Bijzonder Onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties voort onderhandeld en werden de teksten staande de vergadering verfijnd.

Een protocol van akkoord werd afgesloten.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Wijzigt artikel 171 bis en 175 van de Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel als volgt :

Afdeling II Diensten in de privésector of als zelfstandige

Artikel 171 bis

§1.Beroepservaring in de privésector of als zelfstandige in hoofdberoep wordt voor tien jaar in aanmerking genomen voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen met ingang van 01 oktober 2019. Deze toekenning is van toepassing voor elke nieuwe contractuele arbeidsovereenkomst of statutaire aanstelling vanaf deze datum. Dit geldt niet  in het raam van een bevorderingsprocedure of een procedure interne mobiliteit.

§2. Het College van Burgemeester en Schepenen kan, op basis van de lijst knelpuntberoepen of bij afwijking hiervan op basis van een gemotiveerd besluit na goedkeuring door de representatieve vakorganisaties,  deze anciënniteit door beroepservaring in de privésector of als zelfstandige in hoofdberoep voor bepaalde functies uitbreiden tot meer dan 10 jaar.  De uitbreiding wordt beslist vóór de oproep wordt gelanceerd. De anciënniteit wordt dan onbeperkt meegenomen.

§3.Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken van de beroepservaring conform artikel 105 §2.
De geldelijke anciënniteit die op die manier verkregen wordt blijft behouden voor het verdere verloop van de loopbaan.
Voor de personeelsleden die statutair aangesteld zijn of een arbeidsovereenkomst hebben afgesloten vóór 1 oktober 2019 blijft de geldelijke anciënniteit berekend worden volgens de modaliteiten van toepassing vóór de inwerkingtreding van artikel 171bis, §1. Voor de personeelsleden die in dienst getreden zijn vóór de beslissing tot uitbreiding van de anciënniteit bij toepassing van artikel 171bis §2, blijft de geldelijke anciënniteit berekend worden volgens de modaliteiten van toepassing vóór de beslissing tot uitbreiding.

Artikel 175

Personeelsleden die na een onderbreking weer in dienst komen in dezelfde of een vergelijkbare graad behouden hun schaalanciënniteit.