Terug
Gepubliceerd op 06/05/2019

2019_VB_00233 - Rechtspositieregeling OCMW-personeel - Wijziging - Goedkeuring

Vast Bureau
vr 03/05/2019 - 08:30 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart Tommelein, Björn Anseeuw, Silke Beirens, Kurt Claeys, Charlotte Verkeyn, Maxim Donck, Natacha Waldmann, Kristof Beuren

Verontschuldigd

Bart Plasschaert, Hina Bhatti

Secretaris

Kristof Beuren

Voorzitter

Bart Tommelein
2019_VB_00233 - Rechtspositieregeling OCMW-personeel - Wijziging - Goedkeuring 2019_VB_00233 - Rechtspositieregeling OCMW-personeel - Wijziging - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0077

Argumentatie

Voor de invulling van functies wordt bij het OCMW dezelfde diplomavereiste gesteld bij aanwerving als bij bevordering. Bij de Stad wordt bij bevordering geen diplomavereiste gesteld tenzij de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, dan dient bij bevordering te worden voldaan aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie. Teneinde de selectievoorwaarden op elkaar af te stemmen, wordt voorgesteld het onderscheid op vlak van diplomavereiste bij bevordering weg te werken, waarbij het OCMW de regeling van de Stad volgt.

 

Juridische grond

De wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

Het Decreet Lokaal Bestuur

Het eenparig akkoord van het Bijzonder Onderhandelingscomité van 23/04/2019

Aanleiding en context

Naar aanleiding van de noodzaak om bij het OCMW en bij de Stad de voorwaarden voor de invulling van functies op elkaar af te stemmen, wordt de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel aangepast aan de regeling die geldt bij de Stad wat betreft de bevorderingsvoorwaarden.  

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 84-86 van het decreet lokaal bestuur
Het vast bureau is bevoegd op basis van artikel 84-86 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

§1. Keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel als volgt goed :

TITEL II – DE LOOPBAAN

Hoofdstuk XII. De bevordering

Afdeling III. De bevorderingsvoorwaarden per niveau en per rang

Niveau A

 Artikel 119

1° voor een hogere graad van rang A5a-b

a)       titularis zijn van een graad A1a-3a of A4a-b en ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in een graad A1a-3a en/of A4a-b;

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste; als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

c)        geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor de selectieprocedure.

 2° voor een hogere graad van rang A4a-b

a)       titularis zijn van een graad A1a-3a en ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in een graad A1a-3a;

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste; als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor de selectieprocedure.

3° voor een basisgraad van rang A1a-3a :

a)       titularis zijn van een graad van niveau B(V)  of niveau C en ten minste vier jaar niveauanciënniteit tellen in niveau B(V) en/of C;

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste; als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor een selectieprocedure.

 

Niveau B

 Artikel 120

1° voor een hogere graad van rang B4-B5

a)       titularis zijn van een graad B(V)1-3 en ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in een graad B(V)1-3;;

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor de selectieprocedure.

2° voor een hogere graad van rang BV5

a)       titularis zijn van een graad B(V)1-3 en ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in een graad B(V)1-3;

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor de selectieprocedure.

3° voor de hogere graad van rang B6-7

a)       titularis zijn van een graad B(V)1-3, B4-5 of BV5 en ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in een graad B(V)1-3, B4-5 en/of BV5;

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor de selectieprocedure.

4° voor de basisgraad van rang B(V)1-3

a)       titularis zijn van een graad van niveau C en ten minste vier jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van niveau C.

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste;als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor de selectieprocedure.

 

Niveau C

Artikel 121

1° voor een hogere graad van rang C4-C5

a)       titularis zijn van een graad C1-3, C1-2, C3-4 en ten minste vier jaar graadanciënniteit tellen in een graad C1-3 en/of C1-2 en/of C3-4;

b)       in voorkomend geval voldoen aan de gestelde diplomavereiste; als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor de selectieprocedure.

2° voor een basisgraad van rang C1-C3

a)       titularis zijn van een graad van niveau D en ten minste drie jaar niveauanciënniteit hebben in niveau D;

b)       in voorkomend geval voldoen aan de gestelde diplomavereiste; als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d)       slagen voor een selectieprocedure.

3° voor een graad van rang C3-4     

a)       titularis zijn van een graad van niveau D en ten minste drie jaar niveauanciënniteit hebben in niveau D;

b)       voldoen aan de gestelde diplomavereiste; als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie

c)       geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke
evaluatie;

d)       slagen voor een selectieprocedure.

§2. De bovenvermelde wijzigingen aan de rechtspositieregeling gaan in van zodra de voorwaarden hierop worden afgestemd.