Terug
Gepubliceerd op 06/05/2019

2019_CBS_02880 - Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel - Wijziging - Goedkeuring

College van Burgemeester en Schepenen
vr 03/05/2019 - 08:00 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart Tommelein, Björn Anseeuw, Silke Beirens, Kurt Claeys, Charlotte Verkeyn, Maxim Donck, Natacha Waldmann, Kristof Beuren

Verontschuldigd

Bart Plasschaert, Hina Bhatti, Philip Caestecker

Secretaris

Kristof Beuren

Voorzitter

Bart Tommelein
2019_CBS_02880 - Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel - Wijziging - Goedkeuring 2019_CBS_02880 - Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel - Wijziging - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Voorgesteld wordt om de Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel als volgt aan te passen :

Titel 3 – Mandaatstelsel + hoofdstuk I : de artikelen 134 tot 145 worden geschrapt. 

De hiernavolgende artikelen van de Rechtspositieregeling worden gewijzigd :

Artikel 251 bis (onbetaald verlof als gunst)

 De stadssecretaris, de adjunct-stadssecretaris, financieel beheerder, de mandaathouders en de opdrachthouders worden uitgesloten van de bepalingen vermeld in artikel 250

Vervangen door :

De algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur, de adjunct-financieel directeur, de titularissen van een betrekking op het niveau A10a-A10b en het niveau A5a-A5b en de opdrachthouders worden uitgesloten van de bepalingen vermeld in artikel 250

 Artikel 256 §4 (onbetaald verlof als recht)

§4. Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking, een mandaat, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, opneemt, wordt ambtshalve onbetaald verlof toegestaan voor maximaal de duur van het mandaat, de aanstelling of de proeftijd.

 Artikel 257 bis (onbetaald verlof als recht)

 De stadssecretaris, de adjunct-stadssecretaris, financieel beheerder, de mandaathouders en de opdrachthouders worden uitgesloten van de bepalingen vermeld in artikel 256.

Vervangen door :

De algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur, de adjunct-financieel directeur, de titularissen van een betrekking op het niveau A10a-A10b en het niveau A5a-A5b en de opdrachthouders worden uitgesloten van de bepalingen vermeld in artikel 256;

Bij de overgangsbepalingen wordt een artikel 320 bis toegevoegd : 

Afdeling V. Mandaatstelsel

Artikel 320 bis

De personeelsleden die op 24 april 2019 titularis zijn van een mandaat blijven dit mandaat verderzetten voor de resterende duur van dit mandaat of tot hun herbenoeming of heraanstelling in een graad met dezelfde weddenschaal of de bevordering naar een hogere weddenschaal.
Deze voorstellen werden op 23 april 2019 aan de representatieve vakorganisaties voorgelegd voor onderhandeling in het Bijzonder Onderhandelingscomité. De onderhandelingen werden afgesloten met een protocol van akkoord.

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Aanleiding en context

Met het oog op het schrappen van de mandaatregeling moet de Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel worden aangepast.

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0029

Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)

Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Voorgesteld wordt om de hiernavolgende bepalingen uit de Rechtspositieregeling van het Stadspersoneel te schrappen :

Titel 3 – Mandaatstelsel + hoofdstuk I : de artikelen 134 tot 145. 

Artikel 2

Wijzigt de hiernavolgende artikelen van de Rechtspositieregeling  :

Artikel 251 bis (onbetaald verlof als gunst)

De algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur, de adjunct-financieel directeur, de titularissen van een betrekking op het niveau A10a-A10b en het niveau A5a-A5b en de opdrachthouders worden uitgesloten van de bepalingen vermeld in artikel 250

 Artikel 256 §4 (onbetaald verlof als recht)

§4. Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, opneemt, wordt ambtshalve onbetaald verlof toegestaan voor maximaal de duur van de aanstelling of de proeftijd.

 Artikel 257 bis (onbetaald verlof als recht)

De algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur, de adjunct-financieel directeur, de titularissen van een betrekking op het niveau A10a-A10b en het niveau A5a-A5b en de opdrachthouders worden uitgesloten van de bepalingen vermeld in artikel 256;

Artikel 3

Voegt bij de overgangsbepalingen een artikel 320 bis toe : 

Afdeling V. Mandaatstelsel

Artikel 320 bis

De personeelsleden die op 24 april 2019 titularis zijn van een mandaat blijven dit mandaat verderzetten voor de resterende duur van dit mandaat of tot hun herbenoeming of heraanstelling in een graad met dezelfde weddenschaal of de bevordering naar een hogere weddenschaal.
Deze voorstellen werden op 23 april 2019 aan de representatieve vakorganisaties voorgelegd voor onderhandeling in het Bijzonder Onderhandelingscomité. De onderhandelingen werden afgesloten met een protocol van akkoord.