2020_GR_00005 - Lokale Politie - Formatie en bijzondere formatie van het administratief en logistiek kader en formatie van het operationeel kader - Wijziging - Goedkeuring

1. Inzake de formatie en bijzondere formatie van het administratief en logistiek kader

In 2017 werd de bijzondere formatie van het administratief en logistiek kader uitgebreid met 2 bediendes. Motivering hiertoe was volgende:

De laatste jaren is de maatschappij veel veranderd. Om te kunnen inspelen op de nieuwe trends en evoluties in de maatschappij moet de politie investeren in mensen en middelen om informatiegestuurd en gebiedsgebonden te kunnen inspelen op de noden van de burgers en zo hun veiligheid te kunnen garanderen.

In dat kader is het uitbouwen van een kwaliteitsvolle logistieke ondersteuning binnen het politielandschap van belang. Politiemensen moeten er kunnen op rekenen dat hun materiaal te allen tijde functioneel en operationeel is. Binnen de dienst Economaat, alsook binnen de afdeling Interventiepolitie, is er nu te weinig capaciteit beschikbaar om deze ondersteuning te kunnen leveren.

De dienst Economaat is momenteel bemand met 1 assistent en twee agenten van politie. Door het verminderen van de prestaties van de medewerkers kan het volledige takenpakket niet meer vervuld worden.

Binnen de afdeling Interventiepolitie werd het dagelijks beheren en onderhouden van het materiaal vroeger opgevolgd binnen de dienst STIP. Omwille van de pensionering van een operationele medewerker binnen deze dienst (die nu binnen de operationele diensten werd vervangen), is er nu geen capaciteit meer aanwezig binnen de Interventiepolitie om deze taak te vervullen.

Daarom is extra ondersteuning in beide diensten noodzakelijk. De concrete taken die van de extra medewerkers worden verwacht zijn terug te vinden in de functiebeschrijvingen, gevoegd als bijlage bij dit document. Om toch rekening te houden met de bestaande budgettaire context, waarbij het belangrijk is om de beschikbare middelen zo goed mogelijk in te zetten, werd gekozen om deze extra ondersteuning binnen Defensie te zoeken. De logistiek binnen Defensie is vooreerst in grote lijnen vergelijkbaar met de logistiek binnen het politielandschap, waardoor de zone onmiddellijk personeelsleden kan aantrekken met een expertise in huis. Bovendien moet de zone de ter beschikking gestelde militairen het eerste jaar niet betalen, en in de daarop volgende jaren betaalt Defensie deze militairen voor 1/3^de verder.

Ondertussen werden beide militairen aangeworven en zijn zij in de zone gestart respectievelijk op 1/12/2017 en 1/1/2018. Zij hebben zich het takenpakket eigen gemaakt en hebben al heel wat initiatieven ondernomen om de werking te optimaliseren. In functie hiervan zijn ook de verwachtingen naar hun functie toegenomen.

2. Inzake de formatie van het operationeel kader

De haven van Oostende besliste initieel om een nieuwe ferrylijn op te starten. Hiervoor werd op 26 februari 2018 de formatie van het operationeel kader uitgebreid met 10 inspecteurs. Omdat deze uitbreiding als gevolg had dat de formatienormen (KB van 7/12/2001) werden overschreden was deze formatiewijziging maar tijdelijk mogelijk, zijnde tot 26 februari 2020.

De ferrylijn werd uiteindelijk niet opgericht.

1. Inzake de formatie en bijzondere formatie van het administratief en logistiek kader

Bij een vergelijking van de verwachtingen tussen de functies van de 2 bediendes uit de bijzondere formatie van het administratief en logistiek kader met andere administratieve functies in het korps komt naar voor dat hun functies ondergewaardeerd zijn: met het huidige takenpakket en de vereiste vaardigheden (zie functiebeschrijving toegevoegd als bijlage bij het advies van het BOC) is dit een betrekking op niveau C in plaats van niveau D. Daarom wordt voorgesteld om beide betrekkingen om te zetten naar betrekkingen van niveau C. Omdat het niet de bedoeling is om nieuwe militairen aan te werven, dienen deze functies opgenomen te worden in de formatie van het administratief en logistiek kader en niet in de bijzondere formatie van het administratief en logistiek kader. Om te vermijden dat de huidige titularissen in een vacuüm terechtkomen of hun functie verliezen, worden de nieuwe betrekkingen van niveau C geblokkeerd zolang de betrekkingen van bediende bezet zijn. 

2. Inzake de formatie van het operationeel kader

De uitbreiding van de personeelsformatie met 10 inspecteurs had als gevolg dat de formatienormen zoals opgenomen in artikel 1 van het KB van 7 december 2001 werden overschreden. De afwijking, toegestaan conform artikel 2 van dit besluit, was geldig tot en met 26 februari 2020.

Omdat de ferrylijn uiteindelijk niet werd opgericht, is het aangewezen om de uitbreiding van 10 inspecteurs terug af te bouwen en dit voor 26 februari 2020. 

Deze wijzigingen werden besproken op het basisoverlegcomité (zie bijlage), waar een positief advies werd gegeven.

• De wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid de artikelen 47, 116, en 118.
• De wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten, inzonderheid artikel 8§1 –1°.
• De wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van depersoneelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten.
• Het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
• Het koninklijk besluit van 08 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van hetpersoneelvan de politiediensten.
• Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van hetpersoneelvan de politiediensten.
• Het koninklijk besluit van 05 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiekpersoneelvan de lokale politie.
• Het koninklijk besluit van 07 december 2001 tot vaststelling van de formatienormen van depersoneelsleden van de lokale politie.
• De omzendbrief BA-2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet, inwerkingtreding van de bepalingen inzake het bestuurlijk toezicht.
• Het advies van het Basis Overlegcomité Politie 74 van 20 november 2019.