Bijlage 2 (administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing) wordt aangepast naar de huidige procedure tot opname in de inventaris verwaarlozing. Ook de tekst onder 'de gevolgen van deze opname' is gewijzigd en is vereenvoudigd.
In bijlage 3 (administratieve akte tot vaststelling van de leegstand) werd, naar analogie met de administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing, de tekst onder ' de gevolgen van deze opname' gewijzigd en vereenvoudigd.
Overwegend dat leegstand, verkrotting en verwaarlozing leiden tot verloedering, ongedierte en criminaliteit aantrekken en het onveiligheidsgevoel doen toenemen;
Ook zijn er enerzijds heel wat mensen op zoek naar een degelijke, betaalbare woning terwijl anderzijds heel wat woningen leegstaan of door de slechte woningkwaliteit nauwelijks de naam woning waardig zijn.
Het is derhalve noodzakelijk om leegstand, verkrotting en verwaarlozing aan te pakken om een leefbare stad te behouden waar iedereen de kans krijgt om op een waardige manier te wonen.
Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de stad moet voorkomen en bestreden worden omdat langdurige leegstand de kwaliteit van het woningpatrimonium ondermijnt en na verloop van de tijd er vaak schade ontstaat bij de aanpalenden.
Rekening houden met de toestand van de stadsfinanciën.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 40, 287 en 288.
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op Titel III,hoofdstuk II, laatst gewijzigd bij Decreet van 29 maart 2013.
Het besluit van 02 april 1996 van de Vlaamse regering betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en latere wijzigingen.
Gelet op het Decreet van 22 december 1995, houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op hoofdstuk VIII, afdeling 2, laatst gewijzigd bij Decreet van 29 maart 2013.
Het Besluit van 12 juli 2013 van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Gelet op omzendbrief KB/ABB 2019/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, houdende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
Het gewijzigde Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen, hierna het Decreet Grond- en Pandenbeleid genoemd.
Zijn Besluit van 14 december 2019, houdende de aanneming van de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd, leegstaand of onafgewerkt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025;
Het Besluit van 10 juli 2009 van de Vlaamse regering, houdende nadere regels betreffende het Leegstandsregister en houdende wijziging van het Besluit van 02 april 1996 van de Vlaamse regering betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.
Het arrest nummer 4/2010 van 20 januari 2010 van het Grondwettelijk Hof;
Het arrest van de zesde fiscale kamer van het Hof van Beroep te Gent van 29 oktober 2013;
Artikel 23 van de Belgische grondwet.
Op 14 december 2019 werd de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand aangenomen voor de periode 2020-2025, inclusief de 5 bijlagen.
Zowel aan bijlage nr. 2 (administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing) als aan bijlage nr. 3 (administratieve akte tot vaststelling van de leegstand) dient een aanpassing te gebeuren.
Keurt de gewijzigde Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand, opgenomen in bijlagen (GR 2020.03.23 - onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand; GR 2020 - bijlage 1 - TVVW; GR 2020.03.23 - Bijlage 2 - AAVW; GR 2020.03.23 - Bijlage 3 - AAL; GR 2020 - bijlage 4 - TVLS; GR 2020 - bijlage 5 - aanvraagformulier vrijstelling), goed voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
Deelt de aangepaste beslissing, opgenomen in een gecoördineerde Verordening, mee aan de Vlaamse regering en deelt een voor eensluidend afschrift mee aan de Gouverneur.