Vanaf de derde dinsdag van de maand mei starten de inschrijvingen voor het schooljaar in het Deeltijds Kunstonderwijs i.c. het Conservatorium aan Zee en de Kunstacademie aan Zee.
De inschrijvingen eindigen op de laatste werkdag van de maand september dat beide instellingen open zijn.
Voor het reductietarief is UiTPAS Oostende van toepassing.
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor DKO-deelname via UiTPAS Oostende werden gespecifeerd in een reglement.
DKO-deelname via UiTPAS Oostende heeft als doel om de ontwikkelingskansen van kwetsbare kinderen, jongeren en volwassenen, die in Oostende wonen, te verhogen via deelname aan het Deeltijds Kunstonderwijs. DKO-deelname via UiTPAS Oostende vervangt het toenmalige Kunstkans.
Om als reglementair gesubsidieerde leerling in aanmerking te komen moet de leerling:
Het kansentarief bedraagt 20 % van het effectieve inschrijvingsgeld bij het Conservatorium aan Zee en/of de Kunstacademie aan Zee. Het bedrag wordt naar boven of naar beneden toe afgerond als het cijfer na de komma hoger of lager ligt dan 0,50 euro. Dit kansentarief kan jaarlijks herzien worden en is afhankelijk van de tarieven zoals bepaald door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Naast het bedrag voor inschrijving omvat het inschrijvingsgeld ook de retributiebijdrage van de Stad en/of de Semu-bijdrage voor het gebruik van partituren en/of het materiaalpakket en/of het lesboek en/of het huurgeld voor instrumenten. Deze opsomming is niet limitatief.
Het bedrag voor inschrijving DKO-deelname via UiTPAS Oostende zal in vergelijking met Kunstkans lager uitvallen voor de < 18-jarigen en de jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar. Voor de > 25-jarigen valt het bedrag voor de inschrijving iets hoger uit.
Het resterende inschrijvingsgeld, het verschil tussen het basisbedrag reductie Deeltijds Kunstonderwijs en het kansentarief, wordt door de Stad bijgepast en doorgestort naar het Departement onderwijs.
Het Meerjarenplan 2020-2025 en meerbepaald:
Keurt het reglement DKO-deelname via UiTPAS Oostende goed.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de uitvoering van de secundaire uitvoeringsmodaliteiten.