Artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur (01/01/2019 - ...):
De Raad voor Maatschappelijk welzijn kan zonder de nodige kredieten over de uitgaven beslissen die door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn, op voorwaarde dat hij daarvoor een met redenen omkleed besluit neemt.
In dezelfde omstandigheden en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, kan het Vast Bureau op eigen verantwoordelijkheid over de uitgaven beslissen. Het Vast Bureau brengt de Raad voor Maatschappelijk Welzijn daarvan onmiddellijk op de hoogte.
De bevoegdheid om over de uitgaven te beslissen, houdt ook de bevoegdheid in tot het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, het vaststellen van de plaatsingsprocedure, het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van de overheidsopdrachten.
In de gevallen, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden de financiële gevolgen opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van de raming.
Op basis van artikel 273 van het Decreet Lokaal Bestuur (01/01/2019 - ...), werd de tekst van artikel 269 hierboven aangepast van de Gemeenteraad en het College van burgemeester en schepenen naar de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en het Vast Bureau.
Artikel 273 van het Decreet Lokaal Bestuur (01/01/2019 - ...):
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van artikel 271 en met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "gemeente" als "openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";
2° "gemeenteraad" als "raad voor maatschappelijk welzijn";
3° "college van burgemeester en schepenen" als "vast bureau".
Het Vast Bureau aanvaardde in de zitting van 13 november 2020 het besluit 00711 "De levering van wegwerphandschoenen bij dwingende noodzakelijkheid - Lastvoorwaarden en gunning".
De Financieel directeur verleende in de nota van 09 november 2020 visum onder voorwaarde dat het benodigde budget alsnog zal voorzien worden na beslissing van het Vast Bureau van 13 november 2020. Dwingende noodzakelijkheid wordt geargumenteerd om de uitgave te laten plaatsvinden alvorens het krediet beschikbaar is.
In het verlengde van artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur ( 01/01/2019 - ...) is kennisneming door de Raad van Maatschappelijk Welzijn van de uitgave zonder de nodige kredieten ten gevolge van dwingende noodzakelijkheid essentieel.
Artikel 269 van het decreet Lokaal Bestuur stelt:
De gemeenteraad kan zonder de nodige kredieten over de uitgaven beslissen die door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn, op voorwaarde dat hij daarvoor een met redenen omkleed besluit neemt.
In dezelfde omstandigheden en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, kan het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid over de uitgaven beslissen. Het college van burgemeester en schepenen brengt de gemeenteraad daarvan onmiddellijk op de hoogte.
De bevoegdheid om over de uitgaven te beslissen, houdt ook de bevoegdheid in tot het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, het vaststellen van de plaatsingsprocedure, het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van de overheidsopdrachten.
In de gevallen, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden de financiële gevolgen opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.
Op basis van artikel 273 van het Decreet Lokaal Bestuur (01/01/2019 - ...), werd de tekst van artikel 269 hierboven aangepast van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen naar de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau.
Er is een gebeurtenis die niet kon worden voorzien. De huidige pandemie was onvoorzienbaar. De specifieke behoeften die hieruit voortvloeien hadden zeer zeker niet kunnen worden voorzien en ingepland en vormen dus een gebeurtenis die door het OCMW niet kon worden voorzien.
Doordat de huidige pandemie onvoorzienbaar was zijn er ook geen of onvoldoende budgetten ingeschreven in het meerjarenplan voor de aankoop van Covid-19 gerelateerde middelen.
Wachten op de eerstvolgende aanpassing van de raming om de nodige budgetten te voorzien om dan pas tot de aankoop van Covid-19 gerelateerde middelen over te gaan is geen optie. Door de onvoorspelbaarheid waarmee het virus in de nabije toekomst terug zal opflakkeren moest onmiddellijk kunnen worden overgegaan tot de aankoop van wegwerphandschoenen.
Het Agentschap Zorg en Gezondheid stelt in de omzendbrief “Tijdelijke maatregelen na de Covid-19 piek voor alle woonzorgcentra, centra voor kortverblijf type 1, centra voor herstelverblijf, groepen van assistentiewoningen en serviceflatgebouwen in Vlaanderen. Verstrengde maatregelen naar aanleiding van COVID-19 opflakkeringen – van toepassing vanaf 25 juli 2020.” dat middelen en materialen voor minimum één maand, aanbevolen drie maanden, voorhanden dienen te zijn, ook voor een eventuele nieuwe uitbraak: o.a. vloeibare zeep, handalcohol, wegwerpzakdoeken, papieren handdoeken voor éénmalig gebruik, schoonmaakmiddelen en ontsmettingsmiddelen (chloor), beschermschorten met lange mouwen, chirurgische mondneusmaskers, niet-steriele handschoenen, spatbrillen en gezichtsschermen.
Het geringste uitstel zou tot gevolg hebben dat de wegwerphandschoenen later geleverd zouden worden. Hoeveel later valt niet te voorspellen maar de kans bestaat dat er hierdoor een tekort zou ontstaan. Het staat buiten kijf dat een tijdelijk tekort aan wegwerphandschoenen levensbedreigende gevolgen kan hebben voor het personeel. Om dit te vermijden diende er onmiddellijk te worden gehandeld.
Neemt kennis van het besluit 2020_VB_00711 en de uitgave zonder de nodige kredieten ten gevolge van dwingende noodzakelijkheid.