Art. 263 DLB - De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd. Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
Dit opvolgingsrapport komt tegemoet aan de voorschriften van de decreetgever, zoals vermeld in art. 263 van het decreet lokaal bestuur en art. 29 van het Besluit van de Vlaamse Regering 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, evenals aan de afspraken die ter zake binnen het lokaal bestuur zijn gemaakt.
Art. 263 DLB
Art. 29 BVR 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen op 14 december 2019 het meerjarenplan 2020-2025 vast.
De decreetgever schrijft een opvolging aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn voor, ten laatste voor het einde van het derde kwartaal en met betrekking tot de gegevens van het eerste kwartaal.
De organisatie voorziet evenwel een rapport voor het einde van het tweede kwartaal, met betrekking tot de gegevens van het eerste en - waar mogelijk - het tweede kwartaal.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het opvolgingsrapport 2020 Q2 bij het meerjarenplan 2020-2025 van Stad Oostende en OCMW Oostende goed.