De eigenaar van een perceel grond gelegen nabij de Grintweg in Oostende, is bereid dat perceel over te dragen aan de Stad voor de realisatie van het stadsrandbos.
Aan de Gemeenteraad wordt voorgesteld om deze immobilaire bewerking aan te nemen.
De aankoop van het perceel grond kadert in de realisatie van het stadsrandbos.
-
§ 1. De Stad neemt jegens de naamloze vennootschap "NOVUS PROJECTS", met maatschappelijke zetel in 8000 Brugge, Scheepdalelaan 60, hierna genoemd de "overdragende partij", het volgende onroerend goed over :
hierna genoemd "het goed".
§ 2. Het goed wordt overgedragen in volle eigendom, vrij van pacht, huur en gebruiksrecht en van alle welkdanige lasten, voorrechten, hypotheken en belastende randmeldingen, die niet door tegengestelde zijn gevolgd, met vrijwaring voor alle stoornissen, uitwinningen en alle welkdanige hindernissen.
§ 3. Het goed wordt overgedragen in de toestand waarin het zich bevindt, met de voordelige en nadelige, zichtbare en onzichtbare, actieve en passieve, voortdurende en niet-voortdurende erfdienstbaarheden, maar zonder dat deze bepaling iemand meer rechten kan verstrekken dan deze die voortspruiten uit regelmatige titels of uit de wet.
§ 4. Geen enkele vordering mag worden ingebracht wegens een vergissing in de aanduiding of in de grootte, het verschil in meer of in min, al overtrof dit één twintigste, blijvend ten bate of ten laste van de Stad.
§ 1. De overdracht van het goed geschiedt voor openbaar nut namelijk voor de realisatie van een stadsrandbos.
§ 2. Aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt derhalve de kosteloze registratie van de authentieke akte gevraagd, in toepassing van het art. 161-2° van het Wetboek der Registratierechten.
§ 3. Geen bouwwerk noch enige vaste of verplaatsbare inrichting die voor bewoning kan worden gebruikt, mag op het goed worden opgericht zolang de stedenbouwkundige vergunning niet is verkregen.
§ 4. Het goed is gelegen binnen de grenzen van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Afbakening regionaal stedelijk gebied Oostende’ dat bij een besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 definitief werd vastgesteld. Het voormeld onroerend goed is niet begrepen in de deelgebieden 2 t.e.m. 17 waardoor de bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing blijven.
§ 5. Overeenkomstig de voorschriften van het gedeeltelijk gewijzigd Gewestplan “Oostende-Middenkust”, dat is vastgesteld bij een koninklijk besluit van 13 juli 2001, is als bestemming voor het goed deels “bosuitbreidingsgebied” en deels “agrarisch gebied” vastgelegd.
§ 6. Het goed is niet begrepen in een onteigeningsplan, of in een gebied van goedgekeurde verkaveling. Het goed is evenmin begrepen in een goedgekeurd Ruimtelijk Uitvoeringsplan.
§ 7. Het goed zal niet worden aangewend voor een bebossing ter compensatie van een ontbossing ingevolge artikel 90bis van het Bosdecreet dat bij een Besluit van 13 juni 1990 van de Vlaamse regering werd vastgesteld.
§ 1. De overdracht van het goed geschiedt tegen de betaling door de Stad aan de overdragende partij van de som van dertienduizend driehonderd éénentwintig euro (€ 13.321,00), waarin alle mogelijke vergoedingen zijn begrepen die in de praktijk bij onteigening worden toegekend, waaronder de wederbeleggingsvergoeding.
§ 2. De betaling van de koopsom geschiedt nadat de authentieke akte aan de vereiste formaliteiten is onderworpen en uiterlijk drie maanden na de datum waarop de akte wordt verleden, rekening houdend evenwel met een eventuele aftrek van de bedragen die zouden kunnen worden gevorderd door schuldeisers in wiens voordeel gebeurlijk op het goed hypothecaire inschrijvingen zouden genomen zijn tot zekerheid van de schuldvorderingen tegen de overdragende partij en voor zover desgevallend de instemming van deze schuldeisers met de doorhaling van deze inschrijvingen wordt verkregen.
§ 3. In voorkomend geval zullen van de uit te keren som de bedragen aan nog verschuldigde belastingen, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en dit van de Belasting op de Toegevoegde Waarde worden ingehouden en rechtstreeks aan de betrokken ontvangers worden betaald.
§ 4. Indien het goed niet vrij zou zijn van de sub artikel 1 § 2 bedoelde lasten en hypotheken, heeft de Stad het recht zich van de koopsom te kwijten door neerlegging van de koopsom in de Consignatiekas, zonder voorafgaande aanbieding noch aanmaning. Dit zal eveneens het geval zijn indien verzet tegen de betaling zou bestaan. De kosten van de lichting van de consignatie zijn in dat geval ten laste van de overdragende partij.
§ 5. De overdragende partij machtigt de Stad zich van de haar toekomende som te kwijten door overschrijving ervan op een door haar aan te wijzen rekening die zij bij een financiële instelling heeft geopend.
§ 6. Alle kosten die verbonden zijn aan het verlijden van de akte en aan de overschrijving ervan bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vallen ten laste van de Stad.
§ 7. In het geval de sub § 1 vermelde som niet binnen de sub § 2 gestelde termijn zou zijn betaald, is de Stad een interest verschuldigd, die berekend wordt tegen de wettelijke rentevoet die in burgerrechtelijke zaken van toepassing is, op de sub § 1 vermelde som over de periode die aanvangt op de vervaldatum en eindigt op de dag waarop de betaling van de som effectief is verricht.
§ 1. De Stad heeft vanaf de datum waarop de authentieke akte wordt verleden, de volle eigendom van het goed.
§ 2. Deze akte zal worden verleden binnen drie maanden nadat de beslissing ad hoc van de Gemeenteraad van de Stad Oostende kracht van uitwerking heeft verkregen, d.w.z. op het ogenblik dat de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop het Provinciebestuur van deze beslissing in kennis werd gesteld, is verstreken, zonder dat de toezending van het dossier is gevorderd, hetzij bij opvraging van het dossier op het ogenblik dat de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de ontvangst van het dossier is verstreken, zonder dat een beslissing tot schorsing aan de Stad is genotificeerd. In het geval op het goed hypothecaire inschrijvingen zouden zijn genomen, zal de datum van aanvang van de bedoelde termijn van drie maanden worden verschoven naar de datum waarop de instemming met de doorhaling van de hypothecaire inschrijvingen vanwege de schuldeisers is verkregen.
§ 3. In deze akte zal worden bepaald dat de overdragende partij:
1) afziet van elke eis tot ontbinding van de koopovereenkomst en van elke vordering tot terugeising of wederafstand van het goed welke bestemmingswijziging het ook moge ondergaan en dit ondanks elke hiermee strijdige bepaling;
2) de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) ontslaat van de verplichting enige inschrijving van ambtswege te nemen.
§ 4. Het bedrag van de onroerende voorheffing dat op het goed betrekking heeft, moet verhoudingsgewijs door de Stad worden gedragen, vanaf de eerste dag van de maand, die volgt op de datum waarop de akte wordt verleden.
§ 5. De overdragende partij is ertoe gehouden de authentieke akte van overdracht van het goed te ondertekenen binnen de periode van tien dagen die volgt op de datum van ontvangst van het verzoek dat de Stad hiertoe tot haar zal richten.
§ 6. De overdragende partij is ertoe gehouden het goed ter beschikking te stellen van de Stad uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin de akte wordt verleden.
De overdracht van het goed geschiedt op de opschortende voorwaarden dat :
Wijst de hieruit voortvloeiende uitgave toe aan ST/22000000/034000//2020-015/037/031401/01/800-01 van het budget 2020.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.