Het toetsingsinstrument wordt opgemaakt door de academie en gebruikt bij de beoordeling van de kwaliteit van de leeromgeving van de ALC.
De academie stelt objectieve criteria op die in context van de academie relevant zijn voor een kwaliteitsvolle leeromgeving in een ALC.
Het toetsingsinstrument mag geen criteria bevatten die het recht van de leerling om les te volgen in een alternatieve leercontext, inperken.
De criteria mogen niet in strijd zijn met het decreet, moeten rekening houden met het artistiek-pedagogisch project en het referentiekader voor onderwijskwaliteit.
De onderwijsinspectie valideert het toetsingsinstrument als de criteria representatief, betrouwbaar en transparant geformuleerd zijn.
Het toetsingsinstrument werd door de onderwijsinspectie gevalideerd op 20 november 2019.
Akkoord van de afgevaardigden in het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelingscomité Onderwijs, gekregen via mail naar aanleiding van de coronacrisis.
Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs;
Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds onderwijs, artikel 57 en 58;
Akkoord van de afgevaardigden in het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelingscomité Onderwijs, gekregen via mail naar aanleiding van de coronacrisis;
In het College van Burgemeester en Schepenen van 19 juli 2019 werd de princiepsbeslissing voor een alternatieve leercontext goedgekeurd.
Belangrijkste voorwaarde is dat in de alternatieve leercontext (ALC) dezelfde basiscompetenties worden verworven als het geval zou zijn binnen de school. Het is de academie die de leerling evalueert, en de opvolging van het leerproces verzekert.
De academie maakt hiervoor een ‘toetsingsinstrument’ op, een document dat wordt gebruikt bij de beoordeling van de kwaliteit van de leeromgeving van de ALC. Dit toetsingsinstrument wordt opgenomen in het academiereglement.
Het toetsingsinstrument werd voorgelegd aan de onderwijsinspectie en door hen gevalideerd op 20 november 2019.
Met de ALC wordt tevens een afsprakenkader vastgelegd i.v.m. de organisatie en de inhoud van deze ALC.
De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
Het toetsingsinstrument voldoet aan de objectieve criteria die in context van de academie relevant zijn voor een kwaliteitsvolle leeromgeving in een alternatieve leercontext en wordt goedgekeurd.
TOETSINGSINSTRUMENT
De alternatieve leercontext biedt een kwaliteitsvolle leeromgeving aan
1. De visie en de werking van de vereniging sluiten aan bij het Artistiek Pedagogisch Project van de academie. Het Conservatorium aan Zee wil samen met haar partners instaan voor de artistieke vorming, in een procesmatig klimaat en met een open geest die inspirerend werkt.
2. De vereniging wordt geleid door een dirigent, regisseur, acteur, dansdocent, coach die beschikt over de nodige artistiek-pedagogische competenties.
3. De begeleider van de ALC kent en erkent de te bereiken competenties op het einde van de vier graden volgens het (nieuwe) decreet voor het Deeltijds Kunstonderwijs en gebruikt deze als basis voor de opleiding en evaluatie van de betrokken leerlingen.
4. De vereniging beschikt over een gegarandeerd beheersingsniveau relevant voor de opleiding en de te verwerven competenties/beroepskwalificaties van de leerling. De vereniging toont dat beheersingsniveau aan via deelname aan wedstrijden, de wedstrijdcategorie en/of de repetitiestructuur, en/of toonmomenten. Specifiek voor muziekverenigingen: de vereniging is minstens in derde afdeling gerangschikt.
Inhoudelijke begeleiding van de leerling
5. De vereniging is op de hoogte van de visie op evalueren die gehanteerd wordt in de het Conservatorium aan Zee, zijnde Kunstig Competent.
6. De verantwoordelijke van de vereniging voorziet een structurele begeleiding van de leerling die het realiseren van de basiscompetenties, specifieke eindtermen of beroepskwalificatie mee garandeert.
Bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne
7. De leeractiviteiten in de alternatieve leercontext vinden plaats in een gebouw dat voldoet aan de normen inzake bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.
- de vereniging beschikt over voldoende didactisch materiaal en een aangepaste uitrusting.
- de vereniging engageert zich om de geldende voorschriften inzake BVH in schoolgebouwen toe te passen.
Verantwoordelijkheid van de Academie
Het Conservatorium aan Zee neemt de verantwoordelijkheid om bovenstaande punten op te volgen, bij te sturen waar nodig en de vereniging te wijzen op onregelmatigheden. Dit gebeurt via regelmatig overleg tussen het bestuur van de vereniging met het CAZ. Het CAZ brengt de leerlingen op de hoogte van de mogelijkheden om te leren in een alternatieve leercontext.
Het afsprakenkader in verband met de organisatie en de inhoud van de alternatieve leercontext wordt goedgekeurd.
AFSPRAKENKADER
1. De vereniging engageert zich om geen aanbod te organiseren dat volgens de organieke structuur van het DKO in de academie georganiseerd wordt.
2. De leerlingen voldoen aan alle onderstaande voorwaarden:
- de leerling is ingeschreven in het Conservatorium aan Zee.
- de leerling is stipt aanwezig op repetities en concerten van de vereniging.
- de leerling ondertekent bij de start van het schooljaar de overeenkomst. Deze is één schooljaar geldig.
3. De duur van de wekelijkse repetities/activiteiten komt overeen met de verplichte wekelijkse lestijd voor het vak waarvoor de alternatieve leercontext wordt aangevraagd
4. De vereniging engageert zich om leerlingen die in aanmerking komen toe te laten vanaf 1 september, ongeacht de geplande concerten/wedstrijden/optredens/voorstellingen van de vereniging. Wenselijkheid van deelname aan concerten of wedstrijden tijdens het eerste trimester kan afgesproken worden met de leerling, maar het bijwonen van de repetities is een vereiste.
5. De vereniging houdt nauwkeurig de aanwezigheden van de leerlingen bij, verwittigt tijdig het CAZ bij onregelmatigheden of stopzetting. De aanwezigheidslijst kan ten allen tijde opgevraagd worden door de academie.
6. De vereniging bezorgt jaarlijks zijn activiteitenkalender aan het CAZ.
7. Aangezien de leerling lid is van de vereniging valt hij/zij onder de verzekering van de vereniging.
8. De vereniging volgt de ontwikkeling van de leerling op en geeft- hierover feedback via twee tussentijdse evaluaties volgens de richtlijnen van het CAZ. Deze evaluaties worden doorgegeven aan het CAZ.
9. De vereniging en het CAZ tekenen een onderling contract met vermelding van de deelnemende leerlingen.
10. De alternatieve leercontext voorziet structurele inhoudelijke begeleiding van de leerling die het realiseren van de basiscompetenties, specifieke eindtermen of beroepskwalificatie mee garandeert:
- de vereniging engageert zich om de begeleiding van de leerlingen in overleg met het leerkrachtenteam, directie en coördinatoren 2 maal per jaar te evalueren en waar nodig bij te sturen.
- de vereniging en het CAZ beschouwen mekaar als partners in het leerproces: om specifieke competenties te verdiepen vraagt de academie aan de vereniging om leerlingen te stimuleren deel te nemen aan artistieke projecten van het CAZ.
- de vereniging staat open voor engagementen in samenwerking met het CAZ.
- het evaluatiereglement van het CAZ is onverkort van toepassing voor de leerlingen in een ALC.
- een afgevaardigde van de academie zal aangesteld worden voor het evalueren van de leerlingen op het einde van de graad. Er zal nagegaan worden of de basiscompetenties van de graad behaald werden.
11.De taal van de leeractiviteiten in de vereniging is Nederlands.
12. Niet naleven van deze afspraken kan leiden tot het stopzetten van de samenwerking.
Het toetsingsinstrument en het afsprakenkader worden opgenomen in het academiereglement.