De Vlaamse Regering liet een nieuw decreet stemmen die het uitzicht van de sociale huisvesting drastisch zal veranderen. Ook in Oostende staan er grote veranderingen op til. En die veranderingen worden mee vorm gegeven door het lokaal bestuur. Door dit bestuur. De lokale besturen krijgen namelijk een sterke regierol. Zowel in voorbereidende fase als wanneer het decreet in volle werking is. Deze hervorming staat ook de agenda van de Gemeenteraad bij Schepen Claeys (punt 20: 2021_GR_00346: Omgevingsbeleid - de afbakening van het werkingsgebied voor de vorming van de toekomstige woonmaatschappij voor de regio Oostende en de verdeling van de stemrechten tussen de gemeenten die deel uitmaken van het werkingsgebied - Definitieve beslissing - Goedkeuring)
Concreet, op hoofdlijnen en in essentie komt het hier op neer;
- De sociale woonmaatschappijen en sociale verhuurkantoren uit Oostende, Bredene, Gistel, Ichtegem, Middelkerke, Oudenburg en wellicht ook De Haan fusioneren tot één woonmaatschappij.
- Op die manier creëert men één actor, één speler op de sociale woonmarkt, binnen één groot werkingsgebied, zich in ons geval situerend rond Oostende; Middenkust.
Dit werkingsgebied, zijn samenstelling maar ook de visie naar de toekomst toe en, belangrijk voor de Oostendenaar, wie in welke mate kan en mag beslissen en vooral ook wie niet; dat werd afgesproken op overlegmomenten tussen de Burgemeesters.
Het werkingsgebied kan zijn voordelen hebben. Schaalvoordelen, de verwerving van extra gronden voor woningen grote gezinnen (waar we hier in Oostende te kort aan hebben),...
Maar het heeft ook heel zeker en vast zijn nadelen. Nadelen die duidelijk naar voren komen in de adviesnota's van de Oostendse woonmaatschappijen (ik denk hierbij aan DOH, DGH, SVK, Woonwel). Ik heb het dossier gelezen, alsook mij bevraagd bij de hogere overheid onder meer in kader van het nieuwe decreet.
Daarom volgende vragen;
1. De nieuwe woonmaatschappij zal bestuurd worden door de betrokken lokale besturen die elk twee afgevaardigden aanduiden. Dit gaat volledig voorbij aan het gegeven dat de Oostendse sociale huisvestingsmaatschappijen de meeste woningen, meeste budgetten, meeste huurders,... hebben. Oostende blijft twee bestuurders hebben. Net als Ichtegem, om maar iets te zeggen.
- Dus mijn vraag hierbij is; wat krijgt de Oostendse sociale huurder en al die mensen die op de wachtlijst staan hier voor in return?
- Wat staat er tegenover het feit dat Oostende en haar sociale huurders zullen (moeten) betalen aan en voor andere gemeenten?
2. De Oostendse sociale huisvestingsmaatschappijen hebben op vandaag nog private aandeelhouders. Mensen die kunnen en mogen meedenken en beslissen over de keuzes die gemaakt moeten worden. We kunnen lezen in de adviesnota van Gelukkige Haard dat ze betreuren dat de inspraak van de huurders-aandeelhouders beperkt wordt.
- Hoe staat het bestuur hier tegenover?
- Weet u over hoeveel aandeelhouders het gaat?
3. Welke overlegmomenten of andere stappen werden voorafgaand aan de standpuntbepalingen en het burgemeestersoverleg genomen om tot het samenwerkingsakkoord over werkingsgebied, manier van besturen,... te komen?
4. Doordat Oostendse Haard en Gelukkige Haard in het midden van dit werkingsgebied liggen en geen overlap hebben met andere gebieden zullen DOH en DGH heel wat woningen moeten overkopen, zonder dat daar enige verkopen of andere inkomsten tegenover staan.
- Werd hier door de Stad een financiële analyse gemaakt?
-Kan de Stad garanderen dat er voldoende financiële middelen zijn om het personeel te blijven betalen, herstellingswerken uit te voeren, nieuwe woningen te bouwen (wachtlijsten Oostende!!), lopende projecten (bv in de Nieuwe Stad) te blijven ondersteunen,...
5. Hoe verhoudt het Stadsbestuur zich ten opzichte van de problematiek met verschillende regelgevingen? De verschillende maatschappijen hebben personeelsleden uit verschillende paritaire comités.
- Hoe vangt u dit op?
Daarnaast krijgt het SVK voor haar welzijnsfunctie federale subsidiëring. De woonmaatschappij waarin de SVK verdwijnt krijgt dit niet.
- Hoe zal de Stad dit tekort aan inkomsten opvangen?
Alvast bedankt.
Hoogachtende groet,
Michael Vanhee
Gemeenteraadslid
Artikel 71 t.e.m. 75 van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
Wij verwijzen hierbij naar de begroting 2022 en de begeleidende nota in bijlage bij dit dossier. Het zonaal veiligheidsplan 2020-2025, goedgekeurd door de zonale veiligheidsraad op 21 november 2019, is het beleidsplan van de politiezone.
Het College van Burgemeester en Schepenen, gelieve de begroting 2022 aan de Gemeenteraad voor te leggen voor voorlopige vaststelling.
Deze begroting omvat de raming van alle ontvangsten en uitgaven die in de loop van 2022 kunnen worden gerealiseerd. Binnen de begroting wordt een onderscheid gemaakt tussen de gewone en de buitengewone dienst en, binnen elk van deze diensten, tussen het eigenlijk financieel dienstjaar en de vorige dienstjaren.
De gewone uitgaven 2022 bedragen 34.584.857 euro.
De gewone ontvangsten 2022 bedragen 32.405.812 euro.
De gewone uitgaven overboekingen bedragen 848.187 euro.
De gewone dienst is een evenwicht door een overboeking te voorzien uit het gewoon reservefonds t.b.v. 1.316.028 euro en een prognose op te nemen van het resultaat van de rekening 2021 t.b.v. 1.711.204 euro.
De buitengewone uitgaven 2022 bedragen 1.583.187 euro.
De buitengewone ontvangsten 2022 bedragen 735.000 euro.
De buitengewone ontvangsten overboekingen bedrage 848.187 euro.
De buitengewone dienst is in evenwicht in het eigen dienstjaar.
Artikels 5 tot en met 15 van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone.
Stelt de begroting 2022 van de gewone dienst en van de buitengewone dienst van de politiezone Oostende voorlopig vast.
Onderwerpt de voormelde begroting aan het specifieke goedkeuringstoezicht van de Gouverneur.
Conform het proces-verbaal van ingebrekestelling konden een aantal essentiële vereisten uit het bestek niet worden uitgevoerd, waaronder:
In de maanden daarop hebben Partijen onderzocht op welke wijze de in het proces-verbaal van ingebrekestelling vermelde gebreken in de uitvoering van de Overheidsopdracht kunnen worden verholpen, maar de Partijen hebben hierover geen akkoord kunnen vinden, zowel wat betreft de inhoud van de uit te voeren maatregelen om de tekortkomingen te herstellen, als de timing van de herstelmaatregelen.
Er wordt voorgesteld om middels de dading op onherroepelijke en definitieve wijze een einde aan het geschil te stellen, zonder enige nadelige erkenning en zonder ook de gegrondheid van de aanspraken van de andere Partij te erkennen, waarbij:
Het ontwerp van dading werd aanvaard door Realdolmen nv.
De stad Oostende en Realdolmen hebben op 20 september 2019 de overheidsopdracht "Leveren van software voor tijdsregistratie voor de Lokale Politie Oostende via perceel 2 'Software' van het raamcontract "ICT Aankoopcentrale - Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar" gesloten.
Op 23/7/2021 werd Realdolmen in gebreke gesteld voor een gebrekkige werking van het tijdsregistratiesysteem, waarbij het proces-verbaal d.d. 09/07/2020 werd bezorgd, met verzoek aan Realdolmen om de vastgestelde tekortkomingen zo snel mogelijk te herstellen en binnen de 15 kalenderdagen zijn verweermiddelen mee te delen.
Artikel 41, 2de lid, 17° van het decreet lokaal bestuur
Keurt de overeenkomst van dading, waarvan kopie in bijlage, tussen de stad Oostende en Realdolmen met betrekking tot overheidsopdracht "Leveren van software voor tijdsregistratie voor de Lokale Politie Oostende via perceel 2 'Software' van het raamcontract "ICT Aankoopcentrale - Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar" goed.
De Burgemeester heeft voor de hierna vermelde manifestaties op 10 september 2021, 14 september 2021, 24 september 2021, 28 september 2021, 05 oktober 2021 en 06 oktober 2021 Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
1) Bedrijfsnamiddag Delware Sporty B1 op 24 september 2021;
2) Fin de Saison Vogelopvangcentrum op 25 september 2021;
3) Filmopnamen Zeevonk - Rouwboot open zee op 20 september 2021;
4) Filmopnamen Zeevonk - Museum/kleedkamers van 20 september 2021 tot en met 22 september 2021;
5) Filmopnamen Zeevonk - Rouwboot open zee van 23 september 2021 tot en met 24 september 2021;
6) Filmopnamen Zeevonk - Overzetboot Oosteroever op 28 september 2021;
7) Bedrijfsnamiddag Delware Sporty B1 (aanpassing) op 24 september 2021;
8) Parkeerverbod huwelijken op 25 september 2021;
9) Nacht van de duisternis op 09 oktober 2021;
10) Ik Koop in Oostende op 09 oktober 2021 en 10 oktober 2021;
11) Filmopnamen James Ensorhuis van 08 oktober 2021 tot en met 10 oktober 2021;
12) Wijkkermis Zandvoorde van 08 oktober 2021 tot en met 10 oktober 2021;
13) Thuiswedstrijd KVO-Cercle Brugge op 16 oktober 2021;
14) Parkeerverbod verjaardagsfeest op 23 oktober 2021;
15) Vishappening van 08 oktober 2021 tot en met 10 oktober 2021;
16) E-bikewedstrijden sportpark De Schorre op 23 oktober 2021;
17) Reconstructie op 07 oktober 2021.
Artikel 63 van het Decreet lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratie toezicht op de gemeenten.
-
Neemt akte van de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen op 10 september 2021, 14 september 2021, 24 september 2021, 28 september 2021, 05 oktober 2021 en 06 oktober 2021.
Stuurt een afschrift van dit Besluit aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
De Burgemeester heeft op 28 september 2021 en 30 september 2021 Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
- verplaatsen van de markten tijdens de Oktoberfoor 2021;
- Oktoberfoor 2021;
- uitbreiding terrassen verlenging einddatum.
Artikel 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
-
Neemt kennis van en bekrachtigt de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen op 28 september 2021 en 30 september 2021 om de veiligheid van de weggebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van deze Besluiten aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
Artikel 63 van het Decreet lokaal bestuur.
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
-
Naar aanleiding van:
Politieverordeningen moeten worden goedgekeurd naar aanleiding van:
1) Ensorherdenking 2021.
Op zaterdag 20 november 2021 van 11.00 uur tot 17.00 uur worden de volgende verkeersmaatregelen van kracht:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E1.
De eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 26 oktober 2020. Met deze aanpassingen werden voornamelijk de effecten van de coronacrisis op de financiën van ons lokaal bestuur ondervangen.
De tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 12 december 2020. De laatste aanpassingen aan het budget 2020 werden doorgevoerd; daarnaast werden de budgetten voor het jaar 2021 aangepast aan de recentste verwachtingen en prognoses.
De jaarrekening 2020 werd in de Gemeenteraad van 31 mei 2021 vastgesteld. Immers, het financieel evenwicht van een aanpassing van het meerjarenplan waarbij de kredieten voor het lopende boekjaar worden gewijzigd, kan alleen worden aangetoond als de jaarrekening van het boekjaar dat voorafgaat aan het lopende boekjaar, vastgesteld is door de raad en verwerkt in het meerjarenplan.(cfr. artikel 16 van het BVR BBC).
Bij de opmaak van de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 integreert ons bestuur het resultaat
van de jaarrekening over het boekjaar 2020 door het in de aangepaste staat van het financieel evenwicht
(schema M2) in te schrijven onder het gecumuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar. Opgeteld
bij het geraamde budgettair resultaat voor het boekjaar 2021 leidt dat tot het geraamde gecumuleerd
budgettair resultaat voor boekjaar 2021.
De derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 wordt nu aangeboden voor vaststelling door de Gemeenteraad van oktober 2021; deze bevat o.a. de aanpassingen aan de kredieten 2021 en de kredieten 2022 (schema M3); daarnaast worden de budgetten aangepast aan de recentste verwachtingen en prognoses (waar van toepassing zijnde) voor de jaren 2023 tot en met 2025 in het meerjarenplan 2020-2025.
De aanpassing van het meerjarenplan wordt samengesteld met volgende onderdelen: de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de aangepaste toelichting. De achtergrondinformatie, die de raadsleden meer duiding geeft bij de geplande verrichtingen, wordt opgenomen in de bijbehorende documentatie.
Op dit punt werd een amendement goedgekeurd met volgende tekst:
De bijlage "aanpassing 3_Meerjarenplan 2020-2025.pdf" van het punt "Meerjarenplan 2020-2025 (entiteit STAD) - Vaststelling aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 - Goedkeuring " wordt vervangen door de bijlage hierbij "aanpassing 3 Meerjarenplan 2020-2025 "
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en haar wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC) en haar wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC) en haar wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
Het vroegere jaarlijkse budget is voortaan geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die het bestuur voor het boekjaar 2020 in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.
In toepassing hiervan werd in 2019 het meerjarenplan opgemaakt en goedgekeurd voor de periode van 2020 tot 2025 in de Gemeenteraad van 14 december 2019. Dit meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020, voorgesteld in schema M3.
Artikel 257 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt o.a.dat minstens een keer per jaar het meerjarenplan aangepast wordt, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
Stelt de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 vast.
Integreert het resultaat van de jaarrekening over het boekjaar 2020 (vaststelling in de Gemeenteraad van 31 mei 2021) in de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2) door de inschrijving onder het gecumuleerd budgettair resultaat van het vorig boekjaar.
Stelt met deze aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 o.a. de kredieten voor het jaar 2022 vast én past de kredieten voor het jaar 2021 aan volgens het schema M3.
Levert dit besluit digitaal aan de toezichthoudende overheid aan.
In OD 0316 OOSTENDE IS EEN STAD MET HART VOOR DIEREN
Worden de voorziene budgetten vervangen door:
exploitatie | |||||||
| Vorig2021 | Wijz 2021 | Nieuw 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 1000 | 0 | 1000 | 1000 | 1000 | 1000 | 1000 |
Saldo | -1000 | 0 | -1000 | -1000 | -1000 | -1000 | -1000 |
Investeringen | |||||||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 500000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
TOELICHTING
De nood aan een nieuw dierenasiel in Oostende is bijzonder groot. Dat is vanzelfsprekend van belang voor het welzijn van de dieren, maar bovendien is ondertussen zelfs de veiligheid van het personeel niet meer gegarandeerd door het uitblijven van deze investering.
Het stadsbestuur en het Blauwe Kruis van de Kust kwamen overeen dat de financiering, geraamd op 1 miljoen euro, voor de helft ging gebeuren met een crowdfunding waarbij de stad voor elke opgehaalde euro, zelf een euro ging op leggen tot aan een maximum van 500 000 euro.
Op het schepencollege van 23 april 2018 werd dit engagement voorgelegd en ging het voltallige stadsbestuur hiermee akkoord. Op de gemeenteraadszitting van 23 april 2018 werd alvast een bedrag van 50 000 euro subsidie voor het Blauwe Kruis van de Kust goedgekeurd om de crowdfunding op te starten. Hiermee kon de vzw starten met het inlossen van hun engagement: de omhaling van een half miljoen euro bij vrienden, sympathisanten en dierenliefhebbers.
Gedurende 2 jaar hebben tientallen vrijwilligers van Het Blauwe Kruis zich hiervoor heel hard ingezet en duizenden Oostendenaars, inwoners en handelaars, gaven enthousiast een bijdrage voor de bouw van een nieuw dierenasiel in hun stad.
Het Blauwe Kruis heeft eind 2020 zijn bouwvergunning gekregen. Binnen de twee jaar na het verkrijgen van een vergunning moeten de werken opgestart worden, anders dreigt de bouwvergunning te vervallen.
Gelet op de grote nood aan een nieuw dierenasiel
Gelet op het engagement van het stadsbestuur beslist op het college van burgemeester en schepen op 23 april 2018 waarbij de stad de bouw van een nieuw dierenasiel ging mee financieren,
Gelet op de beperkte termijn waarbinnen een bouwvergunning geldig blijft,
Dienen we het amendement in om het deel van de investering zoals hierboven vermeld vanwege stad Oostende te voorzien in de begroting 2021.
OD 0313 - OOSTENDE IS EEN NETTE STAD.
SDG 11 – Duurzame steden en gemeenschappen
SDG 14 – Leven in het water
SDG 15 – Leven op het land
AP 031301 - De stad Oostende ontwikkelt en implementeert een afvalplan.
▪ A 030130101 - De directie openbaar domein voorziet op basis van een inventaris van de
bestaande afvalbakken en de noden van bewoners en bezoekers bijkomende afvalbakken,
die waar mogelijk toelaten het afval te sorteren.
▪ A 030130102 - De directie openbaar domein past de afvalophaling aan de noden van de
bevolking aan, en houdt rekening met een gesorteerde ophaling en het minimaliseren van
de kansen tot meeuwenoverlast.
▪ A 030130103 - Op basis van het afvalstratenplan breidt de directie openbaar domein het
aantal afvalstraten uit en zorgt voor een versnelde uitvoering.
Toelichting:
Ophaling grof vuil is nu op vraag én betalend. De stad wil een nette stad zijn én de dienstverlening naar haar burgers toe verhogen. Daarom voert de stad opnieuw een gratis ophaling van grof vuil in.
Amendement:
A 030130102 De directie openbaar domein past de afvalophaling aan de noden van de bevolking aan en voorziet hierbij twee maal per jaar een gratis ophaling van het grof vuil op elke wijk. Er wordt rekening gehouden met een gesorteerde ophaling van het huisvuil en het minimaliseren van de kansen tot meeuwenoverlast.
Beslist:
De bijlage "aanpassing 3_Meerjarenplan 2020-2025.pdf" van het punt "Meerjarenplan 2020-2025 (entiteit STAD) - Vaststelling aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 - Goedkeuring " wordt vervangen door de bijlage hierbij "aanpassing 3 Meerjarenplan 2020-2025 "
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Het meerjarenplan 2020-2025 werd in 2019 opgemaakt; deze werd vastgesteld in de raden van 14 december 2019 en goedgekeurd in de Gemeenteraad van 14 december 2019 voor het deel OCMW. De eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 oktober 2020 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 26 oktober 2020, door de Gemeenteraad in zitting van 26 oktober 2020.
Artikel 257 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt o.a.dat minstens een keer per jaar het meerjarenplan aangepast wordt, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 wordt voorgelegd aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor vaststelling in zitting van25 oktober 2021.
Artikel 249 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn over hun deel van elk beleidsrapport stemmen. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de Gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De derde vastgestelde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 wordt aangeboden voor goedkeuring.
Op dit punt werd een amendement goedgekeurd met volgende tekst:
De bijlage "aanpassing 3_Meerjarenplan 2020-2025.pdf" van het punt "Vaststelling aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 - Goedkeuring " wordt vervangen door de bijlage hierbij "aanpassing 3 Meerjarenplan 2020-2025 "
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en haar wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC) en haar wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC) en haar wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Keurt het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van oktober 2021 i.f.v. de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld, goed.
Levert dit besluit digitaal aan de toezichthoudende overheid aan.
Beslist:
De bijlage "aanpassing 3_Meerjarenplan 2020-2025.pdf" van het punt "Vaststelling aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 - Goedkeuring " wordt vervangen door de bijlage hierbij "aanpassing 3 Meerjarenplan 2020-2025 "
Deze maatregelen dienen door de eerstvolgende nuttige vergadering van de Gemeenteraad te worden bekrachtigd.
Nieuwe Gemeentewet, artikel 134 & artikel 135 § 2, 3° en 5°
Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en alle latere wijzigingen, inzonderheid artikel 27.
De Burgemeester heeft op 14 oktober 2021 het Burgemeesterbesluit goedgekeurd i.v.m. maatregelen naar aanleiding van Covid-19 voor de organisatie van de Gemeenteraad, Raad voor Maatschappelijk welzijn, Politieraad en de Raadscommissies.
Neemt kennis en bekrachtigt de maatregelen die de Burgemeester heeft genomen op 14 oktober 2021 in bijlage bij huidig besluit.
Stuurt een afschrift van dit Besluit aan de toezichthoudende overheid.
Art. 41, 2de lid, 5° van het Decreet Lokaal bestuur.
In de gemeenteraad van 14 december 2019 werd de samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 tussen de Stad en Toerisme Oostende vzw goedgekeurd.
Aan de samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 is een jaarlijkse afsprakennota gekoppeld, waarin een aantal afspraken met de Stad, meetindicatoren en financiële engagementen zijn opgenomen. Deze afsprakennota maakt onlosmakelijk deel uit van deze samenwerkingsovereenkomst. De jaarlijkse goed te keuren afsprakennota bevat de jaarlijks door de Stad aan de EVA te betalen werkingstoelage.
Er wordt voorgesteld de afsprakennota 2021, zoals eerder goedgekeurd in de Gemeenteraad van 12 december 2020 aan te passen als volgt:
"3.5. Financiën
Mits goedkeuring van de begroting wordt er voor 2021 door de Stad aan de vereniging een toelage gegeven van € 5.499.100,00 als werkingstoelage, inclusief €1.100.003 geraamd als inkomsten uit de citytaks. Binnen haar begroting handelt de vereniging autonoom."
als volgt te vervangen:
"3.5. Financiën
Mits goedkeuring van de begrotingswijziging 2021 wordt er door de Stad aan de vereniging een toelage gegeven van € 5.349.100,00 bestaande uit € 5.299.100,00 werkingstoelage, inclusief € 900.003 geraamd als inkomsten uit de citytaks, en € 50.000,00 als tussenkomst in de covid maatregelen. Binnen haar begroting handelt de vereniging autonoom."
De geraamde inkomsten uit de citytaks worden verminderd ingevolge de coronacrisis.
Art. 247 DLB.
De samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 tussen de Stad en EVA vzw Toerisme Oostende, artikel 3 en 8
Keurt het ontwerp van gewijzigde afsprakennota 2021 tussen de stad Oostende en de EVA Toerisme Oostende vzw, in bijlage bij huidig besluit genaamd 'ontwerp afsprakennota 2021-wijziging' goed.
Art. 41, 2de lid, 5° van het Decreet Lokaal bestuur.
In de gemeenteraad van 14 december 2019 werd de samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 tussen de Stad en Toerisme Oostende vzw goedgekeurd.
Aan de samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 is een jaarlijkse afsprakennota gekoppeld, waarin een aantal afspraken met de Stad, meetindicatoren en financiële engagementen zijn opgenomen. Deze afsprakennota maakt onlosmakelijk deel uit van deze samenwerkingsovereenkomst. De jaarlijkse goed te keuren afsprakennota bevat de jaarlijks door de Stad aan de EVA te betalen werkingstoelage.
De afsprakennota voor het jaar 2022 tussen de Stad en EVA vzw Toerisme Oostende dient te worden goedgekeurd door de Gemeenteraad.
In het ontwerp van afsprakennota wordt onder punt 3.5. Financiën bepaald:
"Mits goedkeuring van de begroting 2022 wordt er door de Stad aan de vereniging een toelage gegeven van € 5.334.065,00 als werkingstoelage, inclusief € 1.100.003 geraamd als inkomsten uit de citytaks. Binnen haar begroting handelt de vereniging autonoom."
Art. 247 DLB.
De samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 tussen de Stad en EVA vzw Toerisme Oostende, artikel 3 en 8.
Keurt het ontwerp van afsprakennota 2022 tussen de stad Oostende en de EVA Toerisme Oostende vzw, in bijlage bij huidig besluit genaamd 'Ontwerp afsprakennota 2022' goed.
De brief van Toerisme Oostende vzw met de uitnodiging voor de Algemene Vergadering op donderdag 28 oktober 2021 om 18.00 uur in de vergaderzaal Bel Air van Toerisme Oostende, Monacoplein 2, 8400 Oostende.
Alle nodige documentatiestukken werden eveneens bezorgd.
De volgende agenda wordt voorgelegd:
Het Stadsbestuur dient zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de Algemene Vergadering.
Deze beslissing bepaalt het stemgedrag van de vertegenwoordigers van de Stad; zoals bij gemeenteraadsbesluit aangeduid voor de duur van de legislatuur.
-
De Stad formuleert geen opmerkingen of bezwaren tegen de volgende agendapunten van de Algemene Vergadering van Toerisme Oostende vzw op donderdag 28 oktober 2021 om 18.00 uur en keurt de volgende agendapunten goed:
Draagt de vertegenwoordiger(s) van de Stad die deelnemen aan de Algemene Vergadering van Toerisme Oostende vzw op 28 oktober 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden, waarbij de agenda onveranderd blijft), op om zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Een eensluidend afschrift van deze beslissing wordt gestuurd naar EVA Toerisme Oostende vzw, Monacoplein 2 te Oostende.
Art. 41, 2de lid, 11° van het decreet lokaal bestuur
Op 28 juni 2021 stemde de Gemeenteraad in met het bestek, de toewijzingscriteria – en procedure en het ontwerp van concessieovereenkomst (bestek Sportcomplex 2021).
De bekendmaking van het bestek vond plaats op 7 juli 2021. Twee kandidaten dienden een offerte in waarvan één als substantieel onregelmatig werd verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen van 15 oktober 2021.
Met de andere kandidaat werden onderhandelingen gevoerd waardoor het oorspronkelijk aanbod nog kon worden verbeterd, zodat de jaarlijkse concessieprijs kon worden verhoogd en het investeringsbedrag met € 100.000 kon worden verhoogd.
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft op 15 oktober 2021 de concessie gegund aan de NV OTC, onder de voorwaarde van goedkeuring van de gewijzigde concessieovereenkomst door de Gemeenteraad (Collegebesluit met titel: "Concessie voor de exploitatie van het sportcomplex gelegen te Oostende, Koninginnelaan 83 - Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking- Gunningsbeslissing - Goedkeuring").
Volgende aanpassingen werden ingevolge de onderhandelingen aangebracht aan de model concessieoverkomst:
- artikel 3 §4 van de concessieovereenkomst wordt aangepast in die zin dat indien de ter beschikking stelling in hoofde van de Stad door de Koninklijke Schenking om redenen buiten de wil van de concessiegever wordt stopgezet, de concessienemer recht heeft op een schadevergoeding ten belope van de boekhoudkundige restwaarde van de reeds uitgevoerde investeringen, onder aftrek van eventuele vergoedingen die hij door de Koninklijke Schenking of andere instanties zou verkrijgen;
- artikel 3 § 6 wordt gewijzigd in die zin dat in geval de concessionaris niet zou voldoen aan de verbintenissen van de concessieovereenkomst, er eerst een ingebrekestelling dient te geschieden met het opleggen van een redelijke hersteltermijn, vooraleer de Stad de overeenkomst kan verbreken;
- aan artikel 6 wordt bijgevoegd: ‘Evenwel zal het stedelijke aandeel in de verhoging van de onroerende voorheffing ingevolge de uitvoering van de in het investeringsplan vernoemde investeringen en werken, niet worden doorgerekend aan de concessionaris.’
Daarenboven werd in de overeenkomst de jaarlijkse concessieprijs vastgesteld op € 37.500 (aanvangsprijs). De verbintenis van de concessionaris om minstens 80 % van de investeringen uit te voeren zoals deze zijn voorzien in het bijgevoegd investeringsplan werd opgenomen in de concessieovereenkomst (volgens de modelovereenkomst bedroeg deze verplichting slechts 75 %).
Na de aanvaarding door de Gemeenteraad van de gewijzigde concessieovereenkomst, kan de gunningsbeslissing worden betekend.
Derhalve zal de concessieovereenkomst voor het Sportcomplex gelegen te Oostende, Koninginnelaan 83 als volgt luiden:
"CONCESSIEOVEREENKOMST VOOR HET SPORTCOMPLEX GELEGEN TE OOSTENDE, KONINGINNELAAN
Tussen de Stad Oostende, waarvan de kantoren zijn gevestigd in het stadhuis te 8400 Oostende, Vindictivelaan 1, alhier vertegenwoordigd door de heer Wouter De Vriendt, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Siegelinde Lacoere, algemeen directeur, handelend in uitvoering van een besluit van de gemeenteraad van 25 oktober 2021,
hierna genoemd "de Stad" ;
enerzijds
en de NV Ostend Tennis Club, met zetel te 8400 Oostende, Koninginnelaan 83, met ondernemingsnummer KBO 0405.279.064, alhier vertegenwoordigd door de NV 4B FAMINVEST, met zetel te 8400 Oostende, Nieuwpoortsesteenweg 799, (KBO nr. 0476.178.938, hier handelend en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger de Heer Manu Beuselinck,
hierna genoemd "de concessionaris",
anderzijds,
is het volgende overeengekomen :
ARTIKEL 1 VOORWERP
§1. De stad verleent de concessionaris onder de hiernavolgende voorwaarden, die door hem worden aanvaard, de concessie voor het sportcomplex gelegen te 8400 Oostende, Koninginnelaan 83, bestaande uit een clubhuis met tennisterreinen en ruimte voor padelterreinen, en alle aan- en bijhorigheden, kadastraal gekend te Oostende, onder de 3de afdeling, sectie C, nummers 319 F, G, K, N en deel van nummer 319 P.
§2. Het clubhuis omvat:
- op de kelderverdieping: 3 opslagkelders, bierkelder, vestiaire voor het personeel, aparte sanitaire
ruimte voor dames en heren, kelderruimte voor de verwarmingsinstallatie.
- op de benedenverdieping: 2 terrassen, bar, kantoorruimte, secretariaat, directieruimte
- op de eerste verdieping: 2 kleedkamers, voor dames en heren, 2 doucheruimtes, 2 balkons, gaanderij,
hall;
- op de tweede verdieping: keuken, aparte kamer, toiletruimte.
§3. De plannen waarop het in concessie gegeven gedeelte in rode omranding wordt aangeduid, worden als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd om integraal deel uit te maken van deze overeenkomst.
§4. De concessionaris aanvaardt het hem in concessie gegeven goed in de toestand waarin het zich bevindt. Voorafgaand aan het sluiten van onderhavige overeenkomst wordt een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt door de bevoegde dienst van de stad (dienst Onderhoud en Beheer van Gebouwen), die als bijlage deel zal uitmaken van onderhavige overeenkomst.
§5. De concessiehouder verbindt er zich toe de in het bij deze overeenkomst gevoegde investeringsplan uit te voeren binnen de door hen vooropgezette termijn, rekeninghoudende met de continuïteit van de exploitatie.
Na elke fase in de uitvoering van het investeringsplan, zal de concessiehouder de Stad hiervan op de hoogte stellen met beschrijving van de uitgevoerde werken.
Het investeringsplan dat met de concessieovereenkomst wordt aanvaard doet geen afbreuk aan andere administratieve of contractuele verplichtingen die de uitvoering van de renovatie- en moderniseringswerken tot gevolg hebben.
§6. De concessionaris zal het goed aan het einde van de concessie, met inbegrip van de gerenoveerde en gemoderniseerde delen, onvergolden in goede staat aan de Stad ter beschikking stellen.
Voor de vaststelling van eventuele schade wordt aan het einde van de overeenkomst opnieuw een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt door de bevoegde dienst van de stad.
ARTIKEL 2 BESTEMMING
§1. De in concessie gegeven infrastructuur is uitsluitend bestemd voor:
a) activiteiten die verband houden met de beoefening van de tennis- en padelsport en activiteiten die in dit kader ingericht worden[1];
b) een ontspannings- en cafetariaruimte, ingericht en geëxploiteerd overeenkomstig de wettelijke voorschriften en politieverordeningen.
§2. Het clubhuis draagt de naam ‘Ostend Tennis en Padel Club’ en is erkend als officiële tennis- en padelclub met standing, vereist voor een eersterangsbadstad als Oostende.
§3. De exploitatie van het sportcomplex moet volledig beantwoorden aan de vereisten van een standingvolle exploitatie die bijdraagt aan de uitstraling van een eersterangsbadstad zoals Oostende.
§4. Het is de concessionaris enkel en alleen toegestaan om de infrastructuur voor een ander doeleinde te gebruiken indien volledig aan het brandpreventieverslag van de Brandweer wordt voldaan en indien hij voor elke activiteit de schriftelijke toestemming heeft verkregen van de stad. Dergelijke activiteiten moet de concessionaris minstens zes weken op voorhand schriftelijk aanvragen bij de stad. De vaststelling van gebruik van de in concessie gegeven ruimtes zonder deze toestemming wordt aanzien als een tekortkoming conform artikel 3 § 4 van onderhavige overeenkomst.
[1] Hiermee wordt bedoeld: ‘alle activiteiten die verband houden met (bestaande of nieuwe racket -en balsporten) en activiteiten die ondersteunend zijn, zoals fitness-, coördinatie-, balvaardigheid-, en lenigheidtrainingen en opleidingen’.
ARTIKEL 3 DUUR
§1. De stad verleent de concessie voor een periode van 10 jaar, aanvang nemend op 1 januari 2023 en van rechtswege eindigend op 31 december 2032, met een mogelijkheid tot verlenging tot 31 december 2047 onder voorwaarde dat de Stad heeft vastgesteld dat minstens 80 % van het investeringsplan binnen de in het plan voorziene periode werd gerealiseerd en de concessieovereenkomst voor het overige in de voorbije periode stipt werd uitgevoerd.
§2. Zij kan niet stilzwijgend worden verlengd.
§3. De concessionaris kan via een aangetekend schrijven ten vroegste achttien maanden en ten laatste vijftien maanden voor de einddatum van de concessieovereenkomst een aanvraag indienen om de concessieperiode te verlengen voor een periode zoals bepaald onder § 1 van dit artikel.
De stad verbindt er zich toe binnen de maand na ontvangst van de aanvraag tot verlenging de concessionaris op de hoogte te brengen van haar instemming dan wel van haar gemotiveerde weigering. Indien de Stad niet heeft gereageerd bij ter post aangetekende brief na de periode van één maand na ontvangst van de aanvraag tot verlenging, wordt de Stad geacht in te stemmen met de verlenging.
§4. De stad kan de overeenkomst onmiddellijk vroegtijdig beëindigen, zonder dat een recht op schadevergoeding in hoofde van de concessionaris zou ontstaan, indien de concessiegever:
- een inbreuk pleegt op één van de voorwaarden van de overeenkomst;
- zich in een procedure van gerechtelijk reorganisatie bevindt;
- zonder de stad voorafgaandelijk op de hoogte te hebben gebracht, de exploitatie zonder aanvaardbare reden, 3 maanden niet uitoefent;
- indien de terbeschikkingstelling in hoofde van de stad door de Koninklijke Schenking om redenen
buiten de wil van de concessiegever wordt stopgezet, in welk geval de Stad de niet afgeschreven effectief uitgevoerde investeringen, uitgevoerd overeenkomstig het bijgevoegd investeringsplan, tegen de boekhoudkundige restwaarde zal vergoeden, onder aftrek van de vergoeding dat de concessionaris hiervoor verkrijgt van de Koninklijke Schenking of enig andere instantie.
- indien het noodzakelijk wordt de grond, waarvan de Belgische Staat eigenaar is, te gebruiken om een andere reden van openbaar nut.
§5. Alle in de loop van onderhavige overeenkomst bijgebouwde onroerende goederen waarvoor goedkeuring van de Koninklijke Schenking en van de stad werd verkregen, worden eigendom van de Belgische Staat, zonder dat de concessionaris aanspraak zal kunnen maken op enige vergoeding of schadeloosstelling.
§6. In geval de concessionaris niet voldoet aan haar verplichtingen opgelegd bij onderhavige overeenkomst, wordt de concessionaris onverwijld in gebreke gesteld door de Stad met opgave van een correctietermijn waarbinnen de tekortkoming binnen een redelijke termijn dient te worden hersteld of verholpen.
Indien de tekortkoming niet binnen de door de Stad gestelde termijn wordt verholpen of hersteld, heeft de stad recht op verbreking van de overeenkomst met schadevergoeding.
De tekortkomingen of nalatigheden zullen door middel van proces-verbaal vastgesteld worden door het College van Burgemeester en Schepenen, en ter beraadslaging aan de Gemeenteraad worden voorgelegd, die al dan niet zijn akkoord zal betuigen om de verbreking uit te spreken.
ARTIKEL 4 VERGOEDING
§1. De concessionaris betaalt de stad vanaf de inwerkingtreding van onderhavige overeenkomst jaarlijks een concessievergoeding van € 37.500 euro, ongeacht de inkomsten van de concessionaris.
§2. De concessieprijs wordt jaarlijks op de verjaardag van onderhavige overeenkomst aangepast aan de stijging van de index van de consumptieprijzen volgens volgende formule:
basisconcessieprijs x nieuwe index
aanvangsindex
De nieuwe index is de index van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan de maand van de aanpassing van de concessieprijs.
De aanvangsindex is de index van de consumptieprijzen van de maand november 2022.
§ 3. De geïndexeerde concessieprijs moet worden betaald door overschrijving op rekening BE23 0960 1242 3091 van de stad Oostende – dienst Financiën.
De betalingen worden voor het betreffende kalenderjaar als volgt verricht:
- De helft van de geïndexeerde concessieprijs uiterlijk op 1 januari;
- De andere helft van de geïndexeerde concessieprijs uiterlijk op 1 juli.
Bij de betaling dient telkens de gestructureerde mededeling te worden gebruikt die op de factuur van de Stad vermeld staat.
§4. Indien het concessiegeld niet vereffend is op de hoger vermelde vervaldagen worden van rechtswege en zonder aanmaning de wettelijke intresten aangerekend, vermeerderd met drie procent. De intrest wordt per maand berekend.
ARTIKEL 5 WAARBORG
§1. Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen moet de concessionaris bij de ondertekening van de overeenkomst een zekerheid stellen van € 37.500, in casu de jaarlijkse concessieprijs, door een onherroepelijke waarborg bij een door de stad aanvaarde financiële instelling die hierbij afstand moet doen van alle voorrecht van schuldsplitsing en uitwinning.
§ 2. Bij het niet-nakomen van één of meer verplichtingen die de concessionaris bij deze overeenkomst zijn opgelegd, kan de stad, binnen dertig dagen na de formele ingebrekestelling, deze zekerheid tot het beloop ervan aanspreken bij een eenvoudige per post aangetekende brief, zonder dat hierbij aan de financiële instelling enige rechtvaardiging moet worden gegeven.
§ 3. De stad kan het bedrag van de zekerheid verhogen indien de concessie wordt herzien en opgetrokken, alsook bij indexering van het concessiegeld.
§ 4. Indien de zekerheid door de stad wordt aangesproken is de concessionaris verplicht ze onmiddellijk opnieuw tot het oorspronkelijke bedrag aan te vullen.
§ 4. De zekerheid wordt vrijgesteld uiterlijk zes maanden na het einde van de concessie, nadat de stad heeft vastgesteld dat uit de conform artikel 1 § 4-5 op te maken plaatsbeschrijving, blijkt dat er geen schade moet worden vergoed, alsook indien vastgesteld wordt dat de concessionaris aan al zijn contractuele en wettelijke (sociale en fiscale) verplichtingen voldaan heeft.
ARTIKEL 6 ALGEMENE KOSTEN EN BELASTINGEN
§1. De concessionaris neemt alle contracten met de distributiemaatschappijen voor water, gas, elektriciteit, verwarming, internet, telefoon, internetaansluiting ... op zijn naam en voor zijn rekening.
§ 2. Alle huidige en toekomstige belastingen en heffingen, inclusief de onroerende voorheffing en opcentiemen, alsook retributies en rechten die betrekking hebben op het beschreven goed, alsook diegene gekoppeld aan de uitbating van het sportcomplex, onder andere de billijke vergoeding en auteursrechten, zijn voor rekening van de concessionaris.
Evenwel zal het stedelijke aandeel in de verhoging van de onroerende voorheffing ingevolge de uitvoering van de in het investeringsplan vernoemde investeringen en werken, niet worden doorgerekend aan de concessionaris en ten laste blijven van de Stad.
§ 3. Indien de betaling van de belastingen, de rechten en de retributies niet volgt binnen de voorgeschreven termijn, worden van rechtswege en zonder aanmaning de wettelijke intresten aangerekend.
ARTIKEL 7 ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN
§1. De concessionaris moet het in concessie verkregen goed in goede staat onderhouden en als een goede huisvader gebruiken, zonder de aard of de bestemming ervan te veranderen.
§2. De concessionaris moet het clubhuis meubileren, stofferen, van decoratie voorzien en met bedrijfsmateriaal uitrusten, beantwoordend aan de standing van de exploitatie en bestemming in kwestie.
§ 3. Onverminderd de werken voorzien in het goedgekeurd investeringsplan, zullen alle herstellingen van welke aard ook, zowel de huurdersherstellingen, grove herstellingen als de herstellingen die door overmacht of sleet noodzakelijk zijn, ten laste zijn van de concessionaris, die ze onmiddellijk en op zijn kosten zal uitvoeren. De concessionaris is niet gehouden grove herstellingen uit te voeren die verband houden met de stabiliteit en/of de fundering van het gebouw, noch met de staat van de riolering.
§ 4. Indien de concessionaris de onderhouds- en herstellingswerken, waartoe hij verplicht is, niet uitvoert, heeft het College van Burgemeester en Schepenen het recht, na ingebrekestelling en hersteltermijn zoals bedoeld in artikel 3 §6 van deze overeenkomst, op verslag van de bevoegde stedelijke dienst, de werken zelf te laten uitvoeren op kosten van de concessionaris. De bedragen worden door de stad teruggevorderd op vertoon van de desbetreffende rekeningen.
ARTIKEL 8 CLUBHUIS
§1. Het is de concessionaris verboden, zonder voorafgaande toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen, de bestemming van het clubhuis met cafetaria te veranderen.
§2. De exploitatie moet op een onberispelijke wijze gebeuren, een eersterangsinrichting waardig.
§3. De cafetaria van het clubhuis dient opengesteld te worden gedurende de periode en tijdens de uren van de beschikbaarheid van de tennis- en padelterreinen zoals vermeld in artikel 9.
ARTIKEL 9 SPORTTERREINEN
§1. De concessionaris zal de buitensportterreinen ieder jaar openstellen minstens gedurende de periode van 1 april tot 30 september. De faciliteiten moeten voor de liefhebbers toegankelijk gesteld worden vanaf 9u. ’s morgens tot 22u. ’s avonds.
§2. De spelers zijn verplicht de vereiste speciale sportschoenen te dragen om de sportterreinen niet te beschadigen.
§3. De concessionaris is verplicht de sportinfrastructuur in volkomen staat van onderhoud en reinheid te houden. Daarvoor zal zij alle nodig geachte onderhouds- en alle grote en kleine herstellingswerken moeten uitvoeren. De concessionaris dient daarnaast in te staan voor het uitrustingsmateriaal en materieel van de sportterreinen.
§4. De concessionaris is verantwoordelijk voor alle schade die door de spelers aan de sportterreinen werd toegebracht.
§5. De concessionaris is verplicht minstens tweejaarlijks een tornooi voor 'Enkel Heren Reeks 1' en een tornooi voor 'Enkel Dames Reeks 1' te organiseren en tornooi voor de hoogste reeks Padel erkend door de VZW Tennis Vlaanderen.
ARTIKEL 10 VERANDERINGSWERKEN
§1. Het is de concessionaris verboden het in concessie verkregen goed zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de stad te veranderen of te verbouwen of nieuwe gebouwen daarop te laten oprichten, met uitzondering van deze voorzien in het goedgekeurde investeringsplan.
§2. Daarnaast dient de concessionaris voor alle plannen van uit te voeren werken goedkeuring te bekomen van de Koninklijke Schenking.
§3. Elke verbouwing uitgevoerd zonder de toestemming van de stad en de Koninklijke Schenking wordt van rechtswege en zonder vergoeding eigendom van de Koninklijke Schenking, die vrij blijft ze te behouden of te doen verwijderen voor rekening van de concessionaris, zowel in de loop van als bij het einde van de concessie. Verbouwingen waarvoor van de stad en de Koninklijke Schenking toestemming werd verkregen, moeten bij het beëindigen van de overeenkomst niet in de oorspronkelijke staat worden hersteld, tenzij anders bepaald.
ARTIKEL 11 PUBLICITEIT
§1. Het is de concessionaris verboden publiciteit van welke aard en onder welke vorm ook aan te
brengen op de buitenmuren van het complex, zodat dit voor iedereen zichtbaar is.
§2. Alle in overtreding aangebrachte publiciteit zal door de concessionaris onmiddellijk worden verwijderd. Indien de concessionaris in gebreke blijft, zal de onrechtmatig geplaatste publiciteit ambtshalve door de stadsdiensten worden weggenomen en dit op kosten van de concessionaris.
§3. Er mag evenwel publiciteit worden aangebracht langsheen de tennis- en padelterreinen, op de binnenmuren van het clubhuis en de cafetaria, zolang er geen beschadigingen veroorzaakt worden aan het goed en zolang deze publiciteit enkel voor de bezoekers zichtbaar is.
§4. De concessionaris moet er over waken dat er niet aan overdreven publiciteit wordt gedaan en dat de publiciteit op zo’n wijze wordt aangebracht dat het een eersterangsinrichting waardig is.
ARTIKEL 12 ONDERVERHURING EN OVERDRACHT
Het is de concessionaris verboden de in concessie gegeven infrastructuur onder te verhuren of de exploitatie ervan geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derde personen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen.
ARTIKEL 13 VERZEKERINGEN
§1. De concessionaris is gehouden gedurende de volledige looptijd van onderhavige overeenkomst het gehele sportcomplex, inclusief het meubilair, materieel en bijhorigheden, te verzekeren bij een erkende verzekeringsmaatschappij tegen:
- brand, storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk;
- waterschade en overstromingen;
- verhaal van geburen.
§2. De concessionaris moet de stad vrijwaren van de voormelde risico's, net als voor de geschillen die daaruit zouden voortvloeien. Alle polissen moeten daarenboven een verklaring bevatten van de verzekeringsmaatschappij, waarbij die bevestigt:
a) dat ze afziet van alle verhaal tegenover de stad ;
b) dat ze de stad onmiddellijk verwittigt in geval van schorsing, wijziging of vernietiging van de polis of van niet-betaling van de premie.
§3. Binnen een periode van dertig dagen na het afsluiten van de vermelde verzekeringen bezorgt de concessionaris een kopie van de polissen aan de stad. De concessionaris moet eveneens een kopie van elke eventuele gewijzigde polis binnen dertig dagen na het afsluiten van de gewijzigde polis bezorgen aan de stad.
§4. De concessionaris is verplicht alle gewone maatregelen te treffen die schade aan het in concessie gegeven goed kunnen voorkomen, zoals het aanbrengen van bescherming aan de waterleiding tegen vorst. De concessionaris moet alle schade aan het goed en toebehoren onmiddellijk op degelijke wijze herstellen of vergoeden. Dit houdt zowel de schade in veroorzaakt door eigen toedoen of door derden (met uitzondering van oproer en staking), alsmede de schade die haar oorzaak vindt in abnormaal gebruik.
§5. De concessionaris blijft verantwoordelijk voor alle geschillen met derden die kunnen rijzen in geval van hoger vermelde polissen, alsook in geval van brand. De concessionaris zal de stad integraal vrijwaren voor de hoofdsom, intresten en kosten.
ARTIKEL 14 PERSONEEL
§1. De algemene basis voor de lonen en de algemene arbeidsvoorwaarden, zoals bepaald in de collectieve overeenkomsten, opgesteld door de bevoegde nationale paritaire comités en meer in het bijzonder wat betreft de arbeidsduur en supplementaire prestaties, zijn van toepassing op het personeel van de exploitatie, zelfs indien de collectieve overeenkomsten niet werden verplichtend gesteld bij Koninklijk Besluit.
§2. De teksten van de collectieve overeenkomsten die op de exploitatie van toepassing zijn, worden door de concessionaris ter beschikking gesteld van alle belanghebbenden.
§3. De concessionaris is verplicht haar personeel bijlonen en vergoedingen te betalen tegen de wettelijke prijs zoals die is vastgesteld bij wettekst of door collectieve overeenkomsten gesloten door de bevoegde nationale, gewestelijke of lokale paritaire comités of door bedrijfscomités.
§4. Om de stad toe te laten de nodige controles uit te oefenen, maakt de concessionaris, alvorens de exploitatie aan te vatten, het volledige adres bekend waar op eenvoudig verzoek de hierna genoemde documenten ter beschikking worden gesteld:
a) de individuele loonstaten volgens het door de sociale wetgeving voorgeschreven model, van ieder op de exploitatie werkend personeelslid;
b) de periodieke aangifte door de vergunninghouder aan de bevoegde dienst van de sociale zekerheid.
§5. Voor haar inwendige dienst dient de concessionaris de Nederlandse taal te hanteren. In relatie met derden moet zij de wettelijke voorschriften op het gebruik van talen in bestuurszaken naleven. Dit geldt onder andere voor lidkaarten, affiches en dergelijke. Het is haar niettemin toegestaan in ondergeschikte orde en om redenen van toeristisch belang andere talen te gebruiken.
ARTIKEL 15 ALGEMENE BEPALINGEN
§1. De stad mag altijd en zonder vooraf te verwittigen het goed op zijn werking en onderhoud inspecteren.
§2. De concessionaris, indien dit een rechtspersoon betreft, bezorgt de stad een kopie van haar statuten en latere wijzigingen, ten laatste acht dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
§3. De concessionaris bezorgt de stad eveneens een exemplaar van haar reglement van inwendige orde, evenals elke wijziging hieraan, binnen de acht dagen na de goedkeuring.
§4. De concessionaris bezorgt tot slot aan de stad de samenstelling van haar (raad van) bestuur, evenals elke wijziging, binnen de acht dagen na de wijziging.
§5. De concessionaris dient zich als uitbater van een hinderlijke inrichting te houden aan een beperking van de geluidshinder.
§6. Partijen komen uitdrukkelijke overeen dat onderhavige overeenkomst geen handelshuurovereenkomst betreft.
ARTIKEL 16 VERBINTENISSEN VAN DE CONCESSIONARIS
§1. De concessionaris staat toe dat de stad zes buitenterreinen kosteloos gebruikt gedurende twee dagen per jaar en activiteiten die gerelateerd zijn met de stadsdiensten.
Hiertoe dient de stad, bij gewone brief en ten minste drie maanden op voorhand de concessionaris in persoon van haar voorzitter aan te schrijven.
§2. De concessionaris neemt de verplichting op zich jaarlijks deel te nemen aan ‘Schoolsport basisonderwijs’ en ‘Schoolsport middelbaar onderwijs’, dit indien tennis en/of padel georganiseerd wordt.
ARTIKEL 17 ONVOORZIENE GEVALLEN EN GESCHILLEN
§1. Voor elk geval dat niet voorzien wordt in onderhavige overeenkomst is de concessionaris gehouden zich te gedragen naar de besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen.
§2. Alle geschillen in verband met deze exploitatie die niet door minnelijke schikking kunnen worden geregeld, worden beslecht door de rechtbanken bevoegd voor het grondgebied van Oostende overeenkomstig het Belgisch recht.
ARTIKEL 18 BODEMSANERINGS –EN BESCHERMINGSDECREET
De stad bevestigt dat zij de concessionaris in kennis heeft gesteld van de inhoud van de afgeleverde bodemattesten inzake de perceelnummers 319 F, G, N, K en P, uitgereikt door de Openbare Afvalstoffenmaatschappij van het Vlaamse Gewest (OVAM) overeenkomstig artikel 101 van het decreet betreffende de bodemsanering en bodembescherming van 27 oktober 2006. Een kopie van de voormelde bodemattesten worden als bijlage aan deze overeenkomst gehecht en zullen er integraal deel van uitmaken.
ARTIKEL 19 REGISTRATIE EN WOONSTKEUZE
§1. Alle kosten, zegel- en registratierechten met betrekking tot deze overeenkomst, zijn voor rekening van de concessionaris. Hij moet de overeenkomst laten registreren op zijn kosten.
§ 2. Voor de uitvoering van de overeenkomst kiest :
• de stad haar woonplaats ten stadhuize te 8400 Oostende, Vindictivelaan 1 en;
• de concessionaris in zijn woonplaats/zetel.
In drievoud opgemaakt in Oostende op …………………………. 2021.
Iedere partij ontvangt een ondertekend, geparafeerd en geregistreerd exemplaar van de overeenkomst.
Het derde exemplaar is bestemd voor het kantoor Rechtszekerheid.
Namens de Concessionaris | Namens de Stad | |
Voor de NV Ostend Tennis Club, NV 4B INVEST, Manu Beuselinck (vast vertegenwoordiger) |
Wouter De Vriendt Voorzitter Gemeenteraad |
Siegelinde Lacoere Algemeen Directeur |
Bijlagen:
1. plancontour concessie
2. bodemattest
3. investeringsplan OTC"
Art. 293 van het decreet lokaal bestuur.
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten (in zoverre van toepassing)
Keurt de concessievoorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de concessieovereenkomst voor het Sportcomplex gelegen te Oostende, Koninginnelaan 83 en bijlagen bij deze overeenkomst goed. Keurt derhalve de volgende documenten goed en voegt deze bij het besluit om er integraal deel van uit te maken:
- Ontwerp concessieovereenkomst-getek.pdf
- Bijlage 1 bij de concessieovereenkomst-getek.pdf
- Bijlage 2 bij de concessieovereenkomst-getek.pdf
- Bijlage 3 bij de concessieovereenkomst-getek.pdf.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de verdere uitvoeringsmodaliteiten van onderhavig besluit.
Het wijzigende ziekenhuislandschap en de overheidsnormering nopen ertoe om te evolueren naar één ziekenhuis in Oostende ter verbetering van het ziekenhuisaanbod en in het belang van de Oostendse patiënten. Dit werd zo opgenomen in het bestuursakkoord.
Op 19 december 2019 werd een engagementsverklaring ondertekend tussen de stad Oostende, de stad Brugge, de AV AZ Sint-Jan Brugge-Oostende en de vzw AZ Damiaan. Het is echter niet mogelijk gebleken om de doelstelling om te komen tot één Oostends ziekenhuis te bereiken in samenwerking met AV AZ Sint-Jan Brugge-Oostende. Deze doelstelling blijft echter bestaan en zal nu gerealiseerd worden samen met de stad Oostende, de AV Henri Serruysziekenhuis, waarvan het OCMW Oostende deelgenoot is, en de vzw AZ Damiaan. Met dit oogmerk werd een pre-fusieakkoord voorbereid.
Om deze doelstelling te realiseren, moet de AV Henri Serruysziekenhuis bovendien als toetredend lid uittreden uit de AV AZ Sint-Jan Brugge-Oostende met inachtneming van de statutair voorziene opzeggingstermijn van twee jaar. Vervolgens moeten er hierover onderhandelingen gevoerd worden met de AV AZ Sint-Jan Brugge-Oostende. De raad van bestuur van de AV Henri Serruysziekenhuis nam deze uittredingsbeslissing tijdens de vergadering van 14 oktober 2021.
Deel 3, titel 4 Decreet Lokaal Bestuur, Ziekenhuiswet en KB 31 mei 1989 mbt de ziekenhuisfusie.
bekrachtigt de tekst van het pre-fussieakkoord, zoals opgenomen in bijlage "pre-fussieakkoord"goed.
bekrachtigt de beslissing van de raad van bestuur van de AV Henri Serruysziekenhuis om uit te treden uit de AV AZ Sint-Jan Brugge-Oostende.
Zie bijlage "004- GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze".
Zie bijlage "004- GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze".
Zie bijlage "004- GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze".
Keurt bijlage "004- GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze" goed.
Zie bijlage "014-GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf".
Zie bijlage "014-GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf".
Zie bijlage "014-GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf".
Keurt bijlage "014-GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf" goed.
Overeenkomstig artikel 233 DLB bezorgt het Autonoom Gemeentebedrijf EOS - Energiehuis ons het voorstel van statutenwijziging zoals deze door hun Raad van Bestuur op 27 mei 2021 werd aangenomen.
Er is een uitbreiding van het doel, opgenomen onder artikel 4 van de statuten. Het Energiehuis zal eveneens de stad Oostende ondersteunen om deze weerbaarder te maken tegen veranderende klimaatomstandigheden (klimaatadaptatie) en het helpen realiseren van de doelstellingen opgenomen in het klimaatplan 'Leefbaar Oostende'.
In de wijziging wordt eveneens opgenomen dat de beraadslaging zowel fysiek als via videoconference kan plaatsvinden. Het organiseren van een digitale procedure in hoogdringende gevallen valt hierdoor weg (artikel 15).
De Stad heeft geen opmerkingen op het voorstel van de Raad van Bestuur en keurt de voorgestelde statutenwijziging goed.
Artikel 233 DLB.
Keurt de statutenwijziging cfr. het voorstel van de Raad van Bestuur van AG EOS - Energiehuis goed.
Art. 41, 2de lid, 5° van het Decreet Lokaal bestuur.
Art. 227, 2de lid van het Decreet Lokaal bestuur.
Het AG Energiebesparing Oostende heeft tot doel alle lokale initiatieven te nemen en te ontwikkelen die erop gericht zijn om op een duurzame wijze het energiegebruik en de CO2 uitstoot van de stad Oostende en haar bewoners te reduceren. Dit o.a. door middel van een wijzing in het gedrag en door energievriendelijke technologieën te promoten en te implementeren in het onroerende patrimonium van het grondgebied van Oostende. Ook bestaande en toekomstige projecten van de hogere overheden, zowel federaal, gewestelijk of provinciaal, waarvan het doel overeenstemt met de doelstellingen van dit AG kunnen ondersteund, bevorderd en uitgevoerd worden. Daarnaast zal het Energiehuis eveneens de stad ondersteunen om deze weerbaarder te maken tegen veranderende klimaatomstandigheden (klimaatadaptatie) en het helpen realiseren van de doelstellingen opgenomen in het klimaatplan 'Leefbaar Oostende'.
De voorgestelde wijziging is te wijten aan de uitrol van het klimaatadaptatieplan en het klimaatmitigatieplan (zie aMJP p 31 en 32).
Dit besluit wordt geagendeerd na de punten met betrekking met betrekking tot het meerjarenplan van de Stad en tot de Statutenwijziging van het Autonoom gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende.
Art. 227, 234, 249, 251, 253 - 255 en 593 DLB.
De statuten van AG EOS.
De beheersovereenkomst tussen het AG EOS en de Stad Oostende, inzonderheid art. 36.
Keurt de wijziging van het meerjarenplan 2020 - 2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende, zoals weergegeven in de bijlage, goed.
Overeenkomstig artikel 233 DLB bezorgt het Autonoom Gemeentebedrijf Renov'O ons het voorstel van statutenwijziging zoals deze door hun Raad van Bestuur van 28 september 2021 werd aangenomen.
Vanaf Afdeling II wordt gedelegeerd bestuurder vervangen door directiecomité. Het directiecomité is samengesteld uit de voorzitter van de raad van bestuur en maximaal vier effectieve leden van het directiecomité die door de Raad van Bestuur worden aangesteld.
De Stad heeft geen opmerkingen op het voorstel van de Raad van Bestuur en keurt de voorgestelde statutenwijziging goed.
Artikel 233 DLB.
Keurt de statutenwijziging cfr. het voorstel van de Raad van Bestuur van AG Renov'O goed.
Het AG Renov'O heeft tot doel:
Overeenkomstig art. 234 §1 DLB en artikel 32 van de statuten van AG Renov'O wordt tussen de Stad en het autonoom gemeentebedrijf een beheersovereenkomst gesloten.
De gemeenteraad van 26 april 2021 keurde de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf Renov'O goed.
Zodoende dient een beheersovereenkomst te worden gesloten voor de periode 2021 - 2025.
Het AG ontvangt de opbrengsten en draagt de lasten van alle activiteiten die het uitvoert. De raad van bestuur beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van de externe financiering van het AG. Het AG kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan bij occasionele en specifieke projecten. Per project kan een aangepaste vorm van financiering worden toegepast (art. 13 van de beheersovereenkomst).
De statutenwijziging van het AG wordt in een voorafgaand agendapunt ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeenteraad op dezelfde zitting als huidig besluit.
Art. 234 DLB.
De statuten van AG Renov'O.
Keurt het ontwerp van beheersovereenkomst 2021 - 2025 tussen de Stad en autonoom gemeentebedrijf Renov'O, in bijlage bij huidig besluit genaamd 'Beheersovereenkomst 2021-2025', goed.
- het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 2
- het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen
- de Vlaamse Codex Wonen van 2021, inzonderheid boek 4, deel 1, titel 3, zoals vervangen bij decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen
- de kadernota Regiovorming houdende afbakening van de referentieregio’s en vaststelling van het vervolgtraject, zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 12 maart 2021
- Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij. Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Om deze werkingsgebieden te bepalen, krijgt het lokale bestuur een trekkersrol.
Op vrijdag 23 oktober 2020 ontvingen alle burgemeesters daarom een brief van de Vlaamse minister van Wonen met de oproep om deze afbakening te starten.
Ten laatste op 31 oktober 2021 moeten de lokale besturen een voorstel van werkingsgebied indienen via de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (via woonmaatschappij@vmsw.be). Dit voorstel dient in onderling overleg met andere lokale besturen te zijn bereikt, besproken te zijn op het lokale woonoverleg en gedragen te zijn door de gemeenteraad.
- Bij deze afbakeningsoefening kan het lokaal bestuur rekenen op begeleiding van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en Wonen-Vlaanderen, onder meer voor de data-inzameling en de begeleiding bij het transformatieproces.
Binnen het arrondissement Oostende werd ervoor geopteerd om samen een beroep te doen op een deskundige bemiddelaar om de vorming van de werkingsgebieden te helpen faciliteren. De opdracht werd toegekend aan experts in participatie en stakeholdermanagement Levuur cvba uit Kessel-Lo.
De voorbereidende gesprekken vonden plaats in de schoot van het burgemeestersoverleg en resulteerden in een afsprakenkader waarin enerzijds het gezamenlijk werkingsgebied voor de nieuwe woonmaatschappij wordt vastgelegd, maar waar anderzijds ook een aantal verwachtingen zijn opgenomen voor de verdere vormgeving van de toekomstige woonmaatschappij, inzonderheid wat de verdeling van stemrechten betreft tussen de gemeenten die deel uitmaken van het werkingsgebied.
- De zeven steden en gemeenten van het arrondissement Oostende (met name Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem, Middelkerke, Oostende en Oudenburg) engageren zich tot de afbakening van een gezamenlijk werkingsgebied voor een nieuwe woonmaatschappij, die de opdrachten van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociaal verhuurkantoren zal verenigen. Als naam voor de nieuwe woonmaatschappij wordt gekozen voor Woonmaatschappij Middenkust.
De gemeente De Haan neemt hierbij een bijzondere positie in. Ze wenst prioritair samen met de gemeenten Blankenberge en Zuienkerke een apart werkingsgebied voor een eigen nieuwe woonmaatschappij te vormen. Deze twee gemeenten liggen echter in een andere referentieregio. Als de minister op deze vraag naar een uitzondering echter niet wenst in te gaan, sluit De Haan zich loyaal aan bij het werkingsgebied voor Woonmaatschappij Middenkust.
- Het werkingsgebied voldoet aan de verwachtingen van de minister van Wonen, zoals opgenomen in zijn schrijven aan de gemeenten van 23 oktober 2020, en verankerd in het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen.
1. Met deze afbakening is er slechts één woonactor per gemeente, waarbij deze woonactor actief is in meerdere gemeenten.
2. Het werkingsgebied vormt één aaneensluitend, niet-overlappend geheel.
3. Het werkingsgebied omsluit geen ander werkingsgebied van een andere woonmaatschappij.
4. De woonmaatschappij omhelst de huidige taken van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren.
5. Het werkingsgebied is afgestemd op de referentieregio’s zoals vooropgesteld door de Vlaamse regering. Het bevat geen gemeenten die in een andere referentieregio liggen.
6. De woonmaatschappij zal minimaal volgende sociale huurwoningen bevatten:
- 4.359 sociale huurwoningen (aantallen 2020) die komen van de sociale huisvestingsmaatschappijen (of 4.238 exclusief de gemeente De Haan). Dit aantal is hoger dan het minimum vooropgestelde aantal van 1.000 sociale huurwoningen.
- 667 sociale huurwoningen (aantallen 2020) die komen van de sociale verhuurkantoren (of 636 exclusief de gemeente De Haan). De werking en expertise van de sociale verhuurkantoren is hiermee verzekerd binnen de werking van Woonmaatschappij Middenkust.
- Het wijzigingsdecreet van 9 juli 2021 bepaalt dat de lokale besturen van de gemeenten die het werkingsgebied van de woonmaatschappij vormen samen altijd over meer dan 50% van de stemrechten moeten beschikken. Zo verankert de nieuwe regelgeving de steden en gemeenten in de lokale woonmaatschappij en erkent ze de regierol van de lokale besturen. Daarbij vraagt de Vlaamse regering aan de betrokken gemeenten om samen een voorstel van onderlinge stemverhouding te formuleren. De Vlaamse regering zal de concrete stemrechtverdeling vaststellen op het moment van de goedkeuring van de werkingsgebieden.
De betrokken gemeenten stellen voor om voor de onderlinge verdeling van de stemrechten een eerder eenvoudig systeem te hanteren. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met het aantal sociale huurwoningen in de gemeenten en met het aantal huishoudens. Aan de eerste indicator wordt een gewicht van veertig honderdste (40/100) toegekend, aan de tweede een gewicht van zestig honderdste (60/100).
Daarnaast beschouwen de betrokken gemeenten de Woonmaatschappij Middenkust als een samenwerking van de partners-gemeenten. Daarom wordt in deze onderlinge verdeling van stemrechten volgende achtereenvolgende correcties ingebouwd.
1. Een gemeente of stad kan nooit 50% of meer van de stemrechten bekomen. In voorkomend geval wordt dit beperkt tot 49,9% van de stemrechten.
2. Een gemeente of stad kan nooit minder dan 5% van de stemrechten bekomen. In voorkomend geval wordt dit opgetrokken tot 5%.
De uiteindelijke verdeling van de stemrechten wordt gebaseerd op het aantal sociale huurwoningen en huishoudens van 2020. De verdeling kan bij iedere nieuwe legislatuur worden aangepast aan de actuele situatie.
Toegepast op de beschikbare cijfers voor 2020 geeft dit het volgend resultaat.
| BREDENE | DE HAAN | GISTEL | ICHTEGEM | MIDDELKERKE | OOSTENDE | OUDENBURG | totalen |
woningen 40% | 465 | 152 | 340 | 228 | 282 | 3317 | 242 | 5026 |
huishoudens 60% | 8297 | 6574 | 5200 | 5982 | 10280 | 36775 | 4228 | 77336 |
| 10,1 | 6,3 | 6,7 | 6,5 | 10,2 | 54,9 | 5,2 | 100 |
na correctie | 11,6 | 6,7 | 7,8 | 7,1 | 10,9 | 49,9 | 6,0 | 100 |
- Daarnaast werden door de gemeenten van de regio volgende afspraken gemaakt.
(1) De betrokken gemeenten kiezen uitdrukkelijk voor een samenwerking als partners, die op een zelfde wijze en met een zelfde gewicht deel uitmaken van het bestuursproces binnen de op te richten Woonmaatschappij. Zo wordt onderling afgesproken om het bestuursorgaan samen te stellen met enkel vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten, waarbij iedere betrokken gemeente twee vertegenwoordigers-bestuurders zal aanduiden. Dit impliceert onder meer dat andere private en publieke aandeelhouders geen bestuurder kunnen afvaardigen. Deze samenwerking wordt tevens weerspiegeld in de naamgeving (Woonmaatschappij Middenkust), die uitdrukkelijk verwijst naar de regio.
Ondanks deze keuze voor een groter werkingsgebied, verwachten de betrokken gemeenten van de nieuwe woonmaatschappij nabijheid in haar werking. De woonmaatschappij moet aanwezig, zichtbaar en aanspreekbaar zijn in alle betrokken gemeenten, zowel voor haar klanten, voor de lokale woon- en welzijnsdiensten, voor de gemeentediensten als voor de lokale besturen zelf. Samenwerking en transparantie zijn belangrijke aandachtspunten bij de werking van de woonmaatschappij. Hierbij is een korte communicatielijn tussen het bestuur van de Woonmaatschappij Middenkust en de gemeente essentieel.
(2) De betrokken gemeenten verwachten een constructieve samenwerking tussen de woonmaatschappij en de lokale besturen, waarbij de woonmaatschappij als partner van de gemeente het lokaal woonbeleid versterkt. De woonmaatschappij zal hierbij nieuwe projecten realiseren, steeds na overleg met het lokaal bestuur.
Bij de oprichting van de woonmaatschappij, verwachten de lokale besturen dat de betrokken sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren de eventuele splitsing en fusie onderling collegiaal en loyaal organiseren. Hierbij verdienen de woning- en grondoverdrachten bijzondere aandacht. In het bijzonder verwachten de lokale besturen dat de lopende uitvoering van de projecten in de betrokken gemeenten wordt verder gezet, ongeacht de uiteindelijke configuratie van de woonmaatschappij. Zo verwachten de gemeenten dat de sociale huisvestingsmaatschappijen deze projecten afwerken zonder rekening te houden met het traject voor de vorming en oprichting van de nieuwe woonmaatschappijen, om ze na realisatie en te gepasten tijde in alle transparantie over te dragen.
De betrokken gemeenten verwachten uitdrukkelijk te worden betrokken bij de opmaak van de statuten van Woonmaatschappij Middenkust. Ze engageren zich gezamenlijk om deze statuten enkel goed te keuren als ook ieder lokaal bestuur deze onderschrijft. De betrokken gemeenten wensen dat in de statuten duidelijke bepalingen over een mogelijke statutenwijziging worden opgenomen, waarbij een wijziging enkel mogelijk is na voorbereiding en goedkeuring door het bestuursorgaan én de goedkeuring van deze statutenwijziging een bijzondere meerderheid vraagt van vier vijfde (4/5) van de stemgerechtigde aandeelhouders. De betrokken gemeenten zijn vragende partij opdat het aandeel stemmen van de private aandeelhouders wordt beperkt.
De betrokken gemeenten wensen in de voorbereiding tot vorming van de woonmaatschappij de wijze waarop volgende verwachtingen worden verankerd, bespreekbaar maken.
1. Voor het bestuursorgaan, de bepaling dat van de bestuurders wordt verwacht zich collegiaal te gedragen ten aanzien van een voor een ander lokaal bestuur gepland project (aankoop, bouw, renovatie) en bijgevolg dit project niet blokkeren.
2. Voor het bestuursorgaan, de bepaling dat het voorstel van statutenwijziging steeds dient te worden goedgekeurd door vier vijfde van de bestuurders, voordat het ter goedkeuring kan worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
3. De centrale rol van het lokaal bestuur in het vastleggen van haar eigen lokaal woonbeleid, waarbij voorstellen van aankoop van (of voor de vestiging van andere zakelijke rechten op) gronden en gebouwen, bouw- en renovatieprojecten en het voorstel van toewijzingsmodaliteiten, steeds voor akkoord aan het lokaal bestuur wordt voorgelegd. Voor het inhuren van private woningen kan het lokaal bestuur periodiek een groeimarge vastleggen, naast eventuele bijkomende kwaliteitsverwachtingen bovenop de wettelijk minimale vereisten. Deze afspraken worden bij voorkeur vastgelegd op het lokaal woonoverleg.
Deze verwachtingen worden bij voorkeur verankerd in de statuten.
- In Oostende zijn op vandaag drie sociale huisvestingsmaatschappijen actief (cvba De Oostendse Haard, cvba De Gelukkige Haard, en WoonWel) en één sociaal verhuurkantoor (Sociaal Verhuurkantoor koepel Bredene-Oostende).
- Voor Oostende gaat het respectievelijk over 1204 woningen (De Oostendse Haard), 1747 woningen (De Gelukkige Haard), 18 woningen (Woonwel) en 348 woningen (SVK)
- Het voorstel van afbakening van het werkingsgebied werd voorgelegd aan en besproken met de betrokken lokale woonactoren op het lokaal woonoverleg van 09 augustus 2021. Ook op het lokaal woonoverleg van 06 september 2021 kwam het werkingsgebied nog eens aan bod.
Zowel de sociale huisvestingsmaatschappijen De Oostendse Haard, De Gelukkige Haard, WoonWel als sociaal verhuurkantoor koepel Bredene-Oostende waren aanwezig op 09 augustus 2021 en hen werd gevraagd om het werkingsgebied te bespreken op hun raden van bestuur en schriftelijk een advies te formuleren. Ook op 06 september 2021 waren alle betrokken woonactoren aanwezig.
WoonWel (die enkel werkzaam is binnen de referentieregio) verklaart zich uitdrukkelijk akkoord om het werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij te laten samenvallen met de referentieregio waarbinnen de maatschappij werkzaam is, en die volgende steden en gemeenten omvat: Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem, Middelkerke, Oostende en Oudenburg.
De Oostendse Haard adviseert positief op dit logisch werkingsgebied.
De Gelukkige Haard adviseert positief op het aaneensluitend werkingsgebied. Dit kan de betrokkenheid van de omliggende gemeenten bij het grensoverschrijdend woonbeleid ten goede komen.
Het sociaal verhuurkantoor koepel Bredene-Oostende adviseert positief op het werkingsgebied. De schaalvergroting schept mogelijkheden om de slagkracht, specialisatie en deskundigheid van de dienstverlening verder te verhogen, wat de burger ten goede komt.
Het standpunt van sociale huisvestingsmaatschappijen De Oostendse Haard, De Gelukkige Haard, WoonWel en het sociaal verhuurkantoor koepel Bredene-Oostende betreft het officiële standpunt zoals ingenomen door de respectieve raden van bestuur.
Naast het advies over de afbakening van het werkingsgebied uiten de lokale woonactoren ook een aantal bekommernissen en vragen ze de nodige aandacht voor volgende aspecten bij de oprichting van de woonmaatschappij: het personeel (het behoud van de kennis en de expertise), de regionale en lokale verankering, de financiën, de technische capaciteit, de schaalgrootte, het evenwichtig partnerschap, de woonzekerheid van de zittende huurders en de sociale huurders als (kwetsbare) doelgroep.
De minister van Wonen wijst in zijn schrijven van 17 maart 2021 op groot belang van deze adviezen. De minister wil immers de expertise en de professionaliteit van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren binnen de nieuw op te richten woonmaatschappij waarborgen. Hij verwacht ook een gemotiveerde reactie van de gemeenteraden op de adviezen van de woonactoren.
- De goedkeuring van het afsprakenkader en het advies voor de afbakening van het werkingsgebied dient tegen uiterlijk 31 oktober 2021 (1) geformaliseerd te zijn via een gemeenteraadsbeslissing en (2) als officieel advies te zijn bezorgd aan de bevoegde minister (de minister van Wonen).
De Vlaamse regering zal vervolgens op basis van de voorstellen en de adviezen de werkingsgebieden effectief vastleggen. De verdere stappen om de woonmaatschappij concreet vorm te geven, en zo de fusie of overheveling te organiseren, ligt in handen van de betrokken sociale woonactoren. Dit proces moet voor 1 januari 2023 afgerond zijn.
Om de herstructureringslasten te beperken gebeurt de vorming van de woonmaatschappij bij voorkeur door onderlinge splitsing en fusie, zoals voorzien in het ontwerpdecreet. Dit biedt immers de beste garantie om de kosten bij de woningoverdrachten te beperken, de lopende projecten af te werken, en de continuïteit in de bestaande werkingen en personeelsequipes onderling bespreekbaar te maken.
- Het college van burgemeester en schepenen keurde het afsprakenkader reeds principieel goed in zitting van 14 september 2021. Het komt thans aan de gemeenteraad toe om het afsprakenkader definitief goed te keuren en zich uit te spreken over de vorming van het werkgebied en de verdeling van de stemrechten.
Het betreft een decretale opdracht.
Er wordt kennis genomen van het afsprakenkader bij de afbakening van het werkingsgebied voor de nieuwe Woonmaatschappij Middenkust.
Het afsprakenkader wordt goedgekeurd.
Artikel 1bis
De stad Oostende gaat het engagement aan om een samen met de andere steden en gemeenten uit het arrondissement Oostende een proces op te starten voor de vorming van een gezamenlijk werkingsgebied voor één woonmaatschappij, overeenkomstig het goedgekeurde afsprakenkader.
De stad Oostende verklaart zich principieel akkoord met het voorgestelde werkingsgebied van de op te richten woonmaatschappij, omvattende de steden en gemeenten Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem, Middelkerke, Oostende en Oudenburg.
Dit geldt ook voor een werkingsgebied zonder de gemeente De Haan in het geval De Haan, op grond van de gevraagde uitzonderingsmaatregel, zou mogen aansluiten bij de gemeenten Blankenberge en Zuienkerke.
Dit standpunt geldt als formeel advies.
artikel 2bis
De stad Oostende verklaart zich akkoord met de voorgestelde verdeling van de stemrechten, zowel met de basisprincipes als met de correctiemechanismen.
Er wordt kennis genomen van de adviezen van de woonactoren.
Er wordt akte genomen van het unaniem positief advies over het voorstel van werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij.
Er wordt eveneens akte genomen van de geuite bekommernissen en aangehaalde aandachtspunten.
De stad Oostende engageert zich om daarmee rekening te houden bij de oprichting van de nieuwe woonmaatschappij, inzonderheid met het oog op het waarborgen van de expertise en de professionaliteit van de sociale huisvestingsmaatschappijen en het sociaal verhuurkantoor binnen de nieuwe woonmaatschappij.
Kennisgeving van deze beslissing zal worden gedaan aan de Vlaamse regering, ter attentie van de minister bevoegd voor wonen, op elektronische wijze, via woonmaatschappij@vmsw.be, voor 31 oktober 2021.
Een afschrift van deze beslissing zal worden meegestuurd, samen met het goedgekeurde afsprakenkader, het verslag van het lokaal woonoverleg, de adviezen van de betrokken woonactoren en het adviesformulier.
Kennisgeving van deze beslissing wordt gedaan aan de colleges van burgemeester en schepenen van de andere steden en gemeenten van het arrondissement, met name Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem, Middelkerke en Oudenburg.
Een afschrift van deze beslissing zal worden meegestuurd.
Kennisgeving van deze beslissing wordt gedaan aan de betrokken lokale woonactoren, met name aan de sociale huivestingsmaatschappij De Oostendse Haard (via info@oostendsehaard.be), de sociale huivestingsmaatschappij De Gelukkige Haard (via info@degelukkigehaard.be) sociale huisvestingsmaatschappij WoonWel (via info@woonwel.be) en sociaal verhuurkantoor Bredene-Oostende (via info@svkbredeneoostende.be).
Een afschrift van deze beslissing zal worden meegestuurd
Kennisgeving van deze beslissing wordt gedaan aan het secretariaat van het burgemeestersoverleg van de regio Oostende, p/a WVI, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge, ter attentie van Line Putseys, coördinator, via l.putseys@wvi.be.
Een afschrift van deze beslissing zal worden meegestuurd.
De Anglicaanse eredienst diende op 27 september 2021 het volledige dossier houdende het budget 2022 in van de Anglicaanse kerk.
Met betrekking tot dit budget 2022 verleende het Centraal Comité van de Anglicaanse eredienst, het erkend representatief orgaan, gunstig advies.
De Anglicaanse eredienst diende op 27 september 2021 het volledige dossier houdende het budget 2022 in bij het stadsbestuur van Oostende.
In de exploitatierekening wordt het tekort bijgepast door de exploitatietoelage van de Stad:
| Kerkfabriek | Geactualiseerd budget 2021 | 2022 in het MJP 20-25 | MAR 900 in budget 2022 |
| Anglicaanse eredienst |
89. 842,62 euro |
122.016,96 euro | 118.917,55 euro |
De terugbetalingen van de kapitaalaflossingen en intresten zitten inbegrepen in de exploitatietoelage tbv 118.917,55 euro.
De correcte bedragen van intrest- en kapitaalaflossingen werden gebudgetteerd in 2022 waardoor de exploitatietoelage is verhoogd en het meerjarenplan aangepast.
Er worden geen investeringen voorzien voor 2022.
Het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 32, 33, 47, 48, 49, 112, 113, 148, 149, 184 en 185.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 12, 17, 18, 19, 20 en 21.
Keurt het budget 2022 en meerjarenplanwijziging 2020-2025 goed van de Anglicaanse eredienst.
Geeft kennis van de goedkeuring aan de Provinciegouverneur, de Anglicaanse eredienst en het Centraal Comité van de Anglicaanse eredienst, het erkend representatief orgaan.
Toelichting:
Er is een nijpend tekort aan leerkrachten. Zeker wat betreft vakken als wiskunde, economie en Frans; maar ook andere; is er een in toenemende mate geen beschikbaarheid van leerkrachten. Dit probleem zal nog toenemen. Het continueren van alle vakken aan alle leerlingen in Oostende is van dermate groot belang dat we voorstellen dat Stad Oostende de regie op zich neemt om docenten die in het onderwijs les geven een paar uren in de week kunnen worden ingezet om discontinuïteit te vermijden.
Besluit:
Enig artikel:
De stad neemt de regie op zich om samen met de beide onderwijsnetten en het hoger onderwijs te voorzien in een pool van docenten die actief zijn in het hoger onderwijs, en die - telkens indien nodig - snel kunnen ingezet worden in het middelbaar onderwijs te Oostende, zodat alle vakken in alle oostendse scholen fysiek en structureel kunnen worden gegeven en de continuïteit van het lesgeven voor alle vakken verzekerd is voor alle leerlingen.
Van volgende overheidsopdrachtendossiers heeft de sluiting plaats gevonden tussen 16 augustus 2021 en 11 oktober 2021:
130.W.604 - Heraanleg Stationsplein
270.L.211 - Leveren van switches en bijhorende software en support i.f.v. verhuis data infracenter via perceel 5 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
270.L.212 - Leveren van software (Office licenties & StepUp) via perceel 2 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
Ongekend
De Gemeenteraad wil op de hoogte worden gebracht van de overheidsopdrachtendossiers, waarvan zij de gunningswijze heeft goedgekeurd, die tijdens de afgelopen maand werden gesloten.
Neemt kennis van volgende overheidsopdrachten waarvan de sluiting plaats vond tussen 16 augustus 2021 en 11 oktober 2021:
130.W.604 - Heraanleg Stationsplein
270.L.211 - Leveren van switches en bijhorende software en support i.f.v. verhuis data infracenter via perceel 5 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
270.L.212 - Leveren van software (Office licenties & StepUp) via perceel 2 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
Burgemeestersbesluiten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Conformiteitsattesten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Beslissing tot weigering dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Processen-verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Burgemeesterbesluiten opgemaakt door de dienst Wonen.
Conformiteitsattesten opgemaakt door de dienst Wonen.
Beslissing tot weigering conformiteitsattesten opgemaakt door de dienst Wonen.
Processen-Verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering opgemaakt door Agentschap Wonen-Vlaanderen
Burgemeesterbesluit van 07 september 2021, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Oudenburgsesteenweg 25A (0001, 0101) gelijkvloerse verdieping en eerste en tweede verdieping.
Conformiteitsattest van 11 september 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Heilig-Hartlaan 29 (0301), derde verdieping.
Burgemeesterbesluit van 14 september 2021, houdende de onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Verlaatstraat 42, eengezinswoning.
Burgemeesterbesluit van 14 september 2021, houdende de onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Laurierstraat 4, eengezinswoning.
Burgemeesterbesluit van 14 september 2021, houdende de ongeschiktverklaring van een woning gelegen Zandvoordedorpstraat 3 (0001), gelijkvloerse verdieping.
Burgemeesterbesluit van 14 september 2021, houdende de ongeschiktverklaring van een woning gelegen Kerkstraat 32 (0302), derde verdieping rechts.
Burgemeesterbesluit van 14 september 2021, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Duivenhokstraat 53 (0101), eerste verdieping.
Burgemeesterbesluit van 10 september 2021, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Wagenstraat 25, eengezinswoning.
Burgemeesterbesluit van 14 september 2021, houdende de onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Van Iseghemlaan 103 (0402), vierde verdieping.
Proces-verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering na een vonnis van 02 september 2021 over een woning gelegen Moerasstraat 6.
Burgemeesterbesluit van 28 september 2021, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Leon Spilliaertstraat 4 (0001), gelijkvloerse verdieping achteraan.
Burgemeesterbesluit van 28 september 2021, houdende de ongeschiktverklaring van een woning gelegen Plakkerstraat 57 (0001), gelijkvloerse verdieping.
Burgemeesterbesluit van 24 september 2021, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Aimé Liebaertstraat 46 (0101), eerste verdieping.
Conformiteitsattest van 07 oktober 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Spoorwegstraat 15 (0301), derde verdieping.
Conformiteitsattest van 06 oktober 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Edmond Laponstraat 26 (0001), duplex verhoogde gelijkvloerse verdieping en kelderverdieping.
Burgemeesterbesluit van 28 september 2021, houdende de ongeschiktverklaring van een woning gelegen Christinastraat 80 A, eerste, tweede, derde en vierde verdieping.
Conformiteitsattest van 25 augustus 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Renteniersstraat 24 (0001), gelijkvloerse verdieping, duplex met kelderverdieping.
Beslissing tot weigering conformiteitsattest van 25 augustus 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Renteniersstraat 24 (0101), eerste verdieping.
Beslissing tot weigering conformiteitsattest van 25 augustus 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Renteniersstraat 24 (0201), tweede verdieping.
Beslissing tot weigering conformiteitsattest van 25 augustus 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Renteniersstraat 24 (0301), derde verdieping.
Neemt kennis van de mededelingen.