2021_GR_00297 - Rooms-Katholieke Kerkbesturen - Budget 2022 - Akteneming

Conform het eredienstdecreet van 7 mei 2004, moeten de erediensten hun budgetten bij het Centraal Kerkbestuur (CKB) binnenbrengen. De kerkfabrieken hebben bij het CKB hun budgetten 2022 via Religiopoint ingediend. Het CKB bezorgde vervolgens de budgetten 2022 van de eredienstbesturen gezamenlijk aan het stadsbestuur op 18 augustus 2021 zoals afgesproken.

Met betrekking tot deze budgetten 2022 heeft de bisschop van Bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan, gunstig advies gegeven op 11 augustus 2021 via de applicatie Religiopoint.

De dossiers houdende het budget 2022 werden nagekeken en bevatten volgende ramingen voor het komende boekjaar 2022 :

De Stad past het tekort bij in het exploitatiebudget van de kerkfabrieken door exploitatietoelagen (rekening 64910140) :

De exploitatietoelagen ten bedrage van 1.372.015,18 € worden voorzien in het stadsbudget 2022. Daarin zijn de terugbetalingen voor de doorgeefleningen -zowel kapitaalaflossingen als intresten ingecalculeerd. 

De investeringen voorzien in de investeringsbudgetten van de kerkfabrieken:

Investeringstoelage van de stad (rekening 66410140) :

01 Kerkfabriek Sint-Petrus en –Paulus:

Er is één investering voorzien in 2022, namelijk "schilderwerken van plafond en muren van de Kapucijnenkerk, vernieuwen van de CV- installatie en herstellen en terugplaatsen van het Van Houtte- orgel".

Doorgeefleningen via de stad (rekening 29030140) :

De investeringstoelagen ten bedrage van 1.447.400 € worden voorzien in de liquiditeitenrekening van het stadsbudget 2022. Alle investeringen per kerkfabriek zijn opgelijst in een van de bijlagen van dit besluit.

Alle doorgeefleningen van de kerken vallen binnen de grenzen van het MJP.

Het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 32, 33, 47, 48, 49, 112, 113, 148, 149, 184 en 185.

Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 12, 17, 18, 19, 20 en 21.