Door een arrest van het Hof van Cassatie op 14 mei 2020 geeft onze raadsman het advies om artikel 3 §1 onder de houder van het zakelijk recht in volle eigendom aan te passen.
Ook kan er terzelfdertijd een aantal technische aanpassingen worden doorgevoerd om bepaalde procedures in de artikelen 23 en 24 uitvoeriger en duidelijker te omschrijven.
Omdat de administratieve aktes digitaal worden ondertekend kan zowel in bijlage nr. 2 (administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing) als in bijlage nr. 3 (administratieve akte tot vaststelling van de leegstand) de vermelding "stempel" worden geschrapt.
Bij artikel 3 §1 wordt onder de houder van het zakelijk recht voor de volle eigendom het volgende toegevoegd: zoals blijkt uit de registratie bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, kantoor Rechtszekerheid. (kortweg AAPD)
Het advies van onze raadsman stelt dat bij de AAPD de eigenaar altijd bekend is en dat het arrest van het Hof van Cassatie, waarin gesteld wordt dat de overheid geen 3de is in de zin van de hypotheekwet (en een overschrijving bij de AAPD niet vereist is om de werkelijke eigenaar te kennen), afgedekt is. Zolang de akte verkoop niet is verleden én overgeschreven, kan de Stad zich richten naar de 'vorige' eigenaar.
Om te vermijden dat het verlenen van een vrijstelling niet kan worden geweigerd ingeval een aanvraag tot vrijstelling op basis van renovatiewerken die op zeer korte tijd kunnen worden uitgevoerd maar op basis waarvan de belastingplichtige zo lang mogelijk tracht vrij te blijven van belastingen, dient artikel 23 uitvoeriger te worden omschreven.
In artikel 23 §4 wordt toegevoegd dat een voorgelegde renovatienota niet in aanmerking komt voor vrijstelling als blijkt dat door de aard van het renovatieproject het bewonen van de woning of het gebruik van een gebouw nauwelijks verhinderd wordt.
In artikel 24 wordt §6 toegevoegd waarbij de vrijstelling vervalt en de vrijgestelde belastingen verschuldigd worden, indien de aanvraag tot erfgoedpremie volgens bijzondere procedure of volgens standaardpremie geweigerd wordt.
De bijkomende omschrijving bij artikel 24 als §6 was noodzakelijk omdat er geen duidelijkheid was ingeval een weigering van de aanvraag tot erfgoedpremie volgens bijzondere procedure.
§6 en §7 van artikel 24, van het Reglement , goedgekeurd in de Gemeenteraad van 23 maart 2020, wijzigen respectievelijk in §7 en §8 van artikel 24.
De administratieve aktes van de belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand worden digitaal ondertekend.
Omdat in bijlage 2 (administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing) en in bijlage 3 (administratieve akte tot vaststelling van de leegstand) de vermelding 'stempel' wordt gebruikt en omdat de stempel op het document toch geen juridische waarde heeft, wordt de vermelding 'stempel' geschrapt wegens het digitaal ondertekenen van deze documenten.
Overwegend dat leegstand, verkrotting en verwaarlozing leiden tot verloedering, ongedierte en criminaliteit aantrekken en het onveiligheidsgevoel doen toenemen;
Ook zijn er enerzijds heel wat mensen op zoek naar een degelijke, betaalbare woning terwijl anderzijds heel wat woningen leegstaan of door de slechte woningkwaliteit nauwelijks de naam woning waardig zijn.
Het is derhalve noodzakelijk om leegstand, verkrotting en verwaarlozing aan te pakken om een leefbare stad te behouden waar iedereen de kans krijgt om op een waardige manier te wonen.
Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de stad moet voorkomen en bestreden worden omdat langdurige leegstand de kwaliteit van het woningpatrimonium ondermijnt en na verloop van de tijd er vaak schade ontstaat bij de aanpalenden.
Rekening houden met de toestand van de stadsfinanciën.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 40, 287 en 288.
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op Titel III,hoofdstuk II, laatst gewijzigd bij Decreet van 29 maart 2013.
Het besluit van 02 april 1996 van de Vlaamse regering betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en latere wijzigingen.
Gelet op het Decreet van 22 december 1995, houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op hoofdstuk VIII, afdeling 2, laatst gewijzigd bij Decreet van 29 maart 2013.
Het Besluit van 12 juli 2013 van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Gelet op omzendbrief KB/ABB 2019/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, houdende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
Het gewijzigde Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen, hierna het Decreet Grond- en Pandenbeleid genoemd.
Zijn Besluit van 14 december 2019, houdende de aanneming van de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd en leegstaand voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025;
Zijn Besluit van 23 maart 2020, houdende de wijziging van de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd en leegstaand voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025;
Het Besluit van 10 juli 2009 van de Vlaamse regering, houdende nadere regels betreffende het Leegstandsregister en houdende wijziging van het Besluit van 02 april 1996 van de Vlaamse regering betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.
Het arrest nummer 4/2010 van 20 januari 2010 van het Grondwettelijk Hof;
Het arrest van de zesde fiscale kamer van het Hof van Beroep te Gent van 29 oktober 2013;
Artikel 23 van de Belgische grondwet.
Keurt de gewijzigde Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand, opgenomen in bijlagen (GR 2021.03.01 - onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand; GR 2020 - bijlage 1 - TVVW; GR 2021.03.01 - Bijlage 2 - AAVW; GR 2021.03.01 - Bijlage 3 - AAL; GR 2020 - bijlage 4 - TVLS; GR 2020 - bijlage 5 - aanvraagformulier vrijstelling), goed voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
Deelt de aangepaste beslissing, opgenomen in een gecoördineerde Verordening, mee aan de Vlaamse regering en deelt een voor eensluidend afschrift mee aan de Gouverneur.