Op 19 november nam de gemeenteraad van Oostende een beslissing met betrekking tot het gebruik van rolschaatsen en -planken, skateboards, skeelers, bmx fietsen en andere aanverwante toestellen op het openbaar domein van de stad en op openbare plaatsen. De Raad van State vernietigde vanzelfsprekend dit besluit. Ze stelde een schending van het wettigheids- en rechtszekerheidsbeginsel in strafzaken vast. Een goed besluit vereist volgens de Raad van State dat de regelgever in voldoende nauwkeurige, duidelijk en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten sanctioneerbaar worden gesteld, zodat wie de feiten begaat vooraf op afdoende wijze kan inschatten wat het gevolg van zijn daden kan zijn en zodat aan de sanctionerende ambtenaar of rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.
Het was duidelijk van bij het begin dat het besluit dat de burgemeester doorduwde, tegen het advies van de politie in, dat niet was.
Daarom de volgende vragen :
1 is het college van plan om een nieuwe aangepaste beslissing te nemen?
2 wat zal dit besluit omvatten?
3 klopt het dat de politie voldoende kan handhaven als er overlast is in deze materie zonder een dergelijk besluit dat wettigheids- en rechtszekerheidsprincipes aantast?
John Crombez