Om de hinder die (bouw)werkzaamheden met zich meebrengen op het toeristisch gebeuren binnen de stad is al sinds jaar en dag een zogenoemde bouwstop tijden de zomermaanden.
Onder bepaalde omstandigheden werden hierop afwijkingen aangevraagd en verleend.
Na een analyse van de gevraagde afwijkingen blijkt dat de meeste vragen volgende periodes omvatten, de eerst twee weken van juli en de laatste twee weken van augustus.
Naar aanleiding van deze gegevens werd gekeken of de periode niet moet worden aangepast en of de zone waarbinnen deze regel geldt nog voldoende groot is.
Omdat de meeste aanvragen tot afwijkingen in het begin van de huidig periode en op het einde van de huidige periode werden gevraagd en dat het toerisme op dat ogenblik nog niet op volle toeren draait, wordt de periode waarin geen bouwwerken mogen plaatsvinden ingekort, namelijk tussen 11 juli en 25 augustus.
Daarnaast wordt duidelijkheid geschept welke werken onder het verbod vallen en welke werken niet onder het verbod vallen.
Ook worden de gevallen waarin een afwijking op de bouwstop kan worden bekomen duidelijk vastgelegd.
De zone waarin deze regels van kracht zijn werd uitgebreid, dit omdat het toerisme zowel op Mariakerke als Raversijde in de lift zit. Er wordt hier echter een overgangsmaatregel voorzien voor de reeds vergunde omgevingsvergunningen in de zone begrensd door de Northlaan tot de grens met Middelkerke (uitbreiding zone).
Uiteindelijk worden deze regels meegenomen in de procedure van de nieuwe gemeentelijke stedenbouwkundige verordening en daarin gesolideerd.
Deze beleidsnota met daarin de voorgestelde principes zijn bijgevoegd in bijlage en wordt de te volgen regeling met betrekking tot (bouw)werken in de zomer.
Artikel 4.3.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
“(...)
§ 2. De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
(...)”
Neemt kennis van de beleidsnota 'Bouwstop in Oostende' en maakt ze zich eigen.
Keurt de beleidsnota 'Bouwstop in Oostende' goed en kent deze het statuut Beleidsmatig gewenste ontwikkeling toe.