Motivatie: De Vlaamse minister van Wonen communiceerde dat verleden jaar 421 onderzoeken werden verricht inzake mogelijke sociale fraude door huurders van sociale woningen die een onroerend goed in het buitenland bezaten. Op dit totaal werden 189 gevallen van sociale fraude vastgesteld.
Vragen:
1) Werden in de Oostendse sociale huisvestingsmaatschappijen al controles uitgevoerd inzake sociale fraude door huurders die een onroerend goed bezitten in het buitenland ?
2) Zo ja, over hoeveel gevallen van sociale fraude gaat het ? Werden die fraudeurs uit hun sociale woning gezet ? Waar komen die terecht na de opzegging van hun sociale huur ?
3) Worden ook controles uitgevoerd inzake de verplichting door sociale huurders om Nederlands te leren ? Hoe gebeuren die controles ?
4) Tenslotte, klopt het dat personeelsleden van sociale woningmaatschappijen volgens het nieuw decreet Wonen geen deel meer mogen uitmaken van de gemeenteraad ? Hoe zit dat in Oostende, want onduidelijkheid zou kunnen leiden tot gemeenteraadsbeslissingen die zouden kunnen aangevochten worden ?
Het stadsbestuur heeft eerder al aangegeven de dagprijzen in haar woonzorgcentra te zullen indexeren.
Daarom ook graag volgende vragen:
Hoeveel bedraagt de prijsstijging en wanneer wordt deze doorgevoerd?
Hoeveel zal de maandprijs voor een bewoner bedragen na indexering?
In het meerjarenplan 2020_2025 is o.a. volgende doelstelling opgenomen:
* SD04 - Oostende is een verbindende stad;
* OD0407 - In Oostende kunnen burgers en ondernemers terecht bij oplossingsgerichte, deskundige en klantvriendelijke stadsdiensten;
* AP 040702 - Stad Oostende organiseert een gecentraliseerd, multichannel en klantgerichte toegangspoort met de burger als primaire focus.
De acties die hieronder vallen zijn:
* de directie Externe Relaties/Publiekszaken zet een centraal multichannel systeem op voor het capteren, registreren, beantwoorden en opvolgen van meldingen, signalen en eerstelijnsklachten, dat zowel voor het invoeren als behandelen van items op de andere stadsdiensten een beroep doet;
* de directie Externe Relaties/Publiekszaken analyseert de ontvangen meldingen, signalen en klachten en rapporteert hierover.
De directie Publiekszaken is hiermee aan de slag gegaan. Eerst werd de huidige situatie geanalyseerd en vervolgens zijn overlegmomenten opgestart met verschillende interne en externe diensten. Contacten werden georganiseerd met andere steden en gemeenten om te peilen naar hun ervaringen en methodieken.
Deze input heeft geresulteerd in een nieuwe flow en werkingsprincipes, waarbij alle meldingen en klachten zullen geregistreerd, beantwoord en gerapporteerd worden via één gecentraliseerd, geïntegreerd en gedigitaliseerd kanaal en waarbij er meer ingezet wordt op klantenbeleving met ook ruimte voor positieve feedback. Eén van de werkingsprincipes is dat meldingen en klachten, die langer dan één jaar na de feiten gesignaleerd worden, als onontvankelijk verklaard worden (m.u.v. GDPR-gerelateerde meldingen en klachten). Reden hiervoor is dat de aangekaarte feiten na één jaar nog moeilijk te achterhalen zijn.
Deze nieuwe flow en werkingsprincipes werden goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen op 26 juni 2020.
Een intensief traject werd vervolgens opgestart m.b.t. de aankoop van de nodige software en de implementatie van de werkingsprincipes in deze software (in samenwerking met de betrokken diensten).
Het team Meldpunt werd opgericht onder de bevoegdheid van het Contactcenter van de directie Publiekszaken binnen het departement Publieke Relaties.
De nieuwe flow van het Meldpunt zal het huidige systeem van de signaalkaarten vervangen.
Een Reglement betreffende het Meldpunt werd opgesteld, waarin de werkingsprincipes en de flow duidelijk omschreven staan voor de melders. Het Reglement is voorgelegd geweest aan de directie Juridische en Bestuurszaken.
Aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt gevraagd om het Reglement betreffende het Meldpunt (als bijlage) goed te keuren.
- Collegebesluit 2020_CBS_03532 van 26 juni 2020.
- Collegebesluit 2021_CBS_02726 van 11 juni 2021.
Keurt het Reglement betreffende het Meldpunt (als bijlage) goed.
Verleent aan het Vast Bureau het mandaat om verder te beslissen m.b.t. secundaire modaliteiten en verdere concrete uitwerkingen van het Reglement betreffende het Meldpunt.
Het bestuur wil de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel verkleinen; bijgevolg voorziet het in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;
Tot op heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; deze verzekeraars hebben in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 opgezegd;
Het bestuur heeft voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);
Na onderhandelingen met de VVSG werd OFP PROVANT omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;
Door de toetreding bij een IBP is het bestuur meer betrokken bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; in tegenstelling tot een groepsverzekering vaardigt het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS af en heeft het naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. In tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf na.
Een IBP heeft ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;
Het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.
OFP PROLOCUS zal, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;
Het aanbod van OFP PROLOCUS voorziet, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance waar er geen werknemersbijdragen waren vereist, in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;
De mogelijkheid bestaat om een zogeheten “steprate” bijdrage in te voeren; dit betekent dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
Er bestaan drie soorten pensioenplannen (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); de voorgestelde formule is een vastebijdragenplan; in dit plan belooft de werkgever een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.
Het bestuur moet minimaal de vastgestelde bijdrage betalen; wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen; in elk geval moet voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passieve aangeslotenen) behaald worden.
Het bestuur voorziet als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;
Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep vormen; binnen een MIPS-groep is interne mobiliteit voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; binnen een MIPS-groep speelt een onderlinge solidariteit;
De kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 worden forfaitair vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tot en met 2024; nadien zal een meer stabiel systeem van kostenvergoeding worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;
De statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte bevinden zich als bijlage;
Er is een protocol van het onderhandelingscomité C1;
Er wordt in de nodige kredieten voorzien in de meerjarenplanning;
Er wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging;
De intentie wordt geuit werd om met volgende entiteiten een MIPS-groep te vormen: stad Oostende; AG EOS, AGSO en SVK om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen ;
Op basis van het financieringsplan zullen de verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;
Voormelde documenten zullen in het bijzonder onderhandelingscomité van 21 april 2022 worden besproken; dat deze bespreking zal leiden tot een niet bindend advies (bijlage volgt).
Er moet een vertegenwoordiger aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;
Na de beslissing tot toetreding moet, dit aan OFP PROLOCUS worden meegedeeld en moet de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur goedkeuren;.
Het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op artikel 56, §1;
De Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Het bestuur neemt kennis van en stemt in met
Het bestuur neemt kennis van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
Het bestuur beslist om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROCOLUS.
Het bestuur stemt in met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Het bestuur stemt in met een pensioentoezegging bedraagt 3% van het pensioengevend loon
Het bestuur vormt samen met de stad Oostende, AG EOS, AGSO en SVK een zogenaamde MIPS-groep (multi-inrichterspensioenstelsel).
Mevrouw Siegelinde Lacoere, Algemeen directeur, wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus. De heer Jürgen Seys, Financieel directeur, wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien zij niet aanwezig kan zijn.
De voorzitter van de Raad en de algemene directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
Daar de oude reglementen en bijhorende tegemoetkomingen onderbenut waren, wordt er gekozen om de oudere reglementen op te heffen via een afzonderlijk besluit van de Gemeenteraad in haar zitting van dezelfde datum (zie het besluit van de Gemeenteraad van 25 april 2022 met titel ‘Reglementen m.b.t. diverse tegemoetkomingen voor personen met een beperking’ - Opheffing – Goedkeuring’) en een nieuw aangepast reglement goed te keuren die er voor zorgt dat de mobiliteits- en ondersteuningspremie veel toegankelijker worden, dit in overleg met de bevoegde diensten. Door een beleidsbeslissing werd deze bevoegdheid overgeheveld naar de diensten van het OCMW, wat maakt dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn bevoegd is voor de goedkeuring van het nieuwe reglement.
De opheffing van de oude reglementen en het goedkeuren van het nieuwe reglement is een verdere uitvoering van het bestuursakkoord en het armoedebeleidsplan.
De focus op mensen met een beperking op mobiliteit is een middel tegen vereenzaming en verhoogt de inclusie van deze doelgroep. De focus op zorg voor kinderen met een beperking is een middel om erkenning te geven aan mensen die zorg dragen voor elkaar.
Het nieuwe kader zorgt voor een vereenvoudiging van de procedure tot aanvraag en toekenning, dit zorgt ervoor dat de rechthebbenden de uitbetaling nog in 2022 zullen krijgen, in plaats van te moeten wachten tot begin 2023. Dit geldt eveneens voor de daaropvolgende jaren.
Het nieuwe reglement zorgt ervoor dat het budget beter benut wordt. Niemand krijgt minder dan voorheen.
Neemt kennis van het besluit van de Gemeenteraad in zitting van 25 april 2022 waarbij het reglement “Tegemoetkoming Individueel Vervoer”, het reglement “Tegemoetkoming vervoer vakantieverblijf personen met een beperking” en het reglement “Sociaalpedagogische toelage” worden opgeheven onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring van het reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking” door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
Keurt het nieuwe reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking” goed.
Beslist dat het reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking” in werking treedt vanaf 1 januari 2022.
Geeft opdracht aan de directie Welzijn alle praktische handleidingen conform het nieuwe (bijgevoegde) reglement aan te passen en toe te passen.
De Gemeenteraad keurde op 27 september 2002 de oprichting van de vereniging type 8 volgens het OCMW-decreet, het Sociaal Verhuurkantoor koepel Bredene-Oostende, kortweg SVK, goed. In de Algemene vergadering van 23 juli 2014 is de Stad Oostende toegetreden tot het SVK.
De jaarrekening van SVK wordt ter kennis en voor advies voorgelegd aan de Raad voor Maatschappelijk welzijn.
In een schrijven van 15 maart 2022 bezorgt het SVK, in uitvoering van de bepalingen van artikel 490 Decreet Lokaal bestuur, een afschrift van de jaarrekening en jaarverslag 2021 die werden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van SVK op 9 maart 2022. Overeenkomstig art. 490 Decreet Lokaal bestuur kunnen de betrokken raden voor maatschappelijk welzijn, i.e. van het OCMW Oostende en OCMW Bredene, advies uitbrengen over de jaarrekening (te versturen aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van 50 dagen ingaand op de dag na ontvangst van de jaarrekening), waarna de raad voor maatschappelijk welzijn geacht wordt een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Art. 490 DLB
statuten SVK
Neemt kennis van het jaarverslag en de jaarrekening 2021 van het Sociaal Verhuurkantoor koepel Bredene-Oostende en adviseert gunstig.
De Ombudspersoon behandelt klachten bij mogelijk onbehoorlijk optreden van volgende rechtspersonen en hun diensten: Stad Oostende, het OCMW, de Lokale Politie, de autonome gemeentebedrijven en de extern verzelfstandigde agentschappen.
De Ombudspersoon is onafhankelijk en onpartijdig en staat zo garant voor een objectieve, neutrale en vertrouwelijke behandeling van tweedelijnsklachten. De Ombudspersoon beschikt over een onderzoeks-, beoordelings- en aanbevelingsbevoegdheid.
Jaarlijks, vóór eind mei, rapporteert de Ombudsvrouw aan de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn over haar werkzaamheden.
Besluit 5 Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 februari 2020 tot goedkeuring van het Reglement op de Ombudsfunctie.
Besluit 362 Algemeen directeur van 28 april 2020 tot goedkeuring van de procedure in het kader van de tweedelijnsklachtenbehandeling.
Bestluit 27 Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 28 september 2020 tot goedkeuring van de Werkingsprincipes van de Ombudsdienst.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het jaarverslag 2021 van de Ombudsdienst.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38, 1ste lid, 11°, 12° en 13°
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38, 2de lid
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 74
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 78, 2de lid, 1°
Tijdens de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24 juni 2019 werd het huishoudelijk reglement voor de legislatuur 2019-2024 goedgekeurd, dit werd voor het laatst gewijzigd in de raadszitting van 25 januari 2021.
Bij decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten wat betreft de versterking van de lokale democratie werd in het Decreet Lokaal Bestuur een mogelijkheid ingeschreven om hybride of digitaal te vergaderen. Het lokaal bestuur is vrij om in deze mogelijkheid te voorzien maar moet dit vastleggen in het huishoudelijk reglement.
In het kader van de aanpassing van het Decreet Lokaal Bestuur, wordt zodoende het Huishoudelijk Reglement aangepast opdat digitale en hybride vergaderingen kunnen doorgaan.
Fysiek vergaderen blijft voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de algemene regel. Er worden echter een aantal uitzonderlijke situaties bepaald waarin fysiek vergaderen niet mogelijk wordt geacht. In die uitzonderlijke gevallen wordt voorzien dat de raadszittingen digitaal of hybride kunnen plaatsvinden. Het betreft volgende situaties:
- wanneer er een federale, regionale of plaatselijke crisissituatie is;
- wanneer de raadszaal onverwacht fysiek niet toegankelijk is en er niet tijdig een valabel alternatief kan worden voorzien;
- wanneer er dringend een noodzakelijke beslissing van de raad nodig is en een bijzondere meerderheid van 2/3den van de raadsleden daarmee vooraf akkoord gaat.
De vergaderingen van de raadscommissies kunnen steeds hybride plaatsvinden. Daarnaast kunnen de raadscommissies enkel digitaal vergaderen in de hieronder vermelde uitzonderlijke omstandigheden:
- wanneer er een federale, regionale of plaatselijke crisissituatie is;
- wanneer de raadszaal onverwacht fysiek niet toegankelijk is én er niet tijdig een valabel alternatief kan worden voorzien;
- wanneer er dringend een noodzakelijke beslissing van de raad nodig is en een bijzondere meerderheid van 2/3den van de raadsleden daarmee vooraf akkoord gaat.
Ook wordt bepaald dat indien er een livestream is van de raadscommissies, deze de verslagen vervangt.
Deze aanpassingen brengen wijzigingen mee voor het Huishoudelijk Reglement. In het Huishoudelijk Reglement worden vier nieuwe artikels bijgeplaatst om het digitaal en hybride vergaderen te kaderen. De aanpassingen zijn in het geel gemarkeerd.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 37 § 5 en artikel 38, eerste lid, 11°, 12° en 13°.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 74.
Keurt het gewijzigde huishoudelijk reglement voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor de legislatuur 2019-2024, zoals opgenomen in bijlage 'Huishoudelijk reglement RMW- gewijzigd 2021.04.25', goed.