In de voorbije jaren werden verschillende meldingen gemaakt over de interne gang van zaken en de omgang met het personeel in de dienst openbaar domein. De huidige bevoegde schepen is daarvan op de hoogte van voor deze legislatuur, en ook de burgemeester werd in deze legislatuur op de hoogte gebracht. Naar aanleiding van een interpellatie in 2021 beloofde de burgemeester de zaak aan te pakken en een verzekerde anonieme bevraging van het personeel te houden.
Meer dan een jaar later zijn de vragen dan ook :
- is deze anonieme bevraging al gehouden? Hoe is de anonimiteit gegarandeerd?
- is deze anonieme bevraging in voorbereiding? Hoe zal de anonimiteit worden gegarandeerd?
- is de meerderheid bereid om ook de mensen in loopbaanonderbreking of die recent op rust zijn gegaan te bevragen teneinde de volledigheid te garanderen?
In de gemeenteraad van maart 2022 was er een discussie omtrent het beleid rond de omheiningen en de brieven die de burgemeester daarover naar de Oostendenaars stuurt. De uitleg van de burgemeester ontlokte veel reacties, en het was duidelijk dat er een groot verschil was tussen de woorden van de burgemeester en de realiteit rond dit beleid. Hetzelfde geldt voor andere zaken zoals car ports en opritten. Daarom de volgende vragen.
- heeft de burgemeester de manier waarop dit beleid wordt uitgevoerd al aangepast na de reacties van de Oostendenaars?,
- de burgemeester sprak van het aanpakken van de nieuwste, maar welke termijn gebruikt de burgemeester om oude installaties van nieuwe te onderscheiden? Over hoeveel jaar gaat het?
- op welke manier zorgt het bestuur van stad Oostende voor ontharding in haar eigen beleid? We stellen de vraag omdat we in veel ver- en hernieuwingen vaststellen dat er verhardt wordt in plaats van onthardt.
Naar aanleiding van het werkbezoek van Burgemeester Tommelein en Schepen Beirens aan onze zusterstad Banjul had ik graag volgende vragen gesteld:
- Wat zijn de resultaten van dit laatste werkbezoek ?
- Hoe ziet het bestuur de verdere samenwerking tussen beide steden na het eindigen van het EU-project ?
- Wanneer worden de uitwisselingsreizen met secundaire scholen tussen Oostende en Banjul heropgestart ?
In Oostende werd in 1605 een vrouw veroordeeld om gruwelijk gewurgd te worden “aan de stake “en verbrand op de brandstapel in naam van de wet ,haar naam was Lievine Inghelberts.
De burgemeester en schepenen van de stad Oostende gaven haar de zwaarste straf door haar als heks, afvallige van het Katholieke geloof , aanbidster van de duivel af te schilderen , daarnaast werd ook het feit dat zij seksueel actief was als weduwe gebruikt als grond voor veroordeling.
Het vonnis dat in 1605 door de burgemeester en schepenen van Oostende werd uitgesproken tegen Lievine Inghelberts, is uitgegeven door professor Jos Monballyu op de lijst vonnissen hekserij.
Ook in het naslagwerk van professor Fernand Vanhemelryck " Het gevecht met de duivel. Heksen in Vlaanderen" wordt de door het Oostends schepencollege veroordeelde vrouw opgenomen in zijn lijst en zet hij Oostende in Vlaanderen op de kaart als 1 van de plaatsen waar "heksen " terechtgesteld werden.
Uit de historische bronnen van het Rijksarchief te Brussel blijkt dat in de baljuwsrekening van Oostende, in het bestand van de Rekenkamers, registers, nr. 14314 , f° 4v°, de terechtstelling in Oostende van Lievine Inghelberts is vermeld.
“Tijd om afstand te nemen van drogredenen om vrouwen te veroordelen of hun straf te verzwaren .
Heksenvervolging was een middel om vele vrouwen die niet binnen de lijntjes liepen te onderdrukken, bang te maken en de mond te snoeren. Als gevolg van de heksenvervolging in het graafschap Vlaanderen in de periode van 1459 tot 1684 stierven burgers op de brandstapel. 206 'heksen' werden verbrand en nog eens 23 stierven in gevangenschap in afwachting van hun proces.
Of er zelfs enige waarheid zit in het gehele proces van Lievine nl diefstal of beroving, is niet meer te achterhalen.
Dat de veroordeling buiten alle proportie was en op het vrouw zijn was gebaseerd daarentegen wel.
Voor dergelijke praktijken is geen plaats is in onze stad niet alleen nu, maar ook gisteren niet of in het verre verleden. “
In verschillende steden in Vlaanderen wordt afstand genomen van deze visie om vrouwen te brandmerken als heksen.
Daarbij ontgaat het de steden van vandaag niet dat er linken zijn met femicide en haatmisdrijven ,in het hier en nu.
Zowel door het gemeentebestuur van Nieuwpoort en zeer recent door het gemeentebestuur van Lier werden vrouwen, die als heks werden veroordeeld, gerehabiliteerd. Ook het stadsbestuur van Menen vond zich deze maand bereid om te onderzoeken of mensen die als heks werden veroordeeld recht hebben op een publiek pardon.
Wil ook Oostende onderzoeken of het tijd is om een historische rechtzetting te doen ?
Wil de stad Oostende afstand nemen van deze pijnlijke veroordelingsgronden ?
Wil de stad erkennen dat vrouwen of mensen geen heksen konden zijn ?
Wat acties kan de stad nog ondernemen om dit signaal te versterken en dit historisch feit ook eigentijds te vertalen ?
De voorbije maanden zijn de facturen voor gas en elektriciteit enorm gestegen. Gezinnen ontvangen voorschotfacturen die soms drie keer hoger zijn dan voordien.
De energiefactuur brengt zonder twijfel vele Oostendse gezinnen in financiële problemen
Het stadsbestuur richt zich in haar aanpak van de energiearmoede (terecht) op een samenwerking tussen het Energiehuis en het Sociaal Huis.
Ik had hierover graag volgende vragen gesteld?
Een energiescan via het Energiehuis kan een goede eerste stap zijn richting energiebesparing. Is het stadsbestuur bereid om - gezien de hoge energiefacturen- deze tijdelijk kosteloos te maken voor alle Oostendenaars.
Welke stappen worden er ondernomen richting de private huurmarkt op het vlak van energiebesparing?
Het Energiefonds kan mensen met betalingsmoeilijkheden door de gestegen energiefacturen financieel bijstaan. Is dit initiatief volgens het stadsbestuur voldoende bekend bij de Oostendenaar en is ze bereid om dit initiatief bijkomend bekend te maken.
Heeft het stadsbestuur zelf ook extra eigen middelen vrijgemaakt ter ondersteuning van de betaling van de energiefacturen.
Hoeveel Oostendenaars hebben er dit jaar al beroep gedaan op het Energiefonds en voor welk totaalbedrag?
Zijn daar veel mensen bij die nog niet gekend waren bij het OCMW?
-
De Burgemeester heeft op 11 maart 2022, 18 maart 2022, 22 maart 2022, 05 april 2022 Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
- Uitbreiding tijdelijk terras café 't Dukertje van 15 maart 2022 tot en met 30 september 2022;
- Uitbreiding tijdelijk terras café Monroe van 15 maart 2022 tot en met 30 september 2022;
- Uitbreiding tijdelijk terras bistro Tom van 15 maart 2022 tot en met 30 september 2022;
- Uitbreiding tijdelijk terras brasserie Alfons van 15 maart 2022 tot en met 30 september 2022;
- Uitbreiding tijdelijk terras De Katteie van 01 april 2021 tot en met 31 augustus 2022;
- Uitbreiding tijdelijk terras ' Baguetje van 15 maart 2022 tot en met 30 september 2022;
- Zeilwedstrijden RNSYC op verschillende data;
- Filmopnamen Onder Vuur huis Patrick van 19 april 2022 tot en met 23 mei 2022;
Artikel 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
Neemt kennis van en bekrachtigt de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen op 11 maart 2022, 18 maart 2022, 22 maart 2022, 05 april 2022 om de veiligheid van de weggebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van deze Besluiten aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
-
De Burgemeester heeft op 11 maart 2022, 15 maart 2022, 18 maart 2022, 22 maart 2022, 29 maart 2022 en 05 april 2022 Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
1) Krijttekening LBGT@school op 15 maart 2022;
2) Uitzending VRT Boon literatuurprijzen van 24 maart 2022 tot en met 25 maart 2022;
3) The Crystal Ship van 21 maart 2022 tot en met 13 april 2022;
4) Rommelmarkt Stene op 23 april 2022;
5) Thuiswedstrijd KVO-RFC Seraing op 02 april 2022;
6) Wijkfeest rommelmarkt Hazegras van 16 april 2022 tot en met 18 april 2022;
7) Gymkana Vespa op 03 april 2022;
8) Workshop Ukelele op 09 april 2022;
9) Festival "Push the button" op 02 april 2022;
10) Filmopnamen Faithfully Yours opname 1 op 20 april 2022;
11) Filmopnamen Faithfully Yours opname 5 op 22 april 2022;
12) Filmopnamen Faithfully Yours opname 2 op 21 april 2022;
13) Filmopnamen Onder Vuur huis Henri op 18 april 2022;
14) Filmopnamen Onder Vuur huis Patrick van 12 april 2022 tot en met 15 april 2022;
Art. 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
Neemt akte van de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen 11 maart 2022, 15 maart 2022, 18 maart 2022, 22 maart 2022, 29 maart 2022 en 05 april 2022 om de veiligheid van de weggebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van deze Besluiten aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
-
Naar aanleiding van:
Politieverordeningen moeten worden goedgekeurd naar aanleiding van:
1) Avondmarkt Mariakerke op 11 juni 2022;
2) Avondmarkt Mariakerke op 04 juni 2022;
3) Avondmarkt Mariakerke op 10 juli 2022;
4) Avondmarkt Mariakerke op 17 juli 2022;
5) Avondmarkt Mariakerke op 24 juli 2022;
6) Avondmarkt Mariakerke op 07 augustus 2022;
7) Avondmarkt Mariakerke op 14 augustus 2022;
8) Avondmarkt Mariakerke op 21 augustus 2022;
9) Filmopnamen Onder Vuur Oesterput 1 op 09 mei 2022;
10) Filmopnamen Onder Vuur Vismijn/Rederij op 05 mei 2022;
11) Filmopnamen Onder Vuur appartement Tom op 03 mei 2022 en 04 mei 2022;
12) Filmopnamen Onder Vuur huis Noelle op 04 mei 2022;
13) Filmopnamen Onder Vuur Oesterput 2 op 27 juli 2022;
14) Filmopnamen Onder Vuur Oesterpunt 3 op 28 juli 2022;
15) Parkeerverbod Stripbeurs op 28 mei 2022 en 29 mei 2022;
16) Filmopnamen Onder Vuur Stadhuis 3 op 20 juli 2022 en 21 juli 2022;
17) Filmopnamen Onder Vuur rederij Sinnaeve 2 op 12 juli 2022 en 13 juli 2022;
18) Filmopnamen Onder Vuur Stadhuis 2 op 30 mei 2022;
19) Filmopnamen Onder Vuur appartement Tom 2 van 18 mei 2022 tot en met 20 mei 2022;
20) Filmopnamen Onder Vuur oud huis Patrick op 16 mei 2022;
21) Onder Vuur logistiek foodtruck op 16 mei 2022;
22) Oud-Hospitaal voordracht fabels en feiten over voeding op 13 mei 2022;
23) Filmopnamen Onder Vuur huis Orlando 1 van 12 mei 2022 tot en met 14 mei 2022;
24) Filmopnamen Onder Vuur woningbrand op 11 mei 2022;
25) Filmopnamen Onder Vuur vermist meisje op 10 mei 2022;
26) Filmopnamen Onder Vuur rederij Sinnaeve van 06 mei 2022 tot en met 07 mei 2022;
27) Onder Vuur logistiek foodtruck en make-up op 03 mei 2022;
28) Onder Vuur logistiek foodtruck april op 28 april 2022 en 29 april 2022;
29) Plechtigheid V-dag 08 mei 1945 op 08 mei 2022;
30) Filmopnamen Onder Vuur Stadhuis 1 van 17 mei 2022 tot en met 19 mei 2022;
31) 1 mei aan Zee op 01 mei 2022;
32) parkeerverbod pizzeria Cezar op 08 mei 2022;
33) Schoolfeest Sint-Lodewijkschool op 15 mei 2022;
34) Oldtimerzegening Stene rijdt vzw op 15 mei 2022;
35) Schoolfeest De Morootjes op 14 mei 2022;
36) Filmopnamen Onder Vuur Bowling op 16 mei 2022;
37) Filmopnamen Onder Vuur appartement Dominique van 28 april 2022 tot en met 30 april 2022;
38) Filmopnamen Onder Vuur huis Claudia op 27 april 2022;
39) Filmopnamen Onder Vuur Jachthaven op 26 april 2022;
40) Jobexpo VTI op 28 april 2022;
41) Onder Vuur foodtruck en make-up op 03 mei 2022;
42) Onder Vuur foodtruck en make-up op 06 mei 2022;
43) Filmopnamen Onder Vuur elektriciteitscabine op 16 mei 2022;
44) Avondmarkt Vuurtorenwijk op 26 mei 2022;
45) UCI Paracycling Road van 05 mei 2022 tot en met 08 mei 2022;
46) Belle Epoque shopping day op 30 april 2022;
Artikel 63 van het Decreet lokaal bestuur.
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
Neemt de volgende verkeersmaatregelen aan :
1) Avondmarkt Mariakerke 11 juni 2022
Op zaterdag 11 juni 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
2) Avondmarkt Mariakerke 04 juni 2022
Op zaterdag 04 juni 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
3) Avondmarkt Mariakerke 10 juli 2022
Op zaterdag 10 juli 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
4) Avondmarkt Mariakerke 17 juli 2022
Op zaterdag 17 juli 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
5) Avondmarkt Mariakerke 24 juli 2022
Op zondag 24 juli 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
6) Avondmarkt Mariakerke 07 augustus 2022
Op zondag 07 augustus 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
7) Avondmarkt Mariakerke 14 augustus 2022
Op zondag 14 augustus 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
8) Avondmarkt Mariakerke 21 augustus 2022
Op zondag 21 augustus 2022 van 14.00 uur tot 24.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E 3.
9) Filmopnamen Onder Vuur Oesteput op 09 mei 2022
Op maandag 09 mei 2022 van 08:30 uur tot en met 23:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Sergeant de Bruynestraat, tussen de Schietbaanstraat en de Voorhavenlaan;
• Schietbaanstraat 80-86.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
10) Filmopnamen Onder Vuur Vismijn/rederij op 05 mei 2022
Op donderdag 05 mei 2022 van 08:00 uur tot en met 24:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Volledig Maritiem Plein.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
11) Filmopnamen Onder Vuur appartement Tom op 03 mei 2022 en 04 mei 2022
Op dinsdag 03 mei 2022 van 10:00 uur tot woensdag 04 mei 2022 om 06:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Hendrik Baelskaai, ter hoogte van huisnummer 12.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
12) Filmopnamen Onder Vuur huis Noelle op 04 mei 2022
Op woensdag 04 mei 2022 van 06:00 uur tot 23:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
13) Filmopnamen Onder vuur Oesterpunt 2 op 27 juli 2022
Op woensdag 27 juli 2022 van 06:00 uur tot en met 23:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
14) Filmopnamen Onder Vuur Oesterput 3 op 28 juli 2022
Op donderdag 28 juli 2022 van 06:00 uur tot en met 22:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Sergeant de Bruynestraat, tussen de Schietbaanstraat en de Voorhavenlaan;
• Schietbaanstraat 80-86;
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
15) parkeerverbod Stripbeurs op 28 mei 2022 en 29 mei 2022
Op zaterdag 28 mei 2022 van 08:00 uur tot 18:00 uur:
Op zondag 29 mei 2022 van 10:00 uur tot 18:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
16) Filmopnamen Onder Vuur Stadhuis 3 op 20 juli 2022 en 21 juli 2022
Van woensdag 20 juli 2022 van 18:00 uur tot 21 juli 2022 om 06:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Gedeelte parking Kaïrostraat (zie plan);
• Kaïrostraat – rijweg naast het stadhuis (zie plan).
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
17) Filmopnamen Onder Vuur - rederij Sinnaeve 2 op 12 juli 2022 en 13 juli 2022
Op dinsdag 12 juli 2022 van 14:00 uur tot woensdag 13 juli 2022 om 01:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
18) Filmopnamen Onder Vuur Stadhuis 2 op 30 mei 2022
Op maandag 30 mei 2022 van 06:00 uur tot 24:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Gedeelte parking Kaïrostraat (zie plan);
• Kaïrostraat – rijweg naast het stadhuis (zie plan).
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
19) Filmopnamen Onder Vuur appartement Tom van 18 mei 2022 tot en met 20 mei 2022
Op woensdag 18 mei 2022 van 12:00 uur tot vrijdag 20 mei 2022 tot 21:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
20) Filmopnamen oud huis Patrick op 16 mei 2022
Op maandag 16 mei 2022 van 14:00 uur tot 17:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
21) Onder Vuur - logistiek foodtruck
Op maandag 16 mei 2022 van 12:00 tot 22:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
22) Oud-Hospitaal voordracht fabels en feiten over voeding
Op vrijdag 13 mei 2022 van 13:00 uur tot 17:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het parkeren verboden:
• Jules Peurquaetstraat, kant onpare nummers, van Amsterdamstraat tot en met 73.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E1.
23) Filmopnamen Onder Vuur huis Orlando 1 van 12 mei 2022 tot en met 14 mei 2022
Op donderdag 12 mei 2022 van 08:00 uur tot en met zaterdag 14 mei 2022 tot 08:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Vlierstraat;
• Ankerstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
24) Filmopnamen Onder Vuur woningbrand op 11 mei 2022
Op woensdag 11 mei 2022 van 05:30 uur tot 22:30 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Fazantstraat 2 t.e.m. 8;
• Kievitstraat, tussen de Sperwerstraat en het Pauwensplein.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
Op woensdag 11 mei 2022 van 05:30 uur tot 22:30 uur:
Op volgende wegen wordt het verbod op toegang voor bestuurders van motorvoertuigen opgeheven:
• Meesstraat;
• Sperwerstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het afdekken van de verkeerstekens C5.
25) Filmopnamen vermist meisje op 10 mei 2022
Op dinsdag 10 mei 2022 van 06:30 uur tot 22:30 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Staketselstraat;
• Buskruitstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
26) Filmopnamen Onder vuur rederij Sinnaeve van 06 mei 2022 tot en met 17 mei 2022
Op vrijdag 06 mei 2022 van 12:00 uur tot zaterdag 07 mei 2022 tot 04:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Hendrik Baelskaai 45 t.e.m. 52.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
27) Onder Vuur logistiek foodtruck op 03 mei 2022
Op dinsdag 03 mei 2022 van 14:00 tot 22:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Hendrik Baelskaai, aan de overzijde van het huisnummer 27- 4 parkeerplaatsen.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
28) Onder Vuur logistiek foodtruck op 28 april 2022 en 29 april 2022
Op donderdag 28 april 2022 en vrijdag 29 april 2022 van 14:00 uur tot 22:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Hendrik Baelskaai, ter hoogte van parkeerhavens aan de overzijde van het huisnummer 27.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
29) Plechtigheid V-dag 08 mei 1945 op 08 mei 2022
Op zondag 08 mei 2022 van 08.00 uur tot 12.30 uur:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Dienstweg voor de St-Petrus en Pauluskerk;
• Jozef II straat, tussen de St-Pietersstraat en het monument t.h.v. van de zijingang van de kerk;
• dienstweg voor het Stadhuis.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
30) Filmopnamen Onder Vuur Stadhuis 1 van 17 mei 2022 tot en met 19 mei 2022
Op dinsdag 17 mei 2022 van 06:00 uur tot donderdag 19 mei 2022 tot 06:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Gedeelte parking Kaïrostraat;
• Kaïrostraat – rijweg vóór en naast het Stadhuis (zie plan)
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
31) 1 mei aan Zee
Van vrijdag 29 april 2022 van 08.00 uur tot maandag 2 mei om 17.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het parkeren verboden:
• Sint-Petrus- en -Paulusplein, kant plein, van de Vindictivelaan tot dienstweg van de kerk;
• Prins Boudewijnstraat, beide kanten, van dienstweg van de kerk tot de August Strackéstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E1.
Op zondag 01 mei 2022 van 07.00 uur tot 11.00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het parkeren verboden:
• Jules Peurquaetstraat, kant onpare nummers, van de Euphrosina Beernaertstraat tot de Alfons Pieterslaan;
• Alfons Pieterslaan, kant onpare nummers, van de Jules Peurquaetstraat tot de Petit Paris.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E1.
Op zondag 01 mei 2022 van 08.00 uur tot 11.00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Jules Peurquaetstraat, van de Euprhosina Beernaertstraat tot de Alfons Pieterslaan.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3.
Op zondag 01 mei 2022 van 09.30 uur tot 11.00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden, uitgezonderd voor openbare vervoersmaatschappij De Lijn:
• Alfons Pieterslaan, van de Jules Peurquaetstraat tot Petit Paris.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3.
32) Parkeerverbod pizzeria Cezar op 08 mei 2022
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Dinsdag 08 mei 2022 van 10.00 uur tot 18.00 uur:
• Eduard Hammanstraat, kant Pizzeria , vanaf het huisnummer 13 tot de hoek met de Jacob Besagestraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
33) Schoolfeest Sint-Lodewijkschool op 15 mei 2022
Op zondag 15 mei 2022 van 05.00 uur – 20.00 uur:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Guido Gezellestraat, van de Kerklaan tot hoek Muntstraat/Nieuwedokstraat;
• Nieuwedokstraat, van de Guido Gezellestraat tot hoek Muntstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 .
2. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Guido Gezellestraat, van de Kerklaan tot hoek Nieuwedokstraat;
• Nieuwedokstraat, van de Guido Gezellestraat tot hoek Muntstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
34) Oldtimerzegening Stene rijdt vzw op 15 mei 2022
Op 15 mei 2022 van 10.00 uur tot 18.00 uur:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Stenedorpstraat, van huisnummer 2 tot 41.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 .
2. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Stenedorpstraat, van huisnummer 2 tot 41, beide zijden;
• Klaverstraat van 1 tot 11;
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
3. Op volgende wegen wordt het eenrichtingsverkeer opgeheven:
• Schorredijk, van de Stenedorpstraat tot de Steensedijk.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het afdekken van de verkeerstekens C1 en F19.
35) Schoolfeest De Morootjes op 14 mei 2022
Op zaterdag 14 mei 2022, van 09.00 – 20.00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 .
2. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E1.
36) Filmopnamen Onder Vuur Bowling op 16 mei 2022
Op maandag 16 mei 2022 van 08:00 uur tot 16:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Hendrik Serruyslaan, zijde even nummers, tussen de Wittenonnenstraat en de Sint-Sebastiaansstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
37) Filmopnamen Onder Vuur appartement Dominique van 28 april 2022 tot en met 30 april 2022
Op donderdag 28 april 2022 om 06:00 uur tot zaterdag 30 april 2022 om 04:00 uur:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Hendrik Baelskaai;
• Victorialaan.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
38) Filmopnamen Onder Vuur huis Claudia op 27 april 2022
Op 27 april 2022 van 06:00 uur tot 23:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
39) Filmopnamen Onder Vuur Jachthaven op 26 april 2022
Op dinsdag 26 april 2022 van 10:00 uur tot 21:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Montgomerykaai 1 (Royal North Sea Yachtclub) – 9 plaatsen voor technische voertuigen.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
40) VTI Jobexpo op 28 april 2022
Op donderdag 28 april 2022 van 10:00 uur tot 18:00 uur:
Op de navolgende weg wordt het parkeren tijdelijk toegestaan door houders van een parkeertoelating:
• Gerechtsplein.
41) Onder Vuur foodtruck en make-up 03 mei 2022
Op dinsdag 03 mei 2022 van 14:00 tot 22:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
42) Onder Vuur foodtruck en make-up op 06 mei 2022
Op vrijdag 06 mei 2022 van 12:00 tot 03:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
43) Filmopnamen Onder Vuur elektriciteitscabine op 16 mei 2022
Op maandag 16 mei 2022 van 10:00 uur tot 21:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Vuurtorendok- Zuid.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
44) Avondmarkt Vuurtorenwijk op 26 mei 2022
Op donderdag 26 mei 2022 van 14.00 uur tot 23.00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het parkeren verboden:
• Dokter Eduard Moreauxlaan, dienstweg, van de Vingerlingstraat tot de Sint-Antoniusstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E1.
Op donderdag 26 mei 2022 van 16.00 uur tot 23.00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Dokter Eduard Moreauxlaan, dienstweg, van de Vingerlingstraat tot de Sint-Antoniusstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door de verkeersteken C3 (en F45C).
45) UCI Paracycling van 05 mei 2022 tot en met 08 mei 2022
A. Van woensdag 27 april 2022 tot en met maandag 09 mei 2022 worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
B. Van vrijdag 29 april 2022 tot en met zondag 08 mei 2022 worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
C. Van maandag 2 mei 2022 tot en met zondag 08 mei 2022 worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
D. Van woensdag 04 mei 2022 om 07:00 uur tot en met zondag 08 mei 2022 om 22:00 uur worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
2. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met de verkeerstekens C3 en F45c.
3. Op navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden uitgezonderd plaatselijk verkeer:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken C3 met onderbord “uitgezonderd plaatselijk verkeer”.
E. Van donderdag 05 mei 2022 om 07:00 uur tot en met zondag 08 mei 2022 om 22:00 uur worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
F. Van donderdag 05 mei 2022 tot en met zondag 08 mei 2022 telkens van 07:00 uur tot 20:00 uur worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
2. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met de verkeerstekens C3 en F45c.
3. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden uitgezonderd plaatselijk verkeer:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken C3 met onderbord “uitgezonderd plaatselijk verkeer”.
4. Op de volgende wegen wordt het éénrichtingsverkeer opgeheven:
G. Van zaterdag 7 mei 2022 tot en met zondag 08 mei 2022 telkens van 07.00 uur tot 20.00 uur worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
2. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met de verkeerstekens C3 en F45c.
3. Op de navolgende weg wordt er éénrichtingsverkeer ingevoerd in hierna beschreven richting:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met de verkeerstekens C1, F19, D1e en D1f.
4. Op de navolgende weg wordt het éénrichtingsverkeer opgeheven:
H. Van donderdag 05 mei 2022 tot en met zondag 08 mei 2022 telkens van 20.00 uur tot 07.00 uur worden volgende verkeersmaatregelen van kracht:
1. Op de navolgende wegen wordt er éénrichtingsverkeer ingevoerd in hierna beschreven richting:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met de verkeerstekens C1, F19, D1e en D1f.
2. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met de verkeerstekens C3 en F45c.
46) Belle Epoque shopping day op 30 april 2022
Van vrijdag 29 april 2022 om 08:00 uur tot maandag 02 mei 2022 om 8:00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• het plein begrensd door de Gentstraat, de Antwerpenstraat, de Alfons Pieterslaan en de dienstweg voor de Sint-Jozefskerk.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
Op zaterdag 30 april 2022 om 07:00 uur tot 21:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Alfons Pieterslaan;
• Vindictivelaan, tussen de Leopold II-laan en de Alfons Pieterslaan;
• Canadaplein, tussen de Vindictivelaan en het begin van het gerechtsgebouw;
• Ieperstraat, kant pare nummers, van de Alfons Pieterslaan tot huisnummer 18;
• Nieuwpoortsesteenweg, kant pare nummers, van Petit Paris tot de Toekomststraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
Op zaterdag 30 april 2022 van 08:00 uur tot 20:00 uur:
1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Alfons Pieterslaan;
• Vindictivelaan, tussen de Leopold II-laan en de Alfons Pieterslaan;
• het plein begrensd door de Gentstraat, de Antwerpenstraat en de Alfons Pieterslaan;
• Canadaplein, tussen de Vindictivelaan en het begin van het gerechtsgebouw.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door de verkeerstekend C3 (en F45C).
2. Op navolgende wegen wordt het eenrichtingsverkeer opgeheven:
• Peter Benoitstraat, van de Amsterdamstraat tot de Alfons Pieterslaan;
• Jules Peurquaetstraat, van de Amsterdamstraat tot de Alfons Pieterslaan;
• Euphrosina Beernaertstraat, van de Rogierlaan tot de Leopold II-laan;
• Romestraat, van de Amsterdamstraat tot de Alfons Pieterslaan;
• Ieperstraat, van de Amsterdamstraat tot de Alfons Pieterslaan;
• Stockholmstraat, van de Amsterdamstraat tot de Alfons Pieterslaan.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het afdekken van de verkeerstekens C1 en F19.
Op zaterdag 30 april 2022 van 09:00 uur tot 19:00 uur:
Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Nieuwpoortsesteenweg, tussen Petit Paris en de Toekomststraat;
• Gentstraat van huisnummer 6 t.e.m.12.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
Bij de vergelijking tussen het aantal betrekkingen voorzien in de formatie en de reële bezetting in FTE's komt naar voor dat er:
De gemeenteraad is bevoegd om de open betrekkingen vacant te verklaren, alsook om de selectiemodaliteiten vast te leggen.
Voor wat betreft de samenstelling van de selectiecommissie voor de bovenstaande vacatures zijn de artikelen VI.II.41, VI.II.44, VI.II.61 en VI.II.63 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten van toepassing.
De Gemeenteraad is bevoegd om deze selectiecommissies samen te stellen.
De Nieuwe Gemeentewet: artikel 97.
De wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus: artikel 128.
Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
De omzendbrieven GPI 15, 15bis, 15ter, 15 quater en 15 quinquies betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
In het kader van de mobiliteit nr. 2022-02 worden volgende betrekkingen vacant verklaard:
Volgende selectiemodaliteiten worden gehanteerd:
Het besluit wordt meegedeeld aan DRP.
In het meerjarenplan 2020_2025 is o.a. volgende doelstelling opgenomen:
* SD04 - Oostende is een verbindende stad;
* OD0407 - In Oostende kunnen burgers en ondernemers terecht bij oplossingsgerichte, deskundige en klantvriendelijke stadsdiensten;
* AP 040702 - Stad Oostende organiseert een gecentraliseerd, multichannel en klantgerichte toegangspoort met de burger als primaire focus.
De acties die hieronder vallen zijn:
* de directie Externe Relaties/Publiekszaken zet een centraal multichannel systeem op voor het capteren, registreren, beantwoorden en opvolgen van meldingen, signalen en eerstelijnsklachten, dat zowel voor het invoeren als behandelen van items op de andere stadsdiensten een beroep doet;
* de directie Externe Relaties/Publiekszaken analyseert de ontvangen meldingen, signalen en klachten en rapporteert hierover.
De directie Publiekszaken is hiermee aan de slag gegaan. Eerst werd de huidige situatie geanalyseerd en vervolgens zijn overlegmomenten opgestart met verschillende interne en externe diensten. Contacten werden georganiseerd met andere steden en gemeenten om te peilen naar hun ervaringen en methodieken.
Deze input heeft geresulteerd in een nieuwe flow en werkingsprincipes, waarbij alle meldingen en klachten zullen geregistreerd, beantwoord en gerapporteerd worden via één gecentraliseerd, geïntegreerd en gedigitaliseerd kanaal en waarbij er meer ingezet wordt op klantenbeleving met ook ruimte voor positieve feedback. Eén van de werkingsprincipes is dat meldingen en klachten, die langer dan één jaar na de feiten gesignaleerd worden, als onontvankelijk verklaard worden (m.u.v. GDPR-gerelateerde meldingen en klachten). Reden hiervoor is dat de aangekaarte feiten na één jaar nog moeilijk te achterhalen zijn.
Deze nieuwe flow en werkingsprincipes werden goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen op 26 juni 2020.
Een intensief traject werd vervolgens opgestart m.b.t. de aankoop van de nodige software en de implementatie van de werkingsprincipes in deze software (in samenwerking met de betrokken diensten).
Het team Meldpunt werd opgericht onder de bevoegdheid van het Contactcenter van de directie Publiekszaken binnen het departement Publieke Relaties.
De nieuwe flow van het Meldpunt zal het huidige systeem van de signaalkaarten vervangen.
Een Reglement betreffende het Meldpunt werd opgesteld, waarin de werkingsprincipes en de flow duidelijk omschreven staan voor de melders. Het Reglement is voorgelegd geweest aan de directie Juridische en Bestuurszaken.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om het Reglement betreffende het Meldpunt (als bijlage) goed te keuren.
- Collegebesluit 2020_CBS_03532 van 26 juni 2020.
- Collegebesluit 2021_CBS_02726 van 11 juni 2021.
Keurt het Reglement betreffende het Meldpunt (als bijlage) goed.
Verleent aan het College van Burgemeester en Schepenen het mandaat om verder te beslissen m.b.t. secundaire modaliteiten en verdere concrete uitwerkingen van het Reglement betreffende het Meldpunt.
Door Projectontwikkeling Coordinatie en Vastgoed werd op 13 september 2021 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de verkaveling, met wegenis, van het woonontwikkelingsproject Mariasteen gelegen Paul Michielslaan 19 in Oostende.
Deze aanvraag werd overeenkomstig artikel 3 §3.2 van het besluit van 05 mei 2000 van de Vlaamse regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunningen, onderworpen aan de formaliteiten van een openbaar onderzoek tijdens de periode van 16/12/2021 tot en met 14/01/2021, waarbij het plan ter inzage op het stadhuis werd neergelegd.
De bekendmaking werd aangeplakt op het terrein evenals gepubliceerd op de website van de Stad.
Vermits deze aanvraag de wijziging van wegenis omvat, komt het de Gemeenteraad toe het tracé ervan vast te stellen.
Het voormeld terrein is gelegen in het bijzonder plan van aanleg "Nieuwpoortsesteenweg - Duinkerkseweg" waarbij het gebied wordt bestemd als gebied voorbehouden voor gesloten en half-gesloten woningbouw met voortuinstroken, gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen en openbaar domein.
De gevraagde adviezen zijn gunstig en voorwaardelijk gunstig.
Tijdens het openbaar onderzoek werden 4 bezwaren ingediend. Echter geen enkel bezwaar heeft betrekking op het tracé van de wegenissen.
Het tracé en de aanpassingen zijn te zien is op plan "BA_666_I_N.pdf ", hierbij gevoegd.
Overeenkomstig artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet de gemeenteraad een gemotiveerd besluit nemen over de zaak van de wegen.
Stelt het tracé van de ontworpen straten en paden voor de aanleg van wegenis en riolering ten behoeve van de ontwikkeling van de verkaveling Mariasteen aan de Paul Michielslaan 19 vast, zoals is opgetekend op het bijgevoegd plan "BA_666_I_N.pdf".
In Oostende zijn op een aantal locaties voetgangerszones afgebakend. In deze gebieden staan de beleving en het wandelen en winkelen centraal. Daarnaast zijn er ook enkele locaties waar we het gemotoriseerd verkeer moeten weren, omwille van de veiligheid of de circulatie van het openbaar vervoer.
Voor bepaalde categorieën gebruikers/voertuigen is het noodzakelijk dat ze toch door deze autovrije of autoluwe gebieden kan rijden. In dit reglement legt Stad Oostende vast wie toegang kan krijgen tot deze zones, kortom wie een vergunning kan krijgen om toch door een autovrij of autoluw gebied te rijden en hoe dit geregeld wordt.
Op 07/05/2021 besliste het College op vraag van de Lokale Politie om vijf extra vaste ANPR-camera's een te kopen en te instaleren op verschillende toegangswegen tot de zeedijk. Dit zorgt ervoor dat het verkeer dat gebruik maakt van de voetgangerszone op de Zeedijk beter kan worden gemonitord. Onze stad wordt steeds vaker geconfronteerd met verkeer in de voetgangerszone van de Zeedijk. Hierdoor ontstaan gevaarlijke verkeerssituaties.
Deze vaste A.N.P.R.-camera’s werden op vraag van de Lokale Politie Oostende op volgende plaatsen geplaatst:
De datagegevens, komende van de ANPR-camera's, worden doorgestuurd van de Lokale Politie Oostende naar Stad Oostende voor verwerking in specifieke software.
In sommige gevallen kan iemand gerechtvaardigd zijn om een voetgangerszone te betreden, bijvoorbeeld in het kader van een werk. Hiervoor moet deze persoon een doorgangsvergunning hebben en moet de nummerplaat van het voertuig geregistreerd zijn in een zogenoemde whitelist.
Op heden worden de doorgangsvergunningen om een voetgangerszone met een voertuig te betreden afgeleverd door de Lokale Politie.
In het kader van het groeperen van alle vergunningen zullen deze vergunningen worden afgeleverd door de stadsdiensten. De vergunning zal via specifieke software worden aangevraagd die automatisch te whitlist zal voeden.
De Lokale Politie levert de doorgangsvergunningen af, op basis van het Koninklijk besluit van 01/12/1975 houdende Algemeen Reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg, meer bepaald artikel 22sexies.
In deze wetgeving zijn echter geen modaliteiten vastgelegd met betrekking tot de aanvraagtermijn, wat bij de aanvraag moet worden gevoegd, duur van de vergunning, … .
Het reglement rond de toegang tot de voetgangerszones en autovrije en autoluwe gebieden regelt de aanvraagmodaliteiten.
In het reglement wordt eveneens per categorie, die zijn gebaseerd op de categorieën vermeldt in artikel 22sexies, een maximum aantal nummerplaten per vergunning vastgelegd en de maximale duur van de vergunning.
In het reglement wordt voor bewoners en eigenaars van een garage of standplaats in een voetgangerszone opgelegd dat de vergunning elke 2 jaar moet worden vernieuwd en dat er slechts 2 nummerplaten kunnen worden opgenomen in de vergunning per parkeerplaats. Dit is naar analogie met de bewonerskaarten. Het algemeen belang en veiligheid primeert in deze.
Het reglement zorgt voor duidelijkheid naar de burgers wat mogelijk is en wat niet.
De voetgangerszones waarvoor vergunningen kunnen worden aangevraagd werden gegroepeerd tot 15 zones. De huidige venstertijden voor laden en lossen worden niet gewijzigd.
-> Albert I Promenade van de Montgomerykaai tot aan de Westelijke Strekdam
9. Zone Zeeheldenplein (venstertijden tussen 6u en 10u30)
-> Albert I Promenade en Zeeheldenplein van de Westelijke Strekdam tot Boekareststraat
10. Zone Zeedijk Centrum (venstertijden tussen 6u en 10u30) – zone ANPR-cameras
-> Albert I Promenade van de Boekareststraat
-> Koning Boudewijn Promenade
-> Zeedijk tot de 17-oktoberstraat
11. Zone Zeedijk Mariakerke (venstertijden tussen 6u en 10u30)
-> Zeedijk van de 17-oktoberstraat tot Diksmuidestraat
12. Zone Zeedijk Raversijde (venstertijden tussen 6u en 10u30)
-> Zeedijk van Diksmuidestraat tot grens Middelkerke
13. Zone Sint-Petrus en Paulusplein (venstertijden tussen 6u en 10u30 en 19u tot 22u)
14. Zone August-Strackéstraat (venstertijden tussen 6u en 10u30 en 19u tot 22u)
15. Zone Stationsplein
De adviezen van de Lokale Politie, de dienst Handhaving en de dienst Bestuurszaken.
Gemeentedecreet artikel 42 §3 en artikel 43 §2
Keurt het reglement rond de toegang tot de voetgangerszones en autovrije en autoluwe gebieden, zoals bijgevoegd bij huidig besluit genaamd "Reglement_toegang_autovrije_autoluwe_gebieden.pdf" goed.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de secundaire uitvoeringsmodaliteiten.
Sinds het nieuwe Decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer en het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering betreffende de exploitatievoorwaarden hiervan wordt het individueel bezoldigd personenvervoer op Vlaams niveau geregeld.
Uitzondering hierop zijn de machtigingen voor standplaatstaxi’s.
Artikel 12 van het voormelde Decreet bepaalt het volgende:
§ 1. Niemand mag een standplaatstaxi stationeren op een daartoe voorbehouden standplaats op de openbare weg op het grondgebied van een gemeente in het Vlaamse Gewest, zonder machtiging van die gemeente.
Alleen de houders van een vergunning kunnen een machtiging aanvragen.
§ 2. De machtiging wordt afgegeven door de gemeente en is geldig voor eender welke standplaats op haar grondgebied.
In afwijking van het eerste lid kunnen de gemeenten de toegang tot de standplaatsen die bestemd zijn voor zero-emissievoertuigen, beperken tot die categorie van voertuigen.
De gemeente legt de wijze van afgifte, de vorm en de voorwaarden van de machtigingen vast in een gemeentelijk reglement.
Voorts kan een gemeente overeenkomstig art. 13 en verder van het voormelde Decreet het aantal machtigingen voor standplaatsen op de openbare weg op haar grondgebied beperken, bepaalt de gemeente de duur van de machtiging en de overdraagbaarheid ervan, de gevallen waarin de machtiging kan worden ingetrokken of geschorst, alsook de procedure ervan.
Op 27 september 2021 nam de gemeenteraad het stedelijk regelement inzake machtiging standplaatstaxi aan.
In dit reglement werden de rittarieven niet gewijzigd en werden de op dat ogenblik geldende tarieven overgenomen.
Gezien de alsmaar stijgende brandstofprijzen, de investeringen en de hogere kosten van onderhoud en verzekeringen, is een herziening van deze tarieven aan de orde. Na overleg met de taxisector worden volgende tarieven voor de standplaatstaxi’s vastgelegd:
Het huidige nachttarief dat geldt tussen 00u ’s nachts en 06u ’s morgens blijft van kracht maar wordt dus aangepast in functie van de verhoogde kosten van een forfait van 10 euro naar het vrije tarief, maar met een maximum van 15 euro per rit.
Hiermee blijft de garantie dat iedereen, binnen het grondgebied van Oostende, zich kan verplaatsen op een veilige en betaalbare manier van het centrum naar zijn woonplaats op het ogenblik dat er geen openbaar vervoer voorhanden is.
De stedelijke verordening betreffende de taxidiensten zoals gewijzigd door de Gemeenteraad op 25 juni 2018 blijft gedurende een overgangsperiode tot 31 mei 2024 gelden voor de houders van bestaande vergunningen afgegeven onder het vorige decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, en wordt vanaf die datum van rechtswege opgeheven (art. 19 van het nieuwe voorstel van stedelijk reglement voor de machtiging voor standplaatstaxi's).
Niet alle standplaatstaxi's vallen reeds onder het nieuwe decreet en uitvoeringsbesluit. Zij moeten aan deze stedelijke verordening voldoen. Omdat de regels voor de tarieven dezelfde zouden zijn voor alle standplaatstaxi's wordt ook deze verordening gewijzigd en geactualiseerd.
Omdat er geen taxicheques meer worden verstrekt, is ook artikel 9 van de Stedelijke verordening betreffende de taxidiensten achterhaald en wordt dit artikel volledig geschrapt.
Gemeentedecreet artikel 42 §3 en artikel 43 §2
Keurt de wijzigen aan het stedelijk reglement inzake machtiging standplaatstaxi goed, zoals bijgevoegd bij huidig besluit genaamd "Stedelijk reglement inzake machtiging standplaatstaxi.pdf".
Keurt de wijzigen aan en de actualisering van de stedelijke verordening betreffende de taxidiensten goed, zoals bijgevoegd bij huidig besluit genaamd "stedelijke verordening betreffende taxidiensten.pdf".
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de secundaire uitvoeringsmodaliteiten.
Na haar ontslag als gemeenteraadslid wordt Vanessa Brysse vervangen als vertegenwoordiger van de Stad in de Raad van Bestuur van Toerisme Oostende vzw.
De N-VA-fractie stelt Werner Verbiest voor als vervanger.
Deel 2 titel 3 hoofdstuk 3 DLB
Keurt goed dat Vanessa Brysse vervangen wordt door Werner Verbiest als vertegenwoordiger van de Stad in de Raad van Bestuur van Toerisme Oostende vzw.
Groen vraagt om Belinda Torres Leclercq te vervangen als politieke vertegenwoordiger in de Landbouwraad.
Kristof Cornelis wordt aangeduid als vervanger.
Huishoudelijk Reglement Gemeenteraad
Keurt goed dat Belinda Torres Leclercq vervangen wordt door Kristof Cornelis als Politiek vertegenwoordiger in de Landbouwraad.
Groen vraagt om Belinda Torres Leclercq te vervangen als politieke vertegenwoordiger in de Milieu- en Natuurraad.
Kristof Cornelis wordt aangeduid als vervanger.
Huishoudelijk Reglement Gemeenteraad
Keurt goed dat Belinda Torres Leclercq vervangen wordt door Kristof Cornelis als Politiek vertegenwoordiger in de Milieu- en Natuurraad.
De heer Kristof Cornelis werd aangeduid als politieke vertegenwoordiger voor Groen en tevens voorzitter in de Stedelijke Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang.
Groen vraagt om dit te wijzigen.
Groen draagt Veerle Louwage voor om hem te vervangen.
Art. 32 van het Huishoudelijk reglement van de Gemeenteraad
Keurt de vervanging goed van Kristof Cornelis door Veerle Louwage als politiek vertegenwoordiger in de Gemengde Commissie 'Stedelijke Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang '. Zij zal tevens de rol van voorzitter op zich nemen.
Het bestuur wil de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel verkleinen; bijgevolg voorziet het in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;
Tot op heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; deze verzekeraars hebben in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 opgezegd;
Het bestuur heeft voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);
Na onderhandelingen met de VVSG werd OFP PROVANT omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;
Door de toetreding bij een IBP is het bestuur meer betrokken bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; in tegenstelling tot een groepsverzekering vaardigt het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS af en heeft het naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. In tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf na.
Een IBP heeft ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;
Het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.
OFP PROLOCUS zal, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;
Het aanbod van OFP PROLOCUS voorziet, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance waar er geen werknemersbijdragen waren vereist, in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;
De mogelijkheid bestaat om een zogeheten “steprate” bijdrage in te voeren; dit betekent dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
Er bestaan drie soorten pensioenplannen (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); de voorgestelde formule is een vastebijdragenplan; in dit plan belooft de werkgever een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.
Het bestuur moet minimaal de vastgestelde bijdrage betalen; wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen; in elk geval moet voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen[1], 0% voor passieve aangeslotenen[2]) behaald worden.
Het bestuur voorziet als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;
Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep vormen; binnen een MIPS-groep is interne mobiliteit voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; binnen een MIPS-groep speelt een onderlinge solidariteit;
De kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 worden forfaitair vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tot en met 2024; nadien zal een meer stabiel systeem van kostenvergoeding worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;
De statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte bevinden zich als bijlage;
Er is een protocol van het onderhandelingscomité C1;
Er wordt in de nodige kredieten voorzien in de meerjarenplanning;
Er wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging;
De intentie wordt geuit werd om met volgende entiteiten een MIPS-groep te vormen: stad Oostende; OCMW Oostende; AG EOS, AGSO en SVK om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen ;
Op basis van het financieringsplan zullen de verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;
Voormelde documenten zullen in het bijzonder onderhandelingscomité van 21 april 2022 worden besproken; dat deze bespreking zal leiden tot een niet bindend advies (bijlage volgt).
Er moet een vertegenwoordiger aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;
Na de beslissing tot toetreding moet, dit aan OFP PROLOCUS worden meegedeeld en moet de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur goedkeuren;.
Het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op artikel 56, §1;
De Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Het bestuur neemt kennis van en stemt in met
Het bestuur neemt kennis van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
Het bestuur beslist om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROCOLUS.
Het bestuur stemt in met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Het bestuur stemt in met een pensioentoezegging van 3% van het pensioengevend loon.
Het bestuur vormt samen met OCMW Oostende, met AG EOS, AGSO en SVK een zogenaamde MIPS-groep (multi-inrichters pensioenstelsel)
Mevrouw Siegelinde Lacoere, Algemeen directeur, wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus. De heer Jürgen Seys, Financieel directeur, wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien zij niet aanwezig kan zijn.
De voorzitter van de Raad en de algemene directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
Met een samenwerkingsovereenkomst van 15 juni 2018 tussen het (toenmalig) Autonoom Gemeentebedrijf Grond- en Bouwbeleid (hierna AGGB) en de BV LION INVESTMENT FUND werd de samenwerking bepaald tussen voornoemde partijen betreffende de verkoop van het gebouw Hangaar 1 aan LION, de renovatie/restauratie van het gebouw tot een casco toestand en het verlenen van een erfpachtrecht door LION aan AGGB van het gerenoveerde/gerestaureerde gebouw.
In voornoemde samenwerkingsovereenkomst werden termijnen bepaald binnen welke bepaalde handelingen door de partijen dienen te worden verricht en/of uitgevoerd. Deze termijnen werden nog nader bepaald in het eerste avenant aan de samenwerkingsovereenkomst.
De termijnen werden tot op heden conform de samenwerkingsovereenkomst nageleefd.
Teneinde verdere uitwerking te geven aan de voornoemde samenwerkingsovereenkomst dient de Stad zijn akkoord te geven over de koopakte (artikel 6.2.2. Samenwerkingsovereenkomst).
Door de notaris van de verwervende partij werd het ontwerp van koopakte opgemaakt.
De Stad is na de ontbinding en vereffening van het AGGB in alle rechten en verplichtingen getreden, waaronder ook in het dossier van Hangaar I.
Met de e-mail van 25 februari 2022 vraagt Golden NN (rechtsopvolger Lion Investment Fund) de instemming van de Stad met het ontwerp van koopakte.
De Raad van Bestuur van het AGGB had op 15 juni 2018 de samenwerkingsovereenkomst met Lion Investment Fund aanvaard.
Artikel 6.2.2. van die samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat er een akkoord moet zijn over het ontwerp van koopakte.
De notaris van de tegenpartij maakte het ontwerp van koopakte op. De Stad nam reeds kennis van het feit dat Lion Investment Fund bv zijn rechten en verplichtingen overdraagt aan Golden NN NV (zie gekoppeld besluit 2022_GR_00056).
Gezien de Stad na de ontbinding en vereffening van het AGGB in alle rechten en verplichtingen is getreden, dient de Gemeenteraad over het ontwerp van koopakte haar goedkeuring te geven.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het ontwerp van koopakte goed te keuren.
Samenwerkingsovereenkomst van 15 juni 2018, addendum aan de Samenwerkingsovereenkomst en 2 avenanten hieraan.
Akte sluiting vereffening AGGB verleden voor notaris Bart van Opstal op 21 december 2020, overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid Oostende onder nummer 62-T-06/01/2021-00172, waarbij werd overgegaan tot de afgifte van de onroerende goederen door de vereffenaar van het AGGB aan de Stad Oostende, in uitvoering van de sluiting van de vereffening beslist bij de Gemeenteraad van de Stad Oostende op 12 december 2020
Keurt de tekst in bijlage "ontwerp aankoopakte Hangaar I.pdf" goed.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
Met een samenwerkingsovereenkomst van 15 juni 2018 tussen het (toenmalig) Autonoom Gemeentebedrijf Grond- en Bouwbeleid (hierna AGGB) en de BV LION INVESTMENT FUND werd de samenwerking bepaald tussen voornoemde partijen betreffende de verkoop van het gebouw Hangaar 1 aan LION, de renovatie/restauratie van het gebouw tot een casco toestand en het verlenen van een erfpachtrecht door LION aan AGGB van het gerenoveerde/gerestaureerde gebouw.
In voornoemde samenwerkingsovereenkomst werden termijnen bepaald binnen welke bepaalde handelingen door de partijen dienen te worden verricht en/of uitgevoerd.
Met de brief van 09 maart 2022 stelt Golden NN de Stad in kennis dat alle opschortende voorwaarden bepaald in artikel 6 van de Samenwerkingsovereenkomst thans vervuld zijn en dat zoals contractueel bepaald werd, de notariële koopakte en de notariële erfpachtakte dienen te worden goedgekeurd en verleden binnen een termijn van twee maanden.
Door de notaris van de verwervende partij werd het ontwerp van erfpachtakte opgemaakt.
De Stad is na de ontbinding en vereffening van het AGGB in alle rechten en verplichtingen getreden, waaronder ook in het dossier van Hangaar I.
De Raad van Bestuur van het AGGB had op 15 juni 2018 de samenwerkingsovereenkomst met Lion Investment Fund aanvaard.
In artikel 5 van die samenwerkingsovereenkomst staan de voorwaarden van de Erfpacht bepaald.
De notaris van Golden NN nv maakte in die zin het ontwerp van erfpacht op. De Stad nam reeds eerder kennis van het feit dat Lion Investment Fund bv zijn rechten en verplichtingen overdraagt aan Golden NN NV (zie gekoppeld besluit 2022_GR_00056).
De belangrijkste punten van de erfpacht zijn de volgende:
* de erfpacht wordt afgesloten voor een duur van 27 jaar
* de erfpacht treedt in werking de dag na de voorlopige oplevering van de restauratie en renovatie van het gebouw tot casco
* jaarlijks canon te betalen van 635.000,00€ (driemaandelijks op voorhand te betalen) en is jaarlijks aan te passen aan de evolutie van de gezondheidsindex
* alle kosten die betrekking hebben op het gebouw zijn ten laste van de Stad vanaf de datum van inwerkingtreding van de erfpacht
* na 27 jaar heeft de Stad het terugkooprecht van het gebouw tegen de som van 1,00€. Indien de Stad deze aankoopoptie niet licht, verleent de Stad aan Golden NN een verkoopoptie tegen de som van 1,00 €.
Gezien de Stad na de ontbinding en vereffening van het AGGB in alle rechten en verplichtingen is getreden, dient de Gemeenteraad over het ontwerp van erfpacht haar goedkeuring te geven.
Bij het ingaan van de erfpachtovereenkomst geeft de Stad het gebouw in huur aan Q-Invest FDK nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Verversrui 19 bus 4. De huur wordt afgesloten voor 27 jaar tegen betaling van de jaarlijkse huurprijs van 675.000,00€, welke maandelijks zal betaald worden door de huurder. De huurder neemt alle eigenaars- en huurdersverplichtingen op zich gedurende de ganse duur van de huurovereenkomst. De huurprijs wordt gekoppeld aan de gezondheidsindex.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het ontwerp van erfpacht goed te keuren.
Samenwerkingsovereenkomst van 15 juni 2018, addendum aan de Samenwerkingsovereenkomst en 2 avenanten hieraan.
Akte sluiting vereffening AGGB verleden voor notaris Bart van Opstal op 21 december 2020, overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid Oostende onder nummer 62-T-06/01/2021-00172, waarbij werd overgegaan tot de afgifte van de onroerende goederen door de vereffenaar van het AGGB aan de Stad Oostende, in uitvoering van de sluiting van de vereffening beslist bij de Gemeenteraad van de Stad Oostende op 12 december 2020
Keurt de tekst in bijlage "ontwerp erfpacht Hangaar I.pdf" goed.
§1. Wijst de uitgave toe aan de budgetsleutel ST/25000000/061001//2020-919/006///1300-01.
§2. Uitgave wordt ingeschreven in de eerstvolgende aanpassing van het Meerjarenplan van de Stad.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
Met een samenwerkingsovereenkomst van 15 juni 2018 tussen het (toenmalig) Autonoom Gemeentebedrijf Grond- en Bouwbeleid (hierna AGGB) en de BV LION INVESTMENT FUND werd de samenwerking bepaald tussen voornoemde partijen betreffende de verkoop van het gebouw Hangaar 1 aan LION, de renovatie/restauratie van het gebouw tot een casco toestand en het verlenen van een erfpachtrecht door LION aan AGGB van het gerenoveerde/gerestaureerde gebouw.
Op Hangaar I rust een herstelvordering van de Inspecteur Onroerend Erfgoed n.a.v. diverse processen-verbaal dd. 10 juli 2013, 26 november 2018 en 29 mei 2019, waarin de ernstige verwaarlozing van het monument en de daaruit voortvloeiende schade wordt vastgesteld.
Golden NN nv heeft de definitieve bouwvergunning met nummer OMV_2021013260 verkregen op 30 juli 2021 (zie bijlage) voor de restauratie, herbestemming en exploitatie van Hangaar I.
Omwille van de herstelvordering maakte notaris De Maesschalck overeenkomstig de artikelen 11.6.1 tot en met 11.6.5 van het Onroerenderfgoeddecreet een minnelijke schikking op tussen Golden NN, Stad Oostende en Onroerend Erfgoed teneinde de vastgestelde schade in de voormelde processen-verbaal te doen herstellen. Eveneens zal de rechter, met het afsluiten van deze minnelijke schikking, geen publieke herstelmaatregel meer kunnen opleggen.
De Stad is na de ontbinding en vereffening van het AGGB in alle rechten en verplichtingen getreden, waaronder ook in het dossier van Hangaar I.
De Raad van Bestuur van het AGGB had op 15 juni 2018 de voornoemde samenwerkingsovereenkomst met Lion Investment Fund aanvaard betreffende de renovatie/restauratie van Hangaar I.
Door de Inspecteur Onroerend Erfgoed werden op diverse data processen-verbaal opgemaakt waarin de ernstige verwaarlozing van het monument en de daaruit voortvloeiende schade wordt vastgesteld. Door de Inspecteur Onroerend Erfgoed werd op 5 juni 2015 een herstelvordering, strekkende tot het feitelijk herstel van het monument in een originele, goede staat, in de zin van artikel 11.4.1 §1 Onroerenderfgoeddecreet, ingeleid bij het ambt van de procureur des konings te Brugge.
Met het aangaan van de minnelijke schikking, om de in de processen-verbaal vastgestelde misdrijven te doen herstellen, wordt de publieke herstelvordering ingetrokken, waardoor de rechter geen publieke herstelmaatregel meer zal kunnen opleggen (artikelen 11.6.1 t/m 11.6.5 van het Onroerend Erfgoeddecreet).
Het afsluiten van deze akte van minnelijke schikking is in het voordeel van de Stad, zodoende niet langer verantwoordelijk te kunnen worden gesteld voor de feiten opgenomen in de voormelde processen-verbaal.
Gezien de Stad na de ontbinding en vereffening van het AGGB in alle rechten en verplichtingen is getreden, dient de Gemeenteraad over het ontwerp van minnelijke schikking haar goedkeuring te geven.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het ontwerp van minnelijke schikking goed te keuren.
Samenwerkingsovereenkomst van 15 juni 2018, addendum aan de Samenwerkingsovereenkomst en 2 avenanten hieraan.
Akte sluiting vereffening AGGB verleden voor notaris Bart van Opstal op 21 december 2020, overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid Oostende onder nummer 62-T-06/01/2021-00172, waarbij werd overgegaan tot de afgifte van de onroerende goederen door de vereffenaar van het AGGB aan de Stad Oostende, in uitvoering van de sluiting van de vereffening beslist bij de Gemeenteraad van de Stad Oostende op 12 december 2020
De artikelen 11.4.1§1 en 11.6.1 tot en met 11.6.5 van het Onroerenderfgoeddecreet
Keurt de tekst in bijlage "ontwerp minnelijke schikking Hangaar I.pdf" goed.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
De Gemeenteraad verleende in de zitting van 21 februari 2022 goedkeuring aan de lastvoorwaarden en gunningswijze van de overheidsopdracht met nummer 150.W.1166 'Restauratie Noordvleugel en conciërgegebouw - Sportcentrum De Koninklijke Stallingen (Fase 2)'.
Bij nazicht van het dossier is gebleken dat er enkele aanpassingen nodig zijn.
Sportcentrum de Koninklijke stallingen is geklasseerd als monument. De restauratie zal in 3 fases gebeuren. Als eerste wordt fase 2 de volledige restauratie van de Noordvleugel en conciërgebouw uitgevoerd.
Bij nazicht van het dossier is gebleken dat er enkele aanpassingen nodig zijn:
1. Volgende tekst werd bijkomend vermeld onder post 02.06.11 in de technische bepalingen:
'Er dienen door de aannemer inspectieputten uitgevoerd te worden ter bepaling van de aanzetdiepte van eventuele belendende funderingen (voorzien onder art.03.00.50). Indien een aangrenzende muur niet diep genoeg aanzet, zal deze moeten onderschoeid worden. De aannemer staat in voor het aanleveren van de rekennota ter bepaling van de dimensies van de eventuele onderschoeiing. Zowel de rekennota als uitvoering van de onderschoeiing zitten vervat in dit artikel 02.06.11. Indien geen onderschoeiing nodig blijkt, vervalt dit artikel zonder recht op schadevergoeding voor de aannemer.'
2. We schrappen bij Art. 02.01:
“De opdrachtgever zal instaan voor het aanleveren van:
- de benodigde informatie omtrent de milieuhygiënische kwaliteit, die de aannemer in staat moet stellen om zijn prijszetting te maken, rekening houdend met de wetgeving m.b.t. het werken met uitgegraven bodem;
- het diepsonderingsverslag.
Deze documenten worden als bijlage gevoegd bij de aanbestedingsdocumenten. De kosten voor deze grondonderzoeken vallen behoudens andere bepalingen ten laste van de bouwheer.”
Omwille van tegenstrijdig met artikel 03.00.20
3. Nieuwe detailmeetstaat, samenvattende meetstaat en raming worden toegevoegd
Omwille van:
- "Post 05.59 - Bijwerken en herstel bliksemafleiding" werd foutief geschrapt in de detailmeetstaat en samenvattende meetstaat.
- "Post 07.09.13 - Buitenborstwering uit roestvrij staal” is foutief blijven staan in de DM en SM (de buitenleuning is voorzien onder ’16.06.40 BUITENLEUNING’)
4. Detailplan van buitenschrijnwerk wordt toegevoegd.
Omwille van: Deze waren in subsidiedossier opgenomen bij Fase 1 maar tellen voor alle fases. Daardoor werden ze foutief vergeten bij het bestek van fase 2 (die we nu aanbesteden) te steken.
5. Bijlage: 10_06.38.03_bijlage 1_asbestinventaris.pdf wordt geschrapt.
Omwille van: dit is de asbestinventaris dd 6 april 2012. Intussen werd een sloopopvolgingsplan opgemaakt op 06/02/2022 die voor de zone die nu in aanbesteding is de asbestinventaris bevat. Dit is bijlage '18_SOP-2022-009 – Oostende - Koninginnelaan 76'.
6. De raming van de werken werd gewijzigd door het schrappen van post 07.09.13 'Buitenborstwering uit roestvrij staal' (- 2.091,00 euro) en het toevoegen van post 05.59 'Bijwerken en herstel bliksemafleiding' (+ 12.200,00 euro). Het geheel wordt 10.109,00 euro duurder. Deel architectuur wordt 3.274.411,69 € incl. BTW. Samen met technieken komt het geheel op 4.123.108,00 € incl. BTW voor deze fase.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad.
De Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het BestuursDecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Vervangt de tekst van artikel 1 van de bijlage "008 - GR_Goedkeuring-Lastvoorwaarden en gunningswijze " van het besluit 2022_GR_00047 door: "Verleent goedkeuring aan het bestek met nr. 150.W.1166 en de raming voor de opdracht “Restauratie Noordvleugel en conciërgegebouw - Sportcentrum De Koninklijke Stallingen (Fase 2)”, opgesteld door de ontwerper, de heer Arnout Fonck van Architectenbureau Felix & Partners bv, KBO nr. BE 0886.019.576, Kemmelbergstraat 2 te 8400 Oostende. Stelt de lastvoorwaarden vast zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming voor fase een en fase twee bedraagt 6.239.793,03 euro (excl. btw) of 7.550.149,57 euro (incl. 21 % btw) (1.310.356,54 euro Btw medecontractant). De raming voor fase twee bedraagt 3.397.418,13 euro (excl. btw) of 4.110.875,94 euro (incl. 21 % btw) (713.457,81 euro Btw medecontractant).
Keurt het erratum bestek en de aangepaste raming voor fase twee ten bedrage van 3.407.527,27 euro (excl. btw) of 4.123.108,00 euro (incl. 21 % btw) (715.580,73 euro Btw medecontractant) goed voor de opdracht 150.W.1166 'Restauratie Noordvleugel en conciërgegebouw - Sportcentrum de Koninklijke Stallingen (Fase 2)', opgesteld door mevrouw Lesley Sanders, dienst Ontwerp en Beheer Gebouwen.
Zie bijlage '010 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden'.
Zie bijlage '010 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden'.
Zie bijlage '010 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden'.
Keurt bijlage '010 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden' goed.
Zie bijlage "009-GR-Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf".
Zie bijlage "009-GR-Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf".
Zie bijlage "009-GR-Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf".
Keurt bijlage "009-GR-Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze.pdf" goed.
Zie bijlage "009-GR_Goedkeuring - Herhaling - Lastvoorwaarden.pdf".
Zie bijlage "009-GR_Goedkeuring - Herhaling - Lastvoorwaarden.pdf".
Zie bijlage "009-GR_Goedkeuring - Herhaling - Lastvoorwaarden.pdf".
Keurt bijlage "009-GR_Goedkeuring - Herhaling - Lastvoorwaarden.pdf" goed.
Overeenkomstig het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen werd volgende procedure gevolgd:
a) de bekendmaking werd aangeplakt en er werden geen bezwaren ingediend;
b) de Cultuurraad Oostende heeft binnen de gestelde termijn positief advies verleend.
Het College kan aan de Gemeenteraad voorstellen om de nieuwe naam, Provinciegeleedpad, definitief vast te stellen.
Op de Gemeenteraad van 21/02/2022 werd de procedure ingesteld om aan het pad dat werd aangelegd bovenop het Provinciegeleed, de naam Provinciegeleedpad toe te kennen.
Deze beslissing werd bekendgemaakt en er werden in deze periode geen bezwaarschriften ingediend.
De Cultuurraad verleende op 22/03/2022 een positief advies.
Artikels 42 en 43 van het Gemeentedecreet.
Het Decreet van 28 januari 1977 van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen.
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratieve toezicht op de gemeenten, inzonderheid op artikel 29.
De Gemeenteraad stelt de naam Provinciegeleedpad definitief vast.
Het domein van Duin en Zee is een verborgen parel in het duinengebied van Oosteroever.
Reeds meer dan 60 jaar is het domein de uitvalsbasis van de Speelpleinwerking en ondertussen ook de vaste stek van een aantal vrijetijds- en vormingsorganisaties.
Het Vrijetijdscentrum Duin en Zee is voor veel organisaties en verenigingen een vast stek om jaarlijks een activiteit of evenement te organiseren. Om deze sporadische verhuur op een efficiënte en vlotte manier te organiseren, is er een huishoudelijk reglement die de voorwaarden vastlegt. De dienst Jeugd staat in voor de praktische opvolging van deze voorwaarden.
Voorgesteld wordt om een aantal aanpassingen aan te brengen in het huishoudelijk reglement.
De Jeugdraad Oostende formuleerde een positief advies op het huishoudelijk reglement met enkele vragen en opmerkingen. De brief naar de Jeugdraad met feedback en verduidelijking rond hun opmerkingen werd in bijlage toegevoegd.
Gemeenteraadsbesluit 30 van 29 augustus 2014 houdende de aanpassing huishoudelijk reglement van Duin en Zee, 't Bosjoenk, Hangaar 1 en Elysée.
Keurt het huishoudelijk reglement Zaalverhuur Vrijetijdscentrum Duin en Zee goed.
Het decreet van 07 mei 2004 en de wijziging van 6 juli 2012 van het eredienstendecreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten bepaalt dat de eredienstenbesturen jaarlijks de rekening van het vorig dienstjaar moeten opmaken. Jaarlijks moet de gemeenteraad aan het Provinciebestuur West-Vlaanderen advies geven omtrent de jaarrekeningen van de erediensten bij het afsluiten van het boekjaar van een kerkfabriek.
Het eredienst bestuur van de Protestantse kerk diende op 16 maart 2022 de jaarrekening 2021 in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door eredienstbestuur Protestantse kerk werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van het eredienstbestuur is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Protestantse eredienst | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 1.140,28 | € 1.962,91 | € 8.870,95 | € 11.329,28 | €- | € 644,86 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 644,86.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Protestantse eredienst | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € - | € - | € - | € - | € - |
Opmerking: Er waren geen investeringen in 2021.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van het eredienstbestuur van de Protestantse kerk gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
Het decreet van 07 mei 2004 en de wijziging van 6 juli 2012 van het eredienstendecreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten bepaalt dat de eredienstenbesturen jaarlijks de rekening van het vorig dienstjaar moeten opmaken. Jaarlijks moet de gemeenteraad aan het Provinciebestuur West-Vlaanderen advies geven omtrent de jaarrekeningen van de erediensten bij het afsluiten van het boekjaar van een kerkfabriek.
Het eredienst bestuur van de Israëlitische gemeente diende op 17 maart 2022 de jaarrekening 2021 in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door het Israëlitische eredienstbestuur werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van het eredienstbestuur is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Synagoge | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 934,76 | € 52.789,23 | € 35.891 | € 49.719,13 | €- | € 39.895,86 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 39.895,86. De uitgaven voor de eredienst en de gebouwen van de eredienst zijn veel minder dan voorzien doordat geplande erediensten niet doorgegaan zijn omwille van corona.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Synagoge | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investeringsuitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 46.269,45 | € - | € - | € 46.269,45 | € |
Opmerking: De investeringen zijn in evenwicht.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van het eredienstbestuur van de Israëlitische Gemeente gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek Sint-Rafaël werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek Sint-Rafaël is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek Sint-Rafaël | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 888,40 | € 8.921,11 | € 16.340,45 | € 18.615,29 | €- | € 7.534,67 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 7.534,67. Door de coronamaatregelen zijn de exploitatieontvangsten en exploitatie-uitgaven lager dan gebudgetteerd vooral bij de gebruiksgoederen van de eredienst.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek Sint-Rafaël | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| €- | € - | € - | € - | € - |
Opmerking: Er waren geen investeringen in 2021.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek Sint-Rafaël gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek St.-Jozef werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek St.-Jozef is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek St.-Jozef | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 8.411,55 | € 73.084,89 | € 176.435,09 | € 221.604,14 | €- | € 36.327,39 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 36.327,39.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek St.-Jozef | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investeringsontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investeringsuitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 34.645,33 | € - 4.674,60 | € - | € 29.970,73 | € - |
Opmerking: De investeringen zijn in evenwicht.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek St.-Jozef gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek O.L.Vrouw Zandvoorde werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek O.L. Vrouw Zandvoorde is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek O.L. Vrouw Zandvoorde | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 1.250,56 | € 70.050,06 | € 53.178,45 | € 46.289,95 | €- | € 78.189,12 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 78.189,12. De kapitaal-en intrestaflossingen zijn lager dan gebudgetteerd doordat twee investeringen die voorzien waren in 2021 niet zullen uitgevoerd worden nl ' het intoneren van het orgel' en ' vervangen van de blaasturbine van de centrale verwarming' (niet nodig).
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek O.L. Vrouw Zandvoorde | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 6.377,91 | € - | € - | € 6.377,91 | € - |
Opmerking: De investeringen zijn in evenwicht.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek O.L.Vrouw Zandvoorde gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek Sint Antonius van Padua werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek Sint Antonius van Padua is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek Sint Antonius van Padua | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 10.019,90 | € 35.399,55 | € 91.333,05 | € 107.419,42 | € - | € 29.333,08 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 29.333,08.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
|
Kerkfabriek Sint Antonius van Padua |
Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 52.207,35 | € - | € - | € 52.207,35 | € - |
Opmerking: De investeringen zijn in evenwicht in 2021.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek Sint Antonius van Padua gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek Heilig Hart werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek Heilig Hart is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek Heilig Hart | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 16.630,98 | € 92.071,41 | € 73.391,67 | € 113.803,27 | € -3.045,23 | € 65.245,56 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 65.245,56. Er zijn exploitatieoverschotten bij 'verbruiksgoederen van de eredienst' en bij ' hoofdgebouw eredienst' vooral bij de nutsvoorzieningen.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek Heilig Hart | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 43.349,32 | € - | € 3.045,23 | € 13.894,55 | € 32.500 |
Opmerking: Er is een investeringsoverschot van € 32.500. Dit is door tussenkomst van 'erfgoed Vlaanderen'.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek Heilig Hart gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek Sint-Franciscus van Assisië werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek Sint-Franciscus van Assisië is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek Sint-Franciscus van Assisië | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 1.753,03 | € 47.343,98 | € 61.290,05 | € 67.506,35 | € | € 42.880,71 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 42.880,71. Er werd minder uitgegeven aan de eredienst en gebouwen van de eredienst dan gebudgetteerd.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
|
Kerkfabriek Sint-Fransciscus van Assisië |
Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 11.495 | € - | € - | € 11.495 | € - |
Opmerking: De investeringen zijn in evenwicht.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek Sint-Franciscus van Assisië gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek O.L. Vrouw Hemelvaart Mariakerke werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek O.L. Vrouw Hemelvaart Mariakerke is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek O.L. Vrouw Hemelvaart Mariakerke | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 41.265,84 | € 180.220,54 | € 78.765,35 | € 195.201,41 | €- | € 105.050,32 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 105.050,32. De aflossingen uit intresten en kapitaal zijn veel lager dan gebudgetteerd omdat er veel investeringen nog niet zijn aangevat. Voor het beheersplan voor de kerk OLV ter duinen wordt nog steeds gewacht op de goedkeuring.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek O.L. Vrouw Hemelvaart | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2020 | Overschot investeringen | |
| € 28.361,24 | € - 1.214,70 | € - | € 7.146,54 | € 20.000 |
Opmerking: Er is een investeringsoverschot van € 20.000 omdat er op 04/11/2021 een onverwachte toelage (€ 20.000) werd ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap voor restauratiewerken Duinenkerk .
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek O.L.Vrouw Hemelvaart Mariakerke gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek Sint-Katharina werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek Sint-Katharina is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek Sint-Katharina | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 28.819,44 | € 60.264,32 | € 82.969,73 | € 104.114,44 | €- | € 67.939,05 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 67.939,05. Door beperkte erediensten omwille van de coronamaatregelen is er minder budget gebruikt voor de eredienst. De nettolonen zijn lager dan gebudgetteerd door pensionering van een koster.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek Sint-Katharina | Ontvangsten | UitgavenD | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 2.423,03 | € - | € - | € 2.423,03 | € - |
Opmerking: De investeringen zijn in evenwicht.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek Sint-Katharina gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek St.-Anna werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek St.-Anna is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek St.-Anna | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 11.822,04 | € 86.350,89 | € 51.036,20 | € 69.360,42 | €- | € 79.848,71 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 79.848,71. De uitgaven voor de eredienst zijn veel lager dan gebudgetteerd omdat er minder vieringen waren door corona-maatregelen. Ook de uitgaven voor nutsvoorzieningen en onderhoud van de kerk waren lager dan gebudgetteerd.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek St.-Anna | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 41.674,91 | € 14.781,36 | € - | € 86.277,50 | € -29.821,23 |
Opmerking: Er is een investeringstekort van € 29.821,23. Er zijn voor drie investeringen (restauratie interieur noord, restauratie grafsteen en glasramen) facturen betaald maar nog geen doorgeefleningen aangevraagd.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek St.-Anna gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek St.-Petrus & Paulus werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek St.-Petrus & Paulus is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek St.-Petrus & Paulus | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 31.020,03 | € 126.297,15 | € 155.385,19 | € 249.721,97 | €- | € 62.980,40 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 62.980,40. De uitgaven voor de gebouwen van de eredienst zijn lager dan geraamd vooral bij de nutsvoorzieningen.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek St.-Petrus & Paulus | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 64.441,53 | € - 58.438,52 | € - | € 31.659,40 | € - 25.656,39 |
Opmerking: Er is een investeringstekort van € 25.656,39. Er zijn voor heel wat investeringen (onderhoud daken en goten, renovatie binneninrichting Kapucijnenkerk, herstellen sacramentsvaandel en vervangen van daken) facturen betaald maar geen doorgeefleningen aangevraagd.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek St.-Petrus & Paulus gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De eredienstbesturen zijn verplicht de jaarrekeningen voor 1 maart binnen te brengen bij het centraal kerkbestuur (CKB) waaronder zij ressorteren. Het CKB bezorgde de gebundelde jaarrekeningen van hun eredienstbesturen op 17 maart 2022 aan het stadsbestuur zoals afgesproken met het stadsbestuur in 2021 tijdens de overlegvergadering tussen het CKB en het stadsbestuur zoals decretaal vastgelegd. (Artikel 33 van het eredienst decreet)
Het CKB diende op 17 maart 2022 de jaarrekeningen van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken in via Religiopoint.
De rol van de gemeente beperkt zich niet meer tot het automatisch bijpassen van de tekorten van de kerkbesturen maar heeft nu inspraak bij de wijze van totstandkoming van deze tekorten. De gemeente is de overheid die in eerste instantie toeziet op de goede werking van de kerkbesturen.
De kerkbesturen zijn afzonderlijke openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid, met een eigen opdracht en met gevrijwaarde rechten maar moeten zich overeenkomstig hun publiekrechtelijk statuut steeds objectief kunnen verantwoorden ten opzichte van de toezichthoudende overheden en in het bijzonder de gemeenteoverheid.
De gewijzigde rol van de gemeente inzake financieel beheer van de kerkbesturen trad in werking op 1 januari 2007.
Na het overhandigen van de rekening beschikt de gemeenteraad over een termijn van 50 dagen om het advies naar de provinciegouverneur te sturen. Binnen 200 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen spreekt de provinciegouverneur zich uit over de goedkeuring van de rekening en stelt hij de bedragen vast.
De resultaten van de jaarrekeningen hebben een invloed op de exploitatie- en investeringstoelagen die de stad Oostende nu of in de toekomst betaalt.
Een gunstig advies wordt voorgesteld indien de jaarrekening voldoet aan de volgende kenmerken:
1. er zijn geen (grote) verschillen tussen het budget en de jaarrekening of ze worden gecompenseerd, zodat de stad geen extra financiële middelen zal moeten voorzien;
2. er is voldoende informatie beschikbaar om de rekening te beoordelen en de aansluiting kastoestand en de staat van vermogen na te kijken;
3. er is afdoende verantwoording voor aanzienlijke (meer)uitgaven of (minder)inkomsten; en
4. er geen onregelmatigheden gevonden zijn tijdens de reeks van steekproeven gedaan op de ingediende bewijsstukken zoals de facturen en onkostennota's.
De jaarrekening 2021, ingediend door de kerkfabriek St.-Jan Baptist werd nagezien en de documenten werden juist en volledig bevonden. Het exploitatie- en investeringsresultaat van de jaarrekening van de kerkfabriek St.-Jan Baptist is zoals hieronder aangegeven.
| Exploitatieresultaat | ||||||
| Kerkfabriek St.-Jan Baptist | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | |||
| Exploitatie ontvangsten 2021 | Overschot exploitatie 2020 | Exploitatie toelage 2021 | Exploitatie uitgaven 2021 | Overboeking naar investeringen | Overschot Exploitatie | |
| € 44.012,47 | € 141.528,95 | € 231.754,80 | € 256.923,18 | €- | € 160.373,04 |
Opmerking: Het exploitatieoverschot is € 160.373,04. Er is een grote vertraging van de investeringswerken door het uitblijven van een goedkeuring van het Vlaamse Gewest waardoor de leninglasten lager zijn dan gebudgetteerd. Voor de eredienst en gebouwen van de eredienst is er ook minder budget gebruikt.
Er wordt rekening gehouden met dit overschot bij de berekening van de toelage voor het jaar 2023.
| Investeringsresultaat | |||||
| Kerkfabriek St.-Jan Baptist | Ontvangsten | Uitgaven | Batig saldo/ Deficit | ||
| Investerings ontvangsten 2021 | Overschot/tekort investeringen 2020 | Overboeking van exploitatie | Investerings uitgaven 2021 | Overschot investeringen | |
| € 79.265,92 | € 9.280,74 | € - | € 89.992,12 | € -1.445,46 |
Opmerking: Er is een investeringstekort van € 1.445,46. Er zijn facturen betaald maar er is geen doorgeeflening aangevraagd.
Het decreet over het lokaal bestuur vermeldt in artikel 251 het volgende: "In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de financiering".
Artikel 571 (DLB) vermeldt dat "In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012, wordt een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 25/1. Een samenvoeging van gemeenten maakt een einde aan het bestaan van de centrale kerkbesturen van de samengevoegde gemeenten en aan het mandaat van alle leden van die centrale kerkbesturen. In de nieuwe gemeente wordt een nieuw centraal kerkbestuur opgericht.
Artikel 4/7 tot en met 4/10 zijn in die situatie van toepassing, met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de te behouden kerkfabriek" als "het nieuwe centraal kerkbestuur";
2° "de kerkfabrieken van de samengevoegde parochies" als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".
Artikels 260, 261 en 262 (DLB) i.v.m. de jaarrekening.
Voorheen in het gemeentedecreet van 23 januari 2009 betreffende het bijpassen van de tekorten, inzonderheid artikel 151§2- "Het exploitatiebudget is een financieel plan van de exploitatie van de gemeente. De gemeentelijke bijdragen aan de lokale besturen van de erkende erediensten, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is verplicht door de gemeenteraad in het exploitatiebudget op te nemen." De parlementaire voorbereiding bij dit decreet bepaalde uitdrukkelijk dat de uitgaven en kosten met betrekking tot de Rooms-Katholieke, Anglicaanse kerkfabrieken, de Israëlitische gemeenschap en de protestantse kerkfabriek, [...] moeten dus nog steeds opgenomen worden in het budget van de gemeente, overeenkomstig de geldende bepalingen.
Het eredienstendecreet van 7 mei 2004, gewijzigd door het decreet van 6 juli 2012 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende eredienstbesturen regelt de verplichtingen van de eredienstbesturen en de relaties met de overheden.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de Centrale Besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij het Besluit van 5 september 2008 en het Besluit van 14 december 2012, inzonderheid op de artikelen 39 t.e.m. 44.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, gewijzigd op 12 februari 2013.
Adviseert de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek St.-Jan Baptist gunstig, mits rekening te houden met de voormelde opmerkingen in de argumentatie.
Stuurt dit Besluit toe aan de Provinciegouverneur.
De ramingen van het budget moeten soms worden aangepast aan de realiteit. Een budgetwijziging die niet binnen de perken van het meerjarenplan blijft, moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor goedkeuring.
Conform het eredienstdecreet van 7 mei 2004, moeten de erediensten hun budgetwijziging bij het Centraal kerkbestuur binnenbrengen. De kerkfabriek Sint Franciscus heeft hun budgetwijziging ingediend via Religiopoint op 07 maart 2022 en de meerjarenplan aanpassing. Het CKB bezorgde vervolgens de budgetwijziging en de meerjarenplanwijziging van het eredienstbestuur gezamenlijk aan het stadsbestuur.
Met betrekking tot deze budgetwijziging 2022 en meerjarenplanwijziging heeft de bisschop van het bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan, gunstig advies gegeven op 02 maart 2022 via Religiopoint.
Een budgetwijziging en meerjarenplanwijziging moeten voorgelegd worden aan en goedgekeurd worden door de gemeenteraad in volgende gevallen:
1. De exploitatietoelage uit het oorspronkelijke meerjarenplan blijkt ontoereikend te zijn en moet verhoogd worden.
2. Men wil de gemaakte afspraken uit het oorspronkelijke meerjarenplan wijzigen.
3. De financieringswijze van een investering moet definitief gewijzigd worden.
4. Het totaal van de uitgaven van één van de hoofdfuncties van de investeringen volstaat niet voor de geplande investeringen en moet opgetrokken worden, behalve als de investering het gevolg is van verdisconteringen, of het gevolg van beleggingen die gecompenseerd worden door extra investeringsontvangsten, of het gevolg van de verschuiving van een investering van het ene naar het daaropvolgende boekjaar binnen hetzelfde meerjarenplan.
De exploitatietoelagen (MAR 900) van de hieronder vermelde Rooms-Katholieke kerkfabrieken evolueren als volgt in de budgetwijziging 2022:
| Exploitatietoelagen Stad | Budget 2022 | Verschil | BW 2022 (MAR 900) KF | MJP 2022 |
| Sint Franciscus | 70.182,13 € | - 12.257,99 € | 57.924,14 € | 97.339,90 € |
De exploitatietoelage daalt met € 12.257,99.
De investeringsrekeningen van de hieronder vermelde Rooms-Katholieke kerkfabrieken evolueren als volgt in de respectievelijke budgetwijzigingen van 2022:
| Kerkfabriek (doorgeeflening) | Budget 2022 | Wijziging | BW 2022 (MAR350) KF | MJP 2022 |
| Sint Franciscus | 4.665 € | 567.498,44 € | 572.163,44 € | 572.163,44 € |
Kerkfabriek Sint Franciscus
De scholengroep " de zeemeeuw" wil de basisschool Mariasteen, een afdeling van het Onze-Lieve-Vrouwecollege Oostende uitbreiden tot een volwaardige basisschool met kleuterafdeling en een volledige afdeling lagere school. De vraag werd gesteld aan de kerkfabriek Sint Franciscus of zij een deel van de kerk als bewegingsruimte en eetzaal ter beschikking kan stellen. Er werd positief op gereageerd en er zal 3/7 of 200 vierkante meter van het huidig kerkgebouwoppervlak ter beschikking gesteld worden. Om dit te realiseren is er door de kerkfabriek een doorgeeflening nodig van € 567.498,44. De scholengroep zal dit terugbetalen aan de kerkfabriek via een jaarlijkse huur. De € 500.000 is via artikel 24 overzetten van niet-gebruikt krediet van 2021 naar 2022.
Er is een bijkomend bedrag van € 67.498,44 nodig voor aanpassingswerken aan het kerkgedeelte.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 48-50.
Het Besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 12 en 22-24.
Keurt de budgetwijziging 2022 en meerjarenplanwijziging 2020-2025 goed van de kerkfabriek Sint Franciscus.
Geeft kennis van de goedkeuring aan de Provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur van de rooms-katholieke eredienst en het bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan.
Door de goedkeuring in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 25 april 2022 van het nieuwe reglement voor Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking dienen de reeds bestaande tegemoetkomingen en reglementen te worden opgeheven.
De reglementen met betrekking tot de “Tegemoetkoming Individueel Vervoer”, de “Tegemoetkoming vervoer vakantieverblijf personen met beperking” en de “Sociaalpedagogische toelage” dienen opgeheven te worden, omdat deze thematiek wordt opgenomen in het nieuwe reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking”. Dit nieuwe reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking” wordt voorgelegd ter goedkeuring aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op haar zitting aansluitend aan de zitting van de Gemeenteraad op 25 april 2022. Door een beleidsbeslissing werd deze bevoegdheid overgeheveld naar de diensten van het OCMW, wat maakt dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn bevoegd is.
Artikel 40-41 Decreet Lokaal Bestuur
Heft het reglement “Tegemoetkoming Individueel Vervoer” op onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring van het reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking” door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. De opheffing gaat in vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking”.
Heft het reglement “Tegemoetkoming vervoer vakantieverblijf personen met een beperking” op onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring van het reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking” door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. De opheffing gaat in vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking”.
Heft het reglement “Sociaalpedagogische toelage” op onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring van het reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking” door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. De opheffing gaat in vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe reglement “Mobiliteits- en ondersteuningspremie voor personen met een beperking.
De Ombudspersoon behandelt klachten bij mogelijk onbehoorlijk optreden van volgende rechtspersonen en hun diensten: Stad Oostende, het OCMW, de Lokale Politie, de autonome gemeentebedrijven en de extern verzelfstandigde agentschappen.
De Ombudspersoon is onafhankelijk en onpartijdig en staat zo garant voor een objectieve, neutrale en vertrouwelijke behandeling van tweedelijnsklachten. De Ombudspersoon beschikt over een onderzoeks-, beoordelings- en aanbevelingsbevoegdheid.
Jaarlijks, vóór eind mei, rapporteert de Ombudsvrouw aan de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn over haar werkzaamheden.
Besluit 5 Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 februari 2020 tot goedkeuring van het Reglement op de Ombudsfunctie.
Besluit 362 Algemeen directeur van 28 april 2020 tot goedkeuring van de procedure in het kader van de tweedelijnsklachtenbehandeling.
Bestluit 27 Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 28 september 2020 tot goedkeuring van de Werkingsprincipes van de Ombudsdienst.
De Gemeenteraad neemt kennis van het jaarverslag 2021 van de Ombudsdienst.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer Ulf Istas diende op 20 maart 2022 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende met volgende vragen:
Waarom is de verblijfsbelasting niet berekend op basis van het kadastraal inkomen?
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 08 april 2022:
Op de vraag waarom de belasting op de tweede verblijven niet kan berekend worden op basis van het kadastraal inkomen, verwijst de dienst Belastingen naar de omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit (KB/ABB 2019/2) van de Vlaamse Regering.
In deze omzendbrief kan een belasting op de tweede verblijven worden geheven op het eigendom of het gebruiksrecht van het tweede verblijf. De gemeentebelasting mag niet berekend worden op het kadastraal inkomen of enige andere belastbare grondslag van de in artikel 464, 1° WIB 1992 genoemde inkomstenbelasting.
Het Agentschap Wonen Vlaanderen verwijst ook naar een arrest van de Raad van State van 18 maart 2003 waardoor het kadastraal inkomen geen grondslag mag vormen voor een gemeentelijke belasting.
De belasting op de tweede verblijven heeft ook niks te maken met de grootte of de ligging van het tweede verblijf. Zowel de inwoners als tweedeverblijvers van Oostende maken gebruik van de gemeentelijke infrastructuur, de dienstverlening en het openbaar domein. De belasting op de tweede verblijven dient onder andere voor het uitvoeren van ingrijpende infrastructuurwerken in de stad en het op peil houden van het comfort (bijvoorbeeld door dienstverlening zoals het ophalen van huisvuil en het onderhoud straten en parken) voor de inwoners en de tweedeverblijvers.
Stad Oostende levert belangrijke financiële inspanningen om een kwaliteitsvolle dienstverlening aan te bieden en om het openbaar domein en de gemeentelijke infrastructuur te onderhouden.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer Ulf Istas van 20 maart 2022, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, over tweedeverblijfstaks.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 08 april 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_01855):
Op de vraag waarom de belasting op de tweede verblijven niet kan berekend worden op basis van het kadastraal inkomen, verwijst de dienst Belastingen naar de omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit (KB/ABB 2019/2) van de Vlaamse Regering.
In deze omzendbrief kan een belasting op de tweede verblijven worden geheven op het eigendom of het gebruiksrecht van het tweede verblijf. De gemeentebelasting mag niet berekend worden op het kadastraal inkomen of enige andere belastbare grondslag van de in artikel 464, 1° WIB 1992 genoemde inkomstenbelasting.
Het Agentschap Wonen Vlaanderen verwijst ook naar een arrest van de Raad van State van 18 maart 2003 waardoor het kadastraal inkomen geen grondslag mag vormen voor een gemeentelijke belasting.
De belasting op de tweede verblijven heeft ook niks te maken met de grootte of de ligging van het tweede verblijf. Zowel de inwoners als tweedeverblijvers van Oostende maken gebruik van de gemeentelijke infrastructuur, de dienstverlening en het openbaar domein. De belasting op de tweede verblijven dient onder andere voor het uitvoeren van ingrijpende infrastructuurwerken in de stad en het op peil houden van het comfort (bijvoorbeeld door dienstverlening zoals het ophalen van huisvuil en het onderhoud straten en
parken) voor de inwoners en de tweedeverblijvers.
Stad Oostende levert belangrijke financiële inspanningen om een kwaliteitsvolle dienstverlening aan te bieden en om het openbaar domein en de gemeentelijke infrastructuur te onderhouden.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer Ulf Istas hiervan op de hoogte te brengen.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer René Wyffels diende op 15 maart 2022 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende met volgende vragen:
Hoe verklaart het Stadsbestuur de meest negatieve waarneming?
Welke maatregelen zal het Stadbestuur nemen om de zichtbaarheid van de wijkagenten zoals reeds aangekondigd te verbeteren?
Wil het Stadsbestuur samen met de korpschef van de lokale politie Oostende ons voorstel bespreken om de zichtbaarheid en/of identificeerbaarheid van de wijkagenten te vergroten? Zoals door een "sticker" op het voertuig?
Wij vernemen dat de toestroom naar de wijkkantoren binnen de verschillende diensten bij de lokale politie Oostende moeilijk verloopt. Welke maatregelen zal het Stadsbestuur nemen om de functie "wijkagent" binnen het korps aantrekkelijker te maken?
Werden inmiddels alle vacatures voor de functie "wijkagent" inmiddels ingevuld?
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 15 april 2022:
Hoe verklaart het Stadsbestuur de meest negatieve waarneming?
Deze ‘negatieve waarneming’ is helemaal niet wetenschappelijk onderbouwd. De conclusies zijn dat evenmin. De reorganisatie van onze wijkpolitie is nog volop aan de gang. Kritieke succesfactoren zijn onder meer de ingebruikname van nieuwe wijkkantoren en de rekrutering van extra medewerkers. Het is onmogelijk om nu al conclusies te trekken over iets dat nog volop uitgerold wordt.
Welke maatregelen zal het Stadbestuur nemen om de zichtbaarheid van de wijkagenten zoals reeds aangekondigd te verbeteren?
Om zowel de bereikbaarheid als de zichtbaarheid van de wijkinspecteurs te verbeteren werden reeds in 2021 enkele ingrijpende, voelbare en zichtbare maatregelen genomen. De reorganisatie van de wijkpolitie overstijgt het cliché-denken rond het aantal wijkagenten dat je al dan niet in de wijk ziet rondwandelen. ‘Zichtbaarheid’ is niet hetzelfde als ‘bereikbaarheid’ en ‘aanspreekbaarheid’.
Wil het Stadsbestuur samen met de korpschef van de lokale politie Oostende ons voorstel bespreken om de zichtbaarheid en/of identificeerbaarheid van de wijkagenten te vergroten? Zoals door een "sticker" op het voertuig?
De aanspreekbaarheid verhoogt door verplaatsingen in de wijk zoveel mogelijk te voet of per fiets te maken. Investeren in stickers op dienstvoertuigen staat haaks op dat principe.
Welke maatregelen zal het Stadsbestuur nemen om de functie "wijkagent" binnen het korps aantrekkelijker te maken?
Om vacatures extra te belichten werden zowel interne als externe rekruteringssites gebruikt.
Werden inmiddels alle vacatures voor de functie "wijkagent" inmiddels ingevuld?
Er staan meerdere vacatures open, zowel voor agenten als voor inspecteurs. De interesse is niet uitgebleven maar alle vacatures invullen is ook afhankelijk van andere factoren waaronder de opleidingen in de politieschool.
De Lokale Politie Oostende zet zich keihard in om van de vooropgestelde reorganisatie van de wijkpolitie een succes te maken. Een échte en globale evaluatie – op een wetenschappelijk verantwoorde manier – zal pas over een paar jaar mogelijk zijn. Ondertussen zet de politie de noodzakelijke stappen en realiseert ze reeds verschillende quick wins.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer René Wyffels van 15 maart 2022, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, over wijkpolitie.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 15 april 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_02048):
Hoe verklaart het Stadsbestuur de meest negatieve waarneming?
Deze ‘negatieve waarneming’ is helemaal niet wetenschappelijk onderbouwd. De conclusies zijn dat evenmin. De reorganisatie van onze wijkpolitie is nog volop aan de gang. Kritieke succesfactoren zijn onder meer de ingebruikname van nieuwe wijkkantoren en de rekrutering van extra medewerkers. Het is onmogelijk om nu al conclusies te trekken over iets dat nog volop uitgerold wordt.
Welke maatregelen zal het Stadbestuur nemen om de zichtbaarheid van de wijkagenten zoals reeds aangekondigd te verbeteren?
Om zowel de bereikbaarheid als de zichtbaarheid van de wijkinspecteurs te verbeteren werden reeds in 2021 enkele ingrijpende, voelbare en zichtbare maatregelen genomen. De reorganisatie van de wijkpolitie overstijgt het cliché-denken rond het aantal wijkagenten dat je al dan niet in de wijk ziet rondwandelen. ‘Zichtbaarheid’ is niet hetzelfde als ‘bereikbaarheid’ en ‘aanspreekbaarheid’.
Wil het Stadsbestuur samen met de korpschef van de lokale politie Oostende ons voorstel bespreken om de zichtbaarheid en/of identificeerbaarheid van de wijkagenten te vergroten? Zoals door een "sticker" op het voertuig?
De aanspreekbaarheid verhoogt door verplaatsingen in de wijk zoveel mogelijk te voet of per fiets te maken. Investeren in stickers op dienstvoertuigen staat haaks op dat principe.
Welke maatregelen zal het Stadsbestuur nemen om de functie "wijkagent" binnen het korps aantrekkelijker te maken?
Om vacatures extra te belichten werden zowel interne als externe rekruteringssites gebruikt.
Werden inmiddels alle vacatures voor de functie "wijkagent" inmiddels ingevuld?
Er staan meerdere vacatures open, zowel voor agenten als voor inspecteurs. De interesse is niet uitgebleven maar alle vacatures invullen is ook afhankelijk van andere factoren waaronder de opleidingen in de politieschool.
De Lokale Politie Oostende zet zich keihard in om van de vooropgestelde reorganisatie van de wijkpolitie een succes te maken. Een échte en globale evaluatie – op een wetenschappelijk verantwoorde manier – zal pas over een paar jaar mogelijk zijn. Ondertussen zet de politie de noodzakelijke stappen en realiseert ze reeds verschillende quick wins.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer René Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer René Wyffels diende op 09 april 2022 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende met volgende vragen:
Is het Stadsbestuur willens, de kinderen die gebruik maken van de speelpleinwerking te voorzien van gezonde voeding?
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 15 april 2022:
De Speelpleinwerking biedt kinderen en ouders steeds de keuze: (vegetarische) warme maaltijd, eigen lunchpakket of ‘s middags thuis eten. De warme maaltijd is steeds inbegrepen in de deelnameprijs. Deze keuze is mogelijk voor alle locaties en onderdelen van de Speelpleinwerking, met uitzondering van de Tierwerking wegens praktische, organisatorische en infrastructurele redenen:
- De Tienerwerking bevindt zich op een afzonderlijke locatie van de Speelpleinwerking (Scoutslokaal De Jolle), die op maat van de groep als clublokaal gebruik wordt. Het lokaal is volgens de normen van HACCP (regelgeving voedselveiligheid) niet geschikt om warme voeding te serveren.
- De Tienerwerking speelt zo veel mogelijk in op de vrijetijdsvragen van de jongeren en is vaak op daguitstap, waarbij warme maaltijden niet mogelijk zijn.
- Uit vroegere ervaring werd opgemerkt dat jongeren veel minder vaak kozen voor een warme maaltijd. Het aantal maaltijden zou zeer beperkt zijn. Ook een aantal middelbare scholen stopte voor deze reden met het aanbieden van warme maaltijden.
Voor de levering van de maaltijden doet de Stad een beroep op een externe traiteur, waarbij een aantal kwalitatieve bepalingen werden opgenomen zoals:
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer René Wyffels van 09 april 2022, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, over de Speelpleinwerking..
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 15 april 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_02047):
De Speelpleinwerking biedt kinderen en ouders steeds de keuze: (vegetarische) warme maaltijd, eigen lunchpakket of ‘s middags thuis eten. De warme maaltijd is steeds inbegrepen in de deelnameprijs. Deze keuze is mogelijk voor alle locaties en onderdelen van de Speelpleinwerking, met uitzondering van de Tierwerking wegens praktische, organisatorische en infrastructurele redenen:
- De Tienerwerking bevindt zich op een afzonderlijke locatie van de Speelpleinwerking (Scoutslokaal De Jolle), die op maat van de groep als clublokaal gebruik wordt. Het lokaal is volgens de normen van HACCP (regelgeving voedselveiligheid) niet geschikt om warme voeding te serveren.
- De Tienerwerking speelt zo veel mogelijk in op de vrijetijdsvragen van de jongeren en is vaak op daguitstap, waarbij warme maaltijden niet mogelijk zijn.
- Uit vroegere ervaring werd opgemerkt dat jongeren veel minder vaak kozen voor een warme maaltijd. Het aantal maaltijden zou zeer beperkt zijn. Ook een aantal middelbare scholen stopte voor deze reden met het aanbieden van warme maaltijden.
Voor de levering van de maaltijden doet de Stad een beroep op een externe traiteur, waarbij een aantal kwalitatieve bepalingen werden opgenomen zoals:
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer René Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38, 1ste lid, 11°, 12° en 13°
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38, 2de lid
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 41, 2de lid, 1°
Tijdens de gemeenteraadszitting van 24 juni 2019 werd het huishoudelijk reglement voor de legislatuur 2019-2024 goedgekeurd, dit werd voor het laatst gewijzigd in de gemeenteraadszitting van 25 januari 2021.
Bij decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten wat betreft de versterking van de lokale democratie werd in het Decreet Lokaal Bestuur een mogelijkheid ingeschreven om hybride of digitaal te vergaderen. Het lokaal bestuur is vrij om in deze mogelijkheid te voorzien maar moet dit vastleggen in het huishoudelijk reglement.
In het kader van de aanpassing van het Decreet Lokaal Bestuur, wordt zodoende het Huishoudelijk Reglement aangepast opdat digitale en hybride vergaderingen kunnen doorgaan.
Fysiek vergaderen blijft voor de Gemeenteraad de algemene regel. Er worden echter een aantal uitzonderlijke situaties bepaald waarin fysiek vergaderen niet mogelijk wordt geacht. In die uitzonderlijke gevallen wordt voorzien dat de gemeenteraadszittingen digitaal of hybride kunnen plaatsvinden. Het betreft volgende situaties:
- wanneer er een federale, regionale of plaatselijke crisissituatie is;
- wanneer de raadszaal onverwacht fysiek niet toegankelijk is en er niet tijdig een valabel alternatief kan worden voorzien;
- wanneer er dringend een noodzakelijke beslissing van de raad nodig is en een bijzondere meerderheid van 2/3den van de raadsleden daarmee vooraf akkoord gaat.
De vergaderingen van de raadscommissies kunnen steeds hybride plaatsvinden. Daarnaast kunnen de raadscommissies enkel digitaal vergaderen in de hieronder vermelde uitzonderlijke omstandigheden:
- wanneer er een federale, regionale of plaatselijke crisissituatie is;
- wanneer de raadszaal onverwacht fysiek niet toegankelijk is én er niet tijdig een valabel alternatief kan worden voorzien;
- wanneer er dringend een noodzakelijke beslissing van de raad nodig is en een bijzondere meerderheid van 2/3den van de raadsleden daarmee vooraf akkoord gaat.
Ook wordt bepaald dat indien er een livestream is van de raadscommissies, deze de verslagen vervangt.
Deze aanpassingen brengen wijzigingen mee voor het Huishoudelijk Reglement. In het Huishoudelijk Reglement worden vier nieuwe artikels bijgeplaatst om het digitaal en hybride vergaderen te kaderen. De aanpassingen zijn in het geel gemarkeerd.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 37 § 5 en artikel 38, eerste lid, 11°, 12° en 13°.
Keurt het gewijzigde huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad voor de legislatuur 2019-2024, zoals opgenomen in bijlage 'Huishoudelijk reglement GR - gewijzigd 2021.04.25', goed.
Burgemeesterbesluiten opgemaakt door de dienst Wonen.
Conformiteitsattesten opgemaakt door de dienst Wonen.
Processen-Verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering opgemaakt door Agentschap Wonen-Vlaanderen.
Burgemeesterbesluit van 04 maart 2022, houdende de ongeschiktverklaring van een woning gelegen Gerststraat 128 (0101), eerste en tweede verdieping (duplex).
Burgemeesterbesluit van 04 maart 2022, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de kamerwoningen gelegen Torhoutsesteenweg 173 (0302-0303-0304) op de derde verdieping rechts.
Burgemeesterbesluit van 04 maart 2022, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Frère-Orbanstraat 45 (0202), eerste verdieping achteraan.
Burgemeesterbesluit van 11 maart 2022, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Manitobalaan 50 (0101), eerste verdieping links.
Conformiteitsattest van 11 maart 2022 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Kaïrostraat 33, gelijkvloerse verdieping.
Conformiteitsattest van 09 maart 2022 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Stuiverstraat 18 (0001), verhoogd gelijkvloerse verdieping.
Conformiteitsattest van 09 maart 2022 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Stuiverstraat 18 (0101), eerste verdieping duplex met tweede verdieping.
Burgemeesterbesluit van 18 maart 2022, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Alfons Pieterslaan 45 (0201), duplex tweede en derde verdieping.
Burgemeesterbesluit van 18 maart 2022, houdende de ongeschiktverklaring van de eengezinsswoning gelegen Vredestraat 15.
Burgemeesterbesluit van 18 maart 2022, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Torhoutsesteenweg 295 0001, gelijkvloerse verdieping recht.
Burgemeesterbesluit van 15 maart 2022, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woningen gelegen Rietstraat 10, eerste verdieping (0101), tweede verdieping links (0201) en derde verdieping rechts (0302).
Conformiteitsattest van 07 maart 2022 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Leffingestraat 152A (0102), duplex eerste en tweede verdieping.
Conformiteitsattest van 14 maart 2022 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Meeuwenlaan 40 (0301), tweeslaapkamerappartement.
Burgemeesterbesluit van 22 maart 2022, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Aartshertogstraat 64 (0301), derde verdieping.
Burgemeesterbesluit van 22 maart 2022, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Ieperstraat 22 (0302), derde verdieping.
Proces-verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering van 29 maart 2022 over de woningen gelegen Nieuwlandstraat 44 (0001 en 0101).
Burgemeesterbesluit van 18 maart 2022, houdende de overbewoondverklaring van de woning gelegen Euphrosina Beernaertstraat 94 (0401), vierde verdieping.
Burgemeesterbesluit van 25 maart 2022, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de eengezinswoning gelegen Epsomlaan 19.
Burgemeesterbesluit van 25 maart 2022, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Romestraat 8 (0201), tweede verdieping.
Burgemeesterbesluit van 25 maart 2022, houdende de ongeschiktverklaring van de woningen gelegen Nieuwpoortsesteenweg 369 (0001, 0101, 0201, 0301), sous-sol, verhoogd gelijkvloerse verdieping, eerste en tweede verdieping.
Burgemeestersbesluiten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Conformiteitsattesten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Processen-verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Neemt kennis van de mededelingen.