Rond kerstdag werd de beslissing genomen om de kerstmarkt, winter in het park (Leopoldpark) en christmas village (vissersplein) aan te passen omwille van de nieuwe maatregelen genomen door het overlegcomité. Zo’n 50 standhouders kregen te horen dat ze dicht moesten. De schaatspiste in open lucht bleef open, wat een goede zaak is, maar ook een aantal overdekte inrichtingen in een buitenevenement mochten wel open blijven. De organisator, Quinten Goekint stelde in de krant : "Het is heel onfair dat de regels veranderen tijdens dat het spel gespeeld wordt. Hadden we dit geweten voor we open gingen, waren we er natuurlijk nooit aan begonnen". Burgemeester Tommelein zei dan weer in de krant "Men heeft het de organisatoren zodanig moeilijk gemaakt dat het praktisch niet meer haalbaar is om het te organiseren" en ook "Ik ben er niet van overtuigd dat dit een goede maatregel is. Mensen zullen toch naar zee komen, op de dijk wandelen, naar de winkels gaan... Men verschuift de problemen eigenlijk." Eind november schrapte Gent de kerstmarkt , en dan stelde diezelfde Quinten Goekint al dat het een drama was voor de standhouders en dat het zonder steun niet te redden valt. In dezelfde periode werd in Oostende beslist om een aantal zaken niet te laten doorgaan zoals het vuurwerk op oudejaarsavond. Daarnaar gevraagd stelde de Burgemeester dat de organisatoren gezien de onzekerheid opteerden om de investeringen niet te doen.
Quinten Goekint maakte uiteindelijk op Kerstavond en in de krant bekend dat hij samen met de burgemeester de beslissing tot sluiting nam van de standje op de kerstevenementen in onze stad. Deze manier van werken roept minstens een aantal heel pertinente vragen op:
Waarom moeten 50 standhouders hun stand, te bezoeken in open lucht, sluiten en mogen twee andere standhouders, in casu Bärenhutte en Ice-bar, wel openblijven ondanks dat net zij wel met overdekking werken?
Hoe verhoudt dit zich tot de maatregel voor buitenevenementen van het overlegcomité om crowding te voorkomen? zijnde :
Algemeen verbod op gebruik van tenten en andere overdekte ruimtes voor bezoekers op evenementen
Maximaal één bezoeker per 4 vierkante meter
Vanaf 100 bezoekers een eenrichtingscirculatieplan met gescheiden in en uitgang
Uit deze maatregelen blijkt duidelijk dat het veel logischer en correcter was geweest om net de standen, te bezoeken in open lucht, en waarbij de beide ingangen van vandaag gesplitst worden als in- en uitgang, wél open te houden, en de overdekte inrichtingen te sluiten. Waarom werd dit niet gedaan?
De standhouders hebben bovendien standgeld betaald aan de organisator: zal de organisator, naast een terechte oproep voor steun van de overheid, een gedeelte van het standgeld terugbetalen aan de standhouders a rato van de gesloten periode? Hoeveel bedraagt het standgeld op vandaag op de verschillende kerstevenementen in Oostende? Welke afspraken werden gemaakt met de standhouders in voorkomend geval van nieuwe coronamaatregelen?
Stad Oostende oordeelde om een aantal inrichtingen te laten doorgaan terwijl veel andere steden en gemeenten én ondernemers dat op hetzelfde moment niet deden gezien de omstandigheden van de pandemie. De burgemeester blijft deze beslissing verdedigen. Dus mogen we er logischerwijs van uit gaan dat de Stad Oostende de nodige budgetten heeft voorzien en afspraken heeft gemaakt met haar ondernemers om schade te vergoeden indien de federale maatregelen verstrengen?
Indien noch de Stad, noch de organisator van de kerstevenementen zelf, compensaties heeft voorzien, waarom zijn het dan net deze twee partners die beslissen tot de sluiting en tot het niet organiseren van het mogelijke alternatief? Maakt het eigenbelang, waarbij de eigen inrichting van de organisator openblijft, het niet bijzonder onkies om dit op deze manier te beslissen?