Toelichting: De stad dient te kunnen communiceren met al haar burgers, dus ook doven.
Vragen:
1) Is het onthaal robotje Pepper de Nederlandse doventaal machtig ?
2) Wordt de doventaal ook aangeleerd bij enkele leden van het stadspersoneel om aldus met doven te kunnen communiceren ?
3) Kan onderzocht worden of de livestream van de gemeenteraad kan begeleid worden met de doventaal simultaan of achteraf ?
Rond kerstdag werd de beslissing genomen om de kerstmarkt, winter in het park (Leopoldpark) en christmas village (vissersplein) aan te passen omwille van de nieuwe maatregelen genomen door het overlegcomité. Zo’n 50 standhouders kregen te horen dat ze dicht moesten. De schaatspiste in open lucht bleef open, wat een goede zaak is, maar ook een aantal overdekte inrichtingen in een buitenevenement mochten wel open blijven. De organisator, Quinten Goekint stelde in de krant : "Het is heel onfair dat de regels veranderen tijdens dat het spel gespeeld wordt. Hadden we dit geweten voor we open gingen, waren we er natuurlijk nooit aan begonnen". Burgemeester Tommelein zei dan weer in de krant "Men heeft het de organisatoren zodanig moeilijk gemaakt dat het praktisch niet meer haalbaar is om het te organiseren" en ook "Ik ben er niet van overtuigd dat dit een goede maatregel is. Mensen zullen toch naar zee komen, op de dijk wandelen, naar de winkels gaan... Men verschuift de problemen eigenlijk." Eind november schrapte Gent de kerstmarkt , en dan stelde diezelfde Quinten Goekint al dat het een drama was voor de standhouders en dat het zonder steun niet te redden valt. In dezelfde periode werd in Oostende beslist om een aantal zaken niet te laten doorgaan zoals het vuurwerk op oudejaarsavond. Daarnaar gevraagd stelde de Burgemeester dat de organisatoren gezien de onzekerheid opteerden om de investeringen niet te doen.
Quinten Goekint maakte uiteindelijk op Kerstavond en in de krant bekend dat hij samen met de burgemeester de beslissing tot sluiting nam van de standje op de kerstevenementen in onze stad. Deze manier van werken roept minstens een aantal heel pertinente vragen op:
Waarom moeten 50 standhouders hun stand, te bezoeken in open lucht, sluiten en mogen twee andere standhouders, in casu Bärenhutte en Ice-bar, wel openblijven ondanks dat net zij wel met overdekking werken?
Hoe verhoudt dit zich tot de maatregel voor buitenevenementen van het overlegcomité om crowding te voorkomen? zijnde :
Algemeen verbod op gebruik van tenten en andere overdekte ruimtes voor bezoekers op evenementen
Maximaal één bezoeker per 4 vierkante meter
Vanaf 100 bezoekers een eenrichtingscirculatieplan met gescheiden in en uitgang
Uit deze maatregelen blijkt duidelijk dat het veel logischer en correcter was geweest om net de standen, te bezoeken in open lucht, en waarbij de beide ingangen van vandaag gesplitst worden als in- en uitgang, wél open te houden, en de overdekte inrichtingen te sluiten. Waarom werd dit niet gedaan?
De standhouders hebben bovendien standgeld betaald aan de organisator: zal de organisator, naast een terechte oproep voor steun van de overheid, een gedeelte van het standgeld terugbetalen aan de standhouders a rato van de gesloten periode? Hoeveel bedraagt het standgeld op vandaag op de verschillende kerstevenementen in Oostende? Welke afspraken werden gemaakt met de standhouders in voorkomend geval van nieuwe coronamaatregelen?
Stad Oostende oordeelde om een aantal inrichtingen te laten doorgaan terwijl veel andere steden en gemeenten én ondernemers dat op hetzelfde moment niet deden gezien de omstandigheden van de pandemie. De burgemeester blijft deze beslissing verdedigen. Dus mogen we er logischerwijs van uit gaan dat de Stad Oostende de nodige budgetten heeft voorzien en afspraken heeft gemaakt met haar ondernemers om schade te vergoeden indien de federale maatregelen verstrengen?
Indien noch de Stad, noch de organisator van de kerstevenementen zelf, compensaties heeft voorzien, waarom zijn het dan net deze twee partners die beslissen tot de sluiting en tot het niet organiseren van het mogelijke alternatief? Maakt het eigenbelang, waarbij de eigen inrichting van de organisator openblijft, het niet bijzonder onkies om dit op deze manier te beslissen?
Via de pers werd melding gemaakt van onlangs gevoerde afzonderlijke gesprekken door de aangestelde bemiddelaar met de Stad Oostende en de Het Blauwe Kruis van de kust vzw.
Vragen:
1) Wat is het resultaat van deze afzonderlijke gesprekken ?
2) Wanneer gaan beide partijen samen aan tafel zitten om een oplossing in dit dossier te verwezenlijken ?
Dit dossier sleept al aan sinds de gemeenteraad van december 2020 waar de concessie voor de exploitatie van openbare toiletten werd goedgekeurd door de meerderheid. Op 26 februari 2021 werd de concessie verleend aan één concessionaris die toestemming kreeg om bijna alle toiletten te mogen uitbaten.
Vorige maand december 2021 werd het nieuws meegedeeld dat diezelfde concessionaris failliet werd verklaard.
Vandaar volgende vragen:
Na het overlegcomité van 22/12/2021 werd beslist om de kerstmarkt op het vissersplein alsook de kersmarkt in het Leopoldpark te sluiten. Met uitzondering dan van de schaatspiste en 2 overdekte aangelegenheden. Hierbij hebben wij enkele vragen:
1. Waarom werd beslist om deze kerstmarkten in buitenlucht te sluiten terwijl in andere steden en gemeenten wel kerstmarkten konden doorgaan?
2. Hoe staaft u de beslissing om in tijden waar gevraagd wordt zoveel mogelijk buiten te organiseren, de buitenactiviteit worden gesloten en de binnenactiviteiten werden opengehouden?
3: Zullen de getroffen handelaars gecompenseerd worden voor hun gemaakte kosten en verloren inkomsten? Zoja, zal dit vergoed worden door de organisator of door de stad?
Met betrekking tot de aanhouding van een minderjarig meisje van 14 jaar waarbij een agent het meisje een vuistslag toedient had ik graag volgende vragen gesteld:
1. Wat is daar precies gebeurd tijdens deze aanhouding? 2. Is deze manier van aanhouding toegelaten bij een minderjarige? 3. Werd de agent in kwestie aangesproken over de manier van aanhouding? 4. Werden er maatregelen genomen na dit incident door de lokale politie?
Overeenkomstig artikel 13 DLB dient de gemeenteraad akte te nemen van het ontslag van gemeenteraadsleden.
Artikel 13 DLB
Mevrouw Vanessa Brysse, gemeenteraadslid, heeft per e-mail op 10 januari 2022 de Voorzitter van de Gemeenteraad op de hoogte gebracht dat zij ontslag wenst te nemen als gemeenteraadslid.
Neemt akte van het ontslag als gemeenteraadslid van mevrouw Vanessa Brysse.
De eerste tweede opvolgers, de heren Kristof Gesquire en Ralph Deroo hebben meegedeeld dat zij het mandaat van gemeenteraadslid niet wensen op te nemen.
De derde opvolger, de heer Werner Verbiest, heeft meegedeeld dat hij het mandaat van gemeenteraadslid wenst op te nemen.
Overeenkomstig artikel 14 Decreet Lokaal Bestuur worden de geloofsbrieven van de heer Werner Verbiest onderzocht. Er wordt vastgesteld dat de betrokkene aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en niet verkeert in een geval van onverenigbaarheid.
De geloofsbrieven worden goedgekeurd en de betrokkene wordt geïnstalleerd als werkend gemeenteraadslid, na de eed te hebben afgelegd.
Artikel 13 -14 Decreet Lokaal Bestuur
Mevrouw Vanessa Brysse, gemeenteraadslid, heeft op 10 januari 2022 de Voorzitter van de Gemeenteraad op de hoogte gebracht dat zij ontslag neemt als gemeenteraadslid.
Overeenkomstig artikel 14 Decreet Lokaal Bestuur wordt zij vervangen door haar opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 08 juli 2011.
Keurt de geloofsbrieven van de heer Werner Verbiest goed.
De heer Werner Verbiest komt ter vergadering en legt de eed af in handen van de heer Wouter De Vriendt, voorzitter van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad maakt akte van de eedaflegging en verklaart de heer Werner Verbiest aangesteld als gemeenteraadslid.
Art. 72 § 2 van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Art. 7 van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone.
De gemeenteraad heeft de begroting dienstjaar 2022 vastgesteld op 25 oktober 2021. Het besluit van de gemeenteraad werd op 8 november 2021 overgemaakt aan gouverneur van de provincie West-Vlaanderen. In het kader van het specifiek bijzonder toezicht heeft de gouverneur de begroting 2022 goedgekeurd. Het besluit van de gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen van 26 november 2021 wordt meegedeeld aan de gemeenteraad.
Volgens artikel 2 van het besluit van de gouverneur wordt een afschrift bezorgd aan de heer Bart Tommelein, burgemeester-voorzitter van de politiezone Oostende, ter mededeling aan de gemeenteraad.
Art 71 tot 75 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestuctureerd op twee niveaus.
Art 5 tot en met 15 van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone.
Neemt kennis van het besluit van 26 november 2021 van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
Bij de vergelijking tussen het aantal betrekkingen voorzien in de formatie en de reële bezetting in FTE's komt naar voor dat er:
De gemeenteraad is bevoegd om de open betrekkingen vacant te verklaren, alsook om de selectiemodaliteiten vast te leggen.
Voor wat betreft de samenstelling van de selectiecommissie voor de bovenstaande vacatures zijn de artikelen VI.II.41, VI.II.44, VI.II.61 en VI.II.63 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten van toepassing.
De Gemeenteraad is bevoegd om deze selectiecommissies samen te stellen.
De Nieuwe Gemeentewet: artikel 97.
De wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus: artikel 128.
Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
De omzendbrieven GPI 15, 15bis, 15ter, 15 quater en 15 quinquies betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
In het kader van de mobiliteit nr. 2022-01 worden volgende betrekkingen vacant verklaard:
Volgende selectiemodaliteiten worden gehanteerd:
Het besluit wordt meegedeeld aan DRP.
De Burgemeester heeft op 07 december 2021, 10 december 2021, 14 december 2021 Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
1) Combiregeling KVO-KV Kortrijk op 14 december 2021;
2) Thuiswedstrijd KVO-KV Kortrijk op 14 december 2021;
3) Filmopnamen Heureusement qu'on s'a op 10 december 2021;
4) Thuiswedstrijd KVO-KAS Eupen op 04 december 2021;
5) Straatfeest Vierkant Stuutje op 18 december 2021;
6) Christmas Village van 16 december 2021 tot en met 02 januari 2022.
Art. 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
-
Neemt akte van de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen 07 december 2021, 10 december 2021 en 14 december 2021, om de veiligheid van de weggebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van deze Besluiten aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
De Burgemeester heeft op 07 december 2021 en 21 december Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
- tweewekelijke boerenmarkt op verschillende data (aanpassing);
- Sint-Sebastiaansstraat - markten.
Artikel 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
-
Neemt kennis van en bekrachtigt de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen op 07 december 2021 en 21 december 2021 om de veiligheid van de weggebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van deze Besluiten aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
Naar aanleiding van:
Politieverordeningen moeten worden goedgekeurd naar aanleiding van:
1) Zee- en visserijverhalen
2) Plechtigheid herdenking overlijden ZM Koning Albert I.
Artikel 63 van het Decreet lokaal bestuur.
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
-
Neemt de volgende verkeersmaatregelen aan :
1) Zee- en visserijverhalen
Op maandag 07 februari 2022 van 13.30 uur tot 17.00 uur:
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E1.
2) Plechtigheid overlijden ZM Koning Albert I
Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
Deze maatregelen worden ter kennisneming aan de eerstvolgende Gemeenteraad voorgelegd. Alle lokale maatregelen van bestuurlijke politie in het kader van de bestrijding van de COVID-19 epidemie dienen juridisch gebaseerd te worden op de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie (Pandemiewet), in plaats van op art. 134 - 135 van de Nieuwe Gemeentewet. Hierdoor dienen de besluiten die de Burgemeester neemt op basis van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie niet langer door de Gemeenteraad bekrachtigd te worden. In het kader van transparantie worden de besluiten door de Burgemeester genomen op basis van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie wel ter kennisname aan de Gemeenteraad voorgelegd.
Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020, houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en alle latere wijzigingen, inzonderheid artikel 27.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 63
Wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie.
Koninklijk Besluit van 28 oktober 2021, houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken en alle latere wijzigingen
De Burgemeester heeft op 13 januari 2022 het Burgemeesterbesluit goedgekeurd i.v.m. maatregelen naar aanleiding van Covid-19 voor de organisatie van de Gemeenteraad, Raad voor Maatschappelijk welzijn, Politieraad en de Raadscommissies.
Neemt kennis van de maatregelen die de Burgemeester heeft genomen op 13 januari 2022 in bijlage bij huidig besluit.
Stuurt een afschrift van dit Besluit aan de toezichthoudende overheid.
De Stad Oostende heeft tot taak te voorzien in een goede politie, onder meer de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen alsook in openbare gebouwen.
Sedert enige jaren maken personen met rolschaatsen, skeelers, skateboards of BMX fietsen gebruik van het kunstwerk onder de luifel van het Casino-Kursaal voor hun activiteiten alsmede op de trappenpartijen naast het gebouw.
De hoogteverschillen, trappen en hellingen vormen een aantrekkelijk decor voor deze personen. Dit zorgt voor herhaaldelijke overlast tijdens de culturele en andere activiteiten die zich rond dit gebouw afspelen en veroorzaken schade aan het gebouw en het straatmeubilair.
Deze locatie is daarnaast een drukbezette plaats daar deze wordt gebruikt als tussenweg tussen de Zeedijk en het centrum, en tevens grenst aan de uitgaansbuurt die 's avonds en 's nachts wordt gefrequenteerd.
Dergelijke activiteiten creëren enerzijds een gevaarlijke situatie voor de vele passanten en brengen anderzijds de rust van de inwoners/omwonenden in het gedrang. Het Casino-Kursaal en het omliggende kunstwerk behoren tot het cultureel en onroerend erfgoed van de Stad Oostende (en Vlaanderen) en loopt aanzienlijke schade op door het gebruik van de skeelers, rolschaatsen, skateboards en BMX fietsen. Hetzelfde kan gezegd worden van het aanwezige straatmeubilair.
Skaters kunnen terecht in de daartoe voorziene infrastructuur, net zoals er voldoende locaties zijn waar andere sporten in alle veiligheid en zonder het aanbrengen van schade kunnen worden beoefend.
De Gemeenteraad heeft daarom op 18 november 2019 een artikel II.005 ingevoerd in de Stedelijke Verordening betreffende Orde en Veiligheid.
Bij arrest van de Raad van State van 3 december 2021 werd dit besluit vernietigd. Volgens het arrest is het ingevoegde artikel in zijn bepaling welke feiten strafbaar zijn, opdat eenieder, op het moment waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of het al dan niet strafbaar is, in onvoldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen opgesteld.
Nochtans heeft de Stad Oostende een tool nodig, die het toe laat proactief op te treden tegen het oneigenlijk gebruik van deze toestellen op een wijze die hinderlijk is voor de veiligheid van andere personen en/of schade waardoor schade wordt berokkend aan het monument en het straatmeubilair. Zowel de dienst Handhaving en Toezicht als de Lokale Politie geven gunstig advies voor dit voorstel.
Het is van belang dat er een bepaling is die toelaat dit onwenselijk gedrag, waarbij de veiligheid in het gedrang wordt gebracht dan wel schade wordt berokkend, door handhaving te vermijden dan wel te beteugelen.
Er wordt voorgesteld om in de Stedelijke Verordening betreffende Orde en Veiligheid (zie kopie in bijlage) een nieuwe extra bepaling toe te voegen die tegemoetkomt aan de opmerkingen van het arrest van de Raad van State;
1° waarbij het verbod enkel geldt voor de limitatief opgesomde toestellen met name rolschaatsen, skateboards, skeelers, en BMX fietsen;
2° die op zodanige wijze worden gebruikt dat zij overlast veroorzaken waarbij:
- de veiligheid van andere personen die gebruik maken van het openbaar domein in het gedrang wordt gebracht;
En/of
- er schade wordt berokkend aan het Kursaalgebouw, met inbegrip van de kunstwerken en de buitentrappen rond het gebouw;
3° op het openbaar domein rond het Kursaalgebouw te Oostende, in de Van Iseghemlaan tussen de Kursaal-Oosthelling en de Kursaal-Westhelling, op de Kursaal-Oosthelling en de Kursaal-Westhelling en op de Albert I Promenade ter hoogte van het Kursaal.
Het verbod dat met dit voorstel van bepaling wordt ingevoerd is beperkt tot de plaats rond het Kursaalgebouw, omschrijft duidelijk de toestellen waarvan het verkeerd gebruik wordt beoogd en omschrijft in het bijzonder het gebruik dat als overlast wordt beschouwd, zodanig dat het voor eenieder duidelijk is welke gedragingen als verboden gedrag wordt omschreven.
Met dit voorstel van bepaling wordt opnieuw geen algemeen verbod ingevoerd van het gebruik van deze toestellen.
Alleen het gebruik van deze limitatief omschreven toestellen op de bedoelde plaatsen die als overlast wordt beschouwd hetzij doordat de veiligheid van andere personen die op deze plaats aanwezig zijn in het gedrang wordt gebracht dan wel wanneer hierdoor schade wordt berokkend aan het Kursaalgebouw en omgeving, wordt beoogd.
De bestaande sancties op overtredingen op de stedelijke verordening zijn van toepassing, te weten:
- een gemeentelijk administratieve sanctie (met een maximum van € 250,00);
- inbeslagname van de skate- en aanverwante toestellen.
Art. 41, 2° van het Decreet over het Lokaal bestuur
Beslist om bijkomend artikel in te voegen in de Stedelijke Verordening betreffende Orde en Veiligheid:
'II. 005.
Het is verboden op het openbaar domein rond het Kursaalgebouw te Oostende, in de Van Iseghemlaan tussen de Kursaal-Oosthelling en de Kursaal-Westhelling, op de Kursaal-Oosthelling en de Kursaal-Westhelling en op de Albert I Promenade ter hoogte van het Kursaal; gebruik te maken van rolschaatsen, skateboards, skeelers en BMX fietsen op zodanige wijze dat dit overlast veroorzaakt waardoor de veiligheid van andere personen die gebruik maken van het openbaar domein in het gedrang wordt gebracht en/of er schade wordt berokkend aan het Kursaalgebouw, met inbegrip van de kunstwerken en de buitentrappen rond het gebouw.'
Beslist om de nummering van de volgende artikelen van de verordening aan te passen.
De NV-A-fractie vraagt om enkele vervangingen door te voeren in de vertegenwoordiging in verenigingen en instellingen.
Gemengde Commissie | vertegenwoordiger | wordt vervangen door |
Commissie voor Personen met een Beperking | Luba Minarikova | Hilde Terryn |
Landbouwraad | Luba Minarikova | Stijn Lefever |
Stedelijke Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang | Vanessa Brysse | Stijn Lefever |
Luba Minarikova | Sylvia Boccasile | |
Commissie Digitalisering | Vanessa Brysse | Stijn Lefever |
Luba Minarikova | Ingrid Denys | |
Beheersorgaan Plaatselijke Openbare Bibliotheek | Vanessa Brysse | Ingrid Denys |
Huishoudelijk Reglement Gemeenteraad
Keurt volgende wijzigingen in vertegenwoordiging in de Gemengde Commissies goed:
Gemengde Commissie | vertegenwoordiger | wordt vervangen door |
Commissie voor Personen met een Beperking | Luba Minarikova | Hilde Terryn |
Landbouwraad | Luba Minarikova | Stijn Lefever |
Stedelijke Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang | Vanessa Brysse | Stijn Lefever |
Luba Minarikova | Sylvia Boccasile | |
Commissie Digitalisering | Vanessa Brysse | Stijn Lefever |
Luba Minarikova | Ingrid Denys | |
Beheersorgaan Plaatselijke Openbare Bibliotheek | Vanessa Brysse | Ingrid Denys |
Keurt de vervanging in de raad van bestuur van CC De Grote Post van Luba Minarikova door Ann Duflou en van Dany Lowyck door Ingrid Denys goed.
Art. 41, 2de lid, 11° van het decreet lokaal bestuur
Op 28 juni 2021 stemde de Gemeenteraad in met het bestek, de toewijzingscriteria – en procedure en het ontwerp van concessieovereenkomst (bestek Sportcomplex 2021).
De bekendmaking van het bestek vond plaats op 7 juli 2021. Twee kandidaten dienden een offerte in waarvan één als substantieel onregelmatig werd verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen van 15 oktober 2021.
Met de andere kandidaat werden onderhandelingen gevoerd waardoor het oorspronkelijk aanbod nog kon worden verbeterd, zodat de jaarlijkse concessieprijs kon worden verhoogd en het investeringsbedrag met € 100.000 kon worden verhoogd.
Door die onderhandelingen vonden er enkele aanpassingen plaats aan de (ontwerp) concessieovereenkomst waarvan de tekst door de gemeenteraad op 28 juni 2021 werd goedgekeurd.
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft op 15 oktober 2021 de concessie gegund aan de NV OTC, onder de voorwaarde van goedkeuring van de gewijzigde concessieovereenkomst door de Gemeenteraad.
Ter zitting van 25 oktober 2021 keurde de Gemeenteraad de tekst van de gewijzigde concessieovereenkomst goed. Met zijn beslissing van 14 januari 2022 vernietigde de gouverneur deze beslissing.
De overeenkomst werd nog niet ondertekend namens de Stad Oostende.
Derhalve dient de gemeenteraad opnieuw goedkeuring te verlenen aan de gewijzigde concessieovereenkomst.
Volgende aanpassingen werden aan het ontwerp doorgevoerd ingevolge de onderhandelingen.
- 1. In artikel 2 wordt een voetnoot bijgevoegd onder § 4. De toegelaten activiteiten worden verduidelijkt als: ' alle activiteiten die verband houden met (bestaande of nieuwe racket -en balsporten) en activiteiten die ondersteunend zijn, zoals fitness-, coördinatie-, balvaardigheid-, en lenigheidtrainingen en opleidingen’. Deze toevoeging komt de duidelijkheid van de overeenkomst ten goede.
- 2. Duurtijd van de concessieovereenkomst: De inschrijver doet het voorstel om de jaarlijkse concessieprijs te verhogen en de investeringsverplichting te verhogen met 2 bijkomende -all weather tennisbanen- mits de totale concessieduur kan worden verlengd tot 30 jaar.
Na onderhandeling met de leidend ambtenaar wordt een akkoord bereikt om de totale termijn te verlengen tot 25 jaar (10 + 15). De bijkomende investering kan versneld worden afgeschreven, terwijl de inschrijver op dit investeringsbedrag dan nog een redelijk verantwoord rendement behoudt, zelfs wanneer de jaarlijkse geïndexeerde concessie-prijs wordt verhoogd tot € 37.500 (aanvangsprijs) en 80% (i.p.v. 75%) van de investeringen worden uitgevoerd binnen de eerste 10 jaar van de overeenkomst. De inschrijver stemt toe, zodat de concessieovereenkomst in artikel 3 § 1 in die zin wordt aangepast.
De concessieduur) werd vastgesteld aan de hand van het financieel plan en aan het investeringsplan. De duur werd na onderhandeling bepaald op 15 jaar verlenging, na verhoging van de concessieprijs tot € 37.500 per jaar en na verhoging van de investeringsbedrag met € 100.000, waardoor de totale geraamde investering op € 1.902803 komt. Dit betekent dat na de periode van 10 jaar, aanvang nemend op 1 januari 2023 en van rechtswege eindigend op 31 december 2032, er een mogelijkheid bestaat tot verlening tot 31 december 2047 onder voorwaarde dat de Stad heeft vastgesteld dat minstens 80 % van het investeringsplan binnen de in het plan voorziene periode werd gerealiseerd en de concessieovereenkomst voor het overige in de voorbije periode stipt werd uitgevoerd.
Uit voorgaande blijkt eveneens dat de uiteindelijke concessieduur (mits het voldoen aan de voorwaarden voor verlenging) werd bepaald aan de hand van de termijn noodzakelijk om de gemaakte investeringen met redelijk rendement erop terug te verdienen.
- 3. Artikel 3 §3 van de concessieovereenkomst wordt aangevuld met de bepaling dat de Stad verbindt er zich toe binnen de maand na ontvangst van de aanvraag tot verlenging deconcessionaris op de hoogte te brengen van haar instemming dan wel van haar gemotiveerde weigering. Indien de Stad niet tijdig reageert wordt zij geacht met de verlening in te stemmen.
Deze bepaling wordt ingevoerd om bij een eventuele vraag tot verlenging, snel duidelijkheid te krijgen omtrent deze verlenging. In geval de verlenging niet wordt aangevraagd dan wel wordt geweigerd, zal er desgevallend een nieuwe oproep dienen te worden geplaatst voor een nieuwe concessie, terwijl het best mogelijk is dat de bestaande concessiehouder de eventuele weigering door de Stad zou betwisten. Teneinde te voorzien in voldoende tijd teneinde een opeenvolgende en volgende overgang naar een nieuwe concessie mogelijk te maken worden deze termijnen strikt bepaald. In het verleden is gebleken dat de opvolging bij concessies soms problematisch kan verlopen en heel wat tijd in beslag kan nemen bij betwisting door de kandidaat concessiehouders.
Indien – voor het geval de Stad er niet in zou slagen – binnen de maand na te gaan om te controleren of alle voorwaarden zijn voldaan om de verlening toe te staan, zal zij dit ten gepaste tijde meedelen aan de concessionaris met verzoek tot redelijke verlenging van deze termijn. Indien deze verlening niet zou worden toegestaan, kan de Stad de verlenging steeds weigeren. Het mag evenwel in alle redelijkheid worden aangenomen dat de concessionaris bij een verzoek tot verlenging van de concessie onmiddellijk alle stavingstukken zal toevoegen waaruit zijn gedane investeringen blijken en de goede uitvoering van de overeenkomst. De korte termijnen verlenen niet alleen voor de Stad bijkomende zekerheid op een vlotte overgang maar ook voor de concessionaris zelf. Het is billijk en gepast dat zowel de Stad als de concessionaris op korte termijn zekerheid verkrijgen over de eventuele verlenging, gelet op het belang van deze concessie voor de Stad.
- 4. artikel 3 §4 van de concessieovereenkomst wordt aangepast in die zin dat indien de ter beschikking stelling in hoofde van de Stad door de Koninklijke Schenking om redenen buiten de wil van de concessiegever wordt stopgezet, de concessienemer recht heeft op een schadevergoeding ten belope van de boekhoudkundige restwaarde van de reeds uitgevoerde investeringen, onder aftrek van eventuele vergoedingen die hij door de Koninklijke Schenking of andere instanties zou verkrijgen.
Deze bepaling wordt ingevoerd om zekerheid te hebben dat de voorziene investeringen kunnen worden uitgevoerd en in het bijzonder om deze extern te financieren, hetgeen zonder deze zekerheid zeer moeilijk is. Het is een billijke regeling, te meer de kans dat de Koninklijke Schenking de ter beschikkingstelling aan de Stad Oostende beëindigd, eerder als theoretisch kan worden omschreven.
Deze gebeurlijke schadevergoeding zal worden begroot aan de hand van de boekhoudkundige restwaarde van de effectief uitgevoerde investeringen onder aftrek van de sommen (vergoeding) die de concessionaris zou ontvangen van de Koninklijke Schenking of enige andere instantie. De modelovereenkomst wordt in die zin in aangepast.
5. -artikel 3 § 6 wordt gewijzigd in die zin dat in geval de concessionaris niet zou voldoen aan de verbintenissen van de concessieovereenkomst, er eerst een ingebrekestelling dient te geschieden met het opleggen van een redelijke hersteltermijn, vooraleer de Stad de overeenkomst kan verbreken.
Deze aanpassing past in het licht van de geldende rechtspraak, vooraleer men een contract kan verbreken dient men eerst in gebreke te stellen en een hersteltermijn te verlenen. In de praktijk gebeurt dit nu ook. Het zou getuigen van weinig zorgvuldigheid om onmiddellijk bij de eerste vaststelling van een inbreuk op de overeenkomst onmiddellijk deze te verbreken. Deze aanpassing omvat eigenlijk een verbetering van de oorspronkelijke tekst en verleent duidelijkheid.
6. artikel 6: Aan artikel 6 wordt bijgevoegd: ‘Evenwel zal het stedelijke aandeel in de verhoging van de onroerende voorheffing ingevolge de uitvoering van de in het investeringsplan vernoemde investeringen en werken, niet worden doorgerekend aan de concessionaris.’
Door de vele investeringswerken zal de onroerende voorheffing wellicht worden aangepast; zodat voor de concessiehouder de situatie ontstaat dat hoe meer hij investeert, hoe meer hij aan onroerende voorheffing zal moeten betalen (die ten zijnen laste is) en dit voor iets waarvan hij geen eigenaar wordt. De Stad heeft belang bij deze investeringen. In het licht hiervan is het billijk dat de overeenkomst wordt aangepast in die zin dat het bijkomend deel van de OV dat de Stad toekomt niet zal worden doorgerekend. Deze techniek wordt eveneens in andere concessieovereenkomsten met de Stad toegepast (cfr. Casinoconcessie).
Samenvattend kan worden gesteld dat na de onderhandelingen een evenwichtiger en nauwkeuriger (meer rechtszekere) concessieovereenkomst kon worden aangenomen, waarbij wederzijds toegevingen werden gedaan.
De overeenkomst biedt enerzijds zekerheid op een verhoogde concessieprijs, nog aanzienlijker investeringen en een goed beheer van de tennisclub, en anderzijds een toestand voor de concessiehouder die hem toelaat zijn verbintenissen ten volle uit te voeren.
Daarenboven werd in de overeenkomst de jaarlijkse concessieprijs vastgesteld op € 37.500. De verbintenis van de concessionaris om minstens 80 % van de investeringen uit te voeren zoals deze zijn voorzien in het bijgevoegd investeringsplan werd opgenomen in de concessieovereenkomst (volgens de modelovereenkomst bedroeg deze verplichting slechts 75 %).
Na intrekking door de gouverneur van de beslissing van gemeenteraad 25 oktober 2021, kan de gewijzigde concessieovereenkomst (die hetzelfde blijft als deze die werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 oktober 2021 – de wijzigingen hebben betrekking op de bij het bestek gevoegde ontwerp overeenkomst), opnieuw worden goedgekeurd, zodat deze Concessieovereenkomst voor het Sportcomplex gelegen te Oostende, Koninginnelaan 83 als volgt zal luiden:
"CONCESSIEOVEREENKOMST VOOR HET SPORTCOMPLEX GELEGEN TE OOSTENDE, KONINGINNELAAN
Tussen de Stad Oostende, waarvan de kantoren zijn gevestigd in het stadhuis te 8400 Oostende, Vindictivelaan 1, alhier vertegenwoordigd door de heer Wouter De Vriendt, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Siegelinde Lacoere, algemeen directeur, handelend in uitvoering van een besluit van de gemeenteraad van 25 oktober 2021,
hierna genoemd "de Stad" ;
enerzijds
en de NV Ostend Tennis Club, met zetel te 8400 Oostende, Koninginnelaan 83, met ondernemingsnummer KBO 0405.279.064, alhier vertegenwoordigd door de NV 4B FAMINVEST, met zetel te 8400 Oostende, Nieuwpoortsesteenweg 799, (KBO nr. 0476.178.938, hier handelend en vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger de Heer Manu Beuselinck,
hierna genoemd "de concessionaris",
anderzijds,
is het volgende overeengekomen :
ARTIKEL 1 VOORWERP
§1. De stad verleent de concessionaris onder de hiernavolgende voorwaarden, die door hem worden aanvaard, de concessie voor het sportcomplex gelegen te 8400 Oostende, Koninginnelaan 83, bestaande uit een clubhuis met tennisterreinen en ruimte voor padelterreinen, en alle aan- en bijhorigheden, kadastraal gekend te Oostende, onder de 3de afdeling, sectie C, nummers 319 F, G, K, N en deel van nummer 319 P.
§2. Het clubhuis omvat:
- op de kelderverdieping: 3 opslagkelders, bierkelder, vestiaire voor het personeel, aparte sanitaire
ruimte voor dames en heren, kelderruimte voor de verwarmingsinstallatie.
- op de benedenverdieping: 2 terrassen, bar, kantoorruimte, secretariaat, directieruimte
- op de eerste verdieping: 2 kleedkamers, voor dames en heren, 2 doucheruimtes, 2 balkons, gaanderij,
hall;
- op de tweede verdieping: keuken, aparte kamer, toiletruimte.
§3. De plannen waarop het in concessie gegeven gedeelte in rode omranding wordt aangeduid, worden als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd om integraal deel uit te maken van deze overeenkomst.
§4. De concessionaris aanvaardt het hem in concessie gegeven goed in de toestand waarin het zich bevindt. Voorafgaand aan het sluiten van onderhavige overeenkomst wordt een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt door de bevoegde dienst van de stad (dienst Onderhoud en Beheer van Gebouwen), die als bijlage deel zal uitmaken van onderhavige overeenkomst.
§5. De concessiehouder verbindt er zich toe de in het bij deze overeenkomst gevoegde investeringsplan uit te voeren binnen de door hen vooropgezette termijn, rekeninghoudende met de continuïteit van de exploitatie.
Na elke fase in de uitvoering van het investeringsplan, zal de concessiehouder de Stad hiervan op de hoogte stellen met beschrijving van de uitgevoerde werken.
Het investeringsplan dat met de concessieovereenkomst wordt aanvaard doet geen afbreuk aan andere administratieve of contractuele verplichtingen die de uitvoering van de renovatie- en moderniseringswerken tot gevolg hebben.
§6. De concessionaris zal het goed aan het einde van de concessie, met inbegrip van de gerenoveerde en gemoderniseerde delen, onvergolden in goede staat aan de Stad ter beschikking stellen.
Voor de vaststelling van eventuele schade wordt aan het einde van de overeenkomst opnieuw een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt door de bevoegde dienst van de stad.
ARTIKEL 2 BESTEMMING
§1. De in concessie gegeven infrastructuur is uitsluitend bestemd voor:
a) activiteiten die verband houden met de beoefening van de tennis- en padelsport en activiteiten die in dit kader ingericht worden[1];
b) een ontspannings- en cafetariaruimte, ingericht en geëxploiteerd overeenkomstig de wettelijke voorschriften en politieverordeningen.
§2. Het clubhuis draagt de naam ‘Ostend Tennis en Padel Club’ en is erkend als officiële tennis- en padelclub met standing, vereist voor een eersterangsbadstad als Oostende.
§3. De exploitatie van het sportcomplex moet volledig beantwoorden aan de vereisten van een standingvolle exploitatie die bijdraagt aan de uitstraling van een eersterangsbadstad zoals Oostende.
§4. Het is de concessionaris enkel en alleen toegestaan om de infrastructuur voor een ander doeleinde te gebruiken indien volledig aan het brandpreventieverslag van de Brandweer wordt voldaan en indien hij voor elke activiteit de schriftelijke toestemming heeft verkregen van de stad. Dergelijke activiteiten moet de concessionaris minstens zes weken op voorhand schriftelijk aanvragen bij de stad. De vaststelling van gebruik van de in concessie gegeven ruimtes zonder deze toestemming wordt aanzien als een tekortkoming conform artikel 3 § 4 van onderhavige overeenkomst.
[1] Hiermee wordt bedoeld: ‘alle activiteiten die verband houden met (bestaande of nieuwe racket -en balsporten) en activiteiten die ondersteunend zijn, zoals fitness-, coördinatie-, balvaardigheid-, en lenigheidtrainingen en opleidingen’.
ARTIKEL 3 DUUR
§1. De stad verleent de concessie voor een periode van 10 jaar, aanvang nemend op 1 januari 2023 en van rechtswege eindigend op 31 december 2032, met een mogelijkheid tot verlenging tot 31 december 2047 onder voorwaarde dat de Stad heeft vastgesteld dat minstens 80 % van het investeringsplan binnen de in het plan voorziene periode werd gerealiseerd en de concessieovereenkomst voor het overige in de voorbije periode stipt werd uitgevoerd.
§2. Zij kan niet stilzwijgend worden verlengd.
§3. De concessionaris kan via een aangetekend schrijven ten vroegste achttien maanden en ten laatste vijftien maanden voor de einddatum van de concessieovereenkomst een aanvraag indienen om de concessieperiode te verlengen voor een periode zoals bepaald onder § 1 van dit artikel.
De stad verbindt er zich toe binnen de maand na ontvangst van de aanvraag tot verlenging de concessionaris op de hoogte te brengen van haar instemming dan wel van haar gemotiveerde weigering. Indien de Stad niet heeft gereageerd bij ter post aangetekende brief na de periode van één maand na ontvangst van de aanvraag tot verlenging, wordt de Stad geacht in te stemmen met de verlenging.
§4. De stad kan de overeenkomst onmiddellijk vroegtijdig beëindigen, zonder dat een recht op schadevergoeding in hoofde van de concessionaris zou ontstaan, indien de concessiegever:
- een inbreuk pleegt op één van de voorwaarden van de overeenkomst;
- zich in een procedure van gerechtelijk reorganisatie bevindt;
- zonder de stad voorafgaandelijk op de hoogte te hebben gebracht, de exploitatie zonder aanvaardbare reden, 3 maanden niet uitoefent;
- indien de terbeschikkingstelling in hoofde van de stad door de Koninklijke Schenking om redenen
buiten de wil van de concessiegever wordt stopgezet, in welk geval de Stad de niet afgeschreven effectief uitgevoerde investeringen, uitgevoerd overeenkomstig het bijgevoegd investeringsplan, tegen de boekhoudkundige restwaarde zal vergoeden, onder aftrek van de vergoeding dat de concessionaris hiervoor verkrijgt van de Koninklijke Schenking of enig andere instantie.
- indien het noodzakelijk wordt de grond, waarvan de Belgische Staat eigenaar is, te gebruiken om een andere reden van openbaar nut.
§5. Alle in de loop van onderhavige overeenkomst bijgebouwde onroerende goederen waarvoor goedkeuring van de Koninklijke Schenking en van de stad werd verkregen, worden eigendom van de Belgische Staat, zonder dat de concessionaris aanspraak zal kunnen maken op enige vergoeding of schadeloosstelling.
§6. In geval de concessionaris niet voldoet aan haar verplichtingen opgelegd bij onderhavige overeenkomst, wordt de concessionaris onverwijld in gebreke gesteld door de Stad met opgave van een correctietermijn waarbinnen de tekortkoming binnen een redelijke termijn dient te worden hersteld of verholpen.
Indien de tekortkoming niet binnen de door de Stad gestelde termijn wordt verholpen of hersteld, heeft de stad recht op verbreking van de overeenkomst met schadevergoeding.
De tekortkomingen of nalatigheden zullen door middel van proces-verbaal vastgesteld worden door het College van Burgemeester en Schepenen, en ter beraadslaging aan de Gemeenteraad worden voorgelegd, die al dan niet zijn akkoord zal betuigen om de verbreking uit te spreken.
ARTIKEL 4 VERGOEDING
§1. De concessionaris betaalt de stad vanaf de inwerkingtreding van onderhavige overeenkomst jaarlijks een concessievergoeding van € 37.500 euro, ongeacht de inkomsten van de concessionaris.
§2. De concessieprijs wordt jaarlijks op de verjaardag van onderhavige overeenkomst aangepast aan de stijging van de index van de consumptieprijzen volgens volgende formule:
basisconcessieprijs x nieuwe index
aanvangsindex
De nieuwe index is de index van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan de maand van de aanpassing van de concessieprijs.
De aanvangsindex is de index van de consumptieprijzen van de maand november 2022.
§ 3. De geïndexeerde concessieprijs moet worden betaald door overschrijving op rekening BE23 0960 1242 3091 van de stad Oostende – dienst Financiën.
De betalingen worden voor het betreffende kalenderjaar als volgt verricht:
- De helft van de geïndexeerde concessieprijs uiterlijk op 1 januari;
- De andere helft van de geïndexeerde concessieprijs uiterlijk op 1 juli.
Bij de betaling dient telkens de gestructureerde mededeling te worden gebruikt die op de factuur van de Stad vermeld staat.
§4. Indien het concessiegeld niet vereffend is op de hoger vermelde vervaldagen worden van rechtswege en zonder aanmaning de wettelijke intresten aangerekend, vermeerderd met drie procent. De intrest wordt per maand berekend.
ARTIKEL 5 WAARBORG
§1. Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen moet de concessionaris bij de ondertekening van de overeenkomst een zekerheid stellen van € 37.500, in casu de jaarlijkse concessieprijs, door een onherroepelijke waarborg bij een door de stad aanvaarde financiële instelling die hierbij afstand moet doen van alle voorrecht van schuldsplitsing en uitwinning.
§ 2. Bij het niet-nakomen van één of meer verplichtingen die de concessionaris bij deze overeenkomst zijn opgelegd, kan de stad, binnen dertig dagen na de formele ingebrekestelling, deze zekerheid tot het beloop ervan aanspreken bij een eenvoudige per post aangetekende brief, zonder dat hierbij aan de financiële instelling enige rechtvaardiging moet worden gegeven.
§ 3. De stad kan het bedrag van de zekerheid verhogen indien de concessie wordt herzien en opgetrokken, alsook bij indexering van het concessiegeld.
§ 4. Indien de zekerheid door de stad wordt aangesproken is de concessionaris verplicht ze onmiddellijk opnieuw tot het oorspronkelijke bedrag aan te vullen.
§ 4. De zekerheid wordt vrijgesteld uiterlijk zes maanden na het einde van de concessie, nadat de stad heeft vastgesteld dat uit de conform artikel 1 § 4-5 op te maken plaatsbeschrijving, blijkt dat er geen schade moet worden vergoed, alsook indien vastgesteld wordt dat de concessionaris aan al zijn contractuele en wettelijke (sociale en fiscale) verplichtingen voldaan heeft.
ARTIKEL 6 ALGEMENE KOSTEN EN BELASTINGEN
§1. De concessionaris neemt alle contracten met de distributiemaatschappijen voor water, gas, elektriciteit, verwarming, internet, telefoon, internetaansluiting ... op zijn naam en voor zijn rekening.
§ 2. Alle huidige en toekomstige belastingen en heffingen, inclusief de onroerende voorheffing en opcentiemen, alsook retributies en rechten die betrekking hebben op het beschreven goed, alsook diegene gekoppeld aan de uitbating van het sportcomplex, onder andere de billijke vergoeding en auteursrechten, zijn voor rekening van de concessionaris.
Evenwel zal het stedelijke aandeel in de verhoging van de onroerende voorheffing ingevolge de uitvoering van de in het investeringsplan vernoemde investeringen en werken, niet worden doorgerekend aan de concessionaris en ten laste blijven van de Stad.
§ 3. Indien de betaling van de belastingen, de rechten en de retributies niet volgt binnen de voorgeschreven termijn, worden van rechtswege en zonder aanmaning de wettelijke intresten aangerekend.
ARTIKEL 7 ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN
§1. De concessionaris moet het in concessie verkregen goed in goede staat onderhouden en als een goede huisvader gebruiken, zonder de aard of de bestemming ervan te veranderen.
§2. De concessionaris moet het clubhuis meubileren, stofferen, van decoratie voorzien en met bedrijfsmateriaal uitrusten, beantwoordend aan de standing van de exploitatie en bestemming in kwestie.
§ 3. Onverminderd de werken voorzien in het goedgekeurd investeringsplan, zullen alle herstellingen van welke aard ook, zowel de huurdersherstellingen, grove herstellingen als de herstellingen die door overmacht of sleet noodzakelijk zijn, ten laste zijn van de concessionaris, die ze onmiddellijk en op zijn kosten zal uitvoeren. De concessionaris is niet gehouden grove herstellingen uit te voeren die verband houden met de stabiliteit en/of de fundering van het gebouw, noch met de staat van de riolering.
§ 4. Indien de concessionaris de onderhouds- en herstellingswerken, waartoe hij verplicht is, niet uitvoert, heeft het College van Burgemeester en Schepenen het recht, na ingebrekestelling en hersteltermijn zoals bedoeld in artikel 3 §6 van deze overeenkomst, op verslag van de bevoegde stedelijke dienst, de werken zelf te laten uitvoeren op kosten van de concessionaris. De bedragen worden door de stad teruggevorderd op vertoon van de desbetreffende rekeningen.
ARTIKEL 8 CLUBHUIS
§1. Het is de concessionaris verboden, zonder voorafgaande toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen, de bestemming van het clubhuis met cafetaria te veranderen.
§2. De exploitatie moet op een onberispelijke wijze gebeuren, een eersterangsinrichting waardig.
§3. De cafetaria van het clubhuis dient opengesteld te worden gedurende de periode en tijdens de uren van de beschikbaarheid van de tennis- en padelterreinen zoals vermeld in artikel 9.
ARTIKEL 9 SPORTTERREINEN
§1. De concessionaris zal de buitensportterreinen ieder jaar openstellen minstens gedurende de periode van 1 april tot 30 september. De faciliteiten moeten voor de liefhebbers toegankelijk gesteld worden vanaf 9u. ’s morgens tot 22u. ’s avonds.
§2. De spelers zijn verplicht de vereiste speciale sportschoenen te dragen om de sportterreinen niet te beschadigen.
§3. De concessionaris is verplicht de sportinfrastructuur in volkomen staat van onderhoud en reinheid te houden. Daarvoor zal zij alle nodig geachte onderhouds- en alle grote en kleine herstellingswerken moeten uitvoeren. De concessionaris dient daarnaast in te staan voor het uitrustingsmateriaal en materieel van de sportterreinen.
§4. De concessionaris is verantwoordelijk voor alle schade die door de spelers aan de sportterreinen werd toegebracht.
§5. De concessionaris is verplicht minstens tweejaarlijks een tornooi voor 'Enkel Heren Reeks 1' en een tornooi voor 'Enkel Dames Reeks 1' te organiseren en tornooi voor de hoogste reeks Padel erkend door de VZW Tennis Vlaanderen.
ARTIKEL 10 VERANDERINGSWERKEN
§1. Het is de concessionaris verboden het in concessie verkregen goed zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de stad te veranderen of te verbouwen of nieuwe gebouwen daarop te laten oprichten, met uitzondering van deze voorzien in het goedgekeurde investeringsplan.
§2. Daarnaast dient de concessionaris voor alle plannen van uit te voeren werken goedkeuring te bekomen van de Koninklijke Schenking.
§3. Elke verbouwing uitgevoerd zonder de toestemming van de stad en de Koninklijke Schenking wordt van rechtswege en zonder vergoeding eigendom van de Koninklijke Schenking, die vrij blijft ze te behouden of te doen verwijderen voor rekening van de concessionaris, zowel in de loop van als bij het einde van de concessie. Verbouwingen waarvoor van de stad en de Koninklijke Schenking toestemming werd verkregen, moeten bij het beëindigen van de overeenkomst niet in de oorspronkelijke staat worden hersteld, tenzij anders bepaald.
ARTIKEL 11 PUBLICITEIT
§1. Het is de concessionaris verboden publiciteit van welke aard en onder welke vorm ook aan te
brengen op de buitenmuren van het complex, zodat dit voor iedereen zichtbaar is.
§2. Alle in overtreding aangebrachte publiciteit zal door de concessionaris onmiddellijk worden verwijderd. Indien de concessionaris in gebreke blijft, zal de onrechtmatig geplaatste publiciteit ambtshalve door de stadsdiensten worden weggenomen en dit op kosten van de concessionaris.
§3. Er mag evenwel publiciteit worden aangebracht langsheen de tennis- en padelterreinen, op de binnenmuren van het clubhuis en de cafetaria, zolang er geen beschadigingen veroorzaakt worden aan het goed en zolang deze publiciteit enkel voor de bezoekers zichtbaar is.
§4. De concessionaris moet er over waken dat er niet aan overdreven publiciteit wordt gedaan en dat de publiciteit op zo’n wijze wordt aangebracht dat het een eersterangsinrichting waardig is.
ARTIKEL 12 ONDERVERHURING EN OVERDRACHT
Het is de concessionaris verboden de in concessie gegeven infrastructuur onder te verhuren of de exploitatie ervan geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derde personen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen.
ARTIKEL 13 VERZEKERINGEN
§1. De concessionaris is gehouden gedurende de volledige looptijd van onderhavige overeenkomst het gehele sportcomplex, inclusief het meubilair, materieel en bijhorigheden, te verzekeren bij een erkende verzekeringsmaatschappij tegen:
- brand, storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk;
- waterschade en overstromingen;
- verhaal van geburen.
§2. De concessionaris moet de stad vrijwaren van de voormelde risico's, net als voor de geschillen die daaruit zouden voortvloeien. Alle polissen moeten daarenboven een verklaring bevatten van de verzekeringsmaatschappij, waarbij die bevestigt:
a) dat ze afziet van alle verhaal tegenover de stad ;
b) dat ze de stad onmiddellijk verwittigt in geval van schorsing, wijziging of vernietiging van de polis of van niet-betaling van de premie.
§3. Binnen een periode van dertig dagen na het afsluiten van de vermelde verzekeringen bezorgt de concessionaris een kopie van de polissen aan de stad. De concessionaris moet eveneens een kopie van elke eventuele gewijzigde polis binnen dertig dagen na het afsluiten van de gewijzigde polis bezorgen aan de stad.
§4. De concessionaris is verplicht alle gewone maatregelen te treffen die schade aan het in concessie gegeven goed kunnen voorkomen, zoals het aanbrengen van bescherming aan de waterleiding tegen vorst. De concessionaris moet alle schade aan het goed en toebehoren onmiddellijk op degelijke wijze herstellen of vergoeden. Dit houdt zowel de schade in veroorzaakt door eigen toedoen of door derden (met uitzondering van oproer en staking), alsmede de schade die haar oorzaak vindt in abnormaal gebruik.
§5. De concessionaris blijft verantwoordelijk voor alle geschillen met derden die kunnen rijzen in geval van hoger vermelde polissen, alsook in geval van brand. De concessionaris zal de stad integraal vrijwaren voor de hoofdsom, intresten en kosten.
ARTIKEL 14 PERSONEEL
§1. De algemene basis voor de lonen en de algemene arbeidsvoorwaarden, zoals bepaald in de collectieve overeenkomsten, opgesteld door de bevoegde nationale paritaire comités en meer in het bijzonder wat betreft de arbeidsduur en supplementaire prestaties, zijn van toepassing op het personeel van de exploitatie, zelfs indien de collectieve overeenkomsten niet werden verplichtend gesteld bij Koninklijk Besluit.
§2. De teksten van de collectieve overeenkomsten die op de exploitatie van toepassing zijn, worden door de concessionaris ter beschikking gesteld van alle belanghebbenden.
§3. De concessionaris is verplicht haar personeel bijlonen en vergoedingen te betalen tegen de wettelijke prijs zoals die is vastgesteld bij wettekst of door collectieve overeenkomsten gesloten door de bevoegde nationale, gewestelijke of lokale paritaire comités of door bedrijfscomités.
§4. Om de stad toe te laten de nodige controles uit te oefenen, maakt de concessionaris, alvorens de exploitatie aan te vatten, het volledige adres bekend waar op eenvoudig verzoek de hierna genoemde documenten ter beschikking worden gesteld:
a) de individuele loonstaten volgens het door de sociale wetgeving voorgeschreven model, van ieder op de exploitatie werkend personeelslid;
b) de periodieke aangifte door de vergunninghouder aan de bevoegde dienst van de sociale zekerheid.
§5. Voor haar inwendige dienst dient de concessionaris de Nederlandse taal te hanteren. In relatie met derden moet zij de wettelijke voorschriften op het gebruik van talen in bestuurszaken naleven. Dit geldt onder andere voor lidkaarten, affiches en dergelijke. Het is haar niettemin toegestaan in ondergeschikte orde en om redenen van toeristisch belang andere talen te gebruiken.
ARTIKEL 15 ALGEMENE BEPALINGEN
§1. De stad mag altijd en zonder vooraf te verwittigen het goed op zijn werking en onderhoud inspecteren.
§2. De concessionaris, indien dit een rechtspersoon betreft, bezorgt de stad een kopie van haar statuten en latere wijzigingen, ten laatste acht dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
§3. De concessionaris bezorgt de stad eveneens een exemplaar van haar reglement van inwendige orde, evenals elke wijziging hieraan, binnen de acht dagen na de goedkeuring.
§4. De concessionaris bezorgt tot slot aan de stad de samenstelling van haar (raad van) bestuur, evenals elke wijziging, binnen de acht dagen na de wijziging.
§5. De concessionaris dient zich als uitbater van een hinderlijke inrichting te houden aan een beperking van de geluidshinder.
§6. Partijen komen uitdrukkelijke overeen dat onderhavige overeenkomst geen handelshuurovereenkomst betreft.
ARTIKEL 16 VERBINTENISSEN VAN DE CONCESSIONARIS
§1. De concessionaris staat toe dat de stad zes buitenterreinen kosteloos gebruikt gedurende twee dagen per jaar en activiteiten die gerelateerd zijn met de stadsdiensten.
Hiertoe dient de stad, bij gewone brief en ten minste drie maanden op voorhand de concessionaris in persoon van haar voorzitter aan te schrijven.
§2. De concessionaris neemt de verplichting op zich jaarlijks deel te nemen aan ‘Schoolsport basisonderwijs’ en ‘Schoolsport middelbaar onderwijs’, dit indien tennis en/of padel georganiseerd wordt.
ARTIKEL 17 ONVOORZIENE GEVALLEN EN GESCHILLEN
§1. Voor elk geval dat niet voorzien wordt in onderhavige overeenkomst is de concessionaris gehouden zich te gedragen naar de besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen.
§2. Alle geschillen in verband met deze exploitatie die niet door minnelijke schikking kunnen worden geregeld, worden beslecht door de rechtbanken bevoegd voor het grondgebied van Oostende overeenkomstig het Belgisch recht.
ARTIKEL 18 BODEMSANERINGS –EN BESCHERMINGSDECREET
De stad bevestigt dat zij de concessionaris in kennis heeft gesteld van de inhoud van de afgeleverde bodemattesten inzake de perceelnummers 319 F, G, N, K en P, uitgereikt door de Openbare Afvalstoffenmaatschappij van het Vlaamse Gewest (OVAM) overeenkomstig artikel 101 van het decreet betreffende de bodemsanering en bodembescherming van 27 oktober 2006. Een kopie van de voormelde bodemattesten worden als bijlage aan deze overeenkomst gehecht en zullen er integraal deel van uitmaken.
ARTIKEL 19 REGISTRATIE EN WOONSTKEUZE
§1. Alle kosten, zegel- en registratierechten met betrekking tot deze overeenkomst, zijn voor rekening van de concessionaris. Hij moet de overeenkomst laten registreren op zijn kosten.
§ 2. Voor de uitvoering van de overeenkomst kiest :
• de stad haar woonplaats ten stadhuize te 8400 Oostende, Vindictivelaan 1 en;
• de concessionaris in zijn woonplaats/zetel.
In drievoud opgemaakt in Oostende op …………………………. 2021.
Iedere partij ontvangt een ondertekend, geparafeerd en geregistreerd exemplaar van de overeenkomst.
Het derde exemplaar is bestemd voor het kantoor Rechtszekerheid.
Namens de Concessionaris | Namens de Stad | |
Voor de NV Ostend Tennis Club, NV 4B INVEST, Manu Beuselinck (vast vertegenwoordiger) |
Wouter De Vriendt Voorzitter Gemeenteraad |
Siegelinde Lacoere Algemeen Directeur |
Bijlagen:
1. plancontour concessie
2. bodemattest
3. investeringsplan OTC"
Art. 293 van het decreet lokaal bestuur.
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten (in zoverre van toepassing)
Keurt de concessievoorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de concessieovereenkomst voor het Sportcomplex gelegen te Oostende, Koninginnelaan 83 en bijlagen bij deze overeenkomst goed. Keurt derhalve de volgende documenten goed en voegt deze bij het besluit om er integraal deel van uit te maken:
- Ontwerp concessieovereenkomst-getek.pdf
- Bijlage 1 bij de concessieovereenkomst-getek.pdf
- Bijlage 2 bij de concessieovereenkomst-getek.pdf
- Bijlage 3 bij de concessieovereenkomst-getek.pdf.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de verdere uitvoeringsmodaliteiten van onderhavig besluit.
De aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de Gemeenteraad in zitting van 25 oktober 2021.
Deze beslissing werd digitaal (via de toezichtsmodule van het loket voor lokale besturen) aangeboden aan Toezicht Vlaanderen op 29 oktober 2021; simultaan werden i.f.v. de digitale rapportering de xml-en xbrl-files geüpload.
Met behoud van de bevoegdheid van de toezichthoudende overheid tot vernietiging wegens schending van het recht of strijdigheid met het algemeen belang, met toepassing van artikel 330 tot en met 334, vernietigt de toezichthoudende overheid het meerjarenplan of de aanpassing ervan in de volgende gevallen:
1° aan de raadsleden is in het beleidsrapport niet alle noodzakelijke informatie ter beschikking gesteld om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen, onder meer over de financiële risico's;
2° er wordt niet afdoende of alleen op basis van fictieve gegevens aangetoond dat het financiële evenwicht gevrijwaard blijft in de boekjaren waarop het meerjarenplan betrekking heeft;
3° het meerjarenplan dat aan de raadsleden is bezorgd, stemt niet overeen met de digitale rapportering die daarover aan de Vlaamse Regering is bezorgd met toepassing van artikel 250;
4° verwachte ontvangsten of uitgaven zijn ten onrechte, of ten onrechte niet, opgenomen in het meerjarenplan.
In afwijking van artikel 332 beschikt de toezichthoudende overheid over vijftig dagen om het meerjarenplan of de aanpassing ervan te vernietigen en om de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn daarvan op de hoogte te brengen. Die termijn gaat in op de dag nadat de gemeente zowel de toezichthoudende overheid op de hoogte heeft gebracht van de bekendmaking van het beleidsrapport, met toepassing van artikel 286, § 1, 3°, als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd met toepassing van artikel 250.
Op 16 december 2021 werd de vaststelling van de waarnemend gouverneur van de provincie West-Vlaanderen over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 per e-mail en in het digitaal loket ABB ontvangen.
Deze vaststelling wordt ter kennisname gebracht op de eerstvolgende vergadering van de raad overeenkomstig artikel 332, §1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en haar wijzigingen en haar wijzigingen.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 249, 250, 254, 255, 256, 259 én 332.
De Gemeenteraad heeft in zitting van 14 december 2019 o.a. beslist om het meerjarenplan 2020-2025: boekjaar 2020 (BP2020_2025-0) bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) vast te stellen.
Met behoud van de bevoegdheid van de toezichthoudende overheid tot vernietiging wegens schending van het recht of strijdigheid met het algemeen belang, met toepassing van artikel 330 tot en met 334 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, kan de toezichthoudende overheid het meerjarenplan of de aanpassing ervan vernietigen in de specifieke gevallen zoals beschreven in artikel 259 van het Decreet over het lokaal bestuur.
Op 7 februari 2020 werd de brief (met vaststelling) van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen over het meerjarenplan 2020- 2025 bezorgd via het digitaal Loket Vlaanderen.
De Gemeenteraad nam kennis van de brief van de gouverneur in zitting van 23 maart 2020 met 2020_GR_00061.
De aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de Gemeenteraad op 26 oktober 2020; de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de Gemeenteraad in zitting van 12 december 2020.
Neemt kennis van de brief/vaststelling van 16 december 2021 van de waarnemend gouverneur van de provincie West-Vlaanderen over de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025.
De renteloze lening kan toegekend worden aan het AGSO om de cashflowproblemen het hoofd te bieden. Deze lening valt binnen de grenzen van de lopende Stadswaarborg dewelke werd goedgekeurd in de Gemeenteraad van 30 augustus 2002 met het nummer 42 en verdere wijzigingen ten bedrage van 37,5 miljoen euro (Gemeenteraad 17 december 2016).
Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
Hierbij wordt de Gemeenteraad kennis gegeven van de aanvraag van een lening voor het AGSO.
Het AGSO kampt met cashflowproblemen. In 2019 werd een lening van 1.400.000 gestort en in de loop van 2021 werd een tweede renteloze lening toegekend bedrage van 1.600.000,00 euro. Dit in afwachting van de nieuwe projecten die zullen toegekend en opgestart worden door het AGSO. Eind 2021 bleek echter dat de cashpositie van het AGSO nog steeds precair was en werd de vraag gesteld voor een extra renteloze lening ten bedrage van 700.000 euro.
Beslist een renteloze lening ten bedrage van 700.000,00 euro toe te staan met een duur van 3jaar op rekeningnummer BE39 0910 1262 8419 van het AGSO (BTWnr. BE0267 389 606);
AGSO engageert zich om de renteloze lening terug te betalen aan de Stad op de eindvervaldag in 2025, dit is 3jaar na de valutadatum waarop de lening ontvangen werd bij AGSO;
De lening kan vervroegd terugbetaald worden van zodra de cashflowtoestand van het AGSO dit toelaat;
Geeft opdracht aan de Financieel Directeur om deze beslissing onverwijld uit te voeren;
Beneemt de renteloze lening van de jaarbudgetsleutel 29030014/06100 van het budget 2022.
De Stad is op heden mede-eigenaar van het perceel grond, gelegen in het sportpark De Schorre, gekend bij het Kadaster in de 9de afdeling sectie B nummer 650E (zie plan in bijlage), met een oppervlakte volgens het Kadaster van 79.123m². De Stad beschikt over 286 van de 320 aandelen in de grond.
Omdat de Stad op deze grond en alle aanpalende gronden doorheen de jaren het sportpark heeft gerealiseerd, is het aangeraden om de resterende aandelen van de andere eigenaars, de consorten Lanoye, over te kopen.
Met de consorten Lanoye en Stienlet werden hierover gesprekken aangeknoopt, welke geleid hebben tot een overeenkomst om hun respectieve aandelen in de volheid van de eigendom over te dragen aan de Stad.
De Stad is voor 286/320ste eigenaar van een perceel grond gelegen in het sportpark De Schorre, gekend in de 9de afdeling sectie B met nummer 650 E P0000, met een oppervlakte van 79.123m². De resterende aandelen (34/320ste) zijn in handen van de consorten Lanoye - Stienlet, nl.:
* Christian Lanoye 2/320ste
* Eric Lanoye 20/320ste
* Nadia Lanoye 1/80ste = 4/320ste
* José Stienlet 1/80ste = 4/320ste
* Michèle Stienlet 1/80ste = 4/320ste
Om reden dat de stad doorheen de jaren aldaar het sportpark De Schorre heeft uitgebouwd, is het aangeraden de resterende aandelen in de geheelheid van de voormelde grond aan te kopen. Hiervoor werd een schatting (zie bijlage) aangevraagd bij landmeetkantoor Van Eester, met maatschappelijke zetel te 2531 Boechout, Wommelgemsesteenweg 134. De betrokken grond werd geschat aan 2.769.000,00 voor 79.123m² (venale waarde in vrije verkoop) of 2.409.000,00€ in gedwongen verkoop. Dit komt neer op een prijs/m² van 34,99 €/m² of 30,44€/m². Met de betrokken mede-eigenaars werden onderhandelingen aangeknoopt op basis van een m²-prijs van 30,44€. Hierover werd met de mede-eigenaars een akkoord bereikt op basis van deze geschatte prijs:
* Christian Lanoye : 2/320ste VE: 2/320ste van 79.123m² = 494,68m² x 30,44€/m² = 15.058,13€
* Eric Lanoye : 20/320ste VE: 20/320ste van 793123m² = 4946,80m² x 30,44€/m²= 150.580,73€
* Nadia Lanoye : 1/80ste VE : 1/80ste van 79.123m² = 989,03m² x 30,44€/m²= 30.116,27€
* José Stienlet : 1/80ste VE : 1/80ste van 79.123m² = 989,03m² x 30,44€/m²= 30.116,27€
* Michèle Stienlet : 1/80ste VE : 1/80ste van 79.123m² = 989,03m² x 30,44€/m²= 30.116,27€
8.407,57m² wordt aangekocht voor in totaal 255.987,67€
De mede-eigenaars ondertekenden elk voor hun aandeel de verbintenis tot overname van hun aandeel in de geheelheid. De gronden maken deel uit van het sportpark De Schorre waar reeds heel wat sportieve-recreatieve zaken werden ontwikkeld. Op de gronden bevinden zich momenteel diverse voetbalvelden, een cricket terrein, een american football veld, een baseball veld en een blokart piste. Het mountainbike- en joggingparcours doorkruisen de betrokken gronden. De bestaande wandelpaden worden frequent gebruikt en behoren ook tot deze zone. Door de Stad werden tal van investeringen gedaan (heraanleg baseball veld, plaatsing dug-outs, realisatie technische zone mountainbikeparcours, een gloednieuw multimovepad, ...) waardoor het zeer waardevol is om deze gronden te verwerven, zodat deze projecten/realisaties niet in het gedrang komen.
De overnames van de aandelen in het kadastraal perceel, met het oog op het bestendigen en het verder uitbouwen van het sportpark, vormt een voldoende reden van algemeen belang om deze transactie te laten verlopen zonder mededinging overeenkomstig de Omzendbrief Vervreemding onroerende goederen.
Aan de Gemeenteraad wordt dan ook gevraagd om de diverse verbintenissen tot overname goed te keuren.
Art. 41, 2de lid, 11° van het Decreet Lokaal Bestuur
Verwerving resterende aandelen in de grond om volledig eigenaar te worden van gronden in het sportpark
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten
Keurt de tekst in bijlage "ondertekende verbintenis Christian Lanoye" goed.
Keurt de tekst in bijlage "ondertekende verbintenis Eric Lanoye" goed.
Keurt de tekst in bijlage "ondertekende verbintenis Nadia Lanoye" goed.
Keurt de tekst in bijlage "ondertekende verbintenis José Stienlet" goed.
Keurt de tekst in bijlage "ondertekende verbintenis Michèle Stienlet" goed.
Wijst de uitgave gekoppeld aan de verbintenissen toe aan het aangepast meerjarenplan 2022 met artikel ST/22000000/074200//2020-004/025///1300-01.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire uitvoeringsmodaliteiten.
Het Cultureel erfgoeddecreet van 24 februari 2017.
Het Decreet bovenlokale cultuurwerking van 01 januari 2019.
Het actieplan en het budget 2022 van de projectvereniging Kusterfgoed werden goedgekeurd op de Raad van Bestuur van 02 december 2021.
Voorstel om het actieplan en het budget 2022 van de projectvereniging Kusterfgoed goed te keuren.
Conform de statuten van de projectvereniging Kusterfgoed dienen de gemeenteraden van alle deelnemende gemeenten (Oostende, Bredene, De Haan, Blankenberge en Middelkerke) het actieplan en het budget (2022) van de projectvereniging Kusterfgoed (art. 8) goed te keuren.
Het Meerjarenplan 2020-2025 Stad Oostende dat door de Gemeenteraad van 14 december 2019 werd goedgekeurd vermeldt: OD 0503 - Oostende is een cultuurstad waar elke kunstvorm alle kansen krijgt. AP 050305 - De stad Oostende zet samen met relevante partners maximaal in o het behoud, beheer en de ontsluiting van het roerend en immaterieel erfgoed van de Oostendse erfgoedgemeenschap en slaat bruggen naar het onroerend erfgoed. A 05030501 - De dienst erfgoed herkent, verzamelt, borgt en ontsluit het cultureel erfgoed van de Oostendse erfgoedgemeenschap en werkt hiervoor nauw samen met de erfgoedcel Kusterfgoed, de dienst Cultuur, de Bibliotheek en andere relevante stadsdiensten en partners en houdt hierbij rekening met huidige werven en toekomstige tendensen en uitdagingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2014 waarin de deelname van de stad Oostende aan de oprichting van de projectvereniging Kusterfgoed werd goedgekeurd en de statuten aanvaard.
De gemeenteraden van 23 oktober 2015, 23 maart 2019 en 14 december 2019 waarin de (gewijzigde) statuten van de projectvereniging Kusterfgoed werden goedgekeurd.
De gemeenteraad van 21 oktober 2019 waarin de verlenging van de deelname van de stad Oostende aan het samenwerkingsverband van de projectvereniging Kusterfgoed goed en het bijhorende visum nr. 2019/200 van de financieel directeur.
Het goedgekeurde verslag van de Raad van Bestuur van 02 december 2021 van de de projectvereniging Kusterfgoed waarin het actieplan en het budget 2022 van de projectvereniging Kusterfgoed werden goedgekeurd.
De gemeenteraad van 24 januari 2014 keurde de deelname aan de oprichting van de projectvereniging Kusterfgoed goed en aanvaardde de statuten.
De gemeenteraad keurde op 23 oktober 2015, 23 maart 2019 en 14 december 2019 de gewijzigde statuten van de projectvereniging Kusterfgoed goed.
De gemeenteraad van 21 oktober 2019 keurde de verlenging van het samenwerkingsverband van de stad Oostende aan de projectvereniging Kusterfgoed goed.
De regering besliste in 2020 de convenant met de projectvereniging Kusterfgoed te verlengen en om een werkingssubsidie van € 275.000 toe te kennen aan Kusterfgoed voor de komende beleidsperiode 2021-2026.
Het actieplan en het budget 2022 van de projectvereniging Kusterfgoed werden goedgekeurd op de Raad van Bestuur van 02 december 2021.
Keurt het actieplan en het budget 2022 van de projectvereniging Kusterfgoed goed.
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 14 januari 2022:
De beslissing om in eerste instantie zowel Winter in het Park als Christmas Village te laten doorgaan, werd genomen in nauw overleg met de veiligheidsdiensten en de organisator, op basis van de op dat moment geldende coronamaatregelen. De organisator was verantwoordelijk was voor alles wat zich binnen de evenementenzones afspeelt en de stad zou alles in goede banen leiden tot aan de ingang.
Op het overlegcomité van 22 december werden echter een pak nieuwe maatregelen beslist, die pas helemaal duidelijk werden in het KB van 24 december. Op dat moment werd de lokale veiligheidscel van de stad bijeengeroepen.
De bijkomende beperkingen maakten het onmogelijk om de kerstmarkten nog verder te organiseren. Een beperkt aantal mensen per vierkante meter, eenrichtingsverkeer, enkel zittend consumeren, geen overkappingen, steeds anderhalve meter afstand garanderen... De veiligheidsdiensten gaven negatief advies aangezien de handhaving van die regels onmogelijk zou zijn. (Voor Winter in het Park betekenden de nieuwe regels bijvoorbeeld maximaal een duizendtal bezoekers op het evenement, terwijl dat er op topdagen makkelijk vijfduizend kunnen zijn.)
Samen met de organisator is onderzocht wat er wel nog mogelijk was. De hogere overheid had een specifieke regeling voorzien voor ijspistes. Ook voor de twee pop-up horeca uitbatingen en de kermisattracties kon men terugvallen op de bestaande protocollen.
Stad Oostende heeft alles in het werk gesteld om beide winterevenementen te kunnen laten doorgaan. Door de wijzigende maatregelen van hogerhand, bleek op 24 december dat dit niet langer mogelijk was. Voor mogelijk compensaties kan men dan ook niet terecht bij Stad Oostende. We hopen van ganser harte dat de alle evenementen zo snel mogelijk opnieuw kunnen doorgaan.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer R. Wyffels diende op 26 december 2021 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende omtrent de kerstmarkt "Winter in het park" en heeft hieromtrent volgende vragen:
➢ Heel wat gemeentes en Steden hebben ervoor gekozen om de kerstmarkten niet te laten doorgaan. Het stadsbestuur Oostende koos echter de kerstmarkt wel te alten doorgeen. Had deze beslissing direct of indirect te maken met het feit, dat de uitbater van “Winter in het park” ook fractievoorzitter is van Open VLD en aldus deel uitmaakt van de meerderheid als ook over een politieke mandaat beschikt in de gemeenteraad ?
➢ Is er een compensatie voorzien, voor de uitbaters van de vele kraampjes die plots hun investering zien te verliezen ?
➢ Welke ondersteuning zal dit stadsbestuur voorzien, om de uitbaters van de kleine kraampjes die met veel engagement voor een gezellige kerstsfeer hebben gezorgd ?
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer R. Wyffels van 26 december 2021, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, omtrent de kerstmarkt "Winter in het park".
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 14 januari 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_00194) :
De beslissing om in eerste instantie zowel Winter in het Park als Christmas Village te laten doorgaan, werd genomen in nauw overleg met de veiligheidsdiensten en de organisator, op basis van de op dat moment geldende coronamaatregelen. De organisator was verantwoordelijk was voor alles wat zich binnen de evenementenzones afspeelt en de stad zou alles in goede banen leiden tot aan de ingang.
Op het overlegcomité van 22 december werden echter een pak nieuwe maatregelen beslist, die pas helemaal duidelijk werden in het KB van 24 december. Op dat moment werd de lokale veiligheidscel van de stad bijeengeroepen.
De bijkomende beperkingen maakten het onmogelijk om de kerstmarkten nog verder te organiseren. Een beperkt aantal mensen per vierkante meter, eenrichtingsverkeer, enkel zittend consumeren, geen overkappingen, steeds anderhalve meter afstand garanderen... De veiligheidsdiensten gaven negatief advies aangezien de handhaving van die regels onmogelijk zou zijn. (Voor Winter in het Park betekenden de nieuwe regels bijvoorbeeld maximaal een duizendtal bezoekers op het evenement, terwijl dat er op topdagen makkelijk vijfduizend kunnen zijn.)
Samen met de organisator is onderzocht wat er wel nog mogelijk was. De hogere overheid had een specifieke regeling voorzien voor ijspistes. Ook voor de twee pop-up horeca uitbatingen en de kermisattracties kon men terugvallen op de bestaande protocollen.
Stad Oostende heeft alles in het werk gesteld om beide winterevenementen te kunnen laten doorgaan. Door de wijzigende maatregelen van hogerhand, bleek op 24 december dat dit niet langer mogelijk was. Voor mogelijk compensaties kan men dan ook niet terecht bij Stad Oostende. We hopen van ganser harte dat de alle evenementen zo snel mogelijk opnieuw kunnen doorgaan.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer R. Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 14 januari 2022:
De hoogspanningscabine van het stadhuis werd tien jaar geleden gesaneerd. Er is toen onderzocht of er een noodstroom aggregaat kon aangesloten worden, de bestaande installatie maakte dat dit technisch complex en duur was. Er is toen beslist om geen aggregaat te installeren.
Het ontwerp van een nieuw stadhuis zit nog in een conceptuele fase. Over de technische uitrusting is op dit moment nog niets bepaald.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer R. Wyffels diende op 22 december 2021 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende omtrent de noodstroom aggregaat voor het stadhuis en heeft hieromtrent volgende vragen:
➢ Waarom beschikt het stadhuis van Oostende NIET over een “noodgenerator” ?
➢ Waarom werd een “noodgenerator” NIET opgenomen bij de plannen van het nieuwe stadhuis ?
➢ Is het stadsbestuur bereid om te willen investeren in een “noodgenerator” zodat het besturen van onze stad ook bij een stroompanne mogelijk blijft ?
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer R. Wyffels van 22 december 2021, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, omtrent de noodstroom aggregaat voor het stadhuis.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 14 januari 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_00195) :
De hoogspanningscabine van het stadhuis werd tien jaar geleden gesaneerd. Er is toen onderzocht of er een noodstroom aggregaat kon aangesloten worden, de bestaande installatie maakte dat dit technisch complex en duur was. Er is toen beslist om geen aggregaat te installeren.
Het ontwerp van een nieuw stadhuis zit nog in een conceptuele fase. Over de technische uitrusting is op dit moment nog niets bepaald.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer R. Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 14 januari 2022:
Stad Oostende zal een GFT-ophaling organiseren waardoor de Oostendenaar dit type afval niet meer in de restafvalzak hoeft te gooien. De ophaling zal tweewekelijks plaatsvinden. De prijs van een zak voor GFTafval is lager dan de prijs van een restafvalzak. Dit betekent dat de ophaling goedkoper zal zijn voor de Oostendenaar. In uw betoog verwart u het rotten van afval (een anaeroob proces) met composteren (een aeroob proces).
Een goed georganiseerde composthoop, waar er thermisch gecomposteerd wordt, geeft nagenoeg geen geurhinder eenmaal de organismen die nodig zijn voor het composteren goed in de composthoop zijn gevestigd. Bij de compostmeesters die de compostpaviljoenen bemannen, kan u steeds terecht voor de nodige info, tips en tricks.
Het is niet zo dat Stad Oostende de bevolking verplicht om in een appartement te composteren. We stimuleren hen echter wel om het GFT-afval gescheiden aan te bieden via een goedkopere GFT-afvalzak. We zullen ook inzetten op communicatie naar de bevolking, onder andere over het tegengaan van eventuele geurhinder. Dat kan door het afdekken van het GFT-afval met een stuk keukenrol of een stukje krantenpapier eventuele geurhinder tegengaat. Ook een stukje lavendel of lavendelolie kan hierbij helpen.
Wilt u toch composteren in een appartement? Dat kan perfect via een wormenbak. Meer info hierover kan u vinden op de website van Vlaco. https://www.vlaco.be/thuiskringlopen/thuiscomposteren/composteersystemen/wormenbak.
Composteren is ook mogelijk met een composteermachine of een voedselrecycler. Dit is een vuilbak die alle voedselresten omzet in mulch voor uw planten. Ook verdeelt de stad Oostende gratis compostemmertjes, dewelke kunnen gebruikt worden om naar de diverse compostpaviljoenen in Oostende te gaan. Mogelijkheden genoeg dus voor zij die geen gft-zak wensen te gebruiken.
We zijn van mening dat een overleg met de sociale huisvestingsmaatschappij niet noodzakelijk is, want zoals u hierboven kan lezen bestaat er al een oplossing.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer R. Wyffels diende op 07 december 2021 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende omtrent het ophalen van bioafval (gft) vanaf 2024 en heeft hieromtrent volgende vragen:
➢ Welke maatregelen zal het stadsbestuur nemen, de boven vernoemde problematiek vanwege composteren in geslote ruimte voor de Oostendenaars zonder tuin of terras te voorkomen?
➢ Is het stadsbestuur willens, met de sociale huisvestigingsmaatschappijen aan de tafel te gaan zitten voor een zoektocht naar mogelijke oplossingen?
➢ Kan het stadsbestuur Oostende bevestigen, dat een mogelijk ophaling van GFT 14-dagelijks zou gebeuren?
➢ Heeft het stadsbestuur kennis, over de mogelijke gevaren van composteren in gesloten ruimtes voor de bewoners ?
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer R. Wyffels van 07 december 2021, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, omtrent het ophalen van bioafval (gft) vanaf 2024.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 14 januari 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_00191):
Stad Oostende zal een GFT-ophaling organiseren waardoor de Oostendenaar dit type afval niet meer in de restafvalzak hoeft te gooien. De ophaling zal tweewekelijks plaatsvinden. De prijs van een zak voor GFTafval is lager dan de prijs van een restafvalzak. Dit betekent dat de ophaling goedkoper zal zijn voor de Oostendenaar. In uw betoog verwart u het rotten van afval (een anaeroob proces) met composteren (een aeroob proces).
Een goed georganiseerde composthoop, waar er thermisch gecomposteerd wordt, geeft nagenoeg geen geurhinder eenmaal de organismen die nodig zijn voor het composteren goed in de composthoop zijn gevestigd. Bij de compostmeesters die de compostpaviljoenen bemannen, kan u steeds terecht voor de nodige info, tips en tricks.
Het is niet zo dat Stad Oostende de bevolking verplicht om in een appartement te composteren. We stimuleren hen echter wel om het GFT-afval gescheiden aan te bieden via een goedkopere GFT-afvalzak. We zullen ook inzetten op communicatie naar de bevolking, onder andere over het tegengaan van eventuele geurhinder. Dat kan door het afdekken van het GFT-afval met een stuk keukenrol of een stukje krantenpapier eventuele geurhinder tegengaat. Ook een stukje lavendel of lavendelolie kan hierbij helpen.
Wilt u toch composteren in een appartement? Dat kan perfect via een wormenbak. Meer info hierover kan u vinden op de website van Vlaco. https://www.vlaco.be/thuiskringlopen/thuiscomposteren/composteersystemen/wormenbak.
Composteren is ook mogelijk met een composteermachine of een voedselrecycler. Dit is een vuilbak die alle voedselresten omzet in mulch voor uw planten. Ook verdeelt de stad Oostende gratis compostemmertjes, dewelke kunnen gebruikt worden om naar de diverse compostpaviljoenen in Oostende te gaan. Mogelijkheden genoeg dus voor zij die geen gft-zak wensen te gebruiken.
We zijn van mening dat een overleg met de sociale huisvestingsmaatschappij niet noodzakelijk is, want zoals u hierboven kan lezen bestaat er al een oplossing.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer R. Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 14 januari 2022:
Met betrekking tot de ondergrond van de parking Albert I Promenade heeft de gemeenteraad in haar zitting van 16 december 2017 een erfpachtovereenkomst gesloten met nv 't Belfort. Hun taak bestond erin een goed werkende parking te ontwerpen en te exploiteren. Bij het verkrijgen van de omgevingsvergunning wordt steeds het advies van de brandweer ingewonnen. Het advies voorzag erin dat de bouwheer verplicht was een brandmeldsysteem te voorzien. De bouwheer dient het advies van de brandweer op te volgen en een goed werkend brandmeldsysteem te voorzien.
Artikel 6 van de voormelde erfpacht is hierover ook duidelijk : "De erfpachter of beheerder heeft de verplichting de garage te onderhouden en moet zorgen dat alle installaties van verlichting, verluchting, brandveiligheid van alle andere gebruikelijke apparatuur permanent goed functioneren. Zij moeten op hun kosten instaan dat de omgeving geen abnormale hinder van lawaai of lucht verontreiniging ondervindt. Tijdens de erfpacht staat de erfpachter of gebruiker ook in voor goede werking, onderhoud van de parking, e.d. ".
Bij eventuele problemen die de veiligheid in het gedrang brengen, zal de Burgemeester uiteraard optreden. Tot op heden zijn er echter geen meldingen bij het stadsbestuur ingediend waaruit kon afgeleid worden dat deze de veiligheid in het gedrang zouden brengen.
Alle ontvangen meldingen omtrent problemen met de parking worden door het stadsbestuur onmiddellijk doorgestuurd aan nv ’t Belfort met de vraag om het nodige gevolg hieraan te geven conform de erfpachtovereenkomst. De nv 't Belfort heeft op haar beurt het vruchtgebruik voor de uitbating van de parking toegekend aan Indigo. Daardoor worden eveneens aan Indigo alle gemelde problemen met de parking doorgegeven.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen gerechtelijke vaststelling via proces-verbaal of de zorg voor openbare veiligheid door het voorkomen van criminaliteit en de bijstand van personen in gevaar, en met het verrichten van vaststellingen in privaatrechtelijke geschillen. Dit laatste behoort niet tot het takenpakket van de Lokale Politie.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer R. Wyffels diende op 28 december 2021 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende omtrent de brandveiligheid ondergrondse parking Albert I Promenade en heeft hieromtrent volgende vragen:
➢ Sedert wanneer weet het stadsbestuur van Oostende over de defecte brandmeldsysteem van de ondergrondse parking Albert I Promenade te Oostende ?
➢ Welke maatregelen heeft het stadsbestuur genomen, om de veiligheid voor zowel de gebruikers als ook de omwonende te garanderen ?
➢ Was er reeds communicatie tussen zowel het stadsbestuur, de uitbater als ook de brandweer Zone1 omtrent het defect en de mogelijke gevaren die hieruit voortgaan ?
➢ Indien een brandmeldsysteem voorwaarde zijn van de vergunning voor de ingebruikneming van de ondergrondse parking Albert I Promenade te Oostende, de stad kennis heeft van de “defecte” brandmeldsysteem aldus de voorwaarden voor de vergunning zijde geschonden. Hoe verklaard het stadsbestuur dat de uitbater verder de ondergrondse parking mag uitbaten ?
➢ De lokale politie kreeg hierover reeds verschillende meldingen. Laatsleden op 28 december 2021 om 13:50 uur op het nummer 059/701111. De melder erop aandrong om de defect te willen vaststellen. Deze toch de openbare orde en veiligheid in het gedrag brengt. Kreeg de melder als antwoord, dat de politie Oostende hierover geen melding of ook PV wil opnemen. WAAROM is de Lokale Politie Oostende NIET willens, dergelijke meldingen te controleren en als volgt te constateren die de openbare orde en veiligheid betreffen in gedrag brengt ?
➢ Welke maatregelen zal het stadbestuur nemen, om de gebruikers en omwonende van de ondergrondse parking Albert I Promenade te Oostende te garanderen ?
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer R. Wyffels van 28 december 2021, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, omtrent de brandveiligheid ondergrondse parking Albert I Promenade.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 14 januari 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_00192) :
Met betrekking tot de ondergrond van de parking Albert I Promenade heeft de gemeenteraad in haar zitting van 16 december 2017 een erfpachtovereenkomst gesloten met nv 't Belfort. Hun taak bestond erin een goed werkende parking te ontwerpen en te exploiteren. Bij het verkrijgen van de omgevingsvergunning wordt steeds het advies van de brandweer ingewonnen. Het advies voorzag erin dat de bouwheer verplicht was een brandmeldsysteem te voorzien. De bouwheer dient het advies van de brandweer op te volgen en een goed werkend brandmeldsysteem te voorzien.
Artikel 6 van de voormelde erfpacht is hierover ook duidelijk : "De erfpachter of beheerder heeft de verplichting de garage te onderhouden en moet zorgen dat alle installaties van verlichting, verluchting, brandveiligheid van alle andere gebruikelijke apparatuur permanent goed functioneren. Zij moeten op hun kosten instaan dat de omgeving geen abnormale hinder van lawaai of lucht verontreiniging ondervindt. Tijdens de erfpacht staat de erfpachter of gebruiker ook in voor goede werking, onderhoud van de parking, e.d. ".
Bij eventuele problemen die de veiligheid in het gedrang brengen, zal de Burgemeester uiteraard optreden. Tot op heden zijn er echter geen meldingen bij het stadsbestuur ingediend waaruit kon afgeleid worden dat deze de veiligheid in het gedrang zouden brengen.
Alle ontvangen meldingen omtrent problemen met de parking worden door het stadsbestuur onmiddellijk doorgestuurd aan nv ’t Belfort met de vraag om het nodige gevolg hieraan te geven conform de erfpachtovereenkomst. De nv 't Belfort heeft op haar beurt het vruchtgebruik voor de uitbating van de parking toegekend aan Indigo. Daardoor worden eveneens aan Indigo alle gemelde problemen met de parking doorgegeven.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen gerechtelijke vaststelling via proces-verbaal of de zorg voor openbare veiligheid door het voorkomen van criminaliteit en de bijstand van personen in gevaar, en met het verrichten van vaststellingen in privaatrechtelijke geschillen. Dit laatste behoort niet tot het takenpakket van de Lokale Politie.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer R. Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 14 januari 2022:
De gemeenteraad keurde op 29 februari 2016 het toewijzingsreglement sociale huur goed waarin ook voorrang werd voorzien voor mensen met een fysieke of geestelijke beperking. Dit is dus reeds voorzien en zal niet gewijzigd worden.
Het bindend sociaal objectief voor sociale huurwoningen is in Oostende reeds behaald. Bovendien zijn nog extra convenanten lopende die voor extra sociale woningen zullen zorgen.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer R. Wyffels diende op 30 december 2021 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende omtrent het lokaal toewijzingsreglement voor sociale woningen en heeft hieromtrent volgende vragen:
➢ Is de stad Oostende willens, het lokaal toewijzingsreglement voor sociale woningen te willen herzien, waarbij rekening worden gehouden met de woonnood voor mensen met een beperking ?
➢ De stad Oostende wil volgens het bestuursakkoord 2019-2024 van Open Vld, N-VA, Groen en CD&V stelt heel wat ambitieuze plannen voor. Zoals in punt: 225 als volgt is bepaald. Het aantal sociale woningen wordt verhoogd om minstens het bindend sociaal objectief te behalen. We werken aan een goede spreiding van sociale woningen in Oostende. Maar toch meer rekening te willen houden voor mensen met een beperking ?
➢ Aldus te willen overgaan tot een wijziging van Omgeving en milieu / Wonen / Lokaal toewijzingsreglement, en aldus voorrang te willen volstrekken voor mensen met een beperking ?
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer R. Wyffels van 30 december 2021, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, omtrent het lokaal toewijzingsreglement voor sociale woningen.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 14 januari 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_00197) :
De gemeenteraad keurde op 29 februari 2016 het toewijzingsreglement sociale huur goed waarin ook voorrang werd voorzien voor mensen met een fysieke of geestelijke beperking. Dit is dus reeds voorzien en zal niet gewijzigd worden.
Het bindend sociaal objectief voor sociale huurwoningen is in Oostende reeds behaald. Bovendien zijn nog extra convenanten lopende die voor extra sociale woningen zullen zorgen.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer R. Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 14 januari 2022:
Momenteel is er geen budget voorzien om speelinfrastructuur voor honden of andere dieren te plaatsen.
We verwijzen evenwel graag naar de diverse goed onderhouden hondenloopweides en de lokale hondenclubs, die hiervoor de perfecte aanspreek- of sparringpartner kunnen zijn.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Mevrouw P. Martin diende op 09 januari 2022 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende omtrent hondenspeelweides en heeft hieromtrent volgend voorstel:
De hondenloopweide t.h.v. de Brigade Pironlaan is een fijne plaats om je viervoeter uit te laten. Het zou leuk zijn mocht wat extra activiteit mogelijk worden gemaakt voor de dieren: een verhoogd plateau, een tunnelbrug, evenwichtsbalk of springband zou een bezoek aan de hondenspeelweide dubbel zo aangenaam maken (vele van deze dieren wonen in een appartement). Dank om dit in overweging te nemen.
Neemt kennis van het verzoekschrift van mevrouw P. Martin van 09 januari 2022, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, omtrent hondenspeelweides.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 14 januari 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_00193) :
Momenteel is er geen budget voorzien om speelinfrastructuur voor honden of andere dieren te plaatsen.
We verwijzen evenwel graag naar de diverse goed onderhouden hondenloopweides en de lokale hondenclubs, die hiervoor de perfecte aanspreek- of sparringpartner kunnen zijn.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om mevrouw P. Martin hiervan op de hoogte te brengen.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft volgende repliek voorbereid in haar zitting van 14 januari 2022:
De stedelijke verordening betreffende de barbecues en het maken van vuur op het openbaar domein bepaalt dat vuurwerk ontsteken op het openbaar domein enkel kan mits uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen of de Burgemeester.
Er is geen sprake van willekeurig optreden door de Lokale Politie Oostende, wel het uitvoeren van een doordacht beleid in handhaving van orde en beheer van de openbare ruimte. De patrouilles handelden naar strikte richtlijnen en onder het gezag van een politieofficier, aanwezig op het terrein.
Tijdens risicovolle identiteitscontroles hebben inderdaad een aantal jongeren getracht de politie uit te dagen tot een kat-en-muis spel. Hier werd uit tactische overwegingen niet op ingegaan. De finaliteit van het optreden en de veiligheid van de politiemensen primeert hier.
Oudejaarsnacht 2021-2022 kende in Oostende, zeker in vergelijking met andere centrumsteden, een rustig verloop. De interventiedruk was hoog, maar zware incidenten bleven uit.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 304 § 2 en 5 & artikel 40 § 1
Huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 36
De heer R. Wyffels diende op 02 januari 2022 een verzoekschrift in bij het stadsbestuur van Oostende omtrent het verbod op het aansteken van vuurwerk en heeft hieromtrent volgende vragen:
➢ Werd de lokale politie Oostende op de hoogte gebracht door het stadsbestuur op het VERBOD op aansteken van VUURWERK ?
➢ Waarom is de lokale politie Oostende niet opgetreden bij vaststelling van de inbraak op het VERBOD op aansteken van VUURWERK ?
➢ Kan het stadsbestuur/ lokale politie Oostende bevestigen, dat tijdens de interventie op het “Cardijnplein” jongeren het VERBOD op aansteken van VUURWERK negeerde ? Waarom werd NIET politioneel opgetreden ?
➢ Maakt het enige zin dat het stadsbestuur Oostende overgaat tot het bepalen wat kan, en wat niet kan, als de Lokale Politie Oostende deze democratische beslissingen van de gemeenteraad negeert ?
➢ Wie heeft het advies gegeven, bij een inbreuk op het VERBOD op aansteken van VUURWERK binnen dat de Lokale Politie Oostende NIET worden opgetreden ?
➢ Hoe kan de Oostendenaar toekomstig weten, wanneer door de lokale politie Oostende worden opgetreden en of NIET ?
Neemt kennis van het verzoekschrift van de heer R. Wyffels van 02 januari 2022, overeenkomstig artikel 304 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur, omtrent het verbod op het aansteken van vuurwerk.
Neemt kennis van het antwoord voorbereid door het College van Burgemeester en Schepenen in haar zitting van 14 januari 2022, waarvan kopie in bijlage (2022_CBS_00196) :
De stedelijke verordening betreffende de barbecues en het maken van vuur op het openbaar domein bepaalt dat vuurwerk ontsteken op het openbaar domein enkel kan mits uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen of de Burgemeester.
Er is geen sprake van willekeurig optreden door de Lokale Politie Oostende, wel het uitvoeren van een doordacht beleid in handhaving van orde en beheer van de openbare ruimte. De patrouilles handelden naar strikte richtlijnen en onder het gezag van een politieofficier, aanwezig op het terrein.
Tijdens risicovolle identiteitscontroles hebben inderdaad een aantal jongeren getracht de politie uit te dagen tot een kat-en-muis spel. Hier werd uit tactische overwegingen niet op ingegaan. De finaliteit van het optreden en de veiligheid van de politiemensen primeert hier.
Oudejaarsnacht 2021-2022 kende in Oostende, zeker in vergelijking met andere centrumsteden, een rustig verloop. De interventiedruk was hoog, maar zware incidenten bleven uit.
Keurt de voorbereide repliek door het College van Burgemeester en Schepenen goed en belast het College van Burgemeester en Schepenen om de heer R. Wyffels hiervan op de hoogte te brengen.
Van volgende overheidsopdrachtendossiers heeft de sluiting plaats gevonden tussen 06 december 2021 en 10 januari 2022:
150.D.153 - Aanstellen van een ontwerper voor de ontwikkeling van jeugdinfrastructuur en buitenschoolse kinderopvang op site 'Wiegelied'
270.L.218 - Leveren van software registratietool (EagleBe) via perceel 2 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
270.D.033 - Leveren van consultancy (business-analist, ICT-architect, project manager en senior productspecialisten) voor de domeinmigratie via perceel 3 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
Ongekend
De Gemeenteraad wil op de hoogte worden gebracht van de overheidsopdrachtendossiers, waarvan zij de gunningswijze heeft goedgekeurd, die tijdens de afgelopen maand werden gesloten.
Neemt kennis van volgende overheidsopdrachten waarvan de sluiting plaats vond tussen 06 december 2021 en 10 januari 2022:
150.D.153 - Aanstellen van een ontwerper voor de ontwikkeling van jeugdinfrastructuur en buitenschoolse kinderopvang op site 'Wiegelied'
270.L.218 - Leveren van software registratietool (EagleBe) via perceel 2 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
270.D.033 - Leveren van consultancy (business-analist, ICT-architect, project manager en senior productspecialisten) voor de domeinmigratie via perceel 3 van de raamovereenkomst “ICT Aankoopcentrale – Stad Brugge en andere entiteiten voor drie jaar en driemaal met één jaar verlengbaar” die de Stad Brugge sloot op basis van haar bestek
Conformiteitsattest van 04 november 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Ernest Feysplein 10 (0201), tweeslaapkamerappartement met leefruimte, keuken, badkamer en aparte wc, tweede verdieping.
Conformiteitsattest van 08 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Sint-Catharinapolderstraat 29 (0101), drieslaapkamerappartement met leefruimte, keuken, badkamer en wc, eerste verdieping.
Burgemeesterbesluit van 03 december 2021, houdende opheffing ongeschiktverklaring na sloop van vijf appartementen gelegen Langestraat 71.
Burgemeesterbesluit van 03 december 2021, houdende de ongeschiktverklaring van een woning gelegen Jozef II-straat 3 (0601), zesde verdieping.
Burgemeesterbesluit van 07 december 2021, houdende de ongeschiktverklaring van een woning gelegen Stuiverstraat 159 (0201), tweede verdieping.
Burgemeesterbesluit van 14 december 2021, houdende de onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Spaarzaamheidstraat 108, eerste verdieping.
Burgemeesterbesluit van 10 december 2021, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woningen gelegen Alfons Pieterslaan 13, eerste verdieping, tweede verdieping en derde verdieping.
Burgemeesterbesluit van 14 december 2021, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van een woning gelegen Honoré Borgerstraat 51, gelijkvloerse verdieping.
Conformiteitsattest van 20 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Leopold van Tyghemlaan 6 (0202), leefruimte met open keuken en twee slaapkamers vooraan, badkamer en wc achteraan de trappenhal.
Conformiteitsattest van 18 oktober 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Thomas Van Loostraat 40A (glvl), gelijkvloerse verdieping.
Burgemeesterbesluit van 17 december 2021, houdende de opheffing van de ongeschiktverklaring na bestemmingswijziging van de woningen Hofstraat 14 (0001 en 0002, gelijkvloerse verdieping links en rechts achteraan.
Conformiteitsattest van 03 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Hofstraat 14 (0101), eerste verdieping.
Conformiteitsattest van 03 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Hofstraat 14 (0201), tweede verdieping.
Conformiteitsattest van 03 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Hofstraat 14 (0301), derde verdieping.
Conformiteitsattest van 03 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Hofstraat 14 (0401), vierde verdieping.
Conformiteitsattest van 22 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Hyacintenlaan 29 (0301), derde verdieping links.
Conformiteitsattest van 17 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Gerststraat 38 (0101), eerste verdieping.
Conformiteitsattest van 17 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Gerststraat 38 (0201), tweede verdieping.
Conformiteitsattest van 17 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Gerststraat 38 (0301), derde verdieping.
Conformiteitsattest van 30 november 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Schippersstraat 13 (0001), gelijkvloerse verdieping met eerste verdieping.
Conformiteitsattest van 30 november 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Schippersstraat 13 (0201), tweede verdieping.
Conformiteitsattest van 30 november 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Schippersstraat 13 (0301), derde verdieping.
Conformiteitsattest van 30 november 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Schippersstraat 13 (0401), vierde verdieping met vijfde verdieping.
Conformiteitsattest van 16 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Graaf de Smet de Naeyerlaan 68 (0101), eerste verdieping.
Conformiteitsattest van 16 december 2021 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Graaf de Smet de Naeyerlaan 68 (0201), tweede verdieping.
Conformiteitsattest van 07 januari 2022 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Steenbakkersstraat 123, eengezinswoning.
Burgemeesterbesluit van 21 december 2021, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Meeuwenlaan 40 (0301), derde verdieping.
Burgemeestersbesluiten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Conformiteitsattesten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Burgemeesterbesluiten opgemaakt door de dienst Wonen.
Conformiteitsattesten opgemaakt door de dienst Wonen.
Neemt kennis van de mededelingen.
Geheime stemming:
- 35 stemmen voor
- 1 onthouding
- 2 stemmen blanco
Geheime stemming:
- 35 stemmen voor
- 3 stemmen blanco