Terug
Gepubliceerd op 01/12/2022

2022_GR_00344 - Protocolakkoord bestuurlijke handhaving criminaliteit en onveiligheid - Protocolakkoord - Kennisneming

Gemeenteraad
ma 28/11/2022 - 19:00 -
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Wouter De Vriendt, Voorzitter; Bart Tommelein, Burgemeester; Björn Anseeuw, Schepen; Silke Beirens, Schepen; Kurt Claeys, Schepen; Bart Plasschaert, Schepen; Hina Bhatti, Schepen; Maxim Donck, Schepen; Charlotte De Backer, Raadslid; Yves Miroir, Raadslid; Christian Verougstraete, Raadslid; Nancy Bourgoignie, Raadslid; Tom Germonpré, Raadslid; Arne Deblauwe, Raadslid; Vanessa Vens, Raadslid; Natacha Waldmann, Schepen; Danick Minne, Raadslid; John Crombez, Raadslid; Steven Nagels, Raadslid; Jan Vanroose, Raadslid; Patrick De Vyt, Raadslid; Karel Labens, Raadslid; Jeroen Soete, Raadslid; An Casteleyn, Raadslid; Luba Minarikova, Raadslid; Alan Van Laer, Raadslid; Nathalie Vervaecke, Raadslid; Reddy De Mey, raadslid; Wesley Deschuytter, Raadslid; Jolan Deschepper, Raadslid; Eddy Duchesnet, Raadslid; Gianni Cornette, Raadslid; Michael Vanhee, Raadslid; Frank Jongbloet, Raadslid; Arianne Jonckheere, Raadslid; Kristof Cornelis; Werner Verbiest; Peter Desnerck; Nathan Blondé; Philip Caestecker, Korpschef; Siegelinde Lacoere, Algemeen Directeur

Verontschuldigd

Charlotte Verkeyn, Schepen; Sandra Demuynck, Raadslid

Secretaris

Siegelinde Lacoere, Algemeen Directeur

Voorzitter

Wouter De Vriendt, Voorzitter
2022_GR_00344 - Protocolakkoord bestuurlijke handhaving criminaliteit en onveiligheid - Protocolakkoord - Kennisneming 2022_GR_00344 - Protocolakkoord bestuurlijke handhaving criminaliteit en onveiligheid - Protocolakkoord - Kennisneming

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0002

Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)

  • artikel 22 van de Grondwet; 
  • artikel 458, 458bis en 458ter van het Strafwetboek; 
  • artikel 1380 Gerechtelijk wetboek; 
  • artikel 21bis, 28quinquies en artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering;  
  • artikel 2 van het decreet lokaal bestuur; 
  • artikel 1382 en 1383 van het Burgerlijk wetboek;   
  • artikel 5, 5/1, 5/2, 13bis, 14, 40 en 44/1  van de  Wet op het politieambt; 
  • artikel 93bis en 93bis/1 WBTW;
  • artikel 337 en 337/1 WIB;
  • artikel 3.19.0.0.2.  van de Vlaamse Codex Fiscaliteit
  • artikel 54-56,58 en 59 van het Sociaal Strafwetboek; 
  • artikel 320 AWDA;
  • hoofdstuk III en Vbis van titel XVI. - Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

 

  • artikel 9bis van de Drugswet; 
  • artikel 3.12, 3.32, 3.33, 3.37, 3.40, en 3.41 van de Vlaamse Codex Wonen;
  • artikel 3 van de GAS wet; 
  • de wet betreffende de bevolkingsregisters van 19 juli 1991; 
  • De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;
  • artikel 119, 119bis, 121, 130, 133, 134, 134ter, 134quater, 134quinquies, 134sexies, 134septies en 135 Nieuwe Gemeentewet; 
  • de samengeordende wetsbepalingen van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken;
  • artikel 3 en 11 van de wet van 28 december 1983 inzake sterke dranken;
  • artikel 31 en 34 van de wet van 7 mei 1999 inzake kansspelen; 
  • artikel III.38  van het Wetboek Economisch Recht; 
  • artikel 28 van de Wapenwet van 8 juni 2006; 
  • artikel 11 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;   
  • het Koninklijk besluit van 6 december 2015 betreffende consulenten voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 
  • artikel 61 e.v. van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 inzake plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren; 
  • de ministeriële omzendbrief MFO 3 van 14 juli 2002;  
  • de ministeriële omzendbrief overlast in recreatiegebieden en recreatiedomeinen van 23 juni 2021;
  • de omzendbrief van de procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent n° 11/2017 van 13 oktober 2017 betreffende de deelname van het openbaar ministerie aan de bestuurlijke handhaving van criminaliteit en onveiligheidsfenomenen en de daarin vermelde rechtsgronden (hierna afgekort als “omzendbrief BH 11/2017”);
  • de omzendbrief COL 04/2018 van het College van procureurs-generaal betreffende het casusoverleg en het beroepsgeheim (zie ook wet van 6 juli 2017 houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie);

Gelet op de Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019 en het Nationaal Veiligheidsplan 2016-2019;

Aanleiding en context

De laatste jaren is het besef gegroeid dat een louter repressieve aanpak vaak niet volstaat en er nood is aan een meer omvattende multidisciplinaire aanpak, met oog voor preventie en repressie. Belangrijk hierbij is ook de uitbouw van de bestuurlijke handhaving. Bestuurlijke handhaving en gerechtelijke handhaving zijn hierbij complementair.  

Om dit te bewerkstelligen is er een noodzaak aan een gedegen informatie-uitwisseling. Via het protocolakkoord bestuurlijke handhaving criminaliteit en onveiligheid, wensen de volgende partners:

  • De stad Oostende, gevestigd te Vindictivelaan 1, 8400 Oostende
  • De lokale politiezone Oostende, gevestigd te Lijndraaiersstraat 5, 8400 Oostende
  • De procureur des Konings bij de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, gevestigd te Kazernevest 3, 8000 Brugge
  • De arbeidsauditeur West-Vlaanderen, gevestigd te Kazernevest 3, 8000 Brugge
  • De directeur-coördinator van de Coördinatie- en Steundirectie van de federale politie van de provincie West-Vlaanderen, HCP Alain De Laender
  • De gerechtelijk directeur van de Federale Gerechtelijke Politie van de federale politie van de provincie West-Vlaanderen, HCP Kurt De Soete

zich te engageren om binnen het vooropgesteld toepassingsgebied (zie hoofdstuk 1 materieel toepassingsgebied van het protocolakkoord) een multidisciplinaire informatie-uitwisseling tussen de verschillende partners toe te staan, met als doel het creëren van een interdisciplinaire en probleemoplossende samenwerking. Dit met het oog op de goede handhaving van de openbare orde, het voorkomen van het plegen van misdrijven en meer in het algemeen de integrale en de geïntegreerde aanpak van criminaliteit en onveiligheid.

Argumentatie

Het protocolakkoord zet de richtlijnen uit voor een efficiënte samenwerking tussen de verschillende partners. Een samenwerking die noodzakelijk blijkt om de volgende uitdagingen aan te pakken: 

  • ernstige aanwijzingen van criminaliteit, vastgesteld door de lokale politie van Oostende;
  • het voorkomen van ondermijnende criminaliteit;
  • Het vermijden van enige vorm (bewust of onbewust) van faciliteren (rechtstreeks/onrechtstreeks) door de overheid van criminele fenomenen of organisaties;
  • noodzaak aan een gedegen informatie-uitwisseling tussen de verschillende partners om te komen tot een interdisciplinaire en probleemoplossende samenwerking met het oog op de goede handhaving van de openbare orde, het voorkomen van het plegen van misdrijven en meer in het algemeen de integrale en geïntegreerde aanpak van criminaliteit en onveiligheid;
  • de betrokken partners engageren zich hierbij op de meest ruime wijze informatie onderling uit te wisselen in functie van de strafrechtelijke en/of bestuurlijke handhaving, binnen het bestaand juridisch kader; 


Juridische grond


  • artikel 22 van de Grondwet; 
  • artikel 458, 458bis en 458ter van het Strafwetboek; 
  • artikel 1380 Gerechtelijk wetboek; 
  • artikel 21bis, 28quinquies en artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering;  
  • artikel 2 van het decreet lokaal bestuur; 
  • artikel 1382 en 1383 van het Burgerlijk wetboek;   
  • artikel 5, 5/1, 5/2, 13bis, 14, 40 en 44/1  van de  Wet op het politieambt; 
  • artikel 93bis en 93bis/1 WBTW;
  • artikel 337 en 337/1 WIB;
  • artikel 3.19.0.0.2.  van de Vlaamse Codex Fiscaliteit
  • artikel 54-56,58 en 59 van het Sociaal Strafwetboek; 
  • artikel 320 AWDA;
  • hoofdstuk III en Vbis van titel XVI. - Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • artikel 9bis van de Drugswet; 
  • artikel 3.12, 3.32, 3.33, 3.37, 3.40, en 3.41 van de Vlaamse Codex Wonen;
  • artikel 3 van de GAS wet; 
  • de wet betreffende de bevolkingsregisters van 19 juli 1991; 
  • De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;
  • artikel 119, 119bis, 121, 130, 133, 134, 134ter, 134quater, 134quinquies, 134sexies, 134septies en 135 Nieuwe Gemeentewet; 
  • de samengeordende wetsbepalingen van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken;
  • artikel 3 en 11 van de wet van 28 december 1983 inzake sterke dranken;
  • artikel 31 en 34 van de wet van 7 mei 1999 inzake kansspelen; 
  • artikel III.38  van het Wetboek Economisch Recht; 
  • artikel 28 van de Wapenwet van 8 juni 2006; 
  • artikel 11 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;   
  • het Koninklijk besluit van 6 december 2015 betreffende consulenten voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 
  • artikel 61 e.v. van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 inzake plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren; 
  • de ministeriële omzendbrief MFO 3 van 14 juli 2002;  
  • de ministeriële omzendbrief overlast in recreatiegebieden en recreatiedomeinen van 23 juni 2021;
  • de omzendbrief van de procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent n° 11/2017 van 13 oktober 2017 betreffende de deelname van het openbaar ministerie aan de bestuurlijke handhaving van criminaliteit en onveiligheidsfenomenen en de daarin vermelde rechtsgronden (hierna afgekort als “omzendbrief BH 11/2017”);
  • de omzendbrief COL 04/2018 van het College van procureurs-generaal betreffende het casusoverleg en het beroepsgeheim (zie ook wet van 6 juli 2017 houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie);

  • Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019 en het Nationaal Veiligheidsplan 2016-2019;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Neemt kennis van het Protocolakkoord bestuurlijke handhaving criminaliteit en onveiligheid