Onze fractie heeft zich steeds verzet tegen de afstoting van de dienst Thuiszorg. Wij vonden en vinden deze operatie onwenselijk en hebben steeds aangevoerd dat een afstoting onwettelijk is. Een klacht bij het bestuurlijk toezicht volgde en nu blijkt dat het Agentschap Binnenlands Bestuur inderdaad de afstoting van de dienst Thuiszorg als onwettig beoordeelt en de vernietiging van het besluit vooropstelt.
Wat is het standpunt van het stadsbestuur ten aanzien van de door ABB vastgestelde schendingen van het decreet lokaal bestuur, de syndicale wetgeving en de OCMW-wet?
Er blijken op het terrein enkele zaken verkeerd te lopen. Zo blijkt dat de overgehevelde personeelsleden bij hun nieuwe werkgever niet langer beschikken over de bestaande dossiers/fiches van hun cliënten.
In zo'n fiche staat bijvoorbeeld de code van het sleutelkastje waarmee toegang tot de woning van de zorgbehoevenden verkregen wordt, maar ook belangrijke informatie over de gezondheidssituatie (vb diabeet of niet) van de cliënt.
In het kader van een goede kwaliteitsvolle continuering van de dienstverlening had ik dan ook graag volgende vragen gesteld:
1) Is het stadsbestuur op de hoogte van dit probleem?
2) Wordt er naar een oplossing gezocht om dit te remediëren?
Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Vriendelijke groeten,
Jeroen Soete
De aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 25 oktober 2021.
De Gemeenteraad keurde het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op 25 oktober 2021 vastgesteld heeft, goed in zitting van 25 oktober 2021.
Deze beslissing werd digitaal (via de toezichtsmodule van het loket voor lokale besturen) aangeboden aan Toezicht Vlaanderen op 29 oktober 2021 ; simultaan werden i.f.v. de digitale rapportering de xml-en xbrl-files geüpload.
De aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de Gemeenteraad in zitting van 25 oktober 2021.
Met behoud van de bevoegdheid van de toezichthoudende overheid tot vernietiging wegens schending van het recht of strijdigheid met het algemeen belang, met toepassing van artikel 330 tot en met 334, vernietigt de toezichthoudende overheid het meerjarenplan of de aanpassing ervan in de volgende gevallen:
1° aan de raadsleden is in het beleidsrapport niet alle noodzakelijke informatie ter beschikking gesteld om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen, onder meer over de financiële risico's;
2° er wordt niet afdoende of alleen op basis van fictieve gegevens aangetoond dat het financiële evenwicht gevrijwaard blijft in de boekjaren waarop het meerjarenplan betrekking heeft;
3° het meerjarenplan dat aan de raadsleden is bezorgd, stemt niet overeen met de digitale rapportering die daarover aan de Vlaamse Regering is bezorgd met toepassing van artikel 250;
4° verwachte ontvangsten of uitgaven zijn ten onrechte, of ten onrechte niet, opgenomen in het meerjarenplan.
In afwijking van artikel 332 beschikt de toezichthoudende overheid over vijftig dagen om het meerjarenplan of de aanpassing ervan te vernietigen en om de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn daarvan op de hoogte te brengen. Die termijn gaat in op de dag nadat de gemeente zowel de toezichthoudende overheid op de hoogte heeft gebracht van de bekendmaking van het beleidsrapport, met toepassing van artikel 286, § 1, 3°, als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd met toepassing van artikel 250.
Op 16 december 2021 werd de vaststelling van de waarnemend gouverneur van de provincie West-Vlaanderen over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 per e-mail en in het digitaal loket ABB ontvangen.
Deze vaststelling wordt ter kennisname gebracht op de eerstvolgende vergadering van de raad overeenkomstig artikel 332, §1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en haar wijzigingen en haar wijzigingen.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 249, 250, 254, 255, 256, 259 én 332.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn heeft in zitting van 14 december 2019 o.a. beslist om het meerjarenplan 2020-2025: boekjaar 2020 (BP2020_2025-0) bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) vast te stellen. De Gemeenteraad heeft in zitting van 14 december 2019 bovenstaand meerjarenplan goedgekeurd.
Met behoud van de bevoegdheid van de toezichthoudende overheid tot vernietiging wegens schending van het recht of strijdigheid met het algemeen belang, met toepassing van artikel 330 tot en met 334 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, kan de toezichthoudende overheid het meerjarenplan of de aanpassing ervan vernietigen in de specifieke gevallen zoals beschreven in artikel 259 van het Decreet over het lokaal bestuur.
Op 7 februari 2020 werd de brief (met vaststelling) van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen over het meerjarenplan 2020- 2025 bezorgd via het digitaal Loket Vlaanderen.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn nam kennis van de brief van de gouverneur in zitting van 23 maart 2020 met 2020_RMW_00007.
De aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op 26 oktober 2020. De Gemeenteraad keurde het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 oktober 2020 vastgesteld heeft, goed in zitting van 26 oktober 2020.
De aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op12 december 2020. De Gemeenteraad keurde het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 oktober 2020 vastgesteld heeft, goed in zitting van 12 december 2020.
Neemt kennis van de brief/vaststelling van 16 december 2021 van de waarnemend gouverneur van de provincie West-Vlaanderen over de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025.
De dienst Woon- en Thuiszorg van het OCMW Oostende levert aan haar klanten de mogelijkheid een garagebox te huren binnen de gebouwen van de groep van assistentiewoningen 'De Zeeparel', waarbij een opnameovereenkomst ondertekend moet worden.
Overeenkomstig artikel 77, 78 en 84 §3, 1° moet een modelopnameovereenkomst (= het sjabloon van de opnameovereenkomst zonder de gegevens van een specifieke bewoner) een eerste maal goedgekeurd worden door de raad voor maatschappelijk welzijn, waarna de individuele opnameovereenkomsten met verwijzing naar dat raadsbesluit worden goedgekeurd door het vast bureau.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 77-78
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 84 §3, 1°
Keurt de raamovereenkomst in bijlage goed.
Belast het Vast Bureau met de secundaire uitvoeringsmodaliteiten van dit Besluit
Machtigt het vast bureau om individuele opnameovereenkomsten te sluiten
Aanleiding en context
Zelftesten vormen een cruciaal onderdeel van de nieuwe teststrategie van de federale en regionale overheid bij de bestrijding van het coronavirus. Daarmee willen de overheden de druk op de testcentra en de impact op het onderwijs en de economie beperken nu de omikronvariant wild om zich geen slaat.
Voor veel mensen is de herhaalde aankoop van zelftesten in de apotheek of in een winkelketen financieel niet haalbaar.
Juridische grond
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 77-78
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 84 §3, 1°
Regelgeving: bevoegdheid
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd op basis van artikel 77-78 van het decreet lokaal bestuur
Besluit
Art 1• Mensen met verhoogde tegemoetkoming hebben, via de apotheek, om de 2 weken recht op 4 zelftesten (per gezinslid) aan € 1per test . Dit is onvoldoende gekend bij de bevolking,
Oostendenaars worden maximaal geïnformeerd over dit recht.
Art 2• Indien de prijs van € 1zelftest te hoog is voor bepaalde personen (bijvoorbeeld voor sommige mensen in armoede die leven), dan wordt die € 1 bijgepast door het OCMW.
Art 3 • Om mensen te helpen die geen recht hebben op verhoogde tegemoetkoming, maar financieel ook weinig of geen marge hebben, wordt ook tussengekomen. Deze mensen dreigen anders minder voorzorgmaatregelen te kunnen nemen of zichzelf langer te moeten isoleren. We gaan niet uit van het statuut van mensen maar wel van hun effectief beschikbare inkomen. Er wordt een gedeeltelijke tussenkomst gedaan door het OCMW of een volledige tenlasteneming door het OCMW.