De Stad Oostende krijgt regelmatig signalen van burgers of organisaties betreffende overlast en vandalisme in hun wijk. Om een beeld te krijgen van de situatie en potentiële daders te vatten of te ontmoedigen, bieden camera's een grote hulp. Op basis van art. 5 van de Camerawet kan de Stad zichtbare camera's inzetten op het openbaar domein.
Camerabewaking kan ingezet worden met volgende doelstellingen (art. 3 Camerawet):
- misdrijven tegen personen of goederen te voorkomen, vast te stellen of op te sporen;
- of overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen (overlast in de zin van art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet);
- of de openbare orde te handhaven.
Het gebruik van zichtbare en verplaatsbare camera’s biedt hierbij een aanvullende (preventieve) steun, bovenop de reeds aanwezige politionele sluikstortcamera’s en het functioneel toezicht van Gemeenschapswachten, gemeentelijke vaststellers en medewerkers van Politie.
Camera’s die zowel zichtbaar als verplaatsbaar zijn, kennen een grote flexibiliteit in gebruik. In eigen beheer kan de Stad bepalen waar en wanneer deze camera’s worden ingezet, bijvoorbeeld op basis van meldingen en klachten die zij ontvangt van burgers. Ook kunnen medewerkers van het stadsbestuur zelf instaan voor het uitlezen van de beelden. Aan de hand van de camerabeelden worden overlastsituaties in kaart gebracht en worden overtreders met hulp van de lokale politie geïdentificeerd.
Het inzetten van deze camera's kan ook een rechtstreeks preventief effect hebben. Door het zichtbaar karakter worden potentiële daders sneller ontmoedigd. Naast dit afschrikwekkend effect voor potentiële daders, geeft het gebruik van zichtbare camera's bij overlastsituaties een belangrijk signaal aan de burgers. Men ziet dat de Stad luistert naar de bekommernissen en vragen van haar inwoners.
De zichtbare, verplaatsbare camera's worden geplaatst op een niet-besloten plaats op het volledige grondgebied van de Stad Oostende. Met het oog op preventie en repressie worden locaties of hotspots bepaald waar regelmatig sluikstort of overlast wordt gesignaleerd, vastgesteld of verwacht. Deze hotspots worden bepaald door de Stad Oostende, in overleg met de Lokale Politie Oostende.
De camera's worden enkel ingezet met het oog op volgende doeleinden:
Hieronder wordt verstaan:
De Stad Oostende volgt hierbij alle bepalingen uit de Camerawet en houdt rekening met voldoende technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen in het kader van de AVG. In bijgevoegd reglement worden o.a. de doeleinden, de lokalisatie van de camera's, de toegang en verwerking van de verworven beelden en de wettelijke bepalingen ten aanzien van de betrokkenen vastgelegd. De verantwoordelijke voor de verwerking (Stad Oostende) plaatst bij de toegang tot de bewaakte niet-besloten plaatsen een pictogram, voorzien van de inlichtingen bepaald door het KB van 28 mei 2018. De Stad ziet erop toe dat de camera's niet specifiek gericht worden op een plaats waarvoor men niet zelf de gegevens verwerkt.
De verkregen beelden worden met terugwerkende kracht bekeken. Het in real time bekijken van de beelden kan enkel mits aanwezigheid en onder toezicht van de Lokale Politie.
De beelden worden niet langer bijgehouden dan strikt noodzakelijk en met een maximum van 1 maand. Langer dan 1 maand bewaren is enkel toegelaten indien deze beelden bewijs leveren of kunnen bijdragen tot het leveren van bewijs van een misdrijf, van schade of van overlast of het identificeren van een dader, verstoorder van de openbare orde, een getuige of een slachtoffer. In dergelijk geval worden de beelden bewaard tot het onderzoek naar of de behandeling van het incident is afgesloten. De Lokale Politie kan daarnaast de gegenereerde beelden opvragen en gebruiken in het kader van een gerechtelijk onderzoek naar aanleiding van de vaststelling van misdrijven.
Daarnaast kunnen de beelden ook langer dan 1 maand worden bijgehouden indien een verzoek tot inzage ingediend werd door een betrokken partij en de beelden nog niet gewist zijn. In dat geval worden de beelden bewaard totdat een beslissing gemaakt werd over het inzageverzoek en – voor zover het verzoek wordt ingewilligd – de betrokkene inzage in de beelden heeft gehad.
Het inzetten van zichtbare, verplaatsbare camera's kreeg een positief advies van de Korpschef van de Lokale Politie Oostende. Art. 5, §2 van de Camerawet bepaalt dat een positief advies of goedkeuring van de gemeenteraad vereist is.
- Art. 101 Bestuursakkoord 2019-2024: "We gebruiken slimme camera’s, in combinatie met slimme LED-verlichting, in de strijd tegen criminaliteit. We onderzoeken de nood aan camera’s in de wijken. Deze zijn aanvullend op de fysieke aanwezigheid van de agenten."
- Europese Verordening nr. 2016/679 van 27 april 2016 - betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, hierna afgekort tot "AVG".
- Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
- Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, gewijzigd door de wet van 21 maart 2018 (Camerawet).
- Koninklijk Besluit van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten.
- Koninklijk Besluit van 28 mei 2018 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt.
Gunstig advies
De Lokale Politie kan de gegenereerde beelden opvragen/gebruiken voor gerechtelijk onderzoek naar aanleiding van de vaststelling van misdrijven.
Het inzetten van de sluikstortcamera's brengt een nieuwe verwerking van persoonsgegevens met zich mee. Daarom werd door de dienst Veiligheid advies gevraagd aan de Data Protection Officer (DPO) in verband met de toetsing van deze nieuwe verwerking aan de beginselen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De DPO adviseert om een Gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) uit te voeren om de privacy risico's van de gegevensverwerking in kaart te brengen en waar nodig de gepaste technische en organisatorische maatregelen te treffen om deze risico's te mitigeren. De GEB is verplicht voor deze verwerking van persoonsgegevens volgens de richtlijnen van de Vlaamse Toezichtcommissie (Beslissing VTC nr. O/2020/01 van 14 januari 2020).
Inmiddels is de GEB in uitvoering. De DPO evalueert het besluit gunstig mits naleving van de in de GEB voorgestelde maatregelen en adviezen om de persoonsgegevens te beschermen.
Keurt de mogelijkheid om zichtbare en verplaatsbare sluikstortcamera's op het ganse grondgebied van de stad Oostende te plaatsen goed.
Keurt het reglement betreffende cameratoezicht door middel van zichtbare, verplaatsbare sluikstortcamera's op niet-besloten plaatsen (openbaar domein) van de stad Oostende goed.