Aanleiding voor de verwerving van het perceel grond langs de Stuiverstraat, zijn de plannen van de stad Oostende om het tracé van de Stuiverstraat veiliger te maken. De Stuiverstraat werd in 2020 toegevoegd aan het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF). Dit is een netwerk van grensoverschrijdende fietsinfrastructuur dat woonkernen en attractiepolen met elkaar verbindt. Het BFF bestaat uit hoofdroutes, functionele routes en alternatieve routes. Ook lokale fietsroutes takken aan op dit netwerk. De doelstelling van het BFF is om fietsers een veilige en comfortabele verplaatsing te garanderen tussen woonkernen.
De Stad heeft om voormelde reden de provincie West-Vlaanderen gevraagd om op te treden voor de opmaak van een integrale startnota, waarbij verschillende scenario’s voor een fietspad op de Stuiverstraat worden onderzocht (zie gekoppeld besluit 2021_CBS_00724). Deze nota is momenteel in opmaak.
Een van de knelpunten langs de Stuiverstraat is de zone tussen het rondpunt van de Zilverlaan en Smientstraat. Om hier een dubbelrichtingsfietspad te kunnen realiseren dient een perceel grond van 49m², eigendom van de mevrouwen Damienne Vanhee en Vera Pollentier, te worden aangekocht.
Met de voornoemde eigenaars werden onderhandelingen aangeknoopt, die geleid hebben tot een akkoord, tegen de betaling van de koopsom van 6.100,50€, waarin alle mogelijke vergoedingen zijn begrepen die in de praktijk bij onteigening worden toegekend.
Aan de Gemeenteraad wordt voorgesteld om deze verwerving goed te keuren.
De aankoop van het perceel van 49m², gelegen langs de Stuiverstraat, kadert in de realisatie van een nieuw aan te leggen fietspad aldaar. Met deze aankoop kan over de ganse lengte van het traject van het fietspad, tussen het rondpunt van de Zilverlaan naar de Smientstraat, een dubbelrichtingsfietspad voorzien worden. Dit komt de fietsveiligheid op die locatie ten goede. Dit gegeven, gecombineerd met de ligging van het betreffende perceel vormt voldoende objectieve reden van algemeen belang om deze transactie te laten verlopen zonder mededinging, overeenkomstig de Omzendbrief m.b.t. onroerende transacties door lokale besturen.
Door landmeter-expert Johan Vandewalle werd op 21 november 2021 een schattingsverslag opgemaakt (schattingsverslag in bijlage). De onteigeningsvergoeding voor het betrokken perceel grond, met inbegrip van de wederbeleggingsvergoeding, werd op 6.525,00€ geschat. Met de eigenaars werden gesprekken aangeknoopt op basis van een vierkante meterprijs van 100,00€, exclusief de wederbeleggingsvergoeding.
Hierover werd met de voornoemde eigenaars een akkoord bereikt op basis van deze prijs:
= 49m² x 100,00€/m² = 4.900,00€
wederbeleggingsvergoeding (24,5%) : 4.900,00€ x 24,5% = 1.200,50€
Totaal aankoop: 4.900,00€ + 1.200,50€ = 6.100,50€
Er wordt zodoende voldaan aan de vereisten van de bovenvermelde omzendbrief onroerende transacties met betrekking tot de schattingsprijs.
De eigenaars hebben hiertoe op 18 april 2022 de eenzijdige verbintenis ondertekend en deze per e-mail bezorgd (zie bijlage).
Artikel 41, 2de lid,11° Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 293 en 296 Decreet Lokaal Bestuur
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten
§ 1. De Stad neemt jegens de eigenaars, de mevrouwen Damienne Vanhee en Vera Pollentier, hun aandeel in de geheeldheid van het volgende onroerend goed over:
het perceel grond, bij het Kadaster gekend in de 9de afdeling sectie B, als nummer 587 M P0000, met een oppervlakte volgens het Kadaster van negenenveertig vierkante meter (49m²),
hierna genoemd "het goed", dat is aangeduid op het hierbijgevoegde plan.
§ 2. De Stad neemt het goed over in volle eigendom, vrij van pacht, huur en gebruiksrecht en van alle welkdanige lasten, voorrechten, hypotheken en belastende randmeldingen, die niet door tegengestelde zijn gevolgd, met vrijwaring voor alle stoornissen, uitwinningen en alle welkdanige hindernissen.
§ 3. De Stad neemt het goed over in de toestand waarin het zich bevindt, met de voordelige en nadelige, zichtbare en onzichtbare, actieve en passieve, voortdurende en niet-voortdurende erfdienstbaarheden, maar zonder dat deze bepaling iemand meer rechten kan verstrekken dan deze die voortspruiten uit regelmatige titels of uit de wet.
§ 4. Geen enkele vordering mag worden ingebracht wegens een vergissing in de aanduiding of in de grootte, het verschil in meer of in min, al overtrof dit één twintigste, blijvend ten bate of ten laste van de Stad.
§ 1. De overdracht van het goed geschiedt voor openbaar nut namelijk in kader van de heraanleg van de Stuiverstraat in functie van een fietspad aldaar.
§2. Aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt derhalve de kosteloze registratie van de authentieke akte gevraagd, in toepassing van het artikel 2.9.6.0.3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
§3. Geen bouwwerk noch enige vaste of verplaatsbare inrichting die voor bewoning kan worden gebruikt, mag op het goed worden opgericht zolang de omgevingsvergunning niet is verkregen.
§4. Overeenkomstig de voorschriften van het Gewestplan “Oostende-Middenkust” dat bij het Koninklijk Besluit van 26 januari 1977 werd vastgesteld, is het gebied waarin het goed is gelegen, bestemd als “landschappelijk waardevol agrarisch gebied”.
§5. Het goed is gelegen binnen de grenzen van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Afbakening regionaal stedelijk gebied Oostende’ dat bij een besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 definitief werd vastgesteld. Het voormeld onroerend goed is niet begrepen in de deelgebieden 2 t.e.m. 17 waardoor de bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften zoals verder vermeld onverminderd van toepassing blijven.
§6. Het goed is begrepen in het goedgekeurd Bijzonder Plan van Aanleg 135.02 ‘Sportpark uitbreiding’, dat werd goedgekeurd bij ministerieel besluit op 07 oktober 2002 en dat het gebied bestemt als zone voor “open en half-open woningbouw” .
§7. Het goed is niet begrepen in een gebied van een goedgekeurde verkaveling.
§8. Het goed is deels gelegen in een ankerplaats uit de Landschapsatlas Oostends Krekengebied met Sluiskreek, Zoutekreek en Grote Keignaertkreek, definitief vastgesteld op 01 januari 2013.
§9. Het goed zal niet worden aangewend voor een bebossing ter compensatie van een ontbossing ingevolge artikel 90bis van het Bosdecreet dat bij een Besluit van 13 juni 1990 van de Vlaamse regering werd vastgesteld.
§10. De Stad verklaart dat het goed niet op de inventaris inzake heffing op leegstand en verkrotting van gebouwen en woningen staat.
§11. De overdragende partij verklaart dat zij niet door een administratieve akte gewaarschuwd werden dat het goed op de inventaris zal worden gezet.
§12. De overdragende partij verklaart niet onderworpen te zijn aan de belasting op leegstand.
§13. De overdragende partij verklaart dat het goed niet bezwaard is met recht van voorkoop, voorkeur of wederinkoop, hetzij krachtens de wet of een decreet, hetzij krachtens daarover afgesloten overeenkomsten met derden.
§14. In toepassing van artikel 129 van de Wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014 verklaart de overdragende partij dat het goed niet gelegen is in een risicogebied voor overstromingen.
§15. De overdragende partij verklaart dat het goed niet gelegen is in een VEN-gebied, Habitatrichtlijn, erkend natuurreservaat of Historisch permanent grasland.
§16. Volgens de opzoekingen op de website www.geopunt.be, verklaart de Stad dat het goed niet gelegen is in een mogelijk/effectief overstromingsgevoelig gebied, noch in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone zoals vastgesteld door de Vlaamse regering.
§17. De overdragende partij verklaart dat het goed niet is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed, in de landschapsatlas, noch de inventaris archeologische zones, de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde of de inventaris van historische tuinen en parken.
§18. De Stad erkent volledige kennis te hebben van de uittreksels uit het vergunningen- en plannenregister, welke door haar op 28 februari 2022 werden afgeleverd.
De partijen erkennen kennis te nemen van de bepalingen van het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (bodemdecreet). Er wordt de partijen gewezen op de draagwijdte inzake de eventuele saneringsplicht, de aansprakelijkheid en de informatieplicht van partijen.
Bepalingen in verband met de bodemtoestand:
1. De partijen verklaren dat er op de gronden, die het voorwerp zijn van onderhavige overdracht, geen vergunningen werden afgeleverd betreffende inrichtingen opgenomen in de lijst van de risico-inrichtingen, zoals bedoeld in artikel 2, 14° van het Bodemdecreet. Deze verklaring van de partijen wordt bevestigd door de stad Oostende in de inlichtingsbrief de dato 28 februari 2022.
2. De inhoud van het bodemattest dat betrekking heeft op de goed en welke werd afgeleverd door de OVAM op 02 februari 2021 luidt als volgt:
1 KADASTRALE GEGEVENS
datum toestand op: 02 februari 2021
afdeling : 35020 OOSTENDE 9 AFD/STENE/
straat + nr. : SCHORRE
sectie : B
nummer : 0587/00M000
Verder 'deze grond' genoemd.
2 INHOUD VAN HET BODEMATTEST
Deze grond is niet opgenomen in het grondeninformatieregister.
2.1 INFORMATIE UIT DE GEMEENTELIJKE INVENTARIS
De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.
2.2 UITSPRAAK OVER DE BODEMKWALITEIT
Er zijn geen aanwijzingen bij de OVAM dat op deze grond een bodemverontreiniging voorkomt.
2.3 BIJKOMENDE ADVIEZEN EN/OF BEPALINGEN
Er zijn geen gebruiksadviezen of gebruiksbeperkingen van toepassing op deze grond. Voor grondverzet dient er pas vanaf een volume van 250m³ een technisch verslag opgemaakt te worden.
Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten.
3 OPMERKINGEN
1 Voor meer informatie: www.ovam.be/bodemattest.
2 Meer informatie over de gegevensstromen die door de OVAM worden gebruikt, vindt u op www.ovam.be/disclaimer . 3 De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens.de partij.
§ 1. De Stad wordt op datum van de akte volle eigenaar van het onroerend goed.
§2. Deze akte zal worden verleden binnen drie maanden nadat de beslissing ad hoc van de Gemeenteraad van de Stad Oostende kracht van uitwerking heeft verkregen, d.w.z. op het ogenblik dat de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop het Provinciebestuur van deze beslissing in kennis werd gesteld, is verstreken, zonder dat de toezending van het dossier is gevorderd, hetzij bij opvraging van het dossier op het ogenblik dat de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de ontvangst van het dossier is verstreken, zonder dat een beslissing tot schorsing aan de Stad is genotificeerd. In het geval op het goed hypothecaire inschrijvingen zouden zijn genomen, zal de datum van aanvang van de bedoelde termijn van drie maanden worden verschoven naar de datum waarop de instemming met de doorhaling van de hypothecaire inschrijvingen vanwege de schuldeisers is verkregen.
§3. In deze akte zal worden bepaald dat de overdragende partij:
1. afziet van elke eis tot ontbinding van de koopovereenkomst en van elke vordering tot terugeising of wederafstand van zijn aandelen in het goed welke
bestemmingswijziging het ook moge ondergaan en dit ondanks elke hiermee strijdige bepaling;
2. de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt ontslaan van de verplichting enige inschrijving van ambtswege te nemen.
3. Het bedrag van de onroerende voorheffing dat op het goed betrekking heeft, moet verhoudingsgewijs door de Stad worden gedragen, vanaf de eerste dag van de
maand, die volgt op de datum waarop de akte wordt verleden.
§4. De overdragende partij is ertoe gehouden de authentieke akte van overdracht van de aandelen van het goed te ondertekenen binnen de periode van tien dagen die volgt op de datum van ontvangst van het verzoek dat de Stad hiertoe tot haar zal richten.
§5. De overdragende partij is ertoe gehouden het goed ter beschikking te stellen van de Stad uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin de akte wordt verleden.
De overdragende partij bevestigt dat zij tot op heden geen verzoek tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling heeft ingediend overeenkomstig de Wet van 05 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en bijgevolg niet het voorwerp uitmaakt van de procedure ad hoc.
De overdracht van het goed geschiedt op de opschortende voorwaarden dat :
1. de Gemeenteraad de overeenkomst inzake de overdracht aanneemt binnen drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop de ondertekende verbintenis tot overdracht aan de Stad is bezorgd;
2. het gemeenteraadsbesluit tot aanneming van de overeenkomst binnen de vastgelegde termijn kracht van uitwerking heeft verkregen;
§ 1. De onderhavige verbintenis vervalt indien de sub artikel 7 vermelde opschortende voorwaarden binnen de daarin bepaalde termijnen niet zijn vervuld, hetgeen betekent dat op dat ogenblik vaststaat dat geen overeenkomst is ontstaan en bijgevolg de beide partijen niet gehouden zijn tot uitvoering van de door hen aangegane verbintenis.
§ 2. In dat geval herneemt de overdragende partij al haar rechten zonder dat zij aanspraak kan maken op enige vergoeding ten gelijk welke titel ook lastens de Stad.
Wijst de hieruit voortvloeiende uitgave toe aan volgende sleutel van het Meerjarenplan van de Stad: U/ST/22000700/0200000/2020-015/065//800-01 Terreinen van wegen (wegzate) - gemeenschapsgoederen.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.