2022_GR_00167 - Begraafplaatsen - Stedelijk reglement op de grafvergunningen - Wijziging - Goedkeuring

Begrafenisrituelen en herdenkingsnoden evolueren voortdurend. Inwoners, met of zonder migratieachtergrond, willen waardig afscheid nemen van overledenen. Het laatste Stedelijk reglement op de grafvergunningen dateert van 23 april 2010 en dient geactualiseerd te worden aan de huidige situatie rond begraven en concessies op de begraafplaatsen.

Naast de actualisatie van bepaalde termen en diensten (dienst openbaar domein in plaats van dienst begraafplaatsen), worden volgende wijzigingen voorgesteld:

• Wijziging naam kinderperk naar koesterweide;

            Om tegemoet te komen aan de vraag van de organisatie 'Boven de Wolken' is een naamswijziging aangewezen

• Indien er wordt gekozen om na de bijzetting in onvergunde grond, een concessie aan te kopen, dan wordt de einddatum van de concessie berekend vanaf het ogenblik van de eerste bijzetting in een onvergund graf;

            Om het gelijkheidsprincipe te waarborgen, want anders wordt de duur van een concessie zogezegd met 10 jaar verlengd, terwijl personen die onmiddellijk een concessie hebben gekocht die 10 jaar niet hebben.

• Verlengingen van een concessie kan in veelvouden van 5 jaar met een minimum van 10 jaar en maximum van 50 jaar;

            Nu was het enkel mogelijk om een concessie voor dezelfde duur te verlengen (25 of 50 jaar). 

• Inrichten van een urnentuin voor biologisch afbreekbare urnen;

           Het introduceren van een nieuwe vorm van begraven van urnen (milieuvriendelijk en opname in de natuur). Enkel biologisch afbreekbare urnen mogen in de urnentuin worden begraven. Er zal geen verwijzing of gedenkteken op de plaats van begraving worden voorzien, enkel de gps coördinaten worden bijgehouden. 

• Boventallige urnen: uitbreiding van het maximaal toegelaten aantal gelijk aan 3 maal het aantal plaatsen in de concessie

            nu was het aantal boventallige urnen gelijk aan het aantal plaatsen in de concessie. Op vraag van de begrafenisondernemers wordt dit uitgebreid. Ook een voordeel is dat de concessie moet onderhouden zijn en in goed staat vooraleer een boventallige urne mag bijgezet worden (Dit komt het zicht van de begraafplaats ten goede). De concessie moet bij bijzetting minstens nog 10 jaar lopen, anders dient de concessie te worden verlengd.

• bij bijzetting in een bestaande concessie dient deze nog minstens 10 jaar te lopen, anders is een vernieuwing van de concessie nodig

            Er is decretaal een grafrust van 10 jaar. Dat wil zeggen bij niet verlenging dat het graf nog 10 jaar moet blijven bestaan, ongeacht of de concessie reeds verlopen is. Om het gelijkheidsprincipe te handhaven is het aangewezen dat er steeds een verlenging van  de concessies dient aangevraagd te worden. De voorwaarde voor verlenging is dat het graf in goed staat is. Bijkomende komt dit het uitzicht van de begraafplaats ten goede dat de graven dienen hersteld en onderhouden te worden.   

• Indien er niemand nominatief werd aangeduid door de vergunninghouder en er zijn nog beschikbare plaatsen in de concessie, kunnen nabestaanden tot en met de 4^e graad begraven worden;

            Nu was dat maar tot de 2e graad. bij bijzetting van de eerste graad moeten de overige bloedverwanten van de eerste graad zich daarmee schriftelijk akkoord verklaren. Bij bijzetting van een bloedverwant van de 2e graad moeten de overige bloedverwanten van  de 1e en 2e graad zich schriftelijk akkoord verklaren, enz... Het voordeel hierbij is dat de concessies volledig gebruikt worden en bijgevolg onderhouden worden (decretale verplichting).

• Op de koesterweide is er expliciete vermelding van ‘doodgeborenen of foetussen’;

            Dit werd reeds zo toegepast, maar nu wordt dit expliciet vermeld in het reglement

• Moslimperk en Joodsperk: mogelijkheid om uniforme keuze per perk te maken (rechtopstaande steen of verticale grafsteen);

            om het gelijkheidsprincipe toe te passen worden op beide perken nu ook de mogelijkheid geboden, zoals op de andere perken, om een rechtopstaande grafsteen te plaatsen of om een verticale grafsteen. Dit was niet voorzien vroeger. Zowel van Joodse als de Islamitische gemeenschap waren er geen opmerkingen betreffende de wijzigingen. 

• belettering op urnenkelder kan vrij aangebracht worden door de nabestaanden (lettergrootte tussen 2 en 3,5 cm).

            De stad zal dus niet meer instaan voor het aanbrengen van de letters waardoor er geen wachttijd meer zal zijn tegen dat de namen zijn aangebracht op de urnenkelder. De begrafenisondernemers waren voorstander van deze wijziging.

Alle wijzigingen werden voorgesteld aan de sector van begrafenisondernemers, waar in de mate van mogelijkheid als Decretaal, rekening werd gehouden met hun opmerkingen.

Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen de lijkbezorging