Terug
Gepubliceerd op 25/03/2022

2022_CBS_01707 - Werkingssubsidie seniorenverenigingen SARO werkjaar 2021 - Uitzondering op subsidiereglement seniorenverenigingen werkjaar 2021 - Goedkeuring

College van Burgemeester en Schepenen
vr 25/03/2022 - 09:00 -
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Subsidie, premie, erkenning.

Samenstelling

Aanwezig

Bart Tommelein, Burgemeester; Björn Anseeuw, Schepen; Silke Beirens, Schepen; Kurt Claeys, Schepen; Charlotte Verkeyn, Schepen; Bart Plasschaert, Schepen; Hina Bhatti, Schepen; Maxim Donck, Schepen; Natacha Waldmann, Schepen; Siegelinde Lacoere, Algemeen Directeur

Afwezig

Philip Caestecker, Korpschef; Hannelore Hochepied, vervangend korpschef

Secretaris

Siegelinde Lacoere, Algemeen Directeur

Voorzitter

Bart Tommelein, Burgemeester
2022_CBS_01707 - Werkingssubsidie seniorenverenigingen SARO werkjaar 2021 - Uitzondering op subsidiereglement seniorenverenigingen werkjaar 2021 - Goedkeuring 2022_CBS_01707 - Werkingssubsidie seniorenverenigingen SARO werkjaar 2021 - Uitzondering op subsidiereglement seniorenverenigingen werkjaar 2021 - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0029

Aanleiding en context

Binnen de perken van de subsidiekredieten daartoe goedgekeurd op het stadsbudget, kunnen seniorenverenigingen die activiteiten voor senioren organiseren gedomicilieerd in Oostende en voldoen aan het subsidiereglement een aanvraag indienen voor het verkrijgen van een werkingssubsidie. In het budget is hiervoor jaarlijks een bedrag van 15.000 euro voorzien voor het toekennen van werkingssubsidies aan culturele organisaties. De aanvragen worden jaarlijks ingediend vóór 31 maart. 

Het College van Burgemeester en Schepenen keurde op 31 juli 2020 de verdeling van de corona steunmaatregelen voor de vrijetijdssector en de verdeling van de werkingssubsidies voor jeugd-, cultuur- en sportverenigingen in 2020 goed. In dit besluit is het overzicht van maatregelen voor de vrijetijdssector in tijden van COVID-19 opgenomen. De werkingssubsidies voor cultuurverenigingen voor het werkingsjaar 2020 worden berekend op basis van de subsidies van de werkingsjaren 2019, 2018 en 2017 met een gewogen gemiddelde à rato van 50 % van het subsidiebedrag van 2019, 30 % van het subsidiebedrag van 2018 en 20 % van het subsidiebedrag van 2017. Verenigingen die voor het eerst subsidie hebben ontvangen voor hun werking in 2019 ontvangen dit bedrag ook voor hun werking in 2020. Verenigingen die een werkingssubsidie hebben ontvangen voor hun werking van 2018 en 2019 ontvangen voor hun werking 2020 telkens 50 % van de twee vorige subsidiebedragen.

Het College van Burgemeester en Schepenen besliste op 7 januari 2022 om de werkingssubsidies voor culturele organisaties voor 2021 toe te kennen op een eenvormige manier en in te gaan op het voorstel van de Cultuurraad om de verdeling te hanteren op dezelfde wijze als bij het toekennen van de subsidies voor de werking 2020. Namelijk de optelsom van 50% van het verkregen subsidiebedrag in 2019, 30% van het subsidiebedrag in 2018 en 20% van het verkregen subsidiebedrag in 2017. Verenigingen die bv. voor het eerst een werkingssubsidie ontvingen voor het werkjaar 2019 verkregen 100% van dit bedrag.

Argumentatie

De beleidsmedewerker senioren kreeg van de seniorenverenigingen het signaal dat ze weinig activiteiten konden organiseren door de coronamaatregelen in 2021.

De beleidsmedewerker senioren vraagt, op basis van de signalen die de seniorenverenigingen geven, om naar analogie van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen op 7 januari 2022 om de werkingssubsidies voor seniorenverenigingen voor het werkjaar 2021 ook toe te kennen op een eenvormige manier zoals het voorstel van de Cultuurraad om de verdeling van de werkingssubsidies toe te kennen op dezelfde wijze van werkjaar 2020. Namelijk de optelsom van 50% van het verkregen subsidiebedrag in 2019, 30% van het subsidiebedrag in 2018 en 20% van het verkregen subsidiebedrag in 2017. Verenigingen die bv. voor het eerst een werkingssubsidie ontvingen voor het werkjaar 2019 verkregen 100% van dit bedrag.

De seniorenverenigingen dienen hiervoor het aanvraagformulier, een verklaring betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen, de opgave van het aantal leden dat de vereniging telt op 31 december van het werkingsjaar in een ledenverklaring, het activiteitenverslag, een verklaring betreffende het oprichtingsjaar van de seniorenvereniging en een recent rekeninguittreksel in.

Juridische grond

Het gemeenteraadsbesluit van 23 maart 2013 waarbij het reglement houdende subsidiëring van de seniorenverenigingen werd vastgesteld.

Het nieuw subsidiereglement voor de seniorenverenigingen goedgekeurd op de gemeenteraad van 25/01/2021.

Het Meerjarenplan 2020-2025 van de stad Oostende waarbij een budget van 15.000 euro wordt voorzien voor werkingssubsidies voor seniorenverenigingen.


Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het College van Burgemeester en Schepenen keurt goed dat de werkingssubsidies voor seniorenverenigingen gelijkaardig gebeurt aan de verdeling van de subsidie voor culturele verenigingen en organisaties voor het werkjaar 2021. 

Artikel 2

Het college van Burgemeester en Schepenen staat de afwijking toe dat de verdeling van de werkingssubsidies voor seniorenverenigingen gelijkaardig gebeurt aan de verdeling van subsidies zoals het werkjaar 2020. Namelijk de optelsom van  50% van het verkregen subsidiebedrag in 2019, 30% van het subsidiebedrag in 2018 en 20% van het verkregen subsidiebedrag in 2017).

Artikel 3

Het College van Burgemeester en Schepenen staat de afwijking toe dat de verenigingen die voor het eerst subsidie hebben ontvangen voor hun werking in 2020 ontvangen dit bedrag ook voor hun werking in 2021.

Artikel 4

Het College van Burgemeester en Schepenen staat de afwijking toe dat de verenigingen die een werkingssubsidie hebben ontvangen voor hun werking van 2018 en 2019 ontvangen voor hun werking 2021 telkens 50 % van de twee vorige subsidiebedragen.