Wat zijn de specifieke plannen voor de huidige locatie (Romestraat) ?
Hoe wordt het erfgoedaspect van het gebouw gewaarborgd?
Welke plannen heeft het stadsbestuur voor de herbestemming?
Hoe wordt er gedacht over het verzamelen van getuignissen en beeldmateriaal van vroeger als documentatie voor herbestemming?
Hoe wordt de waardevolle en respectvolle herbestemming van de locatie, als eerbetoon aan de geschiedenis van het gebouw gezien ?
Zal het museum effectief verhuizen naar het Thermae Palace? Hierover is er heel wat onduidelijkheid en verwarring.
Is er hierdoor dan plaatsgebrek in de THermae Palace? Zal er hierom gebouwd worden voor het hotel op de parking van het Thermae Palace?
Met vriendelijke groeten
Yves Miroir
In de zomer van 2023 werd door de federale regering beslist om meerdere locaties te bestuderen op de luchthaven van Oostende voor de komst van de helihaven. Ondertussen werd voor de luchthaven een nieuw milieu effecten rapport (MER) goedgekeurd, waarbij ook een locatie voor de helihaven werd aangeduid, wat niet hoeft te betekenen dat dit ook de uiteindelijke locatie wordt. In dat opzicht hadden we een paar vragen :
- heeft stad Oostende verder gesprekken gevoerd met de federale autoriteiten en de Oostendse luchthaven met betrekking tot uitwerking van de uiteindelijke locatie voor de helihaven?
- wat hebben deze gesprekken opgeleverd?
- heeft het stadsbestuur van Oostende aan bovenstaande autoriteiten duidelijk gemaakt dat de inplanting van de helihaven aan de kant van de bewoning van Raversijde geen aanvaardbare optie is?
-wat zijn de volgende stappen en de timing daarvan in dit dossier?
John Crombez
Gezien de impact van de fusie op onze stad en zijn bewoners had ik graag volgende vragen gesteld over de stand van zaken in het fusieziekenhuis AZ Oostende:
1° Hoeveel afdelingen staan er nog leeg op de campus HSZ?
2° Is dit te wijten aan gebrek aan personeel op de campus HSZ?
3° Hoeveel artsen van Campus HSZ zijn buiten Oostende gaan werken?
4° Zijn er problemen bij het personeel van AZ Oostende, daar er drie statuten zijn voor het personeel die toch samen moeten werken op dezelfde afdelingen?
5° Zijn er nog problemen bij het opstarten van afdelingen door de defusie met Brugge?
6° Wat is de huidige toestand bij de defusie met ST. Jan Brugge en de compensatie die hier mogelijk mee gepaard gaat ?
7° Wat is de huidige toestand omtrent de SP bedden die Brugge bij Campus HSZ wilde ontfutselen? Komen die terug naar AZ Oostende of zijn ze die definitief kwijt ?
Patrick De Vyt
Gezien ons land sedert de schietpartij in Brussel in oktober zich nog steeds in dreigingsniveau 3 bevindt en verscheidene andere landen reeds aanslagen op kerstmarkten konden verijdelen of verdachten konden oppakken die concrete plannen hadden om aanslagen te plegen, hadden wij hierover graag volgende vragen gesteld:
1: Is de lokale politie extra alert voor eventuele aanslagen op de kerstmarkten?
2: Worden extra veiligheidsmaatregelen genomen om eventuele aanslagen te vermijden?
3: Heeft de lokale politie concrete plannen/veiligheidsmaatregelen indien er dergelijke incidenten zouden plaatsvinden?
Wesley Deschuytter
We zijn anderhalve maand na de defusie van de ziekenhuizen, en er is bij de opstart heel wat sprake van problemen op het terrein voor personeel en patiënten. Zo moeten mensen die in het Damiaan een onderzoek doen, voor de remedie naar het Henri Serruys, en dus dubbele kost, dubbele wachttijden, .. En zo zijn er bij de bevolking heel wat voorbeelden te horen en kan er moeilijk gesproken worden van een vlotte transitie zoals altijd werd aangekondigd. In dat kader een aantal vragen op de korte en middellange termijn in het kader van deze defusie :
- is het stadsbestuur op de hoogte van deze en andere problemen, en wat wordt er op dit moment gedaan om deze problemen de wereld uit te helpen?
- aangezien patiënten met meerkosten door de defusie geconfronteerd worden, overweegt het stadsbestuur om de invordering van facturen sneller goedkoper te maken, want de accumulatie van ziektekosten brengt heel wat mensen in de problemen.
- de burgemeester opperde dat de defusie zou gebeuren omdat er anders dienstverlening op het vlak van gezondheidszorg in Oostende zou verloren gaan. Is er na de defusie zekerheid dat de betrokken diensten nu verzekerd zijn voor Oostende?
- de Sp-bedden waarover vaak sprake is geweest waren voorwerp van een arbitrage. Het stadsbestuur stelde dat deze Sp-bedden gezien onder meer het belang van de financiering ervan cruciaal waren. Wat is op dat vlak de stand van zaken?
- wat is er tot op heden gekend over de kost voor Oostende die gepaard gaat met de defusie, met name de te betalen kost voor niet afgeschreven investeringen aan AZ Sint jan Brugge, en de gemaakte kosten door Oostende om de defusie door te voeren?
- Indien sommige van deze vragen niet kunnen beantwoord worden door het college, is het college het er mee eens dat de gemeenteraad de voorzitter van de raad van bestuur en de hoofdarts zou kunnen horen om zo meer duidelijkheid te krijgen over de toekomst van AZ Oostende, het belang van de patiënten en het personeel?
John Crombez
We krijgen heel wat meldingen binnen van (ontevreden) Oostendenaars die pas 5 maanden na de overtreding een parkeerboete toegestuurd krijgen.
Daarom ook graag volgende vragen:
1/ Wat is de gemiddelde behandelingstermijn van parkeerboetes op vandaag?
2/ Is het stadbestuur bereid om een kwijting toe te kennen ingeval van een onredelijke behandelingstermijn?
3/ Welke behandelingstermijn van parkeerboetes wordt vooropgesteld?
Alvast bedankt voor de antwoorden.
Vriendelijke groeten,
Jeroen Soete
De korpschef van de lokale politie Oostende heeft een mandaat voor 5 jaar.
Hij moet bij een hernieuwing van zijn mandaat een opdrachtbrief schrijven waarin de te bereiken doelstellingen van het mandaat zijn vervat, alsook de ter beschikking gestelde middelen met dewelke de doelstellingen moeten worden nagestreefd. Deze opdrachtbrief moet in overeenstemming zijn met het zonaal veiligheidsplan.
Deze opdrachtbrief moet vastgesteld worden door de gemeenteraad.
In het zonaal veiligheidsplan van 2020 werd reeds meegegeven dat samen met alle leidinggevende en medewerkers van de zone op zoek ging gegaan worden naar hét mission statement van de lokale politie Oostende. Deze denkoefening werd ondertussen afgerond en vormt de basis van de nieuwe opdrachtbrief "lokale politie Oostende richting 2025" opgemaakt door de korpschef.
Het document wordt als bijlage bij dit besluit toegevoegd.
- Wet van 26/04/2002 houdende essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten.
- KB 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
- Ministeriële omzendbrief GPI 43 van 28/02/2005, houdende de richtlijnen betreffende het verzoek tot hernieuwing van bepaalde mandaathouders.
De opdrachtbrief, opgesteld door de heer Philip Caestecker, wordt vastgesteld.
Een kopie van de opdrachtbrief wordt bezorgd aan de Inspecteur-Generaal.
-
1) Nieuwjaarsdrink Boterbloemstraat op 05 januari 2023;
2) Kerstmarkt OLVO Mariakerke op 21 december 2023;
3) Nieuwjaarsduik 2024 op 06 januari 2024;
4) Kerstdrink Kerstrozenlaan op 23 december 2023;
5) Winter Kickoff op 22 december 2023.
Artikel 63 van het Decreet lokaal bestuur.
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
Neemt de volgende verkeersmaatregelen aan:
1) Nieuwjaarsdrink Boterbloemstraat
Van vrijdag 05 januari 2024 vanaf 06.00 uur tot maandag 08 januari 2024 om 22.00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Kerkplein, tussen de Zandvoordedorpstraat en Boterbloemstraat.
2) Kerstmarkt OLVO Mariakerke
Van woensdag 20 december 2023 om 08.00 uur tot vrijdag 22 december 2023 om 13.00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Lijsterbeslaan, kruispunt Schermplantenstraat en huisnummer 66.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3.
2. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Lijsterbeslaan, beide zijden, tussen de Schermplantenstraat en de Lijsterbeslaan 66;
• Anjelierenlaan, kant kerk, tussen de Schermplantenstraat en de Anjerlierenlaan 25.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
3. Op volgende weg wordt het eenrichtingsverkeer opgeheven:
• Lijsterbeslaan, vanaf het kruispunt met de Hyacintenlaan.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het afdekken van de verkeerstekens C1 en F19.
3) Nieuwjaarsduik 2024
Op zaterdag 06 januari 2024:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Koningin Astridlaan, tussen de Sportstraat en de Koninginnelaan, kant Bibliotheek Kris Lambert.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
Van donderdag 04 januari 2024 tot en met zaterdag 06 januari 2024:
2.Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Koningin Astridlaan, tussen de Chaletstraat en de Koninginnelaan, rijstrook richting Mariakerke.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
4) Kerstdrink Kerstrozenlaan
Op zaterdag 23 december 2023 van 14.00 uur tot 18.00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Kerstrozenlaan, tussen de Clivialaan en de Lobelialaan.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 (en F45C).
Op zaterdag 23 december 2023 van 08.00 uur tot 20.00 uur:
2. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Kerstrozenlaan, van huisnummer 7 tot hoek huisnummer 5.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
5) Winter Kickoff
Van vrijdag 22 december 2023 vanaf 17.00 uur tot zaterdag 23 december 2023 om 00.30 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Van Iseghemlaan, kant pare nummers, van het Monacolplein tot de Belpairestraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
-
De Burgemeester heeft op 21 november 2023 Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
1)Winter in het Park 2023 (erratum) van 01 december 2023 tot 07 januari 2024;
2) Winter in het Park 2023(erratum) -fietsenstalling van 01 december 2023 tot 07 januari 2024.
Artikel 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
Neemt kennis van en bekrachtigt de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen op 21 november 2023 en 28 november 2023 om de veiligheid van de weggebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van dit Besluit aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
-
De Burgemeester heeft op 28 november 2023 en 01 december 2023 besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
1) Thuiswedstrijd KVO-Lierse SK op 03 december 2023;
2) Combiregeling KVO-Lierse SK op 03 december 2023;
3) Thuiswedstrijd KVO-Racing Genk op 06 december 2023;
4) Combiregeling KVO-Racing Genk op 06 december 2023;
5) Opname promofilm Nieuwjaarsduik op 13 december 2023.
Art. 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten;
Art. 133-133bis van de Nieuwe Gemeentewet.
Neemt akte van de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen 28 november 2023 en 01 december 2023 om de veiligheid van de (weg)gebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van deze Besluiten aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
AG Oostende is de rechtsopvolger van het AG Stadsvernieuwing Oostende, het AG Energiebesparing Oostende, het AG Mobil-o en het AG Renov' O en kwam tot stand door de omvorming van het Ag Stadsvernieuwing Oostende.
De gemeenteraad van 26 juni 2023 keurde de statuten van AG Oostende goed.
De overdracht van algemeenheid van AG Mobil-O en AG EOS diende op een later, door de Gemeenteraad te beslissen, tijdstip plaats vinden.
De gemeenteraad nam in haar zitting van 23 mei 2023 kennis van het rapport van Audit Vlaanderen van 31.03.2022 met betrekking tot AG Stadsvernieuwing Oostende.
De stad Oostende had voor de beslissing van de gemeenteraad van 23 juni 2023 naast het AG Stadsvernieuwing Oostende, nog drie AG's nl het AG Energiebesparing Oostende, het AG Mobil-o en het AG Renov' O.
Deze laatste werden niet onderworpen aan een organisatie-audit door Audit Vlaanderen, maar vanuit het principe van goede huisvader wilden we deze ook jegens AG Stadsvernieuwing Oostende geformuleerde aanbevelingen toetsen.
Vandaar werd, om tegemoet te komen aan de geformuleerde aanbevelingen inzake organisatiebeheersing, beslist om het AG Stadsvernieuwing Oostende om te vormen tot AG Oostende, zijnde in eerste instantie de rechtsopvolger van het AG Stadsvernieuwing Oostende en AG Renov'o, en naderhand van het AG Energiebesparing Oostende en het AG Mobil-o.
De gemeenteraad an 23 juni 2023 keurde de statuten van AG Oostende goed.
De volgende stap is nu de overdracht van algemeenheid van AG Mobilo naar AG Oostende.
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur en meer bepaald het artikel 40;
Gelet op beslissing van de Gemeenteraad van 26 juni 2023 waarbij het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende werd omgevormd tot het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende,
Gelet op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende, en meer bepaald het artikel 1;
Het Autonoom Gemeentebedrijf Mobiliteit Oostende (AG MOBIL-O) wordt bij wijze van overdracht van algemeenheid geïntegreerd in het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende als businessunit (BU) Mobil-O, zoals voorzien in de beslissing van de gemeenteraad dd 26 juni 2023.
Ontbindt de rechtspersoon met ondernemingsnummer 0733.741.256.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de verdere uitvoering van dit besluit.
Dit besluit treedt in werking op het ogenblik dat de nodige machtigingen effectief zijn overgedragen van AG MOBIL-O naar AG-Oostende.
Bericht van EVA Economisch Huis Oostende vzw met uitnodiging en bijhorende documenten voor de Algemene Vergadering op woensdag 20 december 2023 om 19.00 uur in het Economisch Huis Oostende, Gistelsesteenweg 1C bus 00.01 te Oostende.
De volgende agenda wordt voorgesteld:
Deze beslissing zal het stemgedrag van de afgevaardigden van de Stad bepalen.
statuten Economisch Huis Oostende vzw
Formuleert geen vragen en/of opmerkingen over onderstaande agenda voor de Algemene Vergadering van Economisch Huis Oostende vzw op 20 december 2023 en keurt deze agendapunten inclusief de bijlagen bijgevolg goed:
Draagt de aangeduide vertegenwoordigers op om hun stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van de algemene vergadering van Economisch Huis Oostende vzw van 20 december 2023 (of iedere andere datum waarop deze vergadering uitgesteld of verdaagd zou worden, waarbij de agenda onveranderd blijft).
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan Economisch Huis Oostende vzw.
De Regie der Gebouwen is namens de Belgische Staat beheerder van de site van het voormalig politiekantoor gelegen te Oostende van de Alfons Pieterslaan en strekkende tot de Euphrosina Beernaertstraat met een terreinoppervlakte van 3.253m².
De site oud politiekantoor in de Alfons Pieterslaan staat sinds mei 2020 leeg en er is dringend actie vereist gelet op de ligging ervan op een belangrijke handelsader van de Stad Oostende. Voor de site wensen de Regie der Gebouwen en de Stad Oostende een duurzame herontwikkeling na te streven om de ambities van elke partij mogelijk te maken.
Voor de site wensen de Regie der Gebouwen en de Stad Oostende een duurzame herontwikkeling na te streven om de ambities van elke partij mogelijk te maken. De projectsite bestaat uit twee projectgebieden:
Het doel van de raamovereenkomst tussen de Regie der Gebouwen en de Stad Oostende is het maken van onderlinge afspraken en het verlenen van rechten op de projectsite door de Regie der Gebouwen aan de Stad Oostende. Hierdoor wordt een duurzame herontwikkeling van de projectsite mogelijk gemaakt via PPS en zal een detentiehuis worden gerealiseerd via de figuur van gedelegeerd bouwheerschap, dat door de Regie der Gebouwen zal worden vergoed bij voorlopige oplevering.
Het doel van de intentie-overeenkomst tussen de Regie der Gebouwen, de Stad Oostende, het Economisch Huis Oostende en de VDAB is op basis van de eerste behoeftebepaling die werd opgemaakt, het concretiseren van het programma, de programma-opbouw en een prijsvork, en dit voor de verschillende functies die partijen op de projectsite wensen te verwerven, c.q. in te huren.
art 40-41 van het Decreet Lokaal Bestuur
Keurt de raamovereenkomst Stad Oostende-Regie der Gebouwen in bijlage met de bijlagen goed.
Keurt de intentie-overeenkomst APL site in bijlage met de bijlagen goed.
Verleent aan het College van Burgemeester en Schepenen het mandaat om verder te beslissen met betrekking tot mogelijke secundaire modaliteiten en verdere concrete uitwerkingen.
Toelichting:
De herontwikkeling van het oud politiekantoor heeft een grote impact op het centrum van Oostende en Oostende in het algemeen. Daarom is het belangrijk om alvorens tot een definitieve beslissing over te gaan, dit eerst voor te leggen aan het stadsatelier en aan alle betrokkenen in de breedste zin, om vervolgens met de conclusie terug te keren naar de gemeenteraad niet later dan februari 2024.
Daarom stellen wij het volgende voor:
Artikel 3: schrappen en vervangen door: "Het college van Burgemeester en Schepenen betrekt het Stadsatelier voor de verdere ontwikkeling en organiseert het nodige overleg met alle betrokkenen. Het resultaat van dit overleg zal niet later dan eind februari meegedeeld worden aan de gemeenteraad, en de uiteindelijke beslissing van herbestemming zal dit resultaat incorporeren”.
Met vriendelijke groeten
Nathan Blondé
Met het Plan Samenleven wil de Vlaamse overheid lokale besturen ondersteunen om samenleven in diversiteit te bevorderen. Het Plan Samenleven bevat 7 doelstellingen met 24 acties, die lokale besturen zelf inhoudelijk invullen. Meer informatie over het Plan Samenleven en de modaliteiten zijn raadpleegbaar via: https://www.vlaanderen.be/samenleven/subsidies/plan-samenleven.
Bij uitvoering van de acties van het Plan Samenleven kan je als lokaal bestuur, Vlaamse Gemeenschapscommissie of intergemeentelijke samenwerkingsverband een beroep doen op de ondersteuning van het Agentschap Integratie en Inburgering bij 10 van de 24 acties. Deze 10 acties vallen binnen hun expertise in de thema’s taal, verbinding en participatie.
Omwille van de goedkeuring van de ingediende acties en mentorschappen voor projectjaar 2 van Plan Samenleven kan Stad Oostende opnieuw beroep doen op de ondersteuning van het Agentschap Integratie en Inburgering.
Het kunnen terugvallen op de expertise en kennis die aanwezig is bij de medewerkers van het Agentschap Integratie en Inburgering is een grote meerwaarde bij de realisatie van Plan Samenleven voor Stad Oostende. In onderling overleg met het Agentschap Integratie en Inburgering is vastgesteld dat er in projectjaar 2 vooral nood is aan algemene ondersteuning (bv. relevant cijfermateriaal, …) en ondersteuning bij de realisatie van actie 5: volwassen anderstaligen nemen deel aan een oefenkans Nederlands en actie 24: kwetsbare jongeren in contact brengen met cultuur. De ondersteuning bestaat uit een medewerker van het Agentschap Integratie en Inburgering die 3 dagen per week ondersteuning biedt op het stadhuis bij de dienst Onderwijs en Maatschappij. Deze ondersteuning is kosteloos voor de Stad. Ook voor projectjaar 2 van Plan Samenleven willen we opnieuw duidelijk afspreken welke ondersteuning we van hen verwachten en werd een addendum bij de bestaande samenwerkingsovereenkomst opgemaakt waarvoor we de goedkeuring van de Gemeenteraad vragen.
Gelet op Artikel 11 - Slotbepalingen uit de originele samenwerkingsovereenkomst kan, op initiatief van één van de partijen en na akkoord van alle partijen, de overeenkomst aangepast worden en opnieuw voorgelegd worden aan de respectievelijke bestuursorganen van de partijen. Elke wijziging aan de huidige overeenkomst dient te worden gevoegd als bijlage aan de bestaande overeenkomst.
Keurt het ADDENDUM bij de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Oostende en Agentschap Integratie en Inburgering goed rond de algemene ondersteuning en ondersteuning bij de realisatie van actie 5: volwassen anderstaligen nemen deel aan een oefenkans Nederlands en actie 24: jongeren van buitenlandse herkomst in contact brengen met cultuur van Plan Samenleven.
Belast An-Sofie Knockaert, stafmedewerker directie Samenleven, met de opvolging van de afspraken binnen deze samenwerking.
Om langdurig geïnventariseerde goederen aantrekkelijk te maken zal in artikel 19 het bedrag van de maximale heffing beperkt worden tot het basisbedrag x 10 i.p.v. x 25.
Om dezelfde reden zal de vrijstelling voor de nieuwe eigenaars worden aangepast van één naar twee jaar vanaf de datum van het verlijden van de akte in artikel 22.
Ook kan er terzelfdertijd een aantal technische aanpassingen worden doorgevoerd. Bepaalde procedures in de artikelen 23 en 28 worden uitvoeriger en duidelijker omschreven in de verordening.
In artikel 3 wordt in §6 de verwijzing naar artikel 23§13 gewijzigd naar artikel 23§14 wegens een aanpassing in artikel 23.
Om in bepaalde gevallen tot een oplossing te komen wordt na de periode waar het basisbedrag vermenigvuldigd wordt met 5, het basisbedrag verhoogd.
Echter om te voorkomen dat langdurig geïnventariseerde goederen onaantrekkelijk worden om aan te kopen omwille van de hoge belastingdruk die erop rust, wordt in artikel 19 §2 het bedrag van de maximale heffing beperkt tot het basisbedrag maal 10.
Om diezelfde reden wordt aan de nieuwe eigenaar van een geïnventariseerd goed in artikel 22 §1 een vrijstelling verleend van twee jaar in plaats van één jaar.
In artikel 23 §3a wordt nu enkel een gedetailleerd overzicht en tijdschema van de uit te voeren werken gevraagd. Het is steeds handig dat ook een fotoreportage wordt voorgelegd waardoor dit eigenlijk neerkomt op een renovatienota. Daarom een aanpassing met de vraag naar een renovatienota in aanvulling van de omgevingsvergunning of het bewijs van een volledig verklaarde aanvraag tot omgevingsvergunning.
Een nieuw artikel 23 §8 wordt ingevoegd: het komt veelvuldig voor dat een vrijstelling wordt aangevraagd op basis van een volledig verklaard dossier voor omgevingsvergunning. Het komt ook dikwijls voor dat kort nadien dat omgevingsdossier wordt stopgezet. Dat kan gebeuren door de indiener zelf, maar ook op vraag van de dienst Omgevingsvergunningen.
De verordening vangt de gevolgen van het stopzetten van een omgevingsdossier niet op. Er is enkel duidelijkheid wanneer een aanvraag omgevingsvergunning wordt geweigerd. Daarom wordt een alinea toegevoegd waarin we toch minstens vóór het einde van de eerste schijf van vrijstelling een omgevingsvergunning verlangen. Op die manier geven we de aanvrager de kans om binnen de eerste schijf een omgevingsdossier alsnog correct en volgens voorschriften ingediend en vergund te krijgen maar vermijden we dat een procedure van het aanhoudend indienen van onvergunbare projecten onbeperkt kan doorgaan (toch wat een vrijstelling van belastingen betreft).
Een nieuw artikel 28 §2 wordt ingevoegd. Er ontbrak duidelijkheid over de aanvang van deze vrijstelling.
Door de invoeging van een nieuw artikel 28 §2 komt er een wijziging in de nummering van de volgende alinea's in artikel 28.
Overwegend dat leegstand, verkrotting en verwaarlozing leiden tot verloedering, ongedierte en criminaliteit aantrekken en het onveiligheidsgevoel doen toenemen;
Ook zijn er enerzijds heel wat mensen op zoek naar een degelijke, betaalbare woning terwijl anderzijds heel wat woningen leegstaan of door de slechte woningkwaliteit nauwelijks de naam woning waardig zijn.
Het is derhalve noodzakelijk om leegstand, verkrotting en verwaarlozing aan te pakken om een leefbare stad te behouden waar iedereen de kans krijgt om op een waardige manier te wonen.
Langdurige leegstand; verkrotting en verwaarlozing van woningen en gebouwen in de stad moet voorkomen en bestreden worden omdat langdurige leegstand de kwaliteit van het woningpatrimonium ondermijnt en na verloop van de tijd er vaak schade ontstaat bij de aanpalenden.
Rekening houden met de toestand van de stadsfinanciën.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 40, 287 en 288.
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op Titel III,hoofdstuk II, laatst gewijzigd bij Decreet van 29 maart 2013.
Het besluit van 02 april 1996 van de Vlaamse regering betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en latere wijzigingen.
Gelet op het Decreet van 22 december 1995, houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op hoofdstuk VIII, afdeling 2, laatst gewijzigd bij Decreet van 29 maart 2013.
Het Besluit van 12 juli 2013 van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Gelet op omzendbrief KB/ABB 2019/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, houdende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
Het gewijzigde Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen, hierna het Decreet Grond- en Pandenbeleid genoemd.
Zijn Besluit van 14 december 2019, houdende de aanneming van de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd en leegstaand voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025;
Zijn Besluit van 23 maart 2020, houdende de wijziging van de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd en leegstaand voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025;
Zijn Besluit van 01 maart 2021, houdende de wijziging van de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd en leegstaand voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025;
Zijn Besluit van 28 november 2022, houdende de wijziging van de Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd en leegstaand voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025;
Het Besluit van 10 juli 2009 van de Vlaamse regering, houdende nadere regels betreffende het Leegstandsregister en houdende wijziging van het Besluit van 02 april 1996 van de Vlaamse regering betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.
Het arrest nummer 4/2010 van 20 januari 2010 van het Grondwettelijk Hof;
Het arrest van de zesde fiscale kamer van het Hof van Beroep te Gent van 29 oktober 2013;
Artikel 23 van de Belgische grondwet.
Keurt de gewijzigde Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand, opgenomen in bijlagen (GR 2024 - onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd of leegstaand; GR 2020 - bijlage 1 - TVVW; GR 2021.03.01 - Bijlage 2 - AAVW; GR 2021.03.01 - Bijlage 3 - AAL; GR 2020 - bijlage 4 - TVLS; GR 2020 - bijlage 5 - aanvraagformulier vrijstelling), goed voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
Deelt de aangepaste beslissing, opgenomen in een gecoördineerde Verordening, mee aan de Vlaamse regering en deelt een voor eensluidend afschrift mee aan de Gouverneur.
Stad Oostende heeft bij besluit van de Vlaamse regering op 15 juli 2022 een subsidie ontvangen van 475.349,00 euro ter ondersteuning van de uitrol van een lokaal e-inclusiebeleid. Deze subsidie kadert binnen het actieplan Iedereen Digitaal, dat onderdeel is van het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Het doel van Iedereen Digitaal is dat ieder lokaal bestuur tegen 2024 een eigen lokale digitale inclusiewerking heeft.
De subsidie dient om verschillende soorten acties op te zetten om het lokaal e-inclusiebeleid te versterken binnen drie categorieën. Het Economisch Huis Oostende neemt de rol op van opdrachtnemer namens Stad Oostende. Het Economisch Huis Oostende zal een actie uitrollen binnen categorie 3, acties rond de verschillende deelaspecten van e-inclusie, in het bijzonder rond e-inclusion by design, met name werken aan digitale toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van lokale toepassingen.
Het Economische Huis Oostende zal volgens de principes van ‘human centered design of mensgericht ontwerpen’ een onderzoek doen naar de verwachtingen van Oostendse ondernemers ten aanzien van de verdere digitalisering van de dienstverlening van het lokaal bestuur en andere overheden. De input van de ondernemers en andere stakeholders moet uiteindelijk resulteren in een blauwdruk van een lokaal e-loket van de toekomst voor ondernemers.
2019_GR_00521 - EVA Economisch Huis vzw - Samenwerkingsovereenkomst 2020-2025, afsprakennota 2020 en evaluatieverslag - Goedkeuring
Keurt de bijgaande afsprakennota betreffende de uitrol van een lokaal e-inclusiebeleid tussen Stad Oostende en EVA Economisch Huis Oostende vzw goed.
Het Economisch Huis Oostende vzw wordt belast met de inhoudelijke en praktische uitvoering van de actie zoals omschreven in de afsprakennota.
De Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende (AG-O) heeft in zitting van 20 november 2023 unaniem beslist om
- de jaarrekening 2022 en de bijhorende documenten vast te stellen,
- de leden van het Directiecomité kwijting te verlenen voor het boekjaar 2022
en de maatregelen tot saneren van de financiële toestand, voorgesteld op p.52 van het document ‘Jaarrekening 2022’ (en op p.15 van de NBB rekening), aan de Gemeenteraad voor te stellen teneinde tegemoet te komen aan de verplichting uit art. 30 van de statuten.
Alle autonome gemeentebedrijven (AGB) maken een BBC-jaarrekening op.
Sommige AGB moeten ook een jaarrekening opstellen volgens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV). Volgens dat wetboek behoort de goedkeuring van die jaarrekening tot de bevoegdheid van de algemene vergadering. Bij een AGB vormt de gemeenteraad de algemene vergadering. (bron: Website Agentschap Binnenlands Bestuur).
De jaarrekening 2022 van het AGSO bevat 1) het werkingsverslag, 2) de beleidsdocumenten volgens de BBC-wetgeving: beleidsevaluatie, financiële nota, toelichtingen en de documentatie bij de jaarrekening en 3) de jaarrekening NBB (Nationale Bank van België).
Overeenkomstig artikel 243, § 2 van het Decreet over het lokaal bestuur dient de gemeenteraad advies uit te brengen bij de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf.
Artikel 27 van de statuten van AGSO bevat deze procedure overeenkomstig art. 243 Decreet over het lokaal bestuur.
Overeenkomstig art. 3:1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is het bestuursorgaan verplicht o.m. elk jaar een jaarrekening in de vorm en met de inhoud bepaald door de Koning op te maken. Die jaarrekening bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting, en vormt een geheel. Na de goedkeuring wordt de jaarrekening (jaarrekening NBB) neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Artikel 29 van de statuten bepaalt dat de Gemeenteraad jaarlijks beslist over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekeningen door de toezichthoudende overheid. Die kwijting is alleen rechtsgeldig als de ware toestand van het AG niet verborgen wordt door enige weglating of onjuiste opgave in de rekeningen of in de rapportering betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst.
Na de goedkeuring van de jaarrekening door de Gouverneur (beslissing gouverneur), kan er pas kwijting verleend worden aan de bestuurders (beslissing Gemeenteraad) cfr. artikel 235, §4 van het decreet Lokaal Bestuur. Deze bepaling werd opgeheven in artikel 48 van het Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur d.d. 17 februari 2023, met aanvangsdatum 8 april 2023.
Artikel 30 van de statuten bepaalt dat wanneer, ingevolge een geleden verlies, het netto actief gedaald is tot minder dan de helft van het door de stad Oostende ingebrachte kapitaal, de Gemeenteraad bijeen moet komen binnen de termijn van twee maanden nadat het verlies is vastgesteld, teneinde in voorkomend geval te beslissen over de maatregelen die de Raad van Bestuur voorstelt ter sanering van de financiële toestand.
In de raad van bestuur van 20 november 2023 werd unaniem beslist om de maatregelen tot saneren van de financiële toestand, voorgesteld op p.52 van het document ‘Jaarrekening 2022’ (en op p.15 van de NBB rekening), aan de Gemeenteraad voor te stellen teneinde tegemoet te komen aan de verplichting uit art. 30 van de statuten.
- Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (en wijzigingen), in het bijzonder art. 243
- Art. 3:1 en verder van het wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019
- Statuten van het AGSO (Gemeenteraadsbesluit 2019_GR_00163 van 25 maart 2019).
Verleent, overeenkomstig artikel 243 van het Decreet over het lokaal bestuur, gunstig advies m.b.t. de jaarrekening over het boekjaar 2022 (jaarrekening BBC 2022) van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende (AGSO).
Keurt, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (van 23 maart 2019), de jaarrekening (jaarrekening NBB) over het boekjaar 2022 van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende (AGSO) goed.
Verleent kwijting aan de bestuurders cfr. artikel 29 van de gewijzigde statuten van het AG Stadsvernieuwing Oostende, voor de jaarrekening 2022.
Stemt in met de maatregelen tot saneren van de financiële toestand goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende (AG-O) en opgenomen onder punt V. van het verslag van de Raad van Bestuur van het AGSO op 20 november 2023, cfr. artikel 30 van de statuten (gewijzigd in zitting van de Gemeenteraad van 25 maart 2019).
De stad Oostende is, samen met het Vlaamse Gewest, eigenaar van de opstallen en gronden van het Thermencomplex in Oostende, bestaande uit het Thermae Palace Hotel, de (Nieuwe) Koninklijke Gaanderijen en de aangrenzende parkeerinfrastructuur (hierna samen “het Thermae Palace Complex” genoemd), en wenst deze site te optimaliseren tot een attractieve aantrekkingspool.
Het Thermae Palace Hotel, dat zich bevindt aan de Koningin Astridlaan 7 te 8400 Oostende, werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed op 24 september 2009 en maakt deel uit van de Venetiaanse Gaanderijen, Thermae Palace en Nieuwe Koninklijke Gaanderijen, beschermd als monument bij Ministerieel besluit van 19 februari 2002.
Het Thermae Palace Hotel is sinds 1 september 1986 in exploitatie als hotel-, seminarie- en horecafaciliteit door een private huurder, NV RESTOTEL (hierna “RESTOTEL” genoemd). De huurovereenkomst (hierna “Handelshuurovereenkomst" genoemd) kent een duurtijd van 50 jaar, met ingang op 1 september 1986, dit wil zeggen tot 2036 (onverminderd eventuele verlengingen). Voorwerp van de Handelshuurovereenkomst is tevens de westelijke vleugel van de Koninklijke Gaanderijen, inclusief Rotonde West en het lokaal ten oosten van de vroegere termenbron, het parkeerterrein ten oosten van het hotel en het parkeerterrein en het zonneterras ten westen van het hotel.
Het complex verkeert helaas in slechte staat en de benutting van het Thermae Palace Complex is niet optimaal. Het bestaan van een nog langlopende handelshuur op het pand, een sluimerend geschil over de onderhoudsverplichtingen van RESTOTEL of de stad, de dwingende restauratie-eisen vanuit erfgoedperspectief en de verknochting met de Oostendse identiteit maken een succesvolle herontwikkeling een bijzonder moeilijke oefening, getuige hiervan de jarenlange stilstand in dit dossier.
Een aangepaste beheers- en eigendomsstructuur dringt zich zonder twijfel op.
Een eerdere poging van de stad Oostende en het Vlaamse Gewest om de restauratie en de verbeterde exploitatie via een aangepaste beheers- en eigendomsstructuur te realiseren is onsuccesvol gebleken. In oktober 2018 hebben de Vlaamse regering en de stad Oostende immers beslist om geen verder gevolg te geven aan een marktbevraging die was opgestart om hiervoor een kandidaat-uitvoerder te vinden.
De stad Oostende heeft sindsdien geen weet van enige interesse van partijen om het project integraal aan te pakken.
Aangezien de stad Oostende alsnog een verdere herwaardering en optimalisering van de uitstraling en werking van het Thermae Palace Complex en diens nabije omgeving wenste te realiseren, sloot zij op 29 mei 2019 een samenwerkingsovereenkomst af met PMV met het oog op het begeleiden en structureren van de restauratie en herontwikkeling van het complex (zie gekoppeld besluit 2019_GR_00237). PMV moest voor de toekomst van het Thermae Palace Complex een business case maken. Uit de verschillende door PMV naar voor geschoven scenario’s werd het scenario inzake de oprichting van een publiek-private vennootschap met de inbreng van publiek en privaat kapitaal en het rechtstreeks sluiten van een nieuwe exploitatieovereenkomst met RESTOTEL als meest optimale oplossing gekozen.
Het dossier kent een aantal voorgaanden:
In haar zitting van 13 december 2019 keurde het College van Burgemeester en Schepenen een plan van aanpak goed (zie gekoppeld besluit CBS_2019_07896).
In het kader van de uitvoering van dat plan van aanpak werd een addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 29 mei 2019 afgesloten, goedgekeurd in de zitting van de Gemeenteraad van 20 januari 2020 (zie gekoppeld besluit 2020_GR_00018), ondertekend op 11 februari 2020. Dit bevat onder andere een stappenplan met bijhorende timing.
Voordien keurde het College een vertrouwelijkheidsovereenkomst met betrekking tot het project Thermae Palace goed (zie gekoppeld besluit 2020_CBS_00347).
Een tweede addendum rond de kostenverdeling werd goedgekeurd in de zitting van de Gemeenteraad van 23 november 2020 en ondertekend op 23 november 2020.
Op 29 oktober 2021 besliste het College dat zij in uitvoering van het plan van aanpak van PMV zoals goedgekeurd op 13 december 2019 met de NV RESTOTEL exclusief gesprekken voert met het oog op een aangepaste eigendoms- en beheersstructuur voor de Thermae Palace site (zie gekoppeld besluit 2021_CBS_05248).
Aan het project is door de Vlaamse overheid inmiddels ook een subsidie van 10 mio euro toegezegd voor de restauratie van het Thermae Palace Complex en de restauratie van de westelijke gaanderijen (Fase 2) en ongeveer 2.1 mio euro voor de restauratie van de oostelijke gaanderijen (Fase 1).
De afgelopen maanden hebben alle betrokken partijen de modaliteiten van een succesvolle realisatie zeer grondig onderzocht en in detail besproken.
Met voorliggend besluit wenst de stad Oostende een nieuwe stap in de publiek-private samenwerking te zetten die moet uitmonden in een succesvolle restauratie en herontwikkeling van het Thermae Palace Complex.
De staat van het Thermae Palace Complex vereist een dringende aanpak van het dossier.
Het huidige Thermae Palace Hotel dateert van 1933. Ondanks enkele opknapbeurten bestaat er geen twijfel over de slechte staat van het gebouw en de Koninklijke Gaanderijen die al enkele jaren gestut worden. De uitbating van het huidige gebouw volgens moderne noden is niet langer mogelijk. Energetisch is het gebouw een ramp. Zware investeringen dringen zich op. De kostprijs van een totale restauratie werd een zestal jaar geleden op 70-80 miljoen euro geraamd.
Uit het plan van aanpak van PMV blijkt dit evenwel een uiterst moeilijke economische en juridische casus:
Het geheel maakt een herontwikkeling in de huidige eigendoms- en beheersstructuur onmogelijk.
Op basis van het goedgekeurde plan van aanpak en de sindsdien verworven inzichten, beogen de stad Oostende en PMV de voorgenomen herontwikkeling en duurzame uitbating rond volgende kernpunten binnen een nieuwe eigendoms- en beheersstructuur te realiseren:
Voorgaande uitgangspunten werden door PMV in een aantal concrete stappen richting herontwikkeling vertaald, waaronder:
Hierbij wordt een optimale combinatie van inzet van publieke middelen en aantrekking van private middelen beoogd.
De Stad Oostende en PMV hebben op exclusieve basis gesprekken met RESTOTEL gevoerd met het oog op de voorgenomen herontwikkeling op basis van de voormelde uitgangspunten en in functie van die concreet te nemen stappen. Finaal doel van die gesprekken was een globaal akkoord omtrent de duurzame herontwikkeling van de Thermae Palace site.
De keuze voor RESTOTEL als preferente (en exclusieve) gesprekspartner en, finaal, mede-trekker van de duurzame herontwikkeling als mede-aandeelhouder in de op te richten Projectvennootschap en toekomstig exploitant is noodzakelijk op grond van de volgende overwegingen:
De vaststelling is dan ook dat er meer dan afdoende redenen voorliggen die verantwoorden dat een duurzame exploitatie op lange termijn enkel mogelijk is met RESTOTEL. Zo’n duurzame samenwerking biedt immers unieke voordelen voor het succes van de herontwikkeling, zoals het feit dat de Handelshuurovereenkomst minnelijk beëindigd kan worden (cf. infra – zonder opzegvergoeding of andere belangrijke kostenrisico’s), waarmee dus ook een einde komt aan het sluimerend geschil over die Handelshuurovereenkomst én de betrokkenheid van een partij die uniek geplaatst is om van de exploitatie van het herontwikkelde complex een succesverhaal te maken en waarbij rekening wordt gehouden met de unieke historische erfgoedwaarde van het Thermae Palace Complex.
Dit is het sluitstuk van een grondig voorbereid traject. Hierbij kan alvast benadrukt worden dat de keuze voor RESTOTEL als exclusieve gesprekspartner een gegeven is dat open en geruime tijd reeds gecommuniceerd werd via diverse kanalen (o.a. via persartikels in dagbladen, aankondigingen op de website van de Stad, …). De vaststelling is dat, op vandaag, de stad nooit op de hoogte is gesteld van enige interesse van andere potentiële partners. Dit bewijst andermaal de moeilijke casus voor dit project en de unieke positie van RESTOTEL. De huidige marktomstandigheden met gestegen rentes en bouwprijzen en de nulwaarde van het Thermae Palace Complex in haar huidige staat versterken alleen maar die vaststelling (cf. infra).
Aan de gemeenteraad wordt een transactie voorgelegd die de stad Oostende (met tussenkomst van PMV) met RESTOTEL zal sluiten.
De ter goedkeuring voorgelegde samenwerkingsovereenkomst bevat reeds een gedetailleerde term sheet Erfpachtovereenkomst (incl. afspraken inzake herontwikkeling van het toekomstig hotel en wellness-gedeelte), alsook een term sheet oprichters- en aandeelhoudersovereenkomst van de Projectvennootschap. Ook een ontwerp van addendum aan de Handelshuurovereenkomst werd reeds opgesteld.
De oprichting van de Projectvennootschap
Voor tot oprichting van de Projectvennootschap kan worden overgegaan, zal aan de volgende voorwaarden moeten zijn voldaan:
De Projectvennootschap zal een naamloze vennootschap naar Belgisch recht zijn. Het kapitaal zal bij oprichting worden gevormd door inbrengen in natura en in geld door de drie partijen conform het Financieel Plan dat deel uitmaakt van de term sheet Aandeelhoudersovereenkomst:
Bij de oprichting van de Projectvennootschap zal de inbreng in geld onder de vorm van aandelenkapitaal volledig worden volgestort.
De private partij, RESTOTEL, zal over een meerderheid ten belope van 50% van de aandelen + 1 aandeel beschikken.
Naast het beperkt aandeelhouderschap, zal de Stad het recht hebben om een waarnemer aan te duiden die de vergaderingen van de raad van bestuur zal mogen bijwonen. De waarnemer zal, net zoals de bestuurders, opgeroepen worden tot de vergadering en de relevante stukken ontvangen.
Naar aanleiding van de oprichting van de Projectvennootschap zullen de kosten in verband met de stopzetting van de exploitatie van het Thermae Palace Hotel met oog op de verwezenlijking van het Project, zijnde 1) kosten verbonden aan het sociaal passief op heden geraamd op 791.713,54 euro en 2) kosten naar aanleiding van de vroegtijdige beëindiging van duurovereenkomsten voor de exploitatie van het hotel die door RESTOTEL werden gedragen, finaal worden begroot en door de Projectvennootschap worden vergoed aan RESTOTEL.
De kapitaalverhoging van de Projectvennootschap en de verkoop, resp. overdracht van het huidige Thermae Palace Complex
Wanneer ook de volgende onzekerheden weggewerkt zijn, zal er overgegaan worden tot de kapitaalverhoging van de Projectvennootschap en de verkoop, resp. overdracht van het huidige Thermae Palace Complex aan de Projectvennootschap:
De kapitaalsverhoging wordt gerealiseerd door:
Daarnaast is er een verkoop van de gronden door PMV, resp. overdracht van de opstallen door de stad Oostende aan de Projectvennootschap voor een symbolische vergoeding van telkens 1 euro per transactie.
Die waardering volgt uit twee onafhankelijke schattingen:
Uit die schatting blijkt een waardering van 1.2 miljoen euro, die integraal voortvloeit uit de inkomsten uit de lopende huurovereenkomst met RESTOTEL. Wanneer echter ook rekening wordt gehouden met de nodige restauratiewerken, wordt vastgesteld dat er géén restwaarde is voor het huidige Thermae Palace Complex.
Uit die schatting blijkt dat, rekening houdende met o.a. de staat van het gebouw, de noodzakelijke restauratiewerken, de ligging en de grootte er géén restwaarde is voor het huidige Thermae Palace Complex.
De grondsituatie voor het Thermae Palace Complex moet, nog voor de oprichting, geregeld worden, via een overeenkomst met het Vlaamse Gewest op basis waarvan het Vlaamse Gewest haar grondrechten zal overdragen aan PMV. Verder moet ook tussen het Vlaamse Gewest/MDK en de Stad Oostende de eigendomssituatie waarbij de gronden van het Vlaamse Gewest zijn en de opstallen van de stad Oostende in een akte worden verduidelijkt.
Vanaf de verkoop, resp. overdracht gaan zowel de eigendom als het risico over naar de Projectvennootschap. De publieke delen van de Koninklijke Gaanderijen zullen voor het publiek toegankelijk blijven na de inbreng ervan in de Projectvennootschap voor een wandelfunctie.
Indien de eigendom van het onroerend goed niet wordt ingebracht casu quo overgedragen aan de Projectvennootschap omwille van het niet tijdig realiseren van de opschortende voorwaarden voor de oprichting, zoals vermeld in de term sheet aandeelhoudersovereenkomst, zal er in een terugkeer naar de vroegere situatie onder de huidige Handelshuurovereenkomst worden voorzien en zullen Partijen hun rechten hernemen alsof die overeenkomsten niet hebben bestaan.
Het terugnamerecht en recht van terugkoop van de stad Oostende en PMV
Naar aanleiding van de overdracht van het opstalrecht en de opstallen aan de Projectvennootschap wordt een terugkooprecht ingeschreven in de overdrachtsakte betreffende het bestaand gebouw van het Thermae Palace complex (in de staat waarin het zich op dat moment bevindt) ten voordele van de Stad Oostende.
Voornoemd terugkooprecht kan door de begunstigden worden uitgeoefend in geval van faillissement van de Projectvennootschap. Het terugkooprecht kan zowel vóór de aanvang van de werken als na de aanvang van de werken aan het gebouw van het Thermae Palace Complex, zoals meegedeeld door de aannemer aan de Vennootschap, worden uitgeoefend, tot drie jaar na datum van de voorlopige oplevering. Voor de Thermae Palace Residenties geldt het terugkooprecht uiterlijk tot aan de start van de commercialisatie van deze Thermae Palace Residenties.
Voorts beschikt de stad Oostende onder bepaalde in de term sheet aandeelhoudersovereenkomst vervatte voorwaarden over een terugnamerecht op het gebouw van het Thermae Palace Complex indien de Vennootschap vrijwillig dan wel gerechtelijk wordt ontbonden.
De opschorting en beëindiging van de Handelshuurovereenkomst
Wat de lopende Handelshuurovereenkomst betreft, werd een addendum opgesteld dat tezamen met de overige overeenkomsten vóór de oprichting van de Projectvennootschap zal worden ondertekend. Daarin wordt bepaald dat de huidige Handelshuurovereenkomst tussen de stad Oostende en RESTOTEL alsook de huidige exploitatie van het Thermae Palace Hotel (zonder enige vergoeding) zal worden opgeschort vanaf het moment van de verkoop door PMV, resp. overdracht door de stad van respectievelijk de grond en het gebouw van het Thermae Palace Complex in de Projectvennootschap.
Bij aanvang van de werken aan het gebouw van het Thermae Palace Complex, zoals meegedeeld door de aannemer aan de Projectvennootschap, zal de Handelshuurovereenkomst in gezamenlijk akkoord worden beëindigd. Die beëindiging zal binnen een termijn van één maand authentiek worden vastgelegd.
Indien vóór de aanvang van de werken aan het gebouw van het Thermae Palace Complex de Projectvennootschap (vrijwillig dan wel gerechtelijk) wordt ontbonden, de Projectvennootschap failliet wordt verklaard of de Projectvennootschap het bestaand gebouw van het Thermae Palace Complex en/of de grond waarop het Thermae Palace Complex is gevestigd verkoopt aan een derde partij (ongeacht of het terugnamerecht, recht van terugkoop resp. het recht van voorkeur zoals voorzien in de Aandeelhoudersovereenkomst resp. de akte verkoop resp. overdracht wordt uitgeoefend), vervalt op dat ogenblik de opschorting van de Huurovereenkomst en herleven de rechten en verplichtingen onder de Huurovereenkomst. Na voornoemde aanvang van de werken, zullen de Erfpachtovereenkomst en de daarin begrepen restauratie- en renovatieverplichtingen onverkort gelden, en is een terugkeer naar de situatie onder de Handelshuurovereenkomst niet meer mogelijk.
De componenten van het Thermae Palace Complex
Het Thermae Palace Complex zou uit de volgende componenten bestaan:
“Thermae Palace Hotel en Wellness” bestaat uit het Thermae Palace Hotel, de Thermae Palace Wellness, en de Thermae Palace Hotel en Wellness Parking.
De Erfpachtovereenkomst en ontwikkelingsprincipes
De toekomstige exploitatie van het Thermae Palace Hotel en Wellness wordt juridisch vormgegeven in een erfpachtovereenkomst, waarvan de term sheet thans eveneens een bijlage van de goed te keuren samenwerkingsovereenkomst vormt. De Projectvennootschap, die na voornoemde verkoop of overdracht eigenaar van de grond en het gebouw van het Thermae Palace Complex zal zijn, treedt op als erfpachtgever. RESTOTEL is erfpachtnemer.
Op de Projectvennootschap rusten de restauratie- en renovatieverplichtingen van het Thermae Palace Complex. Meer bepaald is de Projectvennootschap ertoe gehouden het Thermae Palace Hotel en de Thermae Palace Hotel en Wellness Parking turn-key af te werken en de Thermae Palace Wellness casco af te werken. RESTOTEL beschikt tijdens dit proces over een adviserende rol voor wat betreft de binnenafwerkingen en inrichtingen, inclusief de keuze van materialen, meubels, uitrustingen en voorzieningen eigen aan het hotel. Om op een efficiënte manier samen te werken, worden op regelmatige tijdstippen projectvergaderingen georganiseerd.
De Erfpacht wordt verleend voor een looptijd van 30 jaar die start vanaf de voorlopige oplevering van het Thermae Palace Hotel en de Thermae Palace Hotel en Wellness Parking in hun toekomstige turn-key staat van afwerking en de Thermae Palace Wellness in zijn toekomstige casco staat van afwerking. Op het einde van deze termijn kan de Erfpacht verlengd worden door de Erfpachthouder voor een opeenvolgende periode van tien jaar voor de eerste verlenging, en vijf jaar voor de tweede verlenging. Op het einde van de tweede verlenging zal de Erfpachtovereenkomst definitief en van rechtswege eindigen.
Vanaf de Voorlopige Oplevering is een jaarlijkse canon van 7.323 euro per kamer en 660 euro per parkeerplaats en 4.910 euro voor de Thermae Palace Wellness verschuldigd, met een vastgesteld indexatiemechanisme, en betaalbaar door de Erfpachthouder aan de Erfpachtgever. Dit is de enige canon voor de Erfpacht. Gedurende de eerste 12 maanden na de Voorlopige Oplevering is slechts 50% van de canon verschuldigd.
Het residentieel programma
Teneinde het Project financieel haalbaar te maken wordt een optimale aanwending van het Thermae Palace Complex beoogd, met naast het Thermae Palace Hotel, een residentieel programma “Thermae Palace Residenties” dat binnen dan wel buiten de contouren van het beschermde monument, maar in ieder geval binnen de contouren van de kadastrale percelen waarop het Project zal worden ontwikkeld.
Uit het huidig business plan blijkt dat de realisatie van het Project met het huidig programma en de huidige publieke en private financiering financieel enkel haalbaar is in combinatie met een nieuwbouw residentieel programma van 15.588 m². Teneinde tot een mogelijke reductie van het residentieel programma te komen maar met behoud van de financiële haalbaarheid, zullen de betrokken partijen onderzoeken of zij (i) bijkomende publieke financiering kunnen aantrekken, (ii) de renovatie-investering kunnen optimaliseren, zonder afbreuk te doen aan de duurzaamheidsvereisten van de renovatie en (iii) het onderdeel Thermae Palace Residenties kunnen optimaliseren.
Partijen zijn in dit kader overeengekomen dat optimalisaties die nieuwe inkomsten genereren (bv. het bekomen van bijkomende subsidies) binnen het kader van een gelijkwaardige marktconforme base case zullen leiden tot een beperkter residentieel programma.
Museaal programma
Voor de bijkomende herwaardering van het monument werd gezocht naar een nieuwe publieke functie. In dit kader worden er verkennende gesprekken gevoerd met Mu.ZEE en met het departement Cultuur. Thermae Palace biedt qua locatie perspectief op een grote zichtbaarheid die de uitstraling en toegankelijkheid van Mu.ZEE sterk zal bevorderen.
De ruimtes voor de museale functie zouden na oplevering casco+, via een persoonlijk of zakelijk recht aan de Vlaamse Overheid ter beschikking gesteld worden, die deze ruimtes dan vervolgens aan Mu.ZEE ter beschikking stelt.
Pas bij zekerheid over deze museale invulling (of toch nog een alternatieve functie), zal de Projectvennootschap opgericht worden.
De put- en callopties
Er wordt voorzien in een call- en putoptie van de aandelen van de stad Oostende en PMV. Concreet beschikt RESTOTEL vanaf de derde tot en met de dag voor de zevende verjaardag van de datum van de voorlopige oplevering door de Projectvennootschap van het Thermae Palace Hotel en de Wellness over een calloptie volgens dewelke RESTOTEL de aandelen van de stad Oostende en PMV kan verwerven aan de hand van een thans reeds vastgelegde en marktconforme waarderingsformule.
Vanaf de zevende verjaardag van de voorlopige oplevering door de Projectvennootschap van het Thermae Palace Hotel en de Wellness, beschikken de stad Oostende en PMV over een putoptie gedurende een periode van een volledig jaar, volgens dewelke zij hun aandelen aan RESTOTEL kunnen verkopen aan de hand van dezelfde thans reeds vastgelegde waarderingsformule.
Vanaf de achtste verjaardag zijn de call-, resp. de putoptie roterend om het jaar uitoefenbaar gedurende een periode van een volledig jaar.
Juridische grond
Artikel 5 van het decreet betreffende de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse Overheid van 7 mei 2004 dat de Vlaamse regering machtigt bijzondere opdrachten toe te vertrouwen aan de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen in het kader van de tenuitvoerlegging van de economische politiek van het Vlaamse Gewest.
De Samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en ParticipatieMaatschappij Vlaanderen van 14 juli 2017.
De Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en ParticipatieMaatschappij Vlaanderen van 29 mei 2019.
De goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen op 13 december 2019 van een plan van aanpak.
De goedkeuring door de Gemeenteraad op 20 januari 2020 van het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 29 mei 2019 (stappenplan met bijhorende timing).
De goedkeuring door de Gemeenteraad op 23 november 2020 van een tweede addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 29 mei 2019 (kostenverdeling).
Het besluit van het College van Burgermeester en Schepenen op 29 oktober 2021 om in uitvoering van het plan van aanpak van PMV zoals goedgekeurd op 13 december 2019 met de NV RESTOTEL exclusief gesprekken te voeren met het oog op een aangepaste eigendoms- en beheersstructuur voor de Thermae Palace site.
Artikel 5 van het decreet betreffende de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse Overheid van 7 mei 2004 dat de Vlaamse regering machtigt bijzondere opdrachten toe te vertrouwen aan de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen in het kader van de tenuitvoerlegging van de economische politiek van het Vlaamse Gewest.
De Samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en ParticipatieMaatschappij Vlaanderen van 14 juli 2017.
De Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en ParticipatieMaatschappij Vlaanderen van 29 mei 2019.
De goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen op 13 december 2019 van een plan van aanpak.
De goedkeuring door de Gemeenteraad op 20 januari 2020 van het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 29 mei 2019 (stappenplan met bijhorende timing).
De goedkeuring door de Gemeenteraad op 23 november 2020 van een tweede addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 29 mei 2019 (kostenverdeling).
Het besluit van het College van Burgermeester en Schepenen op 29 oktober 2021 om in uitvoering van het plan van aanpak van PMV zoals goedgekeurd op 13 december 2019 met de NV RESTOTEL exclusief gesprekken te voeren met het oog op een aangepaste eigendoms- en beheersstructuur voor de Thermae Palace site.
Keurt de samenwerkingsovereenkomst betreffende de herontwikkeling van het Thermae Palace Complex en de exploitatie van het Thermae Palace Hotel en Wellness tussen de NV RESTOTEL, de stad Oostende en ParticipatieMaatschappij Vlaanderen met inbegrip van de integrale bijlagen, zoals opgenomen in "bijlage A Samenwerkingsovereenkomst" en incl de bijlagen daarbij, goed. Dit omvat onder meer de overdracht van de opstalrechten op het gebouw van het Thermae Palace Complex door de Stad, de deelname in de projectvennootschap binnen de contouren zoals nader beschreven en het sluiten van een nieuwe exploitatieovereenkomst met de NV RESTOTEL via de Projectvennootschap.
Keurt het addendum bij de handelshuurovereenkomst met RESTOTEL NV, zoals opgenomen in "bijlage B Addendum bij de handelshuurovereenkomst" goed.
Overeenkomstig het decreet van 28 januari 1977 moet de Gemeenteraad eerst een princiepsbeslissing nemen om de procedure tot straatnaamgeving te kunnen opstarten.
Gelet op het Decreet van 28 januari 1977 van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen.
Gelet op het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratieve toezicht op de gemeenten, inzonderheid op artikel 29.
Het College kan een voorstel in deze zin aan de Gemeenteraad doen om dezelfde naam toe te kennen een de uitbreiding van het tracé van de John Cordierlaan.
Op 26/04/2021 besliste de Gemeenteraad om het tracé van de John Cordierlaan uit te breiden zoals op het bijgevoegde plan. Deze nieuwe insteekweg kan dezelfde naam dragen, aangezien het aansluit aan het bestaande tracé.
Gelet op artikel 42 van het Gemeentedecreet;
Gelet op het Decreet van 28 januari 1977 van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen;
Gelet op het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratieve toezicht op de gemeenten, inzonderheid op artikel 29;
Gelet op het voorstel van 10 augustus 2015 van het College van Burgemeester en Schepenen;
Stemt principieel in met de voormelde straatnaamgeving en stelt de procedure in, voorgeschreven bij artikel 4 van het Decreet van 28 januari 1977, om aan de insteekweg, aansluitend aan de bestaande weg, eveneens de naam John Cordierlaan toe te kennen.
Bij een recente klacht over de plaatsing van een afvalstraat heeft ABB geoordeeld dat er door de Gemeenteraad een goedkeuring moet gebeuren betreffende de definitieve locaties van de afvalstraten.
Er werd hiertoe al een besluit genomen voor de Gemeenteraad op 27 november 2023 voor de meest recente afvalstraten.
Met betrekking tot de andere, oudere afvalstraten verleende de Gemeenteraad op 22 mei 2017 en 23 april 2018 goedkeuring aan het opstarten van de plaatsingsprocedure voor de (herhalings)opdracht met nr. 130.W.583/1 “Raamovereenkomst voor het leveren en plaatsen van ondergrondse afvalcontainers op diverse locaties binnen het grondgebied van stad Oostende”. Hierbij legde de Gemeenteraad de lastvoorwaarden vast zoals voorzien in het bijzonder bestek voor de (herhalings)opdracht met nr. 130.W.583/1 en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Het college van Burgemeester en Schepenen gunde op 27 december 2017 en op 29 oktober 2018 de (herhalings)opdracht "Raamovereenkomst voor het leveren en plaatsen van ondergrondse afvalcontainers op diverse locaties binnen het grondgebied van stad Oostende" aan de firma Penninck
Overeenkomstig de opmerkingen van ABB zullen deze andere (reeds gerealiseerde) afvalstraten nu ook definitief worden goedgekeurd.
Het installeren van ondergrondse afvalstraten was het belangrijkste actiepunt in het afvalbeleidsplan van Oostende. Het systeem was en is een welkom aanvullend alternatief van de Oostendse afvalverwerking.
Wegens het sluiten van het containerpark in de Nieuwpoortsesteenweg in 2017 werd een onderzoek gepleegd naar welke fracties er het meeste gebracht worden. Uit deze studie is gebleken dat de fracties PMD, papier & karton, restafval en glas heel vaak naar het containerpark werden gebracht. Vermits deze fracties perfect opgehaald kunnen worden in ondergrondse containers koos de stad Oostende ervoor ondergrondse afvalcontainers in de straten te installeren.
In totaal werden er op het Oostendse grondgebied al 27 afvalstraten ingericht. Volgende locaties werden al definitief goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 november 2023:
Om tegemoet te komen aan de opmerkingen van ABB, dienen nu ook de volgende resterende locaties definitief te worden goedgekeurd door middel van een gemotiveerd gemeenteraadsbesluit:
De definitieve locaties van al deze afvalstraten werden steeds bepaald op grond van volgende criteria:
Daarnaast wordt bij het uitvoeren van wegwerkzaamheden of uittekenen van nieuwe woonprojecten zoals op de Oosteroever ook steeds rekening gehouden met het inplannen van ondergrondse afvalstraten.
Keurt de definitieve locaties van 17 reeds geplaatste afvalstraten goed als regularisatie (op grond van de in het besluit opgenomen motivering):
Art. 41, 2de lid, 11° Decreet Lokaal Bestuur
De 5 percelen, met een totale kadastrale oppervlakte van 9.387m², gelegen tussen de Karperstraat en de autosnelweg A10 en palend aan het fietsnetwerk van de Groene 62, zijn gelegen in de perimeter van het Stadsrandbos.
De blote eigenaar (Eric Meseure) en vruchtgebruiker (Johan Dumarey) zijn bereid de 5 percelen te verkopen aan de Stad, vrij van pacht, voor de realisatie van het stadsrandbos.
Met de blote eigenaar en vruchtgebruiker respectievelijk de pachter (eveneens Eric Meseure) werden in die optiek onderhandelingen aangeknoopt, welke tot een positief resultaat hebben geleid. De blote eigenaar en vruchtgebruiker, respectievelijk de pachter verleenden hun akkoord met de voorwaarden tot overdracht van de voornoemde percelen bouwland, respectievelijk tot vroegtijdige beëindiging van de landpacht.
De volgende redenen van algemeen belang zijn een voldoende motivatie op grond waarvan onderhandelingen konden worden opgestart met de voornoemde partijen en opdat er gerechtvaardigd kan worden afgeweken van de vereiste van mededinging met publiciteit en transparantie overeenkomstig artikel 293 van het Decreet Lokaal Bestuur samengelezen met Omzendbrief 2019/3 m.b.t. onroerende transacties door lokale besturen :
- de 5 percelen zijn allen gelegen in de door het Bestuur vastgestelde perimeter van het stadsrandbos (zie plan stadsrandbos in bijlage) en zijn overeenkomstig het gedeeltelijk gewijzigd Gewestplan van 2001 deels bestemd als "ontginningsgebied met nabestemming bosgebied" en deels als "bosgebied". De realisatie van het stadsrandbos en de aankoop hiertoe van gronden binnen de perimeter kadert binnen het algemeen belang.
- de voornoemde percelen palen rechtstreeks aan het reeds door Buitengoed aangeplant bos. Overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst 2020-2025 tussen de Stad en haar EVA Buitengoed Oostende vzw (art. 8 §2 B.) heeft de Stad de gronden ten behoeve van het stadsrandbos binnen de perimeter in beheer (=natuurbeheer) gegeven aan Buitengoed, voor zover deze gronden op datum van ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst (8 juli 2020) in volle onverdeelde eigendom waren van de Stad. Voorts bepaalt de samenwerkingsovereenkomst dat indien gedurende de duur van de overeenkomst de volle onverdeelde eigendom van bijkomende gronden binnen de perimeter verworven wordt door de Stad, deze gronden bijkomend in beheer kunnen worden gegeven aan Buitengoed voor zover het College van Burgemeester en Schepenen hiertoe wordt beslist. Na ondertekenen van de akte, voorwerp van dit besluit, zal dit besluit door het College van Burgemeester en Schepenen dienen genomen te worden (zie gekoppelde besluiten 2020_GR_00222 en 2023_GR_00009).
- de andere percelen in de directe omgeving zijn op vandaag moeilijker te verwerven omdat de eigenaars in onverdeeldheid zijn.
Om de onderhandelingen op te starten werd overeenkomstig artikel 296 van het Decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief 2019/3 m.b.t. onroerende transacties door lokale besturen een schattingsverslag opgemaakt door een erkend landmeter-expert. Landmeter-expert Lisa Makelberge maakte op 06 januari 2023 de schatting op en bepaalde de waarde van de betrokken gronden op 46.935,00€ voor 9.387m² of 5,00€/m². Met de eigenaars werd een akkoord gevonden voor de aankoopprijs van 46.500,00€. Overeenkomstig de bepalingen opgenomen in voormelde Omzendbrief is de geschatte waarde de maximumprijs die mag betaald worden. De onderhandelde koopsom voldoet aan deze voorwaarde en is daardoor aanvaardbaar.
De voormelde percelen zijn daarnaast verpacht aan dhr. Eric Meseure voornoemd. Met de pachter dient er ook een akkoord te worden gesloten voor de vroegtijdige beëindiging van zijn landpacht op de gronden. Een vroegtijdige beëindiging van de pacht dient te gebeuren overeenkomstig de artikelen 25 tot 28, 45 en 46 van de pachtwet van 04 november 1969. Naast de vergoeding voor de vroegtijdige beëindiging van zijn pachtovereenkomst, betekent het verlies van dit contract ook een inkomstenderving. Met de pachter werd evenzeer onderhandeld over het moment van het vrijgeven van de door hem gepachte gronden. Er werd een akkoord bereikt dat hij de gronden vrij laat liggen zodat in het voorjaar een nieuw gedeelte van het stadsrandbos, overeenkomstig de afspraken die hiermee met Buitengoed worden gemaakt en zullen worden geformaliseerd, kan aangeplant worden. De pachter m.a.w. zal op vandaag dus geen nieuwe aanplant doen. In de voorgestelde vergoeding wordt rekening gehouden met een derving van het reeds aangekocht zaaigoed alsook het nu reeds laten vrij liggen van de gronden. Daarnaast dient ook rekening gehouden te worden met de mestrechten. De gronden zijn nl. aangegeven in de Mestbank. Volgens de richtlijnen van de Mestbank, die de landbouwers helpt hun verplichtingen na te komen en hen begeleidt op weg naar een milieuvriendelijkere bedrijfsvoering, zal de pachter de productie, transport en gebruik van mest door het verlies van de voornoemde gronden moeten herbekijken.
Rekening houdend met voorgaande elementen kon, na onderhandelingen, een akkoord worden gevonden voor een vergoeding van 18.000,00€ voor de vroegtijdige beëindiging van de landpacht.
De voornoemde blote eigenaar en vruchtgebruiker respectievelijk pachter hebben zich akkoord verklaard.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd in te stemmen met het ontwerp van akte tot overname van het onroerend goed en tot beëindiging van de landpacht.
Omzendbrief 2019/3 m.b.t. onroerende transacties door lokale besturen
art. 293-296 Decreet Lokaal bestuur
Pachtwet van 04 november 1969, gewijzigd bij het Vlaams Pachtdecreet
Keurt het "ontwerp akte ovename van een onroerend goed en beëindiging landpacht.pdf" goed.
De uitgave wordt toegewezen aan het Meerjarenplan van de Stad op ST/22000000/039000/2020-007/010/031401/01/800-01 voor het bedrag van 46.500,00€ voor de overname van de gronden en voor het bedrag van 18.000,00€ voor het beëindigen van de landpacht.
Belast het College met de secundaire uitvoeringsmodaliteiten.
Art. 243 van het Decreet Lokaal bestuur.
Het AG Energiebesparing Oostende heeft tot doel alle lokale initiatieven te nemen en te ontwikkelen die erop gericht zijn om op een duurzame wijze het energiegebruik en de CO2 uitstoot van de stad Oostende en haar bewoners te reduceren. Dit o.a. door middel van een wijzing in het gedrag en door energievriendelijke technologieën te promoten en te implementeren in het onroerende patrimonium van het grondgebied van Oostende. Ook bestaande en toekomstige projecten van de hogere overheden, zowel federaal, gewestelijk of provinciaal, waarvan het doel overeenstemt met de doelstellingen van dit AG kunnen ondersteund, bevorderd en uitgevoerd worden. Daarnaast ondersteunt het Energiehuis eveneens de Stad om deze weerbaarder te maken tegen veranderende klimaatomstandigheden (klimaatadaptatie) en het helpen realiseren van de doelstellingen opgenomen in het klimaatplan 'Leefbaar Oostende'.
In zitting van 14 december 2019 (2021_GR_00514) heeft de Gemeenteraad beslist om o.a. de beheersovereenkomst 2020-2025 én het meerjarenplan 2020-2025 goed te keuren en besloot om de verzelfstandiging voor te zetten onder de vorm van het Autonoom Gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende.
In artikel 11 van de beheersovereenkomst 2020-2025 worden de werkingsmiddelen van het AG door de stad onderschreven. Deze werden laatst gewijzigd met de beslissing van de Gemeenteraad in zitting van 19 december 2022 (2022_GR_00385).
De Raad van Bestuur van het AG Energiebesparing Oostende heeft in zitting van 20 november 2023 beslist om o.a. de meerjarenplanwijziging 2020-2025 én het budget 2024 vast te stellen.
De vaststelling van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan is een bevoegdheid van de raad van bestuur.
De raad van bestuur van het AG legt ze ter goedkeuring voor aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig artikel 242 van het Decreet over het lokaal bestuur dient de gemeenteraad goedkeuring te verlenen bij het meerjarenplan en de aanpassingen van het meerjarenplan van het autonoom gemeentebedrijf.
Artikelen 27 en 28 van de statuten van het AG geven de bepalingen weer inzake het meerjarenplan, budget, boekhouding en de jaarrekening, overeenkomstig art. 253, 254, 255, 257 en 259 van het Decreet over het lokaal bestuur. In hoofdstuk VII van de beheersovereenkomst 2020-2025 worden de financiële bepalingen beschreven.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (en wijzigingen), in het bijzonder art. 227, 234, 249, 251, 253, 254, 255 en 593.
De statuten van AG EOS
De beheersovereenkomst 2020 - 2025 tussen AG EOS en de Stad Oostende, inzonderheid art. 36, goedgekeurd door de Gemeenteraad in zitting van 14 december 2019
én haar wijzigingen.
Keurt de wijziging van het meerjarenplan 2020 - 2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende, zoals weergegeven in de bijlage, goed.
Stelt met deze wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 o.a. de kredieten voor het jaar 2024 vast én past de kredieten voor het jaar 2023 aan volgens het schema M3.
Door de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening werd op 30 oktober 2023 een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend voor de aanleg van de omgeving bij een historische landbouwhoeve gelegen in de Stenedorpstraat 1.
Deze aanvraag werd overeenkomstig artikel 3 §3.2 van het besluit van 05 mei 2000 van de Vlaamse regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunningen, onderworpen aan de formaliteiten van een openbaar onderzoek tijdens de periode van 03/11/2023 tot en met 02/12/2023, waarbij het plan ter inzage op het stadhuis werd neergelegd. De bekendmaking werd aangeplakt op het terrein en op de officiële borden van het stadhuis evenals gepubliceerd op de website van de Stad.
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.
Vermits deze aanvraag de wijziging van wegenis omvat, komt het de Gemeenteraad toe het tracé ervan vast te stellen.
De toegangsweg van het Oudstrijdersplein naar de Sandershoeve fungeert als verbindingsweg naar de Tuinen van Stene. De bestaande verharding wordt verwijderd en heraangelegd met hergebruik van de authentieke kasseien en nieuwe bijpassende porfierkasseien. Naast de weg in kasseien wordt er een pad in beton voorzien met een breedte van 1,75 meter. Het pad is noodzakelijk voor fietsers en personen met een beperkte mobiliteit. Er wordt nog een pad in stapstenen doorheen het struikgewas gerealiseerd.
Langs de natuurlijke zuivering wordt vanuit de Stenedorpstraat een wandelpad gelegd in grind en een stukje vlonderpad in hout, zodat de meest drassige zone toegankelijk blijft.
Het tracé van de weg wordt gewijzigd zoals te zien is op plannen:
Overeenkomstig artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet de gemeenteraad een gemotiveerd besluit nemen over de zaak van de wegen.
Stelt het tracé van de ontworpen straten en paden t.b.v. voor de aanleg van de omgeving bij een historische landbouwhoeve gelegen in de Stenedorpstraat 1 vast, zoals is opgetekend op het plan "BA_2499w_I_N.pdf".
Door Stad Oostende werd op 26 juni 2023 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend bij de provincie voor de afbraak van bestaande gebouwen, het optrekken van een nieuwbouw voor jeugdinfrastructuur en een lokaal voor de sterrenkundige kring voor de exploitatie van een buitenschoolse kinderopvang en werkingslokalen voor 2 jeugdverenigingen op de Mariakerkelaan 272-272A in Oostende, bij het Kadaster gekend in de 2e afdeling sectie A als nummers 0169A en 0169B2.
De aanvraag omvat ook het gedeeltelijk afschaffen van een buurtweg. De projectzone namelijk wordt ten zuidoosten gedwarst voor Chemin nr. 3, bij het Kadaster gekend in de 2e afdeling sectie A als nummer 02112G2, zoals terug te vinden is in de Atlas der Buurtwegen. De Chemin nr. 3 raakt net aan de nieuw op ter richten berging (met fietsenstalling). Door de ontwikkeling van het woongebied op basis van het goedgekeurde bestemmingsplan “BPA 105 – Elisabethlaan – Steensedijk”, dat werd goedgekeurd bij M.B. van 13/04/1988 en gewijzigd bij M.B. van 17/01/1994, is op heden geen enkel restant meer te vinden van Chemin nr. 3. Integendeel, verschillende delen van de Chemin zijn op heden overbouwd. Hierdoor is het weinig realistisch dat de Chemin nr. 3 in de toekomst opnieuw wordt ingericht. Stad Oostende vraagt dan ook een gedeeltelijke opheffing van de buurtweg. De aanvraag tot omgevingsvergunning werd overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentewegendecreet vergezeld met een aanvraag tot afpaling van de buurtweg. Hiervoor werd een proces-verbaal van afpaling opgemaakt, met tussenkomst van een landmeter-expert. In bijlage zit het bijhorende plan waarop de nodige informatie staat.
Deze aanvraag werd overeenkomstig artikel 3 §3.2 van het besluit van 05 mei 2000 van de Vlaamse regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunningen, onderworpen aan de formaliteiten van een openbaar onderzoe tijdens de periode van 26/10/2023 tot en met 24/11/2023, waarbij het plan ter inzage op het stadhuis werd neergelegd. De bekendmaking werd aangeplakt op het terrein en op de officiële borden van het stadhuis evenals gepubliceerd op de website van de Stad.
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 4 digitale bezwaarschriften ingediend. De bewaarschriften handelen echter niet over de gedeeltelijk opheffing van de buurtweg maar eerder over de mogelijkse effecten op de omgeving van de bouw van de nieuwe jeugdinfrastructuur. Dit heeft dan ook invloed op de vaststelling van het gewijzigde tracé in huidige aanvraag.
Vermits deze aanvraag de wijziging van wegenis omvat, komt het de Gemeenteraad toe het tracé ervan vast te stellen.
Het betrokken projectgebied maakt deel uit van het “BPA 105 – Elisabethlaan – Steensedijk”, goedgekeurd bij
M..B. van 13/04/1988 en gewijzigd bij M.B. van 17/01/1994.
Op het bijhorende bestemmingsplan is de
gewenste wegenis ingetekend voor de ruime omgeving van het projectgebied en bij de goedkeuring van het
BPA werd deze wegenis vastgelegd.
De buurtweg Chemin nr. 3 is hierin niet opgenomen.
Als de Atlas der buurtwegen over het onderliggende bestemmingsplan geplaatst wordt, is duidelijk dat het tracé van Chemin nr. 3 is gelegen binnen een zone
bestemd voor woningbouw en, wat huidig project betreft, een zone gemeenschaps- en openbare
nutsvoorzieningen.
Volgend op de goedkeuring van het BPA werd het projectgebied als dusdanig verder ontwikkeld. Hierdoor is op heden geen enkel restant meer te vinden van Chemin nr. 3, integendeel, verschillende delen van de Chemin zijn op heden overbouwd. Hierdoor is het weinig realistisch dat de Chemin nr. 3 in de toekomst opnieuw wordt ingericht.
Hoewel Chemin nr. 3 zoals in zijn oorspronkelijk tracé ingetekend in huidige situatie niet kan hersteld worden,
zal het huidige project echter wel een meerwaarde betekenen voor het herstel van zachte verbindingen tussen
woonstraten.
De Roerdompstraat, gelegen ten noorden van het projectgebied takt namelijk aan op het oorspronkelijk tracé
van de Chemin nr. 3.
Op vandaag is er vanuit de Roerdompstraat een zachte verbinding naar de Mariakerkelaan
(tussen Mariakerkelaan 273 en 275). Deze zachte verbinding kent op heden geen aansluiting richting de
Steensedijk.
Huidig project heeft als doel om, naast de ontwikkeling van lokalen voor jeugd en buitenschoolse kinderopvang, ook deze zachte as door te trekken van de Mariakerkelaan tot de Steensedijk, dit door aanleg van een fietswandelpad over het betrokken perceel. Op die manier wordt de zache verbinding tot aan de Steense Dijk, zoals die er ooit was hersteld.
Het op te heffen deel van Chemin nr. 3 is te zien op plan "665023_1_pv van afpaling_tele-plot.pdf".
Overeenkomstig artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet de gemeenteraad een gemotiveerd besluit nemen over de zaak van de wegen.
Stelt de gedeeltelijke opheffing van de buurtweg Chemin nr. 3 t.b.v. de afbraak van bestaande gebouwen, het optrekken van een nieuwbouw voor jeugdinfrastructuur en een lokaal voor de sterrenkundige kring in de Mariakerkelaan 272-272A te Oostende vast, zoals is opgetekend op het bijgevoegd plan "665023_1_pv van afpaling_tele-plot.pdf".
Op het grondgebied van Oostende is op vandaag een stedenbouwkundige verordening van kracht. Deze verordening is gekend als de 'verordening op bouwwerken' (verder: de verordening), en dateert in laatste versie van 10/08/2017. In 2017 werd de versie van 1999 aangepast met een aantal vooruitstrevende artikels, werden een aantal artikels die verouderd waren geschrapt en werd een sterke nadruk gelegd op de klimaatdoelstellingen.
Het team Omgevingsvergunningen past de verordening dagelijks toe bij de beoordeling van bouwprojecten in de stad. In die zin is deze verordening een belangrijk instrument in het vergunningenbeleid en heeft ze een impact op de woonkwaliteit en het uitzicht van de stad. In de herwerkte versie van 2017 staan heel wat nieuwe artikels, die bijdragen tot de klimaatrobuuste stad, maar ook nog steeds een aantal artikels die het halen van deze klimaatdoelstellingen onvoldoende faciliteren.
Gedurende de voorbije jaren werd reeds de aanpassing van deze artikels deels voorbereid via een aantal 'beleidsmatig gewenste ontwikkelingen'. Dit zijn beleidsnota's die de regelgeving een perspectief geven, en zowel de burgers als de omgevingsambtenaren op de hoogte stellen van waar de regelgeving naartoe zal evolueren. Deze beleidsmatig gewenste ontwikkelingen werden ondertussen geëvalueerd, verwerkt en opgenomen in het document dat voorligt: het herziene ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
Met deze verordening zet het stadsbestuur in op volgende strategische acties:
De verordening is een uitvoerend instrument voor verschillende beleidsplannen zoals:
In de verordening werden volgende beleidsmatig gewenste ontwikkelingen geïntegreerd:
De verordening schrapt verschillende artikels of delen daarvan, bv:
De verordening voegt een aantal artikels toe of maakt aanvullingen bij bestaande artikels, bv:
De verordening wijzigt in haar structuur:
De volledigheid van aanpassingen is opgenomen in de concordantietabel, achteraan de verordening zelf.
Artikel 2.3.2 §2 VCRO
Neemt kennis van het ontwerp van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening en maakt ze zich eigen.
Stelt het ontwerp van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voorlopig vast.
Geeft de opdracht om de procedure verder te zetten.
Veel mensen met een fysieke beperking of ouderen zijn aangewezen op scooters voor hun dagelijkse onafhankelijkheid. Echter moeten deze scooters ook opgeladen raken. Dit is niet altijd zo makkelijk. Met lap-en-tapwerk tot gevolg zoals onder andere kabels op straat of langs de balkons van appartementsblokken.
Daarom stellen wij voor volgende tekst in te voegen in de stedelijke verordening:
——————————
Artikel 32bis
§1 Vanaf dat er 8 fietstalplaatsen dienen gerealiseerd te worden, dient 1 plaats geschikt te zijn voor het stallen en opladen van een scootmobiel, er is minimaal 1 elektrisch oplaadpunt voorzien per 8 fietsstalplaatsen.
§2 Per extra 8 fietstalplaatsen is een van die plaatsen geschikt voor het stallen en opladen van scootmobiels.
——————————
Vriendelijke groeten,
Michael Vanhee
Gemeenteraadslid van de Stad Oostende namens VOORUIT
In de Gemeenteraadszitting van 23 oktober 2023 werd het Meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd. Daarin werden ook de werkingsmiddelen voor het Economisch Huis Oostende vzw voor het jaar 2024 vastgelegd.
De Gemeenteraad besliste in de zitting van 17 december 2016 tot de omvorming van het Economisch Huis Oostende vzw tot een extern verzelfstandigd agentschap EVA in de vorm van een vzw. (Gemeenteraadsbesluit nr. 2016-GR-00486).
In de zitting van 14 december 2019 besliste de Gemeenteraad over de goedkeuring van de Samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 tussen de Stad Oostende en de EVA Economisch Huis Oostende vzw. (Gemeenteraadsbesluit nr. 2019-GR-00521).
Aan deze Samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad en het Economisch Huis is een Afsprakennota gekoppeld waarin een aantal afspraken, indicatoren en financiële engagementen zijn opgenomen. Deze Afsprakennota maakt onlosmakelijk deel uit van de Samenwerkingsovereenkomst en moet elk jaar opnieuw opgemaakt en goedgekeurd worden. Deze jaarlijkse Afsprakennota bepaalt ook de jaarlijkse werkingstoelage van de Stad Oostende aan de EVA Economisch Huis Oostende vzw.
In de bijgaande Afsprakennota 2024 tussen de Stad Oostende en het Economisch Huis Oostende zijn deze financiële bepalingen opgenomen.
Het College van Burgemeester en Schepenen kan deze Afsprakennota 2024 ter goedkeuring voorleggen aan de Gemeenteraad.
Het College kan beslissen in zin van het bijgevoegde ontwerp van besluit.
Artikels 2, 3 en 8 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Oostende en het Economisch Huis Oostende vzw.
Keurt de bijgaande Afsprakennota 2024 tussen de Stad Oostende en EVA Economisch Huis Oostende vzw goed.
De actualisering van de Samenwerkingsovereenkomsten tussen de Stad Oostende en het Economisch Huis Oostende vzw met betrekking tot de cofinanciering van de gesubsidieerde projecten voor het jaar 2024.
De Gemeenteraad besliste in de zitting van 17 december 2016 tot de omvorming van het Economisch Huis Oostende vzw tot een extern verzelfstandigd agentschap EVA in de vorm van een vzw. (Gemeenteraadsbesluit nr. 2016-GR-00486).
In de zitting van 14 december 2019 besliste de Gemeenteraad over de goedkeuring van de Samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 tussen de Stad Oostende en de EVA Economisch Huis Oostende vzw. (Gemeenteraadsbesluit nr. 2019-GR-00521).
Het Economisch Huis Oostende wordt daarin belast met het ontwikkelen en bevorderen van de economische activiteit in de stad. Het bevorderen van de tewerkstelling, inzonderheid bij de jongeren, is daarin één van de prioritaire aspecten.
Als extern verzelfstandigd agentschap kan het Economisch Huis Oostende daarvoor projecten opstarten en partnerschappen aangaan met andere instanties.
Voor het jaar 2024 heeft het EHO een aantal projecten opgezet waarvoor een bepaalde financiering vereist is. Het EHO vraagt daarvoor aan de Stad Oostende de garantie van de nodige cofinanciering. Daartoe werd voor deze projecten een ontwerp van Samenwerkingsovereenkomst tussen het Economisch Huis Oostende en de Stad Oostende opgemaakt.
Het betreft volgende projecten ;
1) Youth Start ; Een project ter bevordering van de jongerenparticipatie. Het beoogt jongeren te activeren voor de arbeidsmarkt via het stimuleren van ondernemerschap. De financiering voor het jaar 2024 bedraagt 20.000,00 euro.
2) Arbeidspact ; Een samenwerkingsverband tussen de Stad Oostende, het OCMW, het Economisch Huis Oostende, de VDAB en de Projectvereniging Perspectief. De bedoeling is het aanpakken van de werkloosheid door middel van een gediversifieerde aanpak voor elke groep, rekening houdende met de afstand tot de arbeidsmarkt. Voor de uitwerking van acties in het kader van het Arbeidspact wordt voor 2024 een bedrag van 100.000,00 euro voorzien.
In de Gemeenteraadszitting van 23 oktober 2023 heeft de Gemeenteraad het Meerjarenplan 2020-2025 voor de volgende jaren vastgelegd. In het Budget 2024 werden de nodige kredieten ingeschreven voor de financiering van deze projecten, onder diverse budgetsleutels. Voor detail zie hieronder bij het hoofdstuk Financieel.
De goedkeuring van deze Samenwerkingsovereenkomst moet gezien worden in samenhang met de goedkeuring van de Afsprakennota 2024 tussen de Stad Oostende en het Economisch Huis Oostende. Deze Afsprakennota 2024 wordt in een afzonderlijk dossier ter goedkeuring aan de Gemeenteraad voorgelegd (zie bijgevoegd ontwerpbesluit) .
De Gemeenteraad kan deze ontwerpen van Samenwerkingsovereenkomsten goedkeuren.
Het College en de Gemeenteraad kunnen beslissen in zin van het bijgevoegde ontwerp van Besluit.
Artikels 2, 8 en 12 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Oostende en het Economisch Huis Oostende vzw.
Keurt de bijgaande Samenwerkingsovereenkomsten voor 2024 tussen de Stad Oostende en EVA Economisch Huis Oostende vzw, inzake het "Arbeidspact " en "Youth Start" goed.
Het Economisch Huis Oostende vzw wordt belast met de inhoudelijke en praktische uitvoering van deze projecten.
Met het Plan Samenleven wil de Vlaamse overheid lokale besturen ondersteunen om samenleven in diversiteit te bevorderen. Het Plan Samenleven bevat 7 doelstellingen met 24 acties, die lokale besturen zelf inhoudelijk invullen. Meer informatie over het Plan Samenleven en de modaliteiten zijn raadpleegbaar via: https://www.vlaanderen.be/samenleven/subsidies/plan-samenleven.
Het projectvoorstel van de Stad Oostende werd goedgekeurd door het Agentschap Binnenlands Bestuur en de gevraagde subsidie van € 651.230 verdeeld over 15 acties en 2 mentorschappen werd toegekend.
Stad Oostende engageert zich voor de realisatie van 15 acties en 2 mentorschappen door het aantal vooropgestelde kritische prestatie indicatoren (KPI's) te behalen. Ze ontvangt hiervoor een financiering van € 651.230 van het Agentschap Binnenlands Bestuur en voorziet een cofinanciering van € 631.230 (voor de 2 mentorschappen van € 10.000 wordt geen cofinanciering gevraagd) om dit te realiseren.
In zitting van 14 december 2019 keurde de Gemeenteraad de Samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 tussen de Stad Oostende en de EVA Economisch Huis Oostende vzw, goed.
Als extern verzelfstandigd agentschap kan het Economisch Huis projecten opstarten en deelnemen in projecten.
Gezien de expertise en de doelstellingen van het Economisch Huis, nemen zij volgende acties en een mentorschap op binnen voormeld plan:
Mentorschap 1: begeleiden van nieuwkomers naar ondernemerschap: 10.000,00 euro
In de Gemeenteraadszitting van 23 oktober 2023 heeft de Gemeenteraad het Meerjarenplan 2020-2025 voor de volgende jaren vastgelegd. In het Budget 2024 werden de nodige kredieten ingeschreven voor de financiering van deze projecten, onder diverse budgetsleutels. Hiertoe wordt er een ontwerp van Samenwerkingsovereenkomst tussen het Economisch Huis en de Stad Oostende opgemaakt. Deze overeenkomst regelt alle modaliteiten, waaronder ook de financiering voor de uitvoering van het Plan Samenleven. De Stad voorziet een werkingssubsidie van 280.600,00 euro op volgende budgetsleutel 2023/U/ST/64900107/059000///040104/07/800-01
- Toegestane werkingssubsidie EHO - Plan Samenleven.
Voor detail zie hieronder bij het hoofdstuk Financieel.
De goedkeuring van deze Samenwerkingsovereenkomst moet gezien worden in samenhang met de goedkeuring van de Afsprakennota 2024 tussen de Stad Oostende en het Economisch Huis Oostende. Deze Afsprakennota 2024 wordt in een afzonderlijk dossier ter goedkeuring aan de Gemeenteraad voorgelegd (zie bijgevoegd ontwerpbesluit) .
De Gemeenteraad kan deze ontwerpen van Samenwerkingsovereenkomsten goedkeuren.
Het College en de Gemeenteraad kunnen beslissen in zin van het bijgevoegde ontwerp van Besluit.
Gemeenteraadsbesluit 521 van 14 december 2019.
Keurt de bijgaande Samenwerkingsovereenkomst voor 2024 tussen de Stad Oostende en EVA Economisch Huis Oostende vzw, in kader van het Plan Samenleven goed.
Het Economisch Huis Oostende vzw wordt belast met de inhoudelijke en praktische uitvoering van deze acties.
Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
Het Stadsbestuur wil inzetten op economische ontwikkeling en verhoogde tewerkstelling. Eén van de sectoren daarin is de Sociale Economie. De Stad Oostende wil specifieke projecten binnen de Sociale Economie financieel ondersteunen.
Het reglement wordt uitgebreid met individueel maatwerk naast maatwerkbedrijven en maatwerkafdelingen van bedrijven. Bijkomend wordt aangepast dat de maatschappelijke zetel moet gevestigd zijn in Oostende of er een effectieve, continue, economische activiteit moet zijn op het grondgebied van Oostende (aanvankelijk moest worden voldaan aan beide voorwaarden).
In het Bestuursakkoord 2019 - 2024 "Allemaal Oostendenaar" werden de nieuwe beleidsdoelstellingen voor de Stad Oostende omschreven. Inzake economische ontwikkeling volgt daaruit volgende missie :
"Oostende is een pioniersstad met een sterke sociale samenhang en een welvarende economie"
"Samen met verantwoordelijke burgers en ondernemers pakt Oostende uitdagingen en kansen aan op een overkoepelende, toekomstgerichte manier"
Op het vlak van de tewerkstelling van kansengroepen en Sociale Economie zijn een aantal duidelijke actiepunten omschreven :
Actie 31. Inzetten op activering waarbij werkzoekenden recht hebben op begeleiding op maat, opleidingen en tijdelijke werkervaring in lokale tewerkstellingsprojecten of als vrijwilliger.
Actie 44. De sociale economie, als belangrijke sector, naar waarde schatten. Via lokale banenmarkten, invoegbanen, stageplaatsen,...etc. inzetten op een betere activering van werkzoekenden.
Actie 47. Een doordacht tewerkstellingsbeleid in overleg met de partners in de lokale economie.
Actie 165. Economie, tewerkstellingsbeleid en armoedebestrijding gaan samen gezien een job de beste garantie is voor de toekomst. Jobcreatie in de stad faciliteren. Economie en armoedebestrijding zijn sterk verweven. Ook sociale economie verdient ondersteuning.
In uitvoering van dit Bestuursakkoord heeft het Stadsbestuur de regierol op zich genomen met betrekking tot de ontwikkeling van projecten inzake Sociale Economie in de stad en de regio. Daarvoor wordt in overleg getreden met alle betrokken actoren in deze sector. In dit kader werd ook een "Arbeidspact" met alle partners ondertekend. Dit "Arbeidspact" werd goedgekeurd in de Gemeenteraad van 21 oktober 2019, Besluit nr. 2019-GR-00404.
De Vlaamse Overheid heeft eveneens een aantal beslissingen genomen in het kader van de herstructurering van projecten inzake sociale economie. Belangrijke nieuwe spelers in deze sector zijn de Maatwerkbedrijven en de Maatwerkafdelingen. De Stad Oostende wenst specifieke projecten binnen de sociale economie financieel te ondersteunen die zonder deze ondersteuning niet (volledig) zouden kunnen gerealiseerd worden. Het moet in elk geval gaan om projecten die qua opzet en inhoud de werking van de organisatie versterken of overstijgen. De doelgroepmedewerkers moeten versterkt worden en er moet bijkomende groei zijn van de tewerkstelling van werkzoekenden uit de kansengroepen.
Daartoe kan de Stad Oostende een "Projectoproep Sociale Economie" uitschrijven om dergelijke initiatieven inzake sociale economie financieel te ondersteunen. Deze projecten moeten aan een aantal concrete inhoudelijke voorwaarden voldoen en zullen op vastgelegde criteria worden beoordeeld. De voorwaarden voor subsidiëring worden omschreven in een subsidiereglement.
De uitrol van dit initiatief is opnieuw voorzien voor 2024, volgens de nieuwe voorwaarden van het subsidiereglement:
In de bijlage "Projectoproep Sociale Economie Stad Oostende - 2024 - wijzigingen " zijn de wijzigingen in geel- aangeduid op het vorige subsidiereglement 2023.
Het bijgaande Subsidiereglement - "Projectoproep Sociale Economie Stad Oostende - 2024" kan goedgekeurd worden.
Het College van Burgemeester en Schepenen, en de Gemeenteraad, kunnen beslissen in zin van het bijgevoegde ontwerp van besluit.
Het College van Burgemeester en Schepenen is belast met het dagelijks bestuur van de gemeente.
De Gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daartoe algemene regels vaststellen.
Het bijgaande Subsidiereglement - "Projectoproep Sociale Economie Stad Oostende - 2024" wordt goedgekeurd.
De voorwaarden en modaliteiten van deze Projectoproep Sociale Economie worden door het College van Burgemeester en Schepenen verder uitgewerkt.
De nodige kredieten voor de financiering van deze subsidiëring zijn ingeschreven onder de budgetsleutel ST/64910002/059000/5999996////800-01 van de Meerjarenplanning - Budget 2024.
* Wat betreft het wetboek van vennootschappen en verenigingen
De wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen (hierna tevens : "de Invoeringswet") heeft in een getrapte invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen voorzien.
De Invoeringswet en bijgevolg het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna tevens "het WVV" genoemd), ingevoerd bij artikel 2 van de Invoeringswet is in werking getreden op 1 mei 2019. Op vennootschappen en verenigingen die reeds rechtspersoonlijkheid hadden vóór 1 mei 2019 is het WVV pas van toepassing sedert 1 januari 2020.
Tussen 1 mei 2019 en 31 december 2019 stond het vennootschappen vrij zich in regel te stellen met het WVV (de zogenaamde "opt-in" regeling). Dit was een mogelijkheid, maar geen verplichting. [...]
In een tweede fase, zijnde de periode tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2024, zijn vennootschappen en verenigingen verplicht zich te gaan conformeren aan de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van zodra zij enige wijziging aan hun statuten doorvoeren (art. 39, §2, tweede lid Invoeringswet) (de zogenaamde "forced-in"). [...]
In elk geval zijn vanaf 1 januari 2020 of, voor vennootschappen die tot een "opt-in" hebben beslist hebben, de dwingende bepalingen van het WVV onverkort van toepassing. Statutaire bepalingen die in strijd zijn met deze dwingende bepalingen worden vanaf 1 januari 2020 voor niet geschreven gehouden. De aanvullende bepalingen van het WVV worden slechts van toepassing in zoverre zijn niet door statutaire clausules worden uitgesloten (art. 39, §2, eerste lid Invoeringswet). [...]
De derde en finale fase breekt aan op 1 januari 2024. Uiterlijk op 1 januari 2024 moeten statuten van alle vennootschappen in overeenstemming met de bepalingen van het WVV worden gebracht, op straffe van aansprakelijkheid van de leden van het bestuursorgaan van de betrokken vennootschappen. De leden van het bestuursorgaan zijn persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schade geleden door de vennootschap of door derden omwille van de niet-nakoming van deze verplichting (art. 39, §1, laatste lid Invoeringswet)."
* Wat betreft het havendecreet
"Naast de aanpassing in het kader van de EU-Havenverordening is er ook de vaststelling dat een aantal bepalingen van het Havendecreet niet langer kunnen worden toegepast in of stroken met de huidige context. Concreet is rekening gehouden met volgende ontwikkelingen: [...]
Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen introduceerde vernieuwingen op het vlak van bestuur die ook relevant zijn voor de havenbedrijven. Zo wordt ook de mogelijkheid voor de keuze tussen een monistisch of duaal bestuursmodel geïntroduceerd."
Het directiecomité werd afgeschaft. Tot voor de wijziging van het decreet van 25 februari 2022 konden directiecomités nog bestaan als gevolg van de primauteit van het Havendecreet op het WVV. Nu het Havendecreet in lijn werd gebracht met het WVV zijn de bestuursmodellen van het WVV dwingend van toepassing op de Havenbedrijven. Dit moet spoedig worden aangepast in de statuten van de vennootschap. De leden van het bestuursorgaan zijn immers persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schade geleden door de vennootschap of door derden omwille van de niet-nakoming van deze verplichting
Aan Meester Michel van Tieghem de Ten Berghe, notaris te Oostende, die zijn ambt uitoefent in de BV 'NOTULUS, geassocieerde notarissen' te Oostende, Vijverstraat 49, werd gevraagd om de huidige statuten te controleren en in lijn te brengen met het WVV en het gewijzigde Havendecreet.
Zoals gezegd, is deze wijziging noodzakelijk omwille van de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders voor de schade geleden door de vennootschap of door derden omwille van de niet-nakoming van deze verplichting.
Het komt de notaris voor dat de huidige statuten (opgemaakt naar aanleiding van de omvorming van het autonoom gemeentebedrijf Haven Oostende tot een vennootschap van publiek recht) verouderd zijn en lacunair.
Zo wordt er in de huidige statuten nog gesproken over directiecomités en is er bijvoorbeeld geen overdrachtsregeling van aandelen voorzien in de statuten.
De statuten worden aangepast aan de actuele wetsbepalingen.
art 233 Decreet Lokaal Bestuur.
art 39, §2 Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen.
De Gemeenteraad formuleert geen opmerkingen of bezwaren tegen agendapunten van de Buitengewone Algemene Vergadering van de naamloze vennootschap van publiek recht Haven Oostende en keurt deze agendapunten inclusief de bijlagen bijgevolg goed.
De Gemeenteraad verleent volmacht aan de burgemeester, de heer Bart Tommelein, om de akte op de buitengewone algemene vergadering te ondertekenen.
Decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport (Participatiedecreet).
Het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 waarin de Vlaamse regering wil blijven inzetten op de verbreding, en verdieping van de vrijetijdsparticipatie van alle Vlamingen, met UiTPAS als opstap.
De stad Oostende zet maximaal in op de toeleiding naar en de toegankelijkheid van het vrijetijdsaanbod, onder meer door het vergroten van de participatiegraad via UiTPAS. UiTPAS is een participatiebevorderend project van de Vlaamse overheid in samenwerking met steden en gemeenten uit Vlaanderen en Brussel. UiTPAS biedt de pashouder een eenduidig en transparant systeem aan voordelen en kortingen in de vorm van een digitale vrijetijdspas aan. Het maakt pashouders wegwijs in het grote vrijetijdsaanbod van Oostende. Daarnaast hecht UiTPAS waarde aan een niet-stigmatiserende benadering van kansengroepen. In de zitting van 13 april 2015 werd de basisovereenkomst tussen publiq vzw en de Stad Oostende aanvaard en goedgekeurd.
In Vlaanderen wordt het UiTPAS-programma gecoördineerd en ondersteund door publiq vzw, Henegouwenkaai 41-43, 1080 Brussel. Al meer dan 100 steden en gemeenten, samen met 4.000 organisatoren, bieden in Vlaanderen dit systeem aan hun inwoners aan. In West-Vlaanderen zijn er drie lopende UiTPAS-regio’s nl. Zuid-West, de Westhoek en UiTPAS-regio Brugge.
Om intergemeentelijke samenwerkingen te stimuleren heeft de Vlaamse regering 15 referentieregio's afgebakend. Oostende maakt samen met Middelkerke, Bredene, Gistel, Ichtegem, Oudenburg en De Haan deel uit van de referentieregio 'Middenkust'.
De regio Middenkust wil meer inzetten op intergemeentelijke samenwerking, ook inzake vrije tijd. Vanuit het burgemeestersoverleg werd in mei 2022 gestart met een verkenning van de eventuele uitbreiding van het UiTPAS-systeem van de stad Oostende naar de ganse regio door middel van infovergaderingen.
De gemeenten Bredene, Gistel, Ichtegem, Oudenburg en Middelkerke verklaarden zich in het voorjaar van 2023 principieel akkoord tot aansluiting bij het UiTPAS-systeem van stad Oostende. Stad Gistel zal UiTPAS evenwel pas implementeren vanaf 2025.
Een regionale UiTPAS-werking houdt in dat:
UiTPAS regio Middenkust werkt met de volgende standaard-verdeelsleutel:
De deelnemende gemeenten schatten in dat een regionaal werkingsbudget voor UiTPAS van 30.000 euro nodig zal zijn. De deelnemende gemeenten komen overeen de loonkost van een regionale UiTPAS-coördinator en het werkingsbudget te delen volgens het aantal inwoners per lokaal bestuur wat voor de 6 lokale besturen neerkomt op een geschatte bijdrage van 0.22 euro per inwoner voor de loonkost, en 0,21 voor de werkingskost, of 0,43 euro per inwoner. Het regionale werkingsbudget wordt enkel ingezet voor de ontwikkelkosten voor regiocommunicatie en -marketing. De kosten voor promotie van UiTPAS worden door de gemeenten zelf bekostigd in functie van hun lokale noden en ambities.
De volgende regionale werkgroepen en stuurgroep worden opgericht voor de verdere voorbereiding en implementatie van de regionale UiTPAS: een regionale werkgroep IT, Communicatie en Toeleiding én een regionale stuurgroep.
Publiq vzw en WVI (de West-Vlaamse intercommunale) ondersteunen de verdere voorbereiding van de implementatie van het regionaal UiTPAS-dossier (kosteloos) mee.
Voor de regiosamenwerking UiTPAS Middenkust leggen we de volgende documenten voor:
De Oostendse Sportraad, Cultuurraad en Jeugdraad heeft positief advies uitgebracht over deze regiosamenwerking UiTPAS Middenkust.
Decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport (Participatiedecreet), zoals tot op heden gewijzigd.
Besluit van de Vlaamse regering d.d. 18107/2008 betreffende de uitvoering van het decreet d.d. 18/01/2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport, zoals tot op heden gewijzigd
Het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 waarin de Vlaamse regering wil blijven inzetten op de verbreding, en verdieping van de vrijetijdsparticipatie van alle Vlamingen, met UiTPAS als opstap.
Decreet van 1 februari 2023 houdende de regiovorming via referentieregio's (regiodecreet).
De Afsprakennota Vrijetijdsparticipatie 2020-2025 van stad Oostende, aanvaard door Departement Cultuur, Jeugd en Media op 23 december 2019.
Het Meerjarenplan 2020-2025 van de stad Oostende, actieplan 050306: De stad Oostende zet maximaal in op de toeleiding naar en de toegankelijkheid van het vrijetijdsaanbod. Inzonderheid:
Keurt de basisovereenkomst UiTPAS Regio Middenkust, inclusief haar annex, die de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten binnen de regio en publiq vzw vastlegt, goed.
Keurt de regio-overeenkomst UiTPAS Regio Middenkust, die de samenwerking tussen de gemeenten vastlegt, goed.
Met het Plan Samenleven wil de Vlaamse overheid lokale besturen ondersteunen om samenleven in diversiteit te bevorderen. Het Plan Samenleven bevat 7 doelstellingen met 24 acties, die lokale besturen zelf inhoudelijk invullen. Meer informatie over het Plan Samenleven en de modaliteiten zijn raadpleegbaar via: https://www.vlaanderen.be/samenleven/subsidies/plan-samenleven.
Het projectvoorstel van de Stad Oostende werd goedgekeurd door het Agentschap Binnenlands Bestuur en de gevraagde subsidie van € 651.230 verdeeld over 15 acties en 2 mentorschappen werd toegekend.
Stad Oostende engageert zich voor de realisatie van 15 acties en 2 mentorschappen door het aantal vooropgestelde kritische prestatie indicatoren (KPI's) te behalen. Ze ontvangt hiervoor een financiering van € 651.230 van het Agentschap Binnenlands Bestuur en voorziet een cofinanciering van € 631.230 (voor de 2 mentorschappen van € 10.000 wordt geen cofinanciering gevraagd) om dit te realiseren. (projectjaar 1: 1 oktober 2022 - 30 september 2023)
Eén van deze acties is actie 22, pleinmakers inschakelen om het sociaal weefsel te versterken.
Pleinmakers zijn inwoners van een bepaalde buurt in de stad of gemeente die via allerhande initiatieven de sociale samenhang in de publieke ruimte proberen te versterken. Ze doen dat op maat van de buurt waar ze wonen en zetten hiervoor de eigen talenten in. Een pleinmaker is regelmatig aanwezig in de buurt, kent de sleutelfiguren en maakt deel uit van het buurtnetwerk. De pleinmaker spreekt andere bewoners aan en bouwt zo samen met hen aan het sociaal weefsel in de buurt en leidt bewoners toe tot het reguliere aanbod.
Pleinmakers krijgen een woning ter beschikking in een buurt waar de stad noden ervaart rond sociale cohesie. Waar pleinmakers actief zijn, ontstaan verbindingen die er voordien niet waren. Buurtbewoners worden sociaal actiever en ervaren positieve verandering in hun buurt. Voor hun inzet ontvangen pleinmakers een tussenkomst in de huurgelden. Hun opdracht is het creëren van ontmoeting op basis van de buurtnoden en de eigen mogelijkheden. Door de gepaste coaching en ondersteuning ontwikkelen ze de nodige vaardigheden om initiatieven te nemen.
Om dit te kunnen realiseren is een samenwerking met de sociale woningmaatschappij De Oostendse Haard van cruciaal belang.
Op 22 mei 2023 keurde de Gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad en De Oostendse Haard goed in het kader van de actie rond de pleinmakers binnen Plan Samenleven.
Op 1 juli 2023 fusioneerden De Oostendse Haard met De Gelukkige Haard, SVK Koepel Bredene-Oostende, SVK Woondienst JOGI en WoonWel tot de nieuwe woonmaatschappij Woonsprong.
In de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad en De Oostendse Haard werd vastgelegd dat het budget, de taken en verantwoordelijkheden die binnen deze overeenkomst vallen na de fusie naadloos over zouden gaan van De Oostendse Haard C.V naar Woonsprong met maatschappelijke zetel in Seringenlaan 21a te 8400 Oostende met ondernemingsnummer 0405.260.456 vertegenwoordigd door de raad van bestuur, voor wie optreden de heer Kurt Claeys, Voorzitter en Sara Casteur, Bestuurder.
Op woensdag 27 september 2023 werden de middelen voor projectjaar 2 binnen Plan Samenleven door het Agentschap Binnenlands Bestuur bevestigd. Hierdoor ontvangt de Stad opnieuw een financiering van € 651.230 van het Agentschap Binnenlands Bestuur en voorziet een cofinanciering van € 631.230 (voor de 2 mentorschappen van € 10.000 wordt geen cofinanciering gevraagd) om dit te realiseren.
Door deze bevestiging kan de samenwerking voor projectjaar 2 (1 oktober 2023 - 30 september 2024) verlengd worden.
De samenwerking met de woonmaatschappij Woonsprong is van cruciaal belang om actie 22 (inschakelen om het sociaal weefsel te versterken) te realiseren omdat
- woonmaatschappij Woonsprong een woning ter beschikking kan stellen voor de pleinmakers in de buurten waar de stad noden ervaart rond sociale cohesie.
- De maatschappelijk werkers van woonmaatschappij Woonsprong de gepaste coaching en ondersteuning aan de pleinmakers kunnen bieden zodat ze de nodige vaardigheden ontwikkelen om initiatieven te nemen
Deze actie kadert in de uitvoering van de goedgekeurde acties van Stad Oostende die ingediend werden voor Plan Samenleven.
Keurt het ADDENDUM bij de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Oostende en woonmaatschappij Woonsprong goed met het oog op de realisatie van actie 22, pleinmakers inschakelen om het sociaal weefsel te versterken, binnen Plan Samenleven.
Het omgevingsbeleid bestaat uit drie pijlers. Na plannen en vergunnen vormt handhaven het sluitstuk. Een omgevingsbeleid zonder handhaving dreigt immers zijn doel te missen.
Teneinde het vergunningenbeleid door te laten werken op het terrein is een zekere mate van controle vereist. Een genomen bestuursbeslissing zonder controle op de naleving ervan heeft immers weinig waarde. Hier treedt handhaving op de voorgrond. Het is immers niet te rechtvaardigen dat plegers van een overtreding worden bevoordeeld door het verwerven van illegale ruimtelijke of financiële voordelen tegenover wetsgetrouwe burgers, bedrijven of organisaties.
De beginselplicht tot omgevingshandhaving vloeit voort uit artikel 23 van de Grondwet, dat het recht op een gezond leefmilieu en dus ook een goede omgeving en ruimtelijke ordening vooropstelt.
Onderhavig beleidsplan legt het zwaartepunt van de handhaving op de grote maatschappelijke uitdagingen. Dit betreffen overtredingen die een negatieve impact hebben op de uitdagingen inzake klimaatadaptatie en -mitigatie, kernversterking en een kwalitatieve leefomgeving.
Dit beleidsplan omgevingshandhaving geeft de visie, prioriteiten en werkwijze weer waarop de omgevingshandhaving is gestoeld.
Volgende dossiers worden prioritair behandeld, voor zover deze afbreuk doen aan de uitdagingen inzake klimaatadaptatie en -mitigatie, kernversterking en een kwalitatieve leefomgeving.
De weergegeven werkwijze waarborgt een transparante en objectieve behandeling van de handhavingsdossiers.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid
Keurt het beleidsplan omgevingshandhaving in bijlage goed.
Sedert 2017 kent Stad Oostende vanuit het Lokaal Gezinsbeleid aan De Katrol vzw jaarlijks een subsidie van 30.000 euro toe voor de werking 'Babycoach', die bestaat uit het organiseren van de begeleiding van kwetsbare zwangere/toekomstige ouders.
En ook al hoorde dit niet tot hun kernopdracht, 'Babycoach' is doorheen de jaren steeds meer ingebed geraakt in het reguliere aanbod van De Katrol vzw. In het kader van de aanpassing Meerjarenplan werd de subsidie overgeheveld vanuit het Lokaal Gezinsbeleid naar de dienst Onderwijs en Maatschappij.
Vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 wordt deze subsidie toegevoegd aan de samenwerkingsovereenkomst 'De Katrol, Studie- en Gezinsondersteuning aan huis' die De Katrol vzw afsloot met Stad Oostende in het kader van het Meerjarenplan 2020-2025.
Dit biedt de mogelijkheid om enkele nieuwe opdrachten vorm te geven zoals:
Voor de uitvoer van aangepaste samenwerkingsovereenkomst De Katrol, Studie- en Gezinsondersteuning aan huis wordt een bedrag van 142.100,00 euro voorzien.
Daarnaast ontvangt De Katrol vzw voor het project Studieondersteuning eerste graad werkjaar 2023 en het project Paas- en Zomerschool werkjaar 2022-2023 een subsidie van 96.000,00 euro. Het betreft 32.000,00 euro voor het project Studieondersteuning eerste graad, gesubsidieerd met middelen vanuit Plan Samenleven en 64.000,00 euro voor het project Paas- en Zomerschool. 54.000,00 euro voor het project Zomerschool 2023 'Talen(t) aan Zee' werden toegekend vanuit de Vlaamse regering. Het gewijzigde addendum aan de samenwerkingsovereenkomst De Katrol, Studie- en Gezinsondersteuning aan huis werd goedgekeurd in de Gemeenteraad van 28 augustus 2023.
De Vlaamse regering keurde echter pas op 5 juli 2023 de aangevraagde subsidies voor de Zomerschool 2023 goed. Om een duurzame en kwalitatieve werking voor te kunnen bereiden en professioneel uit te bouwen, was dit voor De Katrol vzw vrij laat. De Stad zal voor de Paas -en Zomerschool werkjaren 2023-2024, 2024-2025 en 2025-2026 het engagement nemen om hetzelfde budget als werkingsjaar 2022- 2023 toe te kennen, met name 64.000,00 en dit ongeacht het al dan niet toekennen van subsidies door de Vlaamse overheid. Op die manier kan De Katrol vzw zich voorbereiden, de nodige professionals rekruteren, vrijwilligers aantrekken en het programma opstellen. De dienst Onderwijs en Maatschappij volgt de communicatie van de Vlaamse overheid verder op betreffende toekomstige oproepen Zomerscholen.
Een samenwerkingsovereenkomst inclusief addendum tussen het Stadsbestuur en De Katrol vzw legt de voorwaarden vast waaraan de projecten moet voldoen om subsidies te kunnen ontvangen.
De Katrol, Studie- en Gezinsondersteuning aan huis, is een integraal, preventief project dat zich wil inzetten om kansarmoede te bestrijden en kinderen een kansrijkere toekomst te bieden.
Een aanpassing van de samenwerkingsovereenkomst biedt de mogelijkheid aan De katrol vzw om onder meer:
Naast een aanpassing van De Katrol, Studie- en Opvoedingsondersteuning aan huis naar De Katrol, Studie en Gezinsondersteuning aan huis werden volgende artikelen in de samenwerkingsovereenkomst aangepast:
Daarnaast worden ook enkele wijzigingen doorgevoerd in het toegevoegde addendum met betrekking tot de Paas- en Zomerschool.
De Katrol vzw gaf op een tussentijdse evaluatie van de Paas- en Zomerschool aan dat extra middelen nodig waren voor de organisatie van deze werking in functie van kwalitatieve omkadering van de medewerkers, specifiek voor de aanstelling van vrijwilligers, professionele partners en de opmaak van een gevarieerd programma. In zijn vergadering van 28 augustus 2023 kende de Gemeenteraad die extra middelen toe gefinancierd door de Vlaamse overheid. De werking was tevens een groot succes en volzet. 110 kinderen haalden de vooropgestelde doelstellingen.
De Katrol vzw geeft aan opnieuw hetzelfde budget nodig te hebben om een duurzame en kwalitatieve werking voor te bereiden en professioneel uit te bouwen.
De Vlaamse regering keurde echter pas op 5 juli 2023 de aangevraagde subsidies voor de zomerschool 2023 goed, waardoor de werking zich niet op een kwalitatieve manier hierop heeft kunnen voorbereiden. De Stad zal dan ook het engagement nemen om hetzelfde budget als vorig werkjaar toe te kennen voor de Paas- en Zomerschool 2023-2024, 2024-2025 en 2025-2026
met name 64.000,00, ongeacht het al dan niet toekennen van subsidies door de Vlaamse overheid. Op die manier kan De Katrol vzw zich voorbereiden, de nodige professionals rekruteren, vrijwilligers aantrekken en programma opstellen.
De dienst Onderwijs en Maatschappij volgt de communicatie van de Vlaamse overheid verder op betreffende toekomstige oproepen Zomerscholen.
Volgende artikelen in het addendum werden aangepast:
In artikel 1 paragraaf 1.2:
In artikel 2 paragraaf 2.2:
In artikel 3 paragraaf 3.2:
In artikel 5 paragraaf 5.2:
Een voorstel van aangepaste samenwerkingsovereenkomst inclusief addendum werd opgemaakt en wordt afgesloten voor de periode van 01 januari 2024 tot en met 31 december 2025 wat betreft de hoofdovereenkomst en 01 december 2023 tot en met 30 november 2026 wat betreft het addendum onder opschortende voorwaarde dat de financiële vergoeding, toegekend door de Stad, gedurende deze periode beschikbaar blijft en mits een jaarlijkse positieve evaluatie van deze samenwerkingsovereenkomst door het Bestuur.
Het Meerjarenplan en Meerjarenbudget 2020-2025, goedgekeurd in de Gemeenteraad van 14 december 2019.
Meerjarenbudget 2023-2025 goedgekeurd in de Gemeenteraad van 23 oktober 2023.
AP 040101 – P – Het stadsbestuur heeft een regierol inzake integratiebeleid
A 04010102 – De dienst Mens en Maatschappij zet een samenwerking op met partnerorganisaties in kader van het integratiebeleid, waarbij expertise, projecten en middelen gezamenlijk ingezet kunnen worden.
OD 0505 – P – IN OOSTENDE HEBBEN ALLE KINDEREN RECHT OP ONDERWIJS EN OPVANG, ONDERSTEUND DOOR EEN EFFICIËNT FLANKEREND BELEID.
AP 050501 – P – De stad Oostende ontwikkelt en implementeert samen met de andere actoren in het onderwijs een actieplan dat kleuterparticipatie moet verhogen, schooluitval moet aanpakken en op een doeltreffende manier spijbelen tegengaat.
Het Armoedebestrijdingsplan 2020-2025 - Hefboom 5: 'en gekwalificeerde uitstroom uit het secundair Onderwijs voor elke Oostendse jongere' - ACTIE 35: 'Armoede bestrijden vanuit een integrale, transversale en gefocuste aanpak' - We optimaliseren het aanbod aan huiswerkbegeleiding op maat:
Indien mogelijk breiden we dat aanbod uit, in samenwerking met partners en organisaties met bijzondere expertise.
Keurt de aangepaste samenwerkingsovereenkomst inzake de uitvoering van De Katrol, Studie- en Gezinsondersteuning aan huis inclusief het addendum Studieondersteuning en Paas- en Zomerschool 'Talen(t) aan Zee' goed.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de uitvoering van de secundaire uitvoeringsmodaliteiten.
SAAMO West-Vlaanderen vzw (het voormalige: Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen vzw) en Stad Oostende werken reeds diverse jaren samen. In 2021 werd voor deze samenwerking een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt tussen SAAMO West-Vlaanderen vzw en Stad Oostende voor de periode 2021-2025 (zie bijlage 1 en gekoppeld besluit: 2021_CBS_04040). Voor werkjaar 2024 en 2025 werden een aantal structurele en inhoudelijke aanpassingen aan de inhoud van deze samenwerkingsovereenkomst gevraagd door beide partijen. Het voorstel van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2024-2025 ligt voor ter goedkeuring, samen met de vraag om de bestaande samenwerkingsovereenkomst hierdoor vervroegd te laten beëindigen en te vervangen door een nieuwe vanaf 1 januari 2024.
In het Meerjarenplan 2020-2025 van de Stad staat dat ze sterk inzet op de preventie en bestrijding van armoede, waarbij het Armoedebestrijdingsplan de focus legt op 5 hefbomen om uit armoede te geraken (zie Actieplan 040401 - De Stad Oostende neemt de regierol inzake armoedebestrijding en lokaal sociaal beleid op en ontwikkelt daartoe een armoedeplan met duidelijke hefbomen.) In het bestuursakkoord wordt ook vermeld dat Oostende een Stad met een hart voor ouders is, waardoor het Lokaal Geïntegreerd Gezinsbeleid inzet op preventieve gezinsondersteuning met als focus (kwetsbare) gezinnen met kinderen. De methodiek Wijkgericht werken kreeg ook een belangrijke plek in het Meerjarenplan, de nieuwe dienst Buurten en Wijken bundelt vanaf heden dan ook diverse wijkgerichte werkingen.
Artikel 6 (wijzigingen) van de huidige samenwerkingsovereenkomst tussen Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen vzw en Stad Oostende voor de periode 2021-2025 laat structurele wijzigingen enkel toe wanneer er sprake is van nieuwe schriftelijke afspraken tussen beide partners. Inhoudelijke wijzigingen moeten enkel gemeld worden aan de contactpersoon per project. Een budgetverhoging en aanpassing van naam van de vzw wordt aanzien als een structurele wijziging.
Voorgestelde structurele en inhoudelijke wijzigingen worden hieronder kort opgelijst, dit is ook zichtbaar gemaakt in rode tekst in bijlage 2:
Artikel 9 (Opzegging) van de huidige samenwerkingsovereenkomst tussen Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen vzw en Stad Oostende voor de periode 2021-2025 laat toe dat beide partijen steeds in onderling overleg deze subsidieovereenkomst door een minnelijke schikking vervroegd kunnen beëindigen. Dit akkoord werd schriftelijk vastgelegd door SAAMO vzw (zie bijlage 3), de goedkeuring van dit dossier geldt als schriftelijk akkoord voor het vroegtijdig beëindigen van de overeenkomst vanuit De Stad.
De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen vzw en Stad Oostende voor de periode 2021-2025 (zie bijlage 1).
Is akkoord om de huidige samenwerkingsovereenkomst tussen Samenlevingsopbouwwerk West-Vlaanderen vzw en Stad Oostende voor de periode 2021-2025 (zie bijlage 1), vanaf 1 januari 2024 vroegtijdig te beëindigen op voorwaarde dat een nieuwe overeenkomst voor de periode 1 januari 2024 - 31 december 2025 wordt afgesloten, gezien er een aantal structurele en inhoudelijke wijzigingen aan de huidige samenwerkingsovereenkomst nodig zijn.
Keurt goed, de samenwerkingsovereenkomst tussen SAAMO West-Vlaanderen vzw en Stad Oostende voor de periode 1 januari 2024 - 31 december 2025 (zie bijlage 4).
Burgemeesterbesluiten opgemaakt door de dienst Wonen.
Conformiteitsattesten opgemaakt door de dienst Wonen.
Ministeriële Besluiten opgemaakt door het Agentschap Wonen Vlaanderen.
Processen-verbaal opgemaakt door Agentschap Wonen Vlaanderen.
Communicatie met de Vlaamse overheid.
1) Conformiteitsattest van 03 november 2023 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Esdoornlaan 23 (0301), tweeslaapkamerappartement.
2) Conformiteitsattest van 13 november 2023 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Leffingestraat 221A (0201), tweeslaapkamerappartement.
3) Burgemeesterbesluit van 13 juni 2023, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Aartshertogstraat 32, tweede verdieping.
4) Burgemeesterbesluit van 13 juni 2023, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woningen gelegen Aartshertogstraat 32 (0001, 0101, 0102), gelijkvloerse verdieping, eerste verdieping links en rechts en tweede verdieping.
5) Proces-verbaal van vaststelling van uitvoering na een vonnis van 28 augustus 2023 over een woning gelegen Zwaluwenstraat 68.
6) Conformiteitsattest van 21 september 2023 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Sint-Antoniusstraat 1 (0302), drieslaapkamerappartement.
7) Conformiteitsattest van 21 november 2023 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Jozef II-straat 7A (0002), tweeslaapkamerappartement.
8) Burgemeesterbesluit van 10 november 2023, houdende de overbewoondverklaring van de woning gelegen Zelliklaan 8 (0201), tweede verdieping.
9) Beslissing weigering conformiteitsattest van 23 november 2023 over de kwaliteit van een woning gelegen Slachtersstraat 15.
10) Burgemeesterbesluit van 14 november 2023, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Kaïrostraat 33 (0001), gelijkvloerse verdieping.
11) Burgemeesterbesluit van 17 november 2023, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Kaïrostraat 33 (0201), tweede verdieping.
12) Conformiteitsattest van 25 oktober 2023 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Ooststraat 33 (0301), eenslaapkamerappartement.
13) Burgemeesterbesluit van 10 november 2023, houdende de opheffing ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring na herbestemming van de woning gelegen Christinastraat 99 (0001), gelijkvloerse verdieping.
14) Burgemeesterbesluit van 17 november 2023, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Kapellestraat 38 (0101), eerste verdieping.
15) Conformiteitsattest van 24 november 2023 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Weeshuisstraat 16 (0101), eenslaapkamerappartement.
16) Ministerieel Besluit van 22 november 2023 over de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de zelfstandige woning gelegen Nijverheidstraat 75 0001.
17) Conformiteitsattest van 31 oktober 2023 over de kwaliteit van een zelfstandige woning gelegen Zwaluwenstraat 70 (0101), eenslaapkamerappartement.
18) Burgemeesterbesluit van 24 oktober 2023, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Limburgstraat 2 (0104), eerste verdieping voorlaatste rechts.
19) Burgemeesterbesluit van 14 november 2023, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Dokter Eduard Moreauxlaan 53 (0101), eerste verdieping.
20) Burgemeesterbesluit van 14 november 2023, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Distellaan 87 (0001), kelderverdieping.
21) Burgemeesterbesluit van 14 november 2023, houdende de ongeschiktverklaring van de woningen gelegen Distellaan 87 (0101-0201), verhoogd gelijkvloerse verdieping en eerste verdieping.
22) Burgemeesterbesluit van 27 oktober 2023, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Verlorenstraat 8.
23) Burgemeesterbesluit van 17 oktober 2023, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Frère-Orbanstraat 85 (0201), eerste verdieping.
24) Burgemeesterbesluit van 27 oktober 2023, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring - aanpassing van de woning gelegen Frère-Orbanstraat 85 (0101), eerste verdieping.
25) Burgemeesterbesluit van 10 november 2023, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Frans Musinstraat 11 (0101), eerste verdieping.
26) Burgemeesterbesluit van 24 oktober 2023, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Dokter Eduard Moreauxlaan 93 (0002), tussenverdiep 0-1.
Burgemeestersbesluiten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Conformiteitsattesten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Ministeriële Besluiten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Processen-verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd;
Communicatie van de Vlaamse overheid dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Neemt kennis van de mededelingen.