Volgens de dierenwelzijnswetgeving zijn gemeenten verplicht om zorg te dragen voor de opvang van zwerfdieren, vooral honden en katten. Dit betekent dat ze zelf moeten zorgen voor een geschikte opvanglocatie of een samenwerkingsovereenkomst met een bestaand asiel moeten hebben. Naar luid van artikel 24 van de Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt nemen de (lokale) politiediensten ten aanzien van de gevaarlijke of verlaten dieren alle nodige beveiligingsmaatregelen om een einde te maken aan hun rondzwerven. Gemeenten kunnen een eigen dierenasiel beheren, maar ze kunnen er ook voor kiezen om met een privé-asiel samen te werken om aan hun verplichtingen te voldoen.
Sinds lang doet het stadsbestuur van Oostende bij de uitvoering van haar verplichtingen inzake opvang van dieren, beroep op het dierenasiel ‘Het Blauwe Kruis van de Kust’.
Het Blauwe Kruis van de Kust werd opgericht in 1929 door verschillende prominente Oostendenaars, waaronder James Ensor. In de beginjaren lag de focus vooral op bewustwording van het grote publiek over dierenwelzijn. Het opvangen van dieren kwam pas later en ook de huidige locatie werd pas in de jaren 50 van de 20e eeuw de thuisbasis van het asiel. Sindsdien vangt Het Blauwe Kruis van de Kust jaarlijks honderden dieren op en dat ondertussen ook in verschillende antennepunten.
Conform haar wettelijke verplichtingen omvat de werking van het asiel de opvang van dieren van particulieren die hun dier afstaan en van in beslaggenomen of gevonden dieren in Oostende en omstreken (Bredene, Gistel, Oudenburg). Het asiel verzorgt deze dieren en laat de dieren een traject doorlopen richting een nieuwe thuis, een adoptie.
Daarenboven verricht Het Blauwe Kruis van de Kust nog verschillende andere maatschappelijke functies. Jaarlijks worden cursussen en lessenreeksen aangeboden over de band met dieren, de opvoeding en verzorging ervan.
Vandaag vangt het dierenasiel jaarlijks meer dan 200 honden, 400 katten en heel wat knaagdieren op.
Er is reeds lang een samenwerking tussen de Stad en Het Blauwe Kruis, waarbij een jaarlijkse werkingssubsidie wordt gegeven door de Stad. Daarnaast moeten protocollen opgesteld worden om de afspraken rond de wettelijk voorziene verplichtingen voor de opvang van de dieren vast te leggen.
Als gevolg van de toenemende groei van op te vangen dieren is er nood aan een grotere accommodatie. De huidige accommodatie is verouderd en beantwoordt niet langer aan de moderne noden.
Het Blauwe Kruis van de Kust VZW wenst een nieuw asielcentrum te bouwen op de terreinen naastliggend naast het bestaande asiel. De vereniging vraagt aan de Stad om deze terreinen eveneens in erfpacht te krijgen.
De Stad Oostende wil, als diervriendelijke stad haar engagement met Het Blauwe Kruis van de Kust versterken en een langetermijnsamenwerking aangaan. De overweging om een eigen dierenasiel met eigen exploitatie op te zetten is niet aan de orde, vanwege de jarenlange samenwerking met het Blauwe Kruis van de Kust. De Stad respecteert de autonome werking van de VZW.
Niettemin, ambieert het Stadsbestuur het dierenasiel nauw te betrekken bij het vervullen van haar verplichtingen en deze van haar diensten (o.m. de politie) op het gebied van dierenwelzijn, zoals de opvang van zwervende, verloren of achtergelaten dieren, inbeslaggenomen en verbeurdverklaarde dieren, en het zwerfkattenbeleid vereisen. Er wordt gestreefd naar een gestructureerde en langdurige samenwerking met Het Blauwe Kruis. Hierbij wordt van de VZW verwacht dat zij zich verbindt om, volgens vooraf overeengekomen afspraken, de door de Stad opgelegde taken uit te voeren. Deze afspraken zullen in een deelovereenkomst vastgelegd worden tussen de vzw, de Stad en politie.
Het stadsbestuur erkent de behoefte aan een nieuw dierenasiel, zodat het asiel haar wettelijke, decretale en reglementaire verplichtingen kan vervullen. Binnen het wettelijke kader is het Stadsbestuur bereid het nieuwe dierenasiel te ondersteunen en bij te dragen aan een stabiele en bedrijfszekere exploitatie. Dit als wederdienst voor de publieke diensten die het asiel biedt.
Los van de budgettaire problematiek, zal de Stad niet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor de bouw van een nieuwe infrastructuur. Hierbij wordt de autonome werking van de VZW geëerbiedigd. Bovendien, gezien de huidige stand van zaken in het dossier en de wens om op korte termijn met de bouw ervan te beginnen, is deze aanpak niet haalbaar. Er kan worden aangevoerd dat wanneer de Stad Oostende een verhoogde inspanning levert voor het asiel ook de andere steden en gemeenten meer dienen bij te dragen. Met de nodige ondersteuning van het stadsbestuur van Oostende, zal het aan de VZW Het Blauwe Kruis toekomen om samenwerkingsovereenkomsten met de andere partnergemeenten af te sluiten.
Na overleg met alle betrokken partijen door de door de Stad aangestelde bemiddelaar wordt voorgesteld om de toekomstige samenwerking tussen de Stad Oostende (inclusief de Politiezone) en de VZW Het Blauwe Kruis van de Kust vast te leggen in een kaderovereenkomst, die kan worden aangevuld met deelovereenkomsten.
De kaderovereenkomst bevat de algemene principes van samenwerking, laat controle toe tijdens de uitvoering en voert structureel overleg in. De overeenkomst garandeert een wederzijds duurzaam en zeker engagement, waarbij de Stad zeker is dat deze aspecten van haar dierenwelzijnsbeleid die aan het asiel zijn toevertrouwd, op een gepaste manier wordt uitgevoerd door het Blauwe Kruis van de Kust, die ondanks haar fluctuerende financiële situatie, haar verplichtingen met zekerheid zal kunnen nakomen.
In dit opzicht werd uitgegaan van een behoefte aan werkingstoelage van € 165.000, waarvan de Stad Oostende een bijdrage zou leveren van € 105.000 per jaar (geïndexeerd). Deze werkingstoelage kan worden verhoogd met andere tegemoetkomingen voor specifieke diensten waarvoor afzonderlijke deelovereenkomsten worden afgesloten en met de werkingstoelagen die worden verleend door andere partnergemeenten.
Het is van belang dat door de VZW een lening kan worden aangegaan. Gezien de gronden waarop het asiel wordt geëxploiteerd in erfpacht worden gegeven door de Stad en niet het voorwerp van een hypotheek kunnen uitmaken en dus ook niet het voorwerp uitmaken van een normale banklening, is de Stad bereid een doorgeeflening te verlenen aan de VZW van maximum 25 jaar tot een bedrag van maximaal € 2.500.000. Bij een dergelijke lening is de intrestvoet lager dan bij een gewone lening.
De overeenkomst zelf wordt aangegaan voor 25 jaar, ingaande de dag van de aanvatting van de bouwwerken voor de nieuwe asielinfrastructuur. Zij is in beginsel niet verlengbaar en zal op het einde moeten worden vervangen door een nieuwe overeenkomst.
Deze kaderovereenkomst wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat een ‘Deelovereenkomst Opvang’ voorafgaand aan de dag van de aanvang van de bouwwerkzaamheden voor de nieuwe infrastructuur wordt gesloten in onderling overleg tussen partijen. Hierin zullen concrete afspraken en operandi verder worden vormgegeven tussen de diensten van de Stad en de Politie en het asiel.
De kaderovereenkomst dient nog te worden vervolledigd met een nieuwe erfpachtovereenkomst voor de in gebruik gegeven gronden voor 27 jaar, waarna de gebouwen eigendom worden van de Stad. De erfpachtduur van 27 jaar zal de vereniging toelaten een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te onderhandelen bij het einde van de huidige, zonder dat zij onmiddellijk de gebouwen en gronden dient te verlaten. Wordt tijdig een nieuwe overeenkomst afgesloten, kan een nieuwe erfpacht worden verleend. Verkiest de Stad geen verdere overeenkomst aan te gaan, verhindert de langere erfpachttermijn dat een onmiddellijk vacuüm ontstaat in de dierenopvangcapaciteit in de stad en kan naar een nieuwe uitbater worden gezocht dan wel de voorbereidingen worden getroffen voor het asiel in eigen beheer te exploiteren.
Wet van 14 augustus betreffende de bescherming en het welzijn der dieren van 14 augustus 19, onder andere artikel 3,3° en artikel 9 §1
Koninklijk Besluit van 27 april 2007 over de erkenningsvoorwaarden voor dierenasielen en de verhandelingsvoorwaarden voor dieren
Besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2019 tot wijziging van diverse bepalingen van het Koninklijk Besluit van 27 april 2007
Besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 betreffende de identificatie registratie en sterilisatie van katten, meer bepaald artikel 20/8 en 20/11
Artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet
Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, meer bepaald artikel 24
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) en de uitvoeringsbesluiten.
Keurt de kaderovereenkomst tot samenwerking tussen de Stad Oostende en de VZW Het Blauwe Kruis van de Kust, in bijlage bij huidig besluit genaamd "Kaderovereenkomst Stad-vzw Blauwe Kruis van de Kust.pdf", goed.