Voor de goede werking van de organisatie kunnen een aantal bevoegdheden worden toevertrouwd aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Het Decreet Lokaal Bestuur (verder DLB genoemd) heeft in artikel 40, §1 de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden vermeld in artikel 2, §1 en §2 toegekend aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad stelt conform artikel 41, 2de lid, 8° vast wat onder het begrip ‘dagelijks bestuur’ moet worden verstaan.
Het DLB voorziet de mogelijkheid om een aantal bevoegdheden te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen. Met zijn besluit 2019_GR_00274 verleende de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019 goedkeuring aan het reglement inzake delegatie van bevoegdheden van de gemeenteraad naar het college van burgemeester en schepenen.
Voor de goede werking van de organisatie is het wenselijk om de bevoegdheden die worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen aan te passen. Een en ander in het kader van de wijziging van overheidsopdrachten werd via parlementaire vraag en antwoord opgehelderd. Wanneer wijzigingen van een overheidsopdracht zich bevinden in de uitvoeringsfase ervan, dan vallen deze wijzigingen onder de uitvoering van overheidsopdrachten en bijgevolg onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen, zoals bepaald in artikel 56, §3, 4°. Dit houdt in dat de bevoegdheid tot het beslissen over wijzigingen voorzien in de artikelen 37 en 38 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (verder KB Uitvoering genoemd), zoals daar onder andere zijn de aanvullende opdrachten, onvoorzienbare uitbreidingen en verlengingen aan het college van burgemeester en schepenen toekomt. Herhalingsopdrachten vallen hier echter niet onder. Naar analogie met de wijzigingen opgenomen in artikelen 37 en 38 van het KB Uitvoering is het wenselijk om het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor overheidsopdrachten, alsook het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten aangaande deze overheidsopdrachten, wanneer het gaat om herhalingsopdrachten, waarvoor de uitgaven voorzien zijn in het exploitatiebudget of het investeringsbudget van de stad, ongeacht het bedrag te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen.
Aangezien de gemeenteraad overeenkomstig de wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus van 7 december 1998, bevoegd is voor de politiezone zal de delegatie van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen ook van toepassing worden gemaakt op de politiezone voor wat betreft de overheidsopdrachten, zoals omschreven in art. 3,6° tot en met art. 3, 9° van dit besluit.
Decreet lokaal bestuur
Personeelsaangelegenheden:
De gemeenteraad beslist om volgende bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden aan het college van burgemeester en schepenen te delegeren:
• goedkeuren van reglementen over personeelsaangelegenheden
• vaststellen van de rechtspositieregeling
• vaststellen van de personeelsformatie
• vaststellen wat onder het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' valt
• aangaan van dadingen met personeelsleden met betrekking tot de beëindiging van hun aanstelling.
Organogram:
De gemeenteraad beslist om de volledige bevoegdheid met betrekking tot het vaststellen van het organogram zoals bepaald in art. 161 van het DLB te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 3
Dagelijks bestuur:
De gemeenteraad beslist om de volgende bevoegdheden met betrekking tot het dagelijks bestuur zoals bepaald in art. 41 van het DLB te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen:
1. Alle beheersdaden zonder financiële impact die niet expliciet zijn voorbehouden aan de bevoegdheid van de gemeenteraad.
2. Alle beheersdaden met financiële impact, andere dan overheidsopdrachten, waarvoor de kredieten voorzien zijn in het exploitatiebudget en de stad niet langer binden dan de periode van het meerjarenplan.
3. Het goedkeuren van de voorwaarden waaronder leningen, voorzien in de financiële nota van het meerjarenplan, worden geplaatst en het aangaan van leningen.
4. Het beleggen van kapitaal voor een periode van meer dan een jaar.
5. Het toekennen van toelagen waarvoor de uitgaven voorzien zijn in het meerjarenplan, rekening houdend met de daarop betrekking hebbende reglementen.
6. Het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor overheidsopdrachten, alsook het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten aangaande deze overheidsopdrachten, waarvoor de uitgaven voorzien zijn in het exploitatiebudget van de stad of de gewone dienst van de politiebegroting van de politiezone, ongeacht het bedrag.
7. Het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten alsook het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten inzake deze overheidsopdrachten, waarvoor uitgaven voorzien zijn in het investeringsbudget van de stad of de buitengewone dienst van de politiebegroting van de politiezone en voor zover het totale bedrag van de goed te keuren uitgave lager is dan het bedrag waarvoor een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan worden gevoerd overeenkomstig het KB van 18 april 2017 inzake de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
8. Het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor overheidsopdrachten, alsook het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten aangaande deze overheidsopdrachten, wanneer het gaat om herhalingsopdrachten, waarvoor de uitgaven voorzien zijn in het exploitatiebudget of het investeringsbudget van de stad of de gewone dienst of de buitengewone dienst van de politiebegroting van de politiezone, ongeacht het bedrag.
9. De bevoegdheid om de nodige maatregelen te nemen en in een uitgave te voorzien wanneer het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken. De uitgave moet door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn.
10. Beheersdaden met betrekking tot beheersovereenkomsten of samenwerkingsovereenkomsten die niet vallen onder art 196, 234 en 247 van het DLB. Het betreft onder meer overeenkomsten voor de organisatie van activiteiten, evenementen, projecten, zowel met particulieren als met andere overheden, voor zover de verbintenis niet wordt aangegaan voor meer dan 1 jaar, eventueel verlengbaar.
Patrimoniumverrichtingen:
Op grond van art 41 en 56 van het DLB is de gemeenteraad bevoegd voor de daden van beschikking, terwijl het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor daden van beheer.
Worden beschouwd als daden ven beschikking: aankopen en verkopen, vestiging van zakelijke rechten, overeenkomsten met betrekking tot huur, verhuur, concessies voor meer dan 9 jaar. Concessies, huren en verhuren voor minder dan 9 jaar worden beschouwd als daden van beheer.
Dit besluit treedt in werking onmiddellijk na de goedkeuring.
Heft zijn besluit 2019_GR_00274 van 24 juni 2019, houdende de goedkeuring van het reglement inzake delegatie van bevoegdheden van de gemeenteraad naar het college van burgemeester en schepenen op.