Sociale woningen zouden een hoeksteen van de strijd tegen armoede moeten zijn. Echter, in Oostende staan veel woningen al jaren leeg. Ondertussen lopen deze woningen letterlijk onder water en zijn er onhygiënische toestanden. Dit kregen wij ook te horen over de appartementsblokken in de Nieuwe Stad op Stene.
In een artikel in Het Laatste Nieuws sprak professor Pascal De Decker (KU Leuven) : 'Een grotere crisis dan ooit tevoren ? In Vlaanderen steeg het aantal mensen op de wachtlijst voor een sociale woning met 14%, terwijl het aantal sociale woningen slechts met 3% toenam. Eigenlijk zouden we elk jaar anderhalf miljard euro kunnen investeren.'
In Oostende is de toestand schrijnend : momenteel staan 226 sociale woningen te verkrotten.
Vragen :
1. Hoeveel nieuwe sociale woningen zijn er de afgelopen periode (2018 tot nu) gerealiseerd in Oostende ?
2. Hoeveel sociale woningen zijn er de afgelopen periode (2018 tot nu) gerenoveerd in Oostende ?
3. Welke nieuwe besluiten tot projecten rond sociale woningen zijn er deze bestuursperiode genomen in Oostende ?
4. Welke van deze projecten zijn effectief van start gegaan ?
5. Wat zijn de voornaamste redenen van eventuele vertragingen ?
6. Hoeveel jongeren uit de bijzondere jeugdzorg stromen na hun meerderjarigheid door naar een sociale woning ?
7. Hoelang is de gemiddelde wachttijd in Oostende ?
Yves Miroir
namens 'de O mens'Wij zijn grote liefhebber van watersporten.
Maar het College van Burgemeester en Schepenen kende op 2 augustus 2024 een omgevingsvergunning toe voor de bouw van een surfhouse op het strand, een vaste en blijvende constructie.
1. Het strand, de zee met haar getijden en de duinen zijn volgens de huidige gewestplannen natuurgebied. Is het dan verantwoord om ook het strand te gaan inpalmen met constructies van meer dan 8,50 meter ?
2. Is de VZW of de Stad nu eigenaar van het Noordzeestrand ? Waarom werd deze omgevingsvergunning door het College toegekend ?
3. In 1997 werd dezelfde vraag voor de bouw van een clubhuis van twee verdiepingen al eens gesteld. De Dienst Kust gaf aanvankelijk een positief advies maar wijzigde dit nadien in een negatief advies naar aanleiding van een negatief advies van Monumenten en Landschappen. Waarom heeft de Stad nu geen advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed, te meer het om een bouwwerk gaat op 15 meter afstand van de Koninklijke Gaanderijen ?
4. De omgevingsvergunning is in strijd met het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan 'Strand en dijk Oostende' dat op 27 juni 2013 werd goedgekeurd : bouwhoogte maximum 3 meter boven de dijk. Waarom negeert de Stad de voorschriften van dit PRUP ?
5. Waarom werden de bezwaarschriften genegeerd ?
Yves Miroir
namens de O mensMotivatie: Blijvende overlast op beide squares door jongeren die er cricket en volleybal spelen en klachten van omwonenden.
Vragen:
1) Hoeveel processen-verbaal werden opgesteld tegen die overlast ?
2) Kan de controle op beide pleinen worden opgevoerd ?
3) Zijn er al vaststellingen gebeurd van beschadiging van het gras en de struiken op beide pleinen ?
Motivatie: Bepaalde kandidaten voeren campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in een andere taal dan het Nederlands. Dit gebeurt vooral op sociale media. Politici hebben een voorbeeldfunctie. De enige voertaal in Oostende is het Nederlands.
Vraag:
Kan het stadsbestuur de oproep om campagne te voeren in het Nederlands ondersteunen als signaal van integratie van nieuwkomers ?
Motivatie: De achtergelaten afvalberg op het strand haalde de nationale pers. Tevens mochten we jammer genoeg twee verdrinkingen betreuren en werden we geconfronteerd met allerlei vormen van overlast op het strand in Oostende.
Vragen:
1) Klopt het dat er op de drukke zonnige zomerdagen geen controles werden uitgevoerd op het achterlaten van afval op het strand ?
2) Zo neen: hoeveel GAS-boetes werden er uitgeschreven op het achterlaten van afval tijdens deze drukke dagen ?
3) Waarom wordt er geen lik op stuk beleid gevoerd met extra inzet van politie ?
4) Hoe kan er door de stad nog meer ingezet worden om toeristen te waarschuwen tegen de gevaren van de zee ?
5) Hoe staat de stad Oostende tegenover een nauwe samenwerking van alle kustburgemeesters met Binnenlandse Zaken onder coördinatie van de provinciegouverneur ?
Motivatie:
De laatste maanden bereikten ons verschillende berichten van sociale huurders met klachten over de gebrekkige staat van hun sociale woning en van Oostendenaars die klagen over de ellenlange wachttijden bij het toekennen van sociale woningen. Tegelijk lijkt de leegstand van de te renoveren sociale woningen niet meer aanzienlijk.
Vragen:
1) Heeft het stadsbestuur of de bevoegde schepen nog zicht op de leegstand van sociale ééngezinswoningen en appartementen in Oostende ? Kan er een overzicht bezorgd worden van hoeveel sociale woningen er minder dan 3 maanden, tussen de 3 en 12 maanden, tussen 1 en 2 jaar of langer dan 2 jaar leeg staan ?
2) Wat is de gemiddelde duurtijd dat een sociale woning leeg staat ?
3) Wanneer starten nu eindelijk de renovatiewerken in de Mimosawijk of zitten die plannen ook al in de koelkast ?
4) Wordt er naar een oplossing gezocht voor de oudere en kwetsbare mensen die in erbarmelijke appartementen wonen of worden er op zijn minst reparaties uitgevoerd voor de koude natte winter zich aankondigt ?
5) Welke datum is er voorzien voor de oplevering van de woningen en appartementen in het Westerkwartier ?
6) In Oostende waren er in 2022 4300 kandidaat-huurders die op de wachtlijst stonden voor een sociale woning. De cijfers voor 2023 zijn nog niet beschikbaar door het invoeren van een centraal inschrijvingsregister. Heeft de stad zicht op de recentste cijfers en hoe plant de stad deze wachtlijsten verder aan te pakken ? Wat is de huidige gemiddelde wachttijd voor een sociale woning in Oostende ?
Motivatie: De eerste match van KVDO werd ontsiert door enkele incidenten: afschieten van vuurpijlen en werpen van bierbekers naar de bezoekende doelman. Tevens is er een zitting op 3 september 2024 over het geding tussen de stad en Mr. Coucke.
Vragen:
1) Hoe komt het dat er geen stewards en politie aanwezig waren op het veld ?
2) Zijn de kosten voor inzet van politie te dragen door Oostende alleen of draagt Diksmuide hier ook bij ?
3) Mocht Mr. Coucke het pleit toch winnen: heeft de stad hiervoor een reserve aangelegd ?
Diverse leden van de meerderheid hebben de voorbije weken verschillende zaken gecommuniceerd over het dossier Thermae Palace. Daarbij was het meest opvallende dat een deel van de meerderheid stelde dat de optie om hoogbouw te zetten op de parking van Thermae palace verlaten is. Hierbij volgende vragen: 1. Is het bestuurscollege van stad Oostende unaniem in de stellingname dat de genoemde bouw er niet komt? 2. Voorzien de reeds getekende contracten mogelijkheden zijn voorzien voor schadeloosstellingen en potentiële schadeclaims? Van welke condities in de contracten is dat afhankelijk? 3. Burgemeester Tommelein sprak in interviews over reeds gedane besparingen op het totaal benodigd bedrag. Welke zijn die en wat zijn de bedragen respectievelijk? Hoeveel vermindert daardoor het eerder gecommuniceerde totaalbedrag van het project? 4. De verhuis van Muzée blijft in de communicatie van de meerderheidspartijen deel van de oplossing: - Hoe ver staat deze beslissing? Wat is er zeker en concreet? - Is de uitvoering van de contracten afhankelijk van een beslissing rond Muzée? - Is er een timing voorzien tegen wanneer er een zekerheid moet zijn over de verhuis van Muzée en wat is die datum? - Indien Muzée moet verhuizen , is er dan een huurprijs vastgelegd te betalen door Muzée en welke is die? 5. De vier partijen van de meerderheid en de onafhankelijke schepen hebben nu verschillende visies geuit in de pers over hoe het verder moet met het dossier. Wie beheert op dit moment het dossier en wie voert op dit moment de verdere onderhandelingen en welk van de verschillende versies die door de meerderheid werden gecommuniceerd is de leidraad in de verdere onderhandelingen?
Motivatie: Onder druk van de publieke opinie hebben de huidige meerderheidspartijen hun kar gedraaid en kanten ze zich nu ook tegen de bouw van een appartementstoren op de parking van het Thermae Palace Hotel. Hoe moet het nu verder met dit toch hoogst dringend dossier ?
Vragen:
1) Welke zijn de gevolgen inzake schadeloosstellingen en mogelijke schadeclaims nu de getekende overeenkomst niet meer kan worden uitgevoerd ?
2) Wat is de juiste totale kost voor de restauratie van de ganse site Thermae Palace, gezien verschillende bedragen de ronde doen ? Hoeveel bedraagt de kost respectievelijk voor de restauratie van de Venetiaanse Gaanderijen en het Thermae Palace Hotel ?
3) Werd er al een uitgewerkt businesscase of planning opgesteld inzake verhuis van Mu.Zee zoals 9 maanden geleden gevraagd werd door het departement van Cultuur ?
4) Waarom heeft de stad sinds jaren nagelaten de NV Restotel in gebreke te stellen omdat ze haar de bij contract opgelegde huurders-en eigenaarsherstellingen niet heeft nagekomen ?
5) Is de stad bereid, gezien de hoogdringendheid, de Venetiaanse Gaanderijen onmiddellijk te restaureren met het reeds toegekend subsidiebudget van het Vlaams Gewest ? Zijn er al aanbestedingen uitgeschreven ?
Geachte,
De aandeelhouders van de IVOO werden om hun standpunt en input gevraagd in het kader van een nachtelijke huisvuilophaling.
De aanbesteding hiertoe staat reeds in de markt én de Stad kon hier mee de modaliteiten van bepalen.
Mijn vragen daarbij zijn :
1. wat is de geraamde meerkost bij het organiseren van een nachtelijke huisvuilophaling?
2. Wordt er vanuit gegaan dat de meeuwen minder vuilniszakken zullen openrijten als ze een hele nacht buitenstaan of zijn daar studies van? Immers niet alle vuilnis wordt onmiddellijk opgehaald.
Alvast bedankt.
Vriendelijke groet,
Michael Vanhee
Gemeenteraadslid van de Stad Oostende namens VOORUIT
Motivatie: Onze stad kent een aanzienlijke toename van het aantal vakantiewoningen, vakantieappartementen en Airbnb's. Op zichzelf geen probleem wel integendeel maar zijn die wel allemaal vergund en in regel?
Vragen:
1) Wat is het totaal aantal vakantiewoningen enerzijds en Airbnb 's anderzijds in Oostende ?
2) Hoe vaak en op welke wijze worden deze accommodaties gecontroleerd ?
3) Zijn er al niet-geregistreerde Airbnb's gesloten ? Zo ja, hoeveel zijn er dat en om welke redenen ?
Beste korpschef
Ik had graag wat verduidelijking gekregen naar aanleiding van de uitspraken in de verschillende media over het handhaven van zone 30. Meer specifiek wat betreft het stuk Zilverlaan tussen de Gistelsesteenweg en het rondpunt ter hoogte van het Sportpark.
Daar blijkt toch wat onduidelijkheid over te zijn. Volgens sommigen wordt er op dat stuk, alleen maar geflitst om de stadskas te spijzen. Volgens schepen Anseeuw is de snelheid op dat stuk Zilverlaan gevoelig gedaald en werden er op dat stuk nog geen enkele snelheidsboetes uitgeschreven.
Graag wat verheldering.
Bijkomend werd er beweert dat het stadsbestuur meteen na de invoering van de zone 30 overal flitspalen heeft neergepoot en de politie ingeschakeld heeft om zo veel mogelijk flitsboetes te genereren. Ik dacht te begrepen hebben dat er eerst gesensibiliseerd werd en dat pas daarna handhaving volgde als sluitstuk. Kan hier ook wat verduidelijking rond komen?
Toelichting: de meeuwenproblematiek in Oostende duurt al vele jaren met vele door meeuwen opengescheurde afvalzakken en allerlei afval op straat. Trots op Oostende komt nu met een voorstel om een nachtelijke ophaling van huisvuil te voorzien.
Vraag: Waarom is de nachtelijke afvalophaling na een volledige legislatuur niet eerder ingevoerd ? Is dit wel uitvoerbaar ? Wat zal dit kosten ?
De heer Kurt Claeys, schepen, heeft op 19 augustus 2024 de Voorzitter van de Gemeenteraad op de hoogte gebracht dat hij ontslag wenst te nemen als schepen (artikel 48 van het decreet lokaal bestuur).
Er wordt voorgesteld dat de Gemeenteraad hiervan akte neemt.
Beslist:
Enig artikel:
Neemt akte van het ontslag als schepen van de heer Kurt Claeys.
De heer Kurt Claeys, gemeenteraadslid, heeft op 19 augustus 2024 de Voorzitter van de Gemeenteraad op de hoogte gebracht dat hij ontslag wenst te nemen als gemeenteraadslid (artikel 13 van het decreet lokaal bestuur).
Er wordt voorgesteld dat de Gemeenteraad hiervan akte neemt.
Beslist:
Enig artikel:
Neemt akte van het ontslag als gemeenteraadslid van de heer Kurt Claeys.
De heer Kurt Claeys, gemeenteraadslid, heeft op 19 augustus 2024 de Voorzitter van de Gemeenteraad op de hoogte gebracht dat hij ontslag neemt als gemeenteraadslid.
Overeenkomstig artikel 14 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt hij vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 08 juli 2011.
De eerstvolgende opvolger, de heer Niek Calcoen, heeft meegedeeld dat hij het mandaat van gemeenteraadslid wenst op te nemen.
Overeenkomstig artikel 14 van het Decreet Lokaal Bestuur worden de geloofsbrieven van de heer Niek Calcoen onderzocht. Er wordt vastgesteld dat de betrokkene aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en niet verkeert in een geval van onverenigbaarheid.
De geloofsbrieven worden goedgekeurd en de betrokkene wordt geïnstalleerd als werkend gemeenteraadslid, na de eed te hebben afgelegd.
Beslist:
Artikel 1
Keurt de geloofsbrieven van de heer Niek Calcoen goed.
Artikel 2
De heer Niek Calcoen komt ter vergadering en legt de eed af in handen van de heer Wouter De Vriendt, voorzitter van de gemeenteraad.
Artikel 3
De voorzitter van de gemeenteraad maakt akte van de eedaflegging en verklaart de heer Niek Calcoen aangesteld als gemeenteraadslid.
Bij brief van 19 augustus 2024 deelde schepen Kurt Claeys mee dat hij ontslag neemt als schepen.
De Gemeenteraad nam kennis van dit ontslag in een voorafgaandelijk punt op dezelfde zitting.
In de akte van voordracht d.d. 15 december 2018 werd geen opvolger aangeduid. Overeenkomstig artikel 49 §1 van het decreet lokaal bestuur dient de Gemeenteraad te beslissen of zij het opengevallen mandaat al dan niet wenst in te vullen.
Als de Gemeenteraad beslist heeft om het mandaat in te vullen dient overeenkomstig artikel 49 §1 van het decreet lokaal bestuur tot een nieuwe verkiezing te worden overgegaan binnen de twee maanden na het openvallen van het schepenmandaat. De schepen dient verkozen te worden op basis van een nieuwe akte van voordracht, ontvankelijk overeenkomstig de decretale vereisten.
Zodoende wordt voorgesteld om de volgende beslissing te nemen:
Enig artikel:
Beslist om het schepenmandaat, opengevallen ingevolge het ontslag van de heer Kurt Claeys, in te vullen en zodoende overeenkomstig artikel 49 §1 van het decreet lokaal bestuur tot een nieuwe verkiezing van schepen over te gaan.
Op dit punt werd een amendement goedgekeurd met volgende tekst:
De akte van voordracht van de kandidaat-schepen werd overhandigd aan mevrouw Siegelinde Lacoere, algemeen directeur op 26 augustus 2024.
In de ontvankelijke voordrachtsakte wordt 1 kandidaat-schepen voorgedragen, nl. de heer Danick Minne.
Derhalve wordt de naam van de heer Danick Minne aangevuld in dit voorstel tot beslissing.
Beslist
de toelichting bij het punt in voormelde zin en artikel 2 in hiernavolgende zin aan te passen:
Artikel 2
Verklaart de voorgedragen kandidaat-schepen verkozen en neemt akte van de eedaflegging van de schepen:
Danick Minne - schepen - met ingang van 26 augustus 2024.
Oorspronkelijke tekst:
"De akte van voordracht van de kandidaat-schepen werd overhandigd aan mevrouw Siegelinde Lacoere, algemeen directeur op ... augustus 2024."
Wordt volgens amendement gewijzigd in:
"De akte van voordracht van de kandidaat-schepen werd overhandigd aan mevrouw Siegelinde Lacoere, algemeen directeur op 26 augustus 2024."
Mevrouw Siegelinde Lacoere, algemeen directeur, overhandigt de akte van voordracht aan de heer Wouter De Vriendt, voorzitter van de gemeenteraad.
De heer Wouter De Vriendt, voorzitter, stelt vast dat de akte van voordracht van kandidaat-schepen werd ondertekend door meer dan de helft van de verkozen gemeenteraadsleden en door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen.
De heer Wouter De Vriendt, voorzitter, kan dus de ontvankelijkheid van de akte bevestigen.
In de ontvankelijke voordrachtsakte wordt 1 kandidaat-schepen voorgedragen.
".......................... - kandidaat schepen"
Wordt volgens amendement gewijzigd in:
"Danick Minne - kandidaat schepen"
De kandidaat-schepen heeft de eed afgelegd als gemeenteraadslid.
De kandidaat-schepen bevindt zich niet in een situatie van onverenigbaarheid.
Voor het mandaat wordt aanvaard, legt de hierboven genoemde persoon in openbare zitting de volgende eed af in handen van de heer Bart Tommelein, burgemeester:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".
Besluit
Artikel 1
Neemt akte van de ontvankelijke akte van voordracht van de kandidaat-schepen.
"Artikel 2
Verklaart de voorgedragen kandidaat-schepen verkozen en neemt akte van de eedaflegging van de schepen:
.................................. - schepen - met ingang van 26 augustus 2024."
Wordt volgens amendement gewijzigd in:
"Artikel 2
Verklaart de voorgedragen kandidaat-schepen verkozen en neemt akte van de eedaflegging van de schepen:
Danick Minne - schepen - met ingang van 26 augustus 2024."
De akte van voordracht van de kandidaat-schepen werd overhandigd aan mevrouw Siegelinde Lacoere, algemeen directeur op 26 augustus 2024.
In de ontvankelijke voordrachtsakte wordt 1 kandidaat-schepen voorgedragen, nl. de heer Danick Minne.
Derhalve wordt de naam van de heer Danick Minne aangevuld in dit voorstel tot beslissing.
Beslist
de toelichting bij het punt in voormelde zin en artikel 2 in hiernavolgende zin aan te passen:
artikel 2
verklaart de voorgedragen kandidaat-schepen verkozen en neemt akte van de eedaflegging van de schepen:
Danick Minne -schepen - met ingang van 26 augustus 2024.
-
1) Speelstraat Steenovenstraat op 31 augustus 2024;
2) Belgisch kampioenschap Livesaving van 30 augustus 2024 tot en met 01 september 2024;
3) VIStival van 02 september 2024 tot en met 10 september 2024;
4) Raida on Tour op 12 september 2024, 13 september 2024 en 14 september 2024;
5) West Quarter Festival op 13 september 2024 en 14 september 2024 en 15 september 2024;
6) Strapdag op 20 september 2024;
7) Straatfeest Muntstraat op 14 september 2024;
8) Dries Claeysfeesten op 14 september 2024;
Artikel 63 van het Decreet lokaal bestuur.
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.
Neemt de volgende verkeersmaatregelen aan:
1) Speelstraat Steenovenstraat
Op zaterdag 31 augustus 2024 van 14.00 uur tot 17.00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• Steenovenstraat, tussen de Dageraadstraat en de Nieuwelangestraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 (en F45C).
Van vrijdag 30 augustus 2024 van 06.00 uur tot en met maandag 02 augustus 2024 om 22.00 uur:
2.Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Steenovenstraat, t.h.v. huisnummer 86.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
2) Belgisch kampioenschap Livesaving
Van vrijdag 30 augustus 2024 om 18.00 uur tot en met zondag 01 september 2024 om 20:00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Zeedijk, vanaf 17 Oktoberstraat, kant Zeedijk voor 5 plaatsen.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
3) VIStival
Van maandag 02 september 2024 van 08.00 uur tot en met dinsdag 10 september 2024 22.00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Cardijnplein 11, 10 parkeerplaatsen t.h.v. de afvalstraat.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
Van vrijdag 06 september 2024 om 09.00 uur tot en met maandag 09 september 2024 om 22.00 uur:
2. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Chrysantenstraat 30, parking van OC De Blomme.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
4) Raida on Tour
Op donderdag 12 september 2024, vrijdag 13 september 2024 en zaterdag 14 september 2024, telkens van 08.00 uur tot 21.00 uur:
1. Op de navolgende weg is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Vindictivelaan, kant gebouwen, ter hoogte van huisnummer 13.
Deze maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
5) West Quarter Festival
Van woensdag 11 september 2024 om 08:00 uur tot en met zondag 15 september 2024 om 22:00 uur:1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• Stuiverstraat van Gerechtsplein tot houten paaltjes De maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
6) Strapdag
Op vrijdag 20 september 2024 van 06:00 uur tot en met 22:00 uur:1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:
• De Rudderstraat, tussen Schietbaanstraat en Voorhavenlaan straat;
• Thomas Van Loostraat, tussen Schietbaanstraat en Voorhavenlaan De maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 (en F45C).
2. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder het stilstaan en parkeren verboden:
• De Rudderstraat, tussen Schietbaanstraat en Voorhavenlaan, beide kanten;
• Thomas Van Loostraat, tussen Schietbaanstraat en Voorhavenlaan, beide kanten De maatregel wordt gesignaleerd met het verkeersteken E3.
7) Straatfeest Muntstraat
Van vrijdag 13 september 2024 om 06:00 uur tot en met maandag 16 september 2024 om 18:00 uur:1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:• Muntstraat, tussen Kerkplein en NieuwedokstraatDe maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 (en F45C).8) Dries Claeysfeesten
Op zaterdag 14 september 2024 van 06:00 uur tot 22:00 uur:1. Op de navolgende wegen is voor iedere bestuurder de toegang in beide richtingen verboden:• Dries Claeysstraat vanaf het kruispunt met de TaboralaanDe maatregel wordt gesignaleerd door het verkeersteken C3 .
-
De Burgemeester heeft op 07 juni 2024, 11 juni 2024, 14 juni 2024, 18 juni 2024, 21 juni 2024, 02 juli 2024, 05 juli 2024, 12 juli 2024, 16 juli 2024, 30 juli 2024 en 02 augustus 2024 Besluiten genomen om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen waarborgen naar aanleiding van:
1) Vuurtoren Bruist (erratum) op 15 juni en 16 juni 2024;
2) Sky Burn op 15 juni 2024;
3) Wijkfeest De Rudderstraat op 15 juni en 16 juni 2024;
4) Vuurtoren Bruist (erratum 2) op 15 juni en 16 juni 2024;
5) Concerten Rammstein (erratum) op 27 en 28 juni 2024;
6) De langste dag op 29 juni 2024;
7) Vlaanderen zingt op 10 juli 2024;
8) Viering Vlaamse feestdag familievoorstelling op 11 juli 2024;
9) Vlaamse feestdag 11 juliviering op 11 juli 2024;
10) Wedersamenstelling dossier Koewacht op 26 juni 2024;
11) EK skeeleren Zandvoorde 2024 van 12 juli 2024 tot en met 24 juli 2024;
12) Taiko Peace Project op 06 augustus 2024;
13) IkkoopinOostende-dagen op 26 juli 2024, 27 juli 2024 en 28 juli 2024;
14) Zomerrommelmarkt Hazegras van 27 juli 2024 tot en met 28 juli 2024;
15) Taiko Peace Project (aanpassing) op 09 augustus 2024;
16) Opendeur Opvangcentrum vogels en wilde dieren Oostende op 17 augustus 2024;
17) Stenerijdt 2024 op 11 augustus 2024;
18) Rommelmarkt 't Vraagteken op 03 augustus 2024;
19) Theater aan Zee van 31 juli 2024 tot en met 10 augustus 2024;
20) Theater aan Zee (erratum) van 31 juli 2024 tot en met 10 augustus 2024;
21) Mira d'Or festival op 27 juli 2024;
22) Viering Nationale feestdag Oostende danst op 21 juli 2024;
23) EK Skeeleren Marathon op 25 juli 2024;
24) Theater aan Zee (erratum 2) van 31 juli 2024 tot en met 10 augustus 2024;
25) Theater aan Zee (erratum 3) van 31 juli 2024 tot en met 10 augustus 2024;
26) Zwanefeesten 2024 van 31 juli 2024 tot en met 04 augustus 2024;
27) Opening nieuwe vestiging op 24 augustus 2024;
28) Paulusfeesten 2024 van 13 augustus 2024 tot en met 19 augustus 2024;
29) Rommelmarkt Korenbloemlaan op 24 augustus 2024 en 25 augustus 2024;
30) Ek Skeeleren (erratum) op donderdag 25 juli 2024;
31) Rommelmarkt Meiboom op 04 augustus 2024;
32) W-Festival 2024 vn 23 augustus 2024 tot en met 25 augustus 2024;
33) Sportzomer 2024 op 31 juli 2024;
34) Extreme Challenge Oostende Houffalize op 19 augustus 2024;
35) 34 jaar kapsalon Hair Aphrodite op 16 augustus 2024;
36) Mariakerkerie op 09 augustus 2024 en 10 augustus 2024.
Art. 63 van het Decreet Lokaal bestuur;
Het Decreet van 28 april 1993, houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten;
Art. 133-133bis van de Nieuwe Gemeentewet.
Neemt akte van de Besluiten die de Burgemeester heeft genomen op 07 juni 2024, 11 juni 2024, 14 juni 2024, 18 juni 2024, 21 juni 2024, 25 juni 2024, 02 juli 2024, 05 juli 2024, 12 juli 2024, 16 juli 2024, 30 juli 2024 en 02 augustus 2024 om de veiligheid van de (weg)gebruikers en de deelnemers te kunnen waarborgen.
Stuurt een afschrift van deze Besluiten aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge en van de Politierechtbank in Brugge, afdeling Oostende.
Zorgverstrekkers en bewoners signaleren dat er vaak langdurig wagens op de voorbehouden plaatsen voor zorgverstrekkers en mensen met een handicap staan geparkeerd.
Het is een prioriteit dat zorgverstrekkers hun patiënten vlot kunnen helpen en dat mensen met een handicap gemakkelijk hun bestemming kunnen bereiken. Daarom werd het aantal parkeerplaatsen voor hen opgetrokken.
Er wordt evenwel vastgesteld dat wagens vaak langdurig op de voorbehouden plaatsen voor zorgverstrekkers en voor mensen met een handicap geparkeerd staan zonder een geldige parkeerkaart. Daarom wordt de stedelijke verordening betreffende parkeren aangepast zodat foutgeparkeerde voertuigen kunnen worden getakeld.
artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
Keurt de gewijzigde de stedelijke verordening betreffende parkeren in bijlage goed.
De schietstand van de Lokale Politie Oostende moet ten gronde aangepakt worden om te voldoen aan de geldende Vlarem-wetgeving.
De vergunning van de schietstand eindigt op 21/06/2027. Bij het aanvragen van een nieuwe vergunning zal de schietstand op dat moment moeten voldoen aan de vigerende normen (onder meer inzake ventilatie).
De huidige renovatie houdt hiermee rekening.
Het technisch dossier, opgemaakt door een studiebureau, brengt de uit te voeren werken in kaart op basis van de huidige toestand.
Het studiebureau staat ons bij uitvoering van de werken na aanbesteding verder bij en fungeert hierin als leidend ambtenaar.
Zie bijlage "GR_Goedkeuring - lastvoorwaarden.pdf"
Zie bijlage "GR_Goedkeuring - lastvoorwaarden.pdf"
Zie bijlage "GR_Goedkeuring - lastvoorwaarden.pdf"
Keurt bijlage "GR_Goedkeuring - lastvoorwaarden.pdf" goed.
Bij de vergelijking tussen het aantal betrekkingen voorzien in de formatie en de reële bezetting in FTE's komt naar voor dat er:
De gemeenteraad is bevoegd om de open betrekkingen vacant te verklaren, alsook om de selectiemodaliteiten vast te leggen.
De Gemeenteraad is bevoegd om deze selectiecommissies samen te stellen.
De Nieuwe Gemeentewet: artikel 97.
De wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus: artikel 128.
Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
De omzendbrieven GPI 15, 15bis, 15ter, 15 quater en 15 quinquies betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
De Gemeenteraad is bevoegd om deze selectiecommissies samen te stellen.
Het besluit wordt meegedeeld aan DRP.
Op 01 april 2025 gaat de korpschef van de lokale politie Oostende op rust en beëindigt hij zijn mandaat als korpschef. Het mandaat van korpschef wordt bijgevolg vanaf 01 april 2025 bij mandaat vacant verklaard door de gemeenteraad.
De gemeenteraad moet de personeelsbezetting voorafgaand vaststellen om zo de categorie van het mandaat, zoals bepaald in artikel 67 van de exoduswet, te kunnen bepalen.
De gemeenteraad moet de personeelsbezetting vaststellen.
De personeelsbezetting is, conform artikel VII.22 UBPol, de som van alle personeelsleden van het operationeel en administratief en logistiek kader.
Op 1/8/2024 waren 371 personeelsleden tewerkgesteld bij de lokale politie Oostende. In voltijdse equivalenten uitgedrukt waren er 339,5 personeelsleden tewerkgesteld op 1/8/2024.
Het mandaat van een korps van een lokale politie dat een personeelsbezetting omvat van ten minste 300 doch minder dan 600 voltijds tewerkgestelde personeelsleden valt, conform artikel 67 van de exoduswet, onder mandaatcategorie 4.
De personeelsbezetting en de daaruit volgende bepaling van de categorie waarin het te begeven mandaat wordt ingedeeld, blijft ongewijzigd tot aan de eerstvolgende vacantverklaring of hernieuwing van het bij mandaat te begeven ambt.
De wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten: de artikelen 65-69.
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten: de artikelen VI.III.1 – VI.III.3
Ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten: artikel VII.22
Stelt de personeelsbezetting op 01/08/2024 vast op 371 personeelsleden, tewerkgesteld a rato van 339,5 FTE’s.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
In toepassing hiervan werd in 2019 het meerjarenplan opgemaakt en goedgekeurd voor de periode van 2020 tot 2025 in de Gemeenteraad van 14 december 2019. Dit meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020, voorgesteld in schema M3.
Het meerjarenplan van een lokaal bestuur bevat de planning van het beleid en de financiën voor 6 jaar. Het bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. De vorm en inhoud van het meerjarenplan moet, bovenop de algemene voorwaarden voor beleidsrapporten, voldoen aan een aantal specifieke regels.
Artikel 257 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt o.a.dat minstens één keer per jaar het meerjarenplan aangepast wordt, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 26 oktober 2020. Met deze aanpassingen werden voornamelijk de effecten van de coronacrisis op de financiën van ons lokaal bestuur ondervangen.
De tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 12 december 2020. De laatste aanpassingen aan het budget 2020 werden doorgevoerd; daarnaast werden de budgetten voor het jaar 2021 aangepast aan de recentste verwachtingen en prognoses.
De derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 25 oktober 2021. De laatste aanpassingen aan het budget 2021 werden doorgevoerd; daarnaast werden de budgetten voor het jaar 2022, jaren 2023 tot en met 2025 aangepast aan de recentste verwachtingen en prognoses.
De vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 28 november 2022. De laatste aanpassingen aan het budget 2022 werden doorgevoerd; daarnaast werden de budgetten voor het jaar 2023, jaren 2024 tot en met 2025 aangepast aan de recentste verwachtingen en prognoses.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 23 oktober 2023. De laatste aanpassingen aan het budget 2023 werden doorgevoerd; daarnaast werden de budgetten aangepast aan de recentste verwachtingen en prognoses (waar van toepassing zijnde) voor de jaren 2024 tot en met 2025 in het meerjarenplan 2020-2025. In de schema's M2, T2 en T4 werden de 3 toekomstige jaren (tot en met 2026) uitdrukkelijk en wettelijk verplicht opgenomen.
De jaarrekening 2023 werd in de Gemeenteraad van 27 mei 2024 vastgesteld.
Het financieel evenwicht van een aanpassing van het meerjarenplan waarbij de kredieten voor het lopende boekjaar worden gewijzigd, kan alleen worden aangetoond als de jaarrekening van het boekjaar dat voorafgaat aan het lopende boekjaar, vastgesteld is door de raad en verwerkt in het meerjarenplan.(cfr. artikel 16 van het BVR BBC).
De zesde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24 juni 2024 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing 6 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 24 juni 2024, door de Gemeenteraad in zitting van 24 juni 2024.
Het dossier (vaststelling zesde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025) werd digitaal aangeleverd aan de provinciegouverneur op 27 juni 2024 cfr. de wettelijke bepalingen.
Uit hun onderzoek is gebleken dat het beschikbaar budgettair resultaat in de 6de aanpassing van het meerjarenplan negatief is in 2026. Bijgevolg werd er niet voldaan aan de evenwichtsnorm, zijnde het toestandsevenwicht, waarbij het geraamde beschikbaar budgettair resultaat per boekjaar groter of gelijk moet zijn aan nul (cfr. artikel 16 van het BVR BBC).
Door de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen (d.d. 17 juli 2024) werd gemeld dat de nodige rechtzettingen zo snel mogelijk doorgevoerd moeten worden in een nieuwe aanpassing van het meerjarenplan (besluitvorming door de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 augustus 2024).
Kennisname van de vaststelling van 17 juli 2024 van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen met betrekking tot het beleidsrapport 'aanpassing 6 van het meerjarenplan 2020-2025' werd geagendeerd op de raden van 26 augustus 2024.
Deze zevende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is het gevolg van de formele opmerking van het Agentschap Binnenlands en wordt nu aangeboden voor vaststelling door de Gemeenteraad.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en haar wijzigingen (o.a. Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 20217 over het lokaal bestuur van 17 februari 2023).
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC) en haar wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC) en haar wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Stelt de aanpassing 7 van het meerjarenplan 2020-2025 vast.
Levert dit besluit digitaal aan de toezichthoudende overheid aan.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
In toepassing hiervan werd in 2019 het meerjarenplan opgemaakt en goedgekeurd voor de periode van 2020 tot 2025 in de Gemeenteraad van 14 december 2019. Dit meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor maximaal 2 boekjaren, voorgesteld in schema M3.
Het meerjarenplan van een lokaal bestuur bevat de planning van het beleid en de financiën voor 6 jaar. Het bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
Artikel 257 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt o.a.dat minstens één keer per jaar het meerjarenplan aangepast wordt, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 oktober 2020 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 26 oktober 2020, door de Gemeenteraad in zitting van 26 oktober 2020.
De tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12 december 2020 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 12 december 2020, door de Gemeenteraad in zitting van 12 december 2020.
De derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 25 oktober 2021 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 25 oktober 2021, door de Gemeenteraad in zitting van 25 oktober 2021.
De vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 28 november 2022 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 28 november 2022, door de Gemeenteraad in zitting van 28 november 2022.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 23 oktober 2023 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 23 oktober 2023, door de Gemeenteraad in zitting van 23 oktober 2023.
De zesde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24 juni 2024 en goedgekeurd voor het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn i.f.v. de aanpassing 6 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld in zitting van 24 juni 2024, door de Gemeenteraad in zitting van 24 juni 2024.
De aanpassing 7 van het meerjarenplan 2020-2025 wordt voorgelegd aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor vaststelling in zitting van 26 augustus 2024.
Artikel 249 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn over hun deel van elk beleidsrapport stemmen. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de Gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De zevende vastgestelde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 wordt nu aangeboden voor goedkeuring.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en haar wijzigingen (o.a. Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 20217 over het lokaal bestuur van 17 februari 2023).
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC) en haar wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC) en haar wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Keurt het deel, dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 26 augustus 2024 i.f.v. de aanpassing 7 van het meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld, goed.
Levert dit besluit digitaal aan de toezichthoudende overheid aan.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
In toepassing hiervan werd in 2019 het meerjarenplan opgemaakt en goedgekeurd voor de periode van 2020 tot 2025 in de Gemeenteraad van 14 december 2019. Dit meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020, voorgesteld in schema M3.
Het meerjarenplan van een lokaal bestuur bevat de planning van het beleid en de financiën voor 6 jaar. Het bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. De vorm en inhoud van het meerjarenplan moet, bovenop de algemene voorwaarden voor beleidsrapporten, voldoen aan een aantal specifieke regels.
Artikel 257 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt o.a.dat minstens één keer per jaar het meerjarenplan aangepast wordt, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 26 oktober 2020.
De tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 12 december 2020.
De derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 25 oktober 2021.
De vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 28 november 2022.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 23 oktober 2023.
De jaarrekening 2023 werd in de Gemeenteraad van 27 mei 2024 vastgesteld.
De zesde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld in de Gemeenteraad van 24 juni 2024.
Het dossier (vaststelling zesde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025) werd digitaal aangeleverd aan de provinciegouverneur op 27 juni 2024 cfr. de wettelijke bepalingen.
Het nazicht heeft geleid tot de volgende inhoudelijke vaststelling:
Financieel evenwicht in 2026
Het meerjarenplan moet beantwoorden aan 2 evenwichtsnormen.
- het toestandsevenwicht: het geraamde beschikbaar budgettair resultaat moet per boekjaar groter of gelijk zijn aan nul;
- het structureel evenwicht: de geraamde autofinancieringsmarge moet in het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan groter
of gelijk zijn aan nul.
Uit onderzoek van de aanpassing van het meerjarenplan blijkt echter dat het beschikbaar budgettair resultaat in 2026, -2.118.781€, negatief is. De eerste norm van het financieel evenwicht is dus geschonden.
Door de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen (d.d. 17 juli 2024) wordt gemeld dat de nodige rechtzettingen zo snel mogelijk doorgevoerd moeten worden in een nieuwe aanpassing van het meerjarenplan (besluitvorming door de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 augustus 2024).
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en haar wijzigingen (o.a. Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 20217 over het lokaal bestuur van 17 februari 2023).
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC) en haar wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC) en haar wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Neemt kennis van de vaststelling van 17 juli 2024 van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen met betrekking tot het beleidsrapport 'aanpassing 6 van het meerjarenplan 2020-2025'.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 29.
- Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 5.
- Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, datum 12/09/2018
- Decreet over het lokaal bestuur, datum 22/12/2017 + wijzigingen, artikel 171 en artikel 263
De regelgeving met betrekking tot beleidsrapporten legt de verplichting op om aan de raadsleden driemaal per jaar te rapporteren over de beleidsdoelstellingen en de uitvoering ervan:
- bij de aanpassing van het meerjarenplan in het najaar
- bij de vaststelling van de jaarrekening in het voorjaar
- minstens één tussentijdse rapportering over het eerste semester in het vroege najaar, minstens voor het einde van het derde kwartaal.
Dit rapport voldoet aan de verplichting met betrekking tot de frequentie en de inhoud over het rapporteren van de stand van zaken van het meerjarenplan aan de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 29.
- Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 5.
- Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, datum 12/09/2018
- Decreet over het lokaal bestuur, datum 22/12/2017 + wijzigingen, artikel 171 en artikel 263
De Gemeenteraad neemt kennis van de stand van zaken over het eerste semester van 2024 van het meerjarenplan, conform de decretale verplichtingen inzake rapportering.
Binnen het Europees subsidieprogramma “Interreg Europe” werd het project DECA (Delivering Effective Climate Actions) uitgewerkt.
ENERGAP (Maribor), is de lead partner bij deze Interreg Europe projectaanvraag en heeft de Stad Oostende uitgenodigd om toe te treden tot een consortium met partnersteden en -regio’s over heel Europa. Samen met Roermond (NL) vertegenwoordigt Stad Oostende hier West-Europa. De andere partners zijn het energie-agentschap van Mazovia (Warschau, PL), het energieagentschap van de regio Tartu (EE), de provincie Kronoberg (SE), de stad Lissabon (PT), de gemeente Roermond (NL) en de provincie Treviso (ITA).
Het projectvoorstel DECA wil de efficiëntie van het klimaatbeleid (focus op adaptatie) bij lokale overheden verbeteren en hun uitgaven verminderen. Het project zal zich daarom enerzijds richten op het Europese financieringslandschap voor klimaatacties en anderzijds de partnersteden en -regio’s ondersteunen bij het uitbouwen van een lokale stakeholdersgemeenschap waarmee samen projecten gerealiseerd kunnen worden.
De deelname aan het DECA-project zal de expertise van de Stad vergroten in respectievelijk:
Het college stemde in z'n zitting van 15 mei 2023 in met de deelname van de stad Oostende in dit projectvoorstel.
De lead partner ontving, op 13 maart 2024, een schrijven waarin de goedkeuring van het project door het Interreg Europe Monitoring Comité van 12 december 2023 werd bevestigd
Het project startte op 1 april 2024 en loopt tot 30 juni 2028.
ENERGRAP (Maribor) treedt op als lead partner voor het project DECA (Delivering Effective Climate Actions).
Via het opmaken van deze 'partnership agreement' tussen de lead partner en alle projectpartners worden de afspraken voor de uitvoering van het project vastgelegd voor de duur van het project. Daarbij wordt vertrokken van een standaarddocument zoals opgemaakt door de beheersdiensten van het Interreg Europe programma.
Alle partners wordt nu gevraagd deze overeenkomst goed te keuren en te ondertekenen.
Het project werd op 12 december 2023 goedgekeurd door het Monitoring Comité van het Interreg Europe programma (zie ook bijlage: DECA Finalapprovalletter 240312.pdf).
Keurt de 'partnership agreement/ partnerschapsovereenkomst' tussen ENERGRAP (lead Partner) en de stad Oostende (projectpartner) ter uitvoering van het Interreg Europe project 'DECA (Delivering Effective Climate Actions)' goed.
Ondertekent de 'partnership agreement/ partnerschapsovereenkomst' tussen ENERGRAP (lead Partner) en de stad Oostende (projectpartner) ter uitvoering van het Interreg Europe project 'DECA (Delivering Effective Climate Actions).
Binnen het Europees subsidieprogramma Horizon Europe werd het project Bauhaus Bites (Positive Food Environments Fortified with Nature-Based Solutions and New European Bauhaus) ingediend.
De projectleider is de Noorse Universiteit voor Wetenschap en Technologie in Trondheim (Norwegian University of Science and Technology - NTNU).
Naast Oostende zijn er nog 6 andere steden betrokken: Zagreb, Fundao, Palermo, Sarajevo, Birmingham, Murska Sabota.
De partners van Bauhaus Bites engageren zich om duurzame en gezonde voedselomgevingen te implementeren, versterkt door de New European Bauhaus principes en rekening houdend met natuurlijke processen. Bauhaus Bites zal zo de aangeduide voedselomgevingen transformeren tot meer duurzame, inclusieve en esthetische wijken.
Voor Oostende zal ingezet worden op de vuurtorenwijk, een wijk met verschillende uitdagingen op vlak van de voedselomgeving (= alle plaatsen waar eet- en drinkaanbod aanwezig is, maar ook de plaatsen waar je wordt blootgesteld aan (online) beeldmateriaal en reclame van eten):
Al deze aspecten zullen in het project bestudeerd en aangepakt worden met concrete acties, in samenwerking met alle bevoegde diensten en organisaties of instanties in de wijk.
Het college stemde op de zitting van 26 januari 2024 in met de deelname van de stad Oostende aan dit projectvoorstel.
De projectleider ontving op 20 juni 2024 bericht dat het project op de selectieprocedure een goede score behaalde en dat de voorbereidingen van de subsidie overeenkomst (GA = Grant Agreement) zullen starten.
Het project zal starten op 1 november 2024 en loopt tot 31 oktober 2027.
De Noorse Universiteit voor Wetenschap en Technologie in Trondheim (Norwegian University of Science and Technology - NTNU) treedt op als projectleider voor Bauhaus Bites.
Via het opmaken van deze 'consortium agreement' tussen de projectleider en alle projectpartners worden de afspraken voor de uitvoering van het project vastgelegd voor de duur van het project. Daarbij wordt vertrokken van een standaarddocument zoals opgemaakt door de beheersdiensten van het Horizon Europe programma.
Aan de partners wordt nu gevraagd deze overeenkomst goed te keuren en te ondertekenen.
Het projectpartnerschap ontving op 20 juni 2024 bericht dat het project de selectieprocedure gehaald heeft en dat de voorbereidingen van de subsidie overeenkomst (GA = Grant Agreement) zal opstarten (zie bijlage).
Keurt de 'consortium agreement/consortium overeenkomst' tussen NTNU (project leider) en de stad Oostende (projectpartner) ter uitvoering van het Horizon Europe project 'Bauhaus Bites' goed.
Ondertekent de 'consortium agreement/consortium overeenkomst' tussen NTNU (projectpartner) en de stad Oostende (projectpartner) ter uitvoering van het Horizon Europe project 'Bauhaus Bites'.
In haar zitting van 29 januari 2024 keurde de Gemeenteraad het document “Hospital Governance AZ Oostende” goed.
Het Hospital Governance Akkoord dient daartoe als een leidraad voor een bestuur dat niet alleen voldoet aan de wettelijke normen en een kader biedt voor de organisatorische structuur van het ziekenhuis, maar ook de hoogste ethische standaarden nastreeft. Met dit charter wil de vzw-ziekenhuisvereniging AZ Oostende meer bepaald transparantie bieden in het geheel van regels en praktijken die de wijze bepalen waarop het ziekenhuis wordt geleid.
Dit charter toont onder meer aan dat de vzw-ziekenhuisvereniging AZ Oostende wil blijven uitblinken in het vervullen van zijn doel, namelijk het aanbieden van kwaliteitsvolle verzorging tegen de beste kostprijs, met respect voor ieders ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging en ongeacht de inkomens-, verzekerbaarheids- of vermogenstoestand. Deze kernwaarden worden steeds voor ogen gehouden bij het maken van beslissingen en het bepalen van de strategische en operationele doelstellingen.
Het Hospital Governance Akkoord richt zich niet alleen tot het bestuursorgaan en de algemene vergadering van de vzw-ziekenhuisvereniging AZ Oostende, maar ook tot alle artsen en medewerkers binnen het ziekenhuis, de verschillende overlegorganen die opgericht worden door het bestuur, het directiecomité en de medische raad/raden van het ziekenhuis.
Op 1 februari 2024 werd het Hospital Governance Akkoord ondertekend, na goedkeuring door het bestuur van vzw AZ Damiaan (23/01/2024), het bestuur van de AV Henri Serruys (29/01/2024), het bestuur van vzw AZ Oostende (12/01/2024) en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn (29/01/2024). In dit akkoord worden de kernwaarden voor de toekomstige beheersorganen van vzw AZ Oostende vastgelegd, en wordt de wijze bepaald waarop het ziekenhuis in de toekomst zal worden geleid.
In uitvoering van hoofdstuk 7 van het Hospital Governance Akkoord wil het bestuur van vzw AZ Oostende de methodologie met betrekking tot de samenstelling van de beheersorganen van en de aanstelling van bestuurders/afgevaardigden verder uitwerken, zodat dit geïmplementeerd kan worden vanaf 1 januari 2025. Deze methodologie geldt tevens voor elke toekomstige vervanging van bestuurders/afgevaardigden. Elke toekomstige bestuurder/afgevaardigde zal bijgevolg volgens de methodologie zoals hieronder afgesproken, voorgedragen en aangesteld worden.
Teneinde diverse en complementaire beheersorganen binnen vzw AZ Oostende te kunnen samenstellen, wordt door het bestuur van vzw AZ Oostende een extern gespecialiseerd kantoor, Mercuri Urval, ingeschakeld om de huidige cyclus en de implementatie vanaf 1 januari 2025 te begeleiden. Ook voor nieuwe aanstellingen of vervangingen van toekomstige bestuurders/afgevaardigden na 1 januari 2025 wordt een extern gespecialiseerd kantoor ingeschakeld, dat steeds dezelfde methodologie zal hanteren.
Dit werd opgenomen in een bijlage aan het Hospital Governance Akkoord. Het document "Bijlage I - Hospital Governance Akkoord AZ Oostende" ligt hier dan ook ter goedkeuring voor.
Eenzelfde dossier zal ter goedkeuring aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn worden voorgelegd.
Deel 3, titel 4, hoofdstuk 4 Decreet Lokaal Bestuur,
Deel 1, Boek I, Wetboek van vennootschappen en verenigingen,
Hoofdstuk 7 van het Hospital Governance Akkoord,
Ziekenhuiswet en KB 31 mei 1989 m.b.t. de ziekenhuisfusie.
Neemt akte van het document “Bijlage I - Hospital Governance Akkoord AZ Oostende”, hierbij als bijlage opgenomen.
Keurt het document “Bijlage I - Hospital Governance Akkoord AZ Oostende”, hierbij als bijlage openomen, goed.
De Stad heeft op 26 mei 2015 een erfpacht verleend aan KV Stadion Oostende nv, op heden Oostende Stadion nv, bij akte verleden op 26 mei 2015 en aangepast bij akte verleden op 23 oktober 2020 met betrekking tot het nieuw opgericht voetbalstadion gelegen aan de Leopold Van Tyghemlaan 62, op het kadaster gekend als “sportgebouw” onder Oostende, vierde afdeling, sectie A, nummer 0150/H/12 P0000.
Artikel 12 van de erfpachtovereenkomst bepaalt: "Partijen komen overeen dat het de doorslaggevende bedoeling is om Koninklijke Voetbalvereniging Oostende te laten voetballen in de infrastructuur van het onroerend goed. Derhalve zal de stad het aan de erfpachthouder toegekende recht van erfpacht kunnen beëindigen middels ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs in geval van faillissement, ontbinding, gerechtelijke reorganisatie, nietigverklaring, in vereffeningstelling van Koninklijke Voetbalvereniging Oostende of van zodra het onroerend goed en de bestaande opstallen die het voorwerp uitmaken van de erfpacht, gedurende een termijn van zes (6) maanden niet worden gebruikt door een voetbalclub die speelt in één van de vier hoogste reeksen van de competitiestructuur van het Belgisch voetbal en in zijn naam duidelijk naar de stad Oostende verwijst.”
Gelet op de recente berichtgevingen omtrent de Koninklijke Voetbalvereniging Oostende besliste het College van Burgemeester en Schepenen op 13 juni 2024 tot het goedkeuren van een brief waarbij het recht van erfpacht van Oostende Stadion nv op grond van artikel 12 van de erfpachtakte d.d. 26 mei 2015, gewijzigd bij notariële akte d.d. 23 oktober 2020 met onmiddellijke ingang werd beëindigd.
Bij hetzelfde besluit gaf het College opdracht aan de Dienst Juridische en Bestuurszaken om deze brief aangetekend met ontvangstbewijs en per gewone post te versturen aan Oostende Stadion nv. Tot slot gaf het College opdracht aan de Dienst om kopie van de brief eveneens toe te sturen aan mr. Content in zijn hoedanigheid van curator van het faillissement over KV Oostende nv.
De brief werd aansluitend op 17 juni 2024 verstuurd aan Oostende Stadion NV en in kopie bezorgd aan de curator van het faillissement over KV Oostende nv.
Artikel 12 van de erfpachtakte verleden op 26 mei 2015 en aangepast bij notariële akte op 23 oktober 2020.
Bekrachtigt de beslissing d.d. 13 juni 2024 van het College van Burgemeester en Schepenen genaamd '2024_CBS_03209 - K.V. Oostende - erfpacht omtrent stadion gelegen aan de Leopold Van Tyghemlaan 62 - Ontwerpbrief - Goedkeuring'.
De stad is vennoot van de divisie Secundaire Diensten van Farys.
Bij gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2017 bracht de Stad het gebruiksrecht op het sportdomein De Schorre, gelegen aan de Sportparklaan te 8400 Oostende in in de divisie secundaire diensten van Farys per 01/08/2017.
Bij gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2018 nam de Stad het gebruiksrecht op deelperceel grond gelegen ter hoogte van de terreinen 31 tot en met 34 terug uit de divisie secundaire diensten van Farys per 27/08/2017 met het oog op het optrekken van het trainingscentrum door KVO nv.
Bij gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2021 nam de Stad het gebruiksrecht op de voetbalterreinen 31,32, 33 en 34, zoals aangeduid op bijgevoegd plan, gelegen aan de Sportparklaan te 8400 Oostende terug uit de divisie secundaire diensten van Farys per 01/07/2021.
De Stad wenst in een nakomend besluit geagendeerd op dezelfde zitting van de Gemeenteraad een bezetting ter bede te verlenen op het trainingscentrum, de oefenterreinen 31-32-33-34 en de gebouwen U en W aan vzw KSV Diksmuide.
Met het oog op het verlenen van deze bezetting ter bede dienen de stroken grond gelegen op het sportdomein De Schorre tussen de velden 31, 32, 33 en 34 (inclusief de hierop staande gebouwen U en W) teruggenomen te worden uit de divisie secundaire diensten van Farys.
Decreet Lokaal Bestuur
bepalingen van de S-Divisie van Farys
Met ingang van heden wordt beslist tot terugname van het gebruiksrecht uit de S-divisie van Farys voor wat betreft de stroken grond gelegen op het sportdomein De Schorre tussen de velden 31, 32, 33 en 34 (inclusief gebouwen U en W), zoals aangeduid op bijgevoegd plan.
Deze beslissing gebeurt conform de bepalingen van de statuten:
Met betrekking tot de eventueel nog door Farys voor rekening van de stad Oostende afgesloten contracten en overeenkomsten, wordt principieel waar nodig, een overname door de stad voorzien. De overdracht naar de stad wordt desgevallend voorzien middels een driepartijenovereenkomst.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing.
Art 40 en art 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De Koninklijke Voetbalvereniging Oostende nv is op 04 juni 2024 door de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Brugge failliet verklaard. Het faillissement werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 10 juni 2024.
Gelet op dit faillissement is de Stad op zoek gegaan naar een oplossing. Die oplossing is gevonden in een samenwerking met de Koninklijke Sportvereniging Diksmuide. De Gemeenteraad keurde in zitting van 26 juni de intentieovereenkomst met KSV Diksmuide goed.
De Stad had op 10 september 2018 een erfpacht verleend aan KVO nv met betrekking tot het trainingscentrum.
Blijkens brief van 05 juli 2024 heeft de curator van KVO NV, Meester Patrick Content, meegedeeld dat deze erfpacht werd beëindigd door de curatele waardoor het Trainingscentrum, gelegen aan de Stuiverstraat 599+ terug in volle eigendom is van Stad Oostende. Met het oog op de samenwerking met KSV Diksmuide wenst de Stad Oostende het gebruik van dit Trainingscentrum, samen met de oefenvelden 31, 32, 33, 34 en gebouwen U en W door middel van een bezetting ter bede aan KSV Diksmuide te geven.
Het faillissement van KVO nv en de BTW-eenheid met KVO vzw heeft tot gevolg dat de jeugdwerking, waarbij de Oostendse jeugd naar professioneel voetbal in eigen stad kan doorstromen, ernstig geïmpacteerd werd. Hierdoor dreigt ook de maatschappelijke return waaraan KVO actief werkte in het kader van de jeugdwerking en ruimer te verdwijnen, waardoor bepaalde doelgroepen binnen de Stad en de stedelijke cohesie negatief worden getroffen. Door dit alles wordt het sociale weefsel van de jeugdploegen en de supporters, en zodoende de sociale cohesie van de Stad in ruime zin getroffen.
De Stad is dan ook op zoek gegaan naar een snelle oplossing - in de eerste plaats voor de jeugdwerking -, en sloot de intentieovereenkomst met KSV Diksmuide, zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad in zitting van 26 juni 2024. Dankzij deze intentieovereenkomst kan de jeugd in Oostende blijven voetballen.
In navolging van deze intentieovereenkomst wordt voorgesteld om een bezetting ter bede te geven aan KSV Diksmuide op het trainingscentrum, de oefenterreinen 31-32-33-34 en de gebouwen U en W, gelegen te Stuiverstraat 599+. Volgende redenen van algemeen belang rechtvaardigen dat er hiertoe wordt afgeweken van mededinging:
- door het bevestigen van de samenwerking door middel van een bezetting ter bede wordt gegarandeerd dat de jeugdwerking een doorstart kan nemen gekoppeld aan het niveau van een club uit de derde amateurafdeling. Het is van algemeen belang dat de jeugdwerking verder op een professionele en structurele wijze kan omkaderd blijven en kan werken, wat beter nagestreefd kan worden door te beschikken over een eerste ploeg die speelt op regionaal niveau met bijhorende doorstroommogelijkheden voor de jeugd, dan door opnieuw als het ware van nul te beginnen. Met het oog op de continuïteit in de structurele en kwalitatieve begeleiding van deze jeugdspelers in Oostende werd gekeken naar een snelle oplossing, opdat het sportieve aanbod van jeugdvoetbal in Oostende kan worden gevrijwaard en hiermee gepaard gaande het belangrijke sociale weefsel van de jeugdwerking.
- de stad Oostende zal door het bevestigen van de intentie via deze bezetting ter bede een voetbalploeg hebben die regionaal speelt en tevens kans maakt om op termijn op hoger niveau te spelen, dit met het oog op het zoveel mogelijk vrijwaren van de verbindende functie van het supporteren voor Oostends voetbal, hetgeen moeilijker zou geweest zijn indien men opnieuw van nul had dienen te beginnen. KSV Diksmuide heeft zich in het licht van deze samenwerking er dan ook toe verbonden hun naam te wijzigen naar Koninklijke Voetbalclub Diksmuide-Oostende.
- KSV Diksmuide verbindt zich ertoe zich in te schrijven in de doelen van maatschappelijke return van de stad Oostende.
- bij de zoektocht naar een partner om de bovenvermelde doelen van algemeen belang te verzekeren, diende ook rekening te worden gehouden met art. B3.25 van het bondreglement van de Belgische Voetbalbond, die stelt dat wanneer een club haar exploitatiezetel wil verplaatsen, dit dient te gebeuren binnen een straal van maximum 30 km (afstand in vogelvlucht tussen het middelpunt van het hoofdspeelveld van de oude en de nieuwe exploitatiezetel), waardoor het aantal valabele kandidaten ook wordt beperkt.
Om KSV Diksmuide alle kansen te geven om de komende jaren te groeien (zowel op vlak van de jeugdwerking als de eerste ploeg), en dus alle kansen te geven om de bovenvermelde doelstellingen van algemeen belang te kunnen waarborgen, samen gelezen met het gegeven dat clubs die een licentie aanvragen voor de eerste, tweede en derde amateurafdeling vanaf seizoen 2024-2025 een positief eigen vermogen dienen te hebben en minstens break-even dienen te draaien, wordt voorgesteld om de gebruikersvergoeding te beperken tot één (1) euro per jaar. De gebruikersvergoeding zal opnieuw onderhandeld worden indien KSVD in 1B of een hoger klasse speelt.
Art. 293 en verder het Decreet Lokaal Bestuur
Keurt de tijdelijke bezettingsovereenkomst, waarvan kopie in bijlage 'Bezetting ter Bede_Trainingscentrum' goed.
Art 40 en art 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De Koninklijke Voetbalvereniging Oostende nv is op 04 juni 2024 door de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Brugge failliet verklaard. Het faillissement werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 10 juni 2024.
Gelet op dit faillissement is de Stad op zoek gegaan naar een oplossing. Die oplossing is gevonden in een samenwerking met de Koninklijke Sportvereniging Diksmuide. De Gemeenteraad keurde in zitting van 26 juni de intentieovereenkomst met KSV Diksmuide goed.
De Stad had op 26 mei 2015 een erfpacht verleend aan KV Stadion Oostende nv met betrekking tot het nieuw opgericht voetbalstadion gelegen aan de Leopold Van Tyghemlaan 62.
Blijkens brief van 17 juni 2024 werd deze erfpacht beëindigd waardoor het Stadion gelegen aan de Leopold Van Tyghemlaan 62 terug in volle eigendom is van Stad Oostende. Met het oog op de samenwerking met KSV Diksmuide wenst de Stad Oostende het gebruik van dit Stadion door middel van een bezetting ter bede aan KSV Diksmuide te geven.
Het faillissement van KVO nv en de BTW-eenheid met KVO vzw heeft tot gevolg dat de jeugdwerking, waarbij de Oostendse jeugd naar professioneel voetbal in eigen stad kan doorstromen, ernstig geïmpacteerd werd. Hierdoor dreigt ook de maatschappelijke return waaraan KVO actief werkte in het kader van de jeugdwerking en ruimer te verdwijnen, waardoor bepaalde doelgroepen binnen de Stad en de stedelijke cohesie negatief worden getroffen. Door dit alles wordt het sociale weefsel van de jeugdploegen en de supporters, en zodoende de sociale cohesie van de Stad in ruime zin getroffen.
De Stad is dan ook op zoek gegaan naar een snelle oplossing - in de eerste plaats voor de jeugdwerking -, en sloot de intentieovereenkomst met KSV Diksmuide, zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad in zitting van 26 juni 2024. Dankzij deze intentieovereenkomst kan de jeugd in Oostende blijven voetballen.
In navolging van deze intentieovereenkomst wordt voorgesteld om een bezetting ter bede te geven aan KSV Diksmuide op het stadion gelegen aan de Leopold Van Tyghemlaan 62. Volgende redenen van algemeen belang rechtvaardigen dat er hiertoe wordt afgeweken van mededinging:
- door het bevestigen van de samenwerking door middel van een bezetting ter bede wordt gegarandeerd dat de jeugdwerking een doorstart kan nemen gekoppeld aan het niveau van een club uit de derde amateurafdeling. Het is van algemeen belang dat de jeugdwerking verder op een professionele en structurele wijze kan omkaderd blijven en kan werken, wat beter nagestreefd kan worden door te beschikken over een eerste ploeg die speelt op regionaal niveau met bijhorende doorstroommogelijkheden voor de jeugd, dan door opnieuw als het ware van nul te beginnen. Met het oog op de continuïteit in de structurele en kwalitatieve begeleiding van deze jeugdspelers in Oostende werd gekeken naar een snelle oplossing, opdat het sportieve aanbod van jeugdvoetbal in Oostende kan worden gevrijwaard en hiermee gepaard gaande het belangrijke sociale weefsel van de jeugdwerking.
- de stad Oostende zal door het bevestigen van de intentie via deze bezetting ter bede een voetbalploeg hebben die regionaal speelt en tevens kans maakt om op termijn op hoger niveau te spelen, dit met het oog op het zoveel mogelijk vrijwaren van de verbindende functie van het supporteren voor Oostends voetbal, hetgeen moeilijker zou geweest zijn indien men opnieuw van nul had dienen te beginnen. KSV Diksmuide heeft zich in het licht van deze samenwerking er dan ook toe verbonden hun naam te wijzigen naar Koninklijke Voetbalclub Diksmuide-Oostende.
- KSV Diksmuide verbindt zich ertoe zich in te schrijven in de doelen van maatschappelijke return van de stad Oostende.
- bij de zoektocht naar een partner om de bovenvermelde doelen van algemeen belang te verzekeren, diende ook rekening te worden gehouden met art. B3.25 van het bondreglement van de Belgische Voetbalbond, die stelt dat wanneer een club haar exploitatiezetel wil verplaatsen, dit dient te gebeuren binnen een straal van maximum 30 km (afstand in vogelvlucht tussen het middelpunt van het hoofdspeelveld van de oude en de nieuwe exploitatiezetel), waardoor het aantal valabele kandidaten ook wordt beperkt.
Om KSV Diksmuide alle kansen te geven om de komende jaren te groeien (zowel op vlak van de jeugdwerking als de eerste ploeg), en dus alle kansen te geven om de bovenvermelde doelstellingen van algemeen belang te kunnen waarborgen, samen gelezen met het gegeven dat clubs die een licentie aanvragen voor de eerste, tweede en derde amateurafdeling vanaf seizoen 2024-2025 een positief eigen vermogen dienen te hebben en minstens break-even dienen te draaien, wordt voorgesteld om de gebruikersvergoeding te beperken tot één (1) euro per jaar. De gebruikersvergoeding zal opnieuw onderhandeld worden indien KSVO in 1B of een hoger klasse speelt.
Art. 293 en verder van het Decreet Lokaal Bestuur
Keurt de tijdelijke bezettingsovereenkomst, waarvan kopie in bijlage 'Bezetting ter Bede_Stadion' goed.
KV Oostende vzw kreeg jaarlijks een subsidie ten bedrage van 365.000 euro ter ondersteuning van haar jeugdwerking op basis van de overeenkomst in eerste bijlage van dit besluit. De Ondernemingsrechtbank Gent - afdeling Brugge heeft op 4 juni 2024 het faillissement van de NV KV Oostende uitgesproken. De NV KV Oostende verloor haar stamnummer bij de KBVB. De eerste ploeg van KV Oostende kan bijgevolg ook niet meer op Oostends grondgebied spelen.
Artikel 6 van de overeenkomst vermeldt:
De Stad kan, middels ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, de overeenkomst in de volgende gevallen beëindigen:
Op basis van het verlies van stamnummer van de NV KV Oostende wenst de Stad de overeenkomst te beëindigen. KV Oostende vzw zal met aangetekende brief hiervan op de hoogte gebracht worden.
Gemeenteraadsbesluit 2020_GR_00230 en de bijhorende overeenkomst.
Beëindigt de subsidieovereenkomst tussen de stad Oostende en KV Oostende vzw, gesloten in de zitting van de Gemeenteraad op 22 juni 2020.
Keurt de aangetekende brief ter kennisgeving van de beëindiging van deze overeenkomst, gericht aan KV Oostende vzw met ondernemingsnummer 0421.675.034, goed en geeft opdracht aan het College van Burgemeester en Schepenen om dit aangetekend schrijven te versturen naar KV Oostende vzw.
Het faillissement van KVO nv en de BTW-eenheid met KVO vzw heeft tot gevolg dat de jeugdwerking, waarbij de Oostendse jeugd naar professioneel voetbal in eigen stad kan doorstromen, ernstig geïmpacteerd werd. Hierdoor dreigt ook de maatschappelijke return waaraan KVO actief werkte in het kader van de jeugdwerking en ruimer te verdwijnen. Door dit alles wordt het sociale weefsel van de jeugdploegen en de supporters, en zodoende de sociale cohesie van de Stad in ruime zin getroffen.
De Stad is dan ook op zoek gegaan naar een snelle oplossing - in de eerste plaats voor de jeugdwerking - en sloot de intentieovereenkomst af met KSV Diksmuide, zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad in zitting van 26 juni 2024. Dankzij deze intentieovereenkomst kan de jeugd in Oostende blijven voetballen.
In navolging van deze intentieovereenkomst wordt voorgesteld om een subsidie te geven aan KSV Diksmuide vzw - vanaf 2025 KV Diksmuide vzw - Oostende, hierna genoemd KVDO, - voor de doorstart en verdere ontwikkeling van de jeugdwerking op Oostends grondgebied.
Het is van algemeen belang dat de jeugdwerking verder op een professionele en structurele wijze kan omkaderd blijven en kan werken, wat beter nagestreefd kan worden door te beschikken over een eerste ploeg die speelt op regionaal niveau met bijhorende doorstroommogelijkheden voor de jeugd, dan door opnieuw als het ware van nul te beginnen. Op deze manier kan ook de jeugd zo snel mogelijk terug meespelen op het hoogste niveau van het jeugdvoetbal in België.
Met het oog op de continuïteit in de structurele- en kwalitatieve begeleiding van deze jeugdspelers in Oostende werd gekeken naar een snelle oplossing, opdat het sportieve aanbod van jeugdvoetbal in Oostende kan worden gevrijwaard en hiermee gepaard gaande het belangrijke sociale weefsel van de jeugdwerking.
KVDO zal door het bevestigen van de intentie via deze subsidieovereenkomst jeugdafdelingen hebben die spelen in de regionale, provinciale en interprovinciale reeksen en met deze financiële ondersteuningen eveneens kans maken om op termijn terug elite jeugdvoetbal naar Oostende te halen, hetgeen moeilijker zou geweest zijn indien men opnieuw van nul had dienen te beginnen. KSV Diksmuide heeft zich in het licht van deze samenwerking er dan ook toe verbonden hun naam te wijzigen naar Koninklijke Voetbalclub Diksmuide-Oostende.
Met deze subsidieovereenkomst verbindt KVDO zich ertoe zich in te schrijven in de doelen en projecten van maatschappelijke return van de stad Oostende, opdat projecten voor bepaalde doelgroepen kunnen worden bewerkstelligd.
Bij de zoektocht naar een partner om zo snel mogelijk jeugdvoetbal op het hoogste niveau in Oostende te krijgen diende ook rekening te worden gehouden met art. B3.25 van het bondreglement van de Belgische Voetbalbond, die stelt dat wanneer een club haar exploitatiezetel wil verplaatsen, dit dient te gebeuren binnen een straal van maximum 30 km (afstand in vogelvlucht tussen het middelpunt van het hoofdspeelveld van de oude en de nieuwe exploitatiezetel), waardoor het aantal valabele kandidaten beperkt was.
Om KVDO alle kansen te geven om de komende jaren te groeien op het vlak van de jeugdwerking, samen gelezen met het gegeven dat clubs die een licentie aanvragen voor de eerste, tweede en derde amateurafdeling vanaf seizoen 2024-2025 een positief eigen vermogen dienen te hebben en minstens break-even dienen te draaien, wordt voorgesteld om vanaf kalenderjaar 2025 deze subsidieovereenkomst in voege te laten gaan. De overeenkomst zal met beide partijen herbekeken worden wanneer KVDO in eerste klasse B speelt.
Wet van 14 november 1983, houdende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies.
Algemeen subsidiereglement zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 23 november 2020.
De intentieverklaring tussen de Stad Oostende en KSV Diksmuide, die werd goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen op 13 juni 2024 en de Gemeenteraad op 24 juni 2024.
Keurt de subsidieovereenkomst tussen de stad Oostende en KSV Diksmuide vzw - vanaf 2025 KV Diksmuide-Oostende vzw - met ondernemingsnummer 0407.878.070 (die is opgenomen als bijlage van dit besluit) goed.
AG Oostende is de rechtsopvolger van het AG Stadsvernieuwing Oostende, het AG Energiebesparing, het AG Mobil-O en het AG Renov'O en kwam tot stand door de omvorming van het AG Stadsvernieuwing Oostende.
De Gemeenteraad van 26 juni 2023 keurde de statuten van AG Oostende goed.
De overdracht van algemeenheid van het AG Energiebesparing diende op een later, door de Gemeenteraad te beslissen, tijdstip plaats te vinden.
De Gemeenteraad nam in haar zitting van 23 mei 2023 kennis van het rapport van Audit Vlaanderen van 31 maart 2022 met betrekking tot AG Stadsvernieuwing Oostende.
De stad Oostende had voor de beslissing van de Gemeenteraad van 26 juni 2023, naast het AG Stadsvernieuwing Oostende, nog drie AG's, nl. het AG Energiebesparing Oostende, het AG Mobil-O en het AG Renov'O.
Deze laatste werden niet onderworpen aan een organisatie-audit door Audit Vlaanderen, maar vanuit het principe van goede huisvader wilden we deze ook jegens AG Stadsvernieuwing Oostende geformuleerde aanbevelingen toetsen.
Vandaar werd, om tegemoet te komen aan de geformuleerde aanbevelingen inzake organisatiebeheersing, beslist om AG Stadsvernieuwing Oostende om te vormen tot AG Oostende, zijnde in eerste instantie de rechtsopvolger van het AG Stadsvernieuwing en AG Renov'O, en naderhand van het AG Energiebesparing Oostende en het AG Mobil-O.
De Gemeenteraad van 26 juni 2023 keurde de statuten van AG Oostende, goed.
De Gemeenteraad van 18 december 2023 keurde de overdracht van algemeenheid van AG Mobil-O naar AG Oostende, goed.
De volgende stap is nu de overdracht van algemeenheid van AG Energiebesparing Oostende naar AG Oostende.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur en meer bepaald artikel 40.
Gelet op beslissing van de Gemeenteraad van 26 juni 2023, waarbij het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende werd omgevormd tot het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende.
Gelet op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende, en meer bepaald artikel 1.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Energiebesparing wordt bij wijze van overdracht van algemeenheid geïntegreerd in het Autonoom Gemeentebedrijf Oostende op 01 september 2024.
Legt de aanvangsdatum van het boekjaar van de fusievennootschap AG Oostende vast op 01 januari 2024.
Geeft goedkeuring aan de verbintenis van het AG Oostende, aangaande de uitvoering van de taken door het Vlaams Gewest toegekend aan het AG Oostende of krachtens het Energiedecreet, overeenkomstig het bepaalde in titel VIII en titel IX van het Energiedecreet en hoofdstuk IX van titel VII van het Energiebesluit vanaf 01 juli 2024 cf. de beslissing van de Raad van Bestuur van AG Oostende van 22 april 2024.
Ontbindt de rechtspersoon met ondernemingsnummer 0890.616.188. op 01 september 2024.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de verdere uitvoering van dit besluit.
Artikel 12 van de Retributieverordening op het parkeren wordt afgestemd op artikel VI 012 van de Stedelijke Verordening betreffende het Parkeren.
In de Gemeenteraad van 27 mei 2024 werd beslist om de tijdsbeperking van 20 minuten voor het parkeren op kortparkeerplaatsen te wijzigingen naar 30 minuten in de Stedelijke Verordening op het Parkeren.
De vrijstelling van de retributie voor de eerste 20 minuten wordt gewijzigd naar vrijstelling van retributie voor de voorziene parkeerduur en voor het kortparkeren voor langer dan 20 minuten gewijzigd naar kortparkeren voor langer dan de voorziene parkeerduur.
Het Gemeenteraadsbesluit van 14 december 2019, houdende de aanneming van de Retributieverordening op het parkeren voor de periode van 01 januari 2019 tot en met 31 december 2025.
Zijn Besluit van 28 november 2022, houdende de wijziging van de Retributieverordening op het parkeren.
Zijn Besluit van 27 november 2023, houdende de wijziging van de Retributieverordening op het parkeren.
Zijn Besluit van 27 mei 2024, houdende de wijziging van de Retributieverordening op het parkeren.
In artikel 12 wordt naar analogie in artikel VI 012 van de Stedelijke Verordening betreffende het Parkeren de vrijstelling van retributie voor de eerste 20 minuten' gewijzigd naar 'vrijstelling van retributie voor de voorziene parkeerduur'. Hetzelfde geldt in artikel 12 dat 'kortparkeren voor langer dan 20 minuten' wordt gewijzigd naar 'kortparkeren voor langer dan de voorziene parkeerduur'. Vanaf 01 juni 2024 bedraagt de voorziene parkeerduur in artikel VI 012 van de Stedelijke Verordening betreffende het parkeren 30 minuten.
Rekening houdend met de toestand van de stadsfinanciën.
De wet van 04 mei 2023 houdende de invoeging van boek XIX "Schulden van de consument" in het Wetboek van Economisch Recht.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.
Hoofdstuk V/I van het Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, aangevuld bij het decreet van 09 juli 2010.
Het Koninklijk Besluit van 01 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
De Stedelijke Verordening betreffende het parkeren en latere wijzigingen
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, houdende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
Keurt de gewijzigde Retributieverordening op het parkeren zoals opgenomen in bijlage (GR 2024 wijz.2 - Retributieverordening op het parkeren) goed.
Zie bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap'
Zie bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap'
Zie bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap'
Keurt bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap'
Conform artikel 43/4 van de ‘Wet van 07 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de speler, gewijzigd op 07 mei 2019, moeten aanvragers van een vergunning klasse F1 en F2 voor een kansspelinrichting klasse IV een aantal administratieve stukken toevoegen aan hun dossier die ze bij de Kansspelcommissie moeten indienen. Een kopie van het convenant dat werd gesloten tussen de Stad en de uitbater van een kansspelinrichting is één van die administratieve documenten.
De uitbating van een vaste kansspelinrichting klasse IV moet gebeuren mits de uitbater voorafgaandelijk een convenant sluit met de gemeente of stad van vestiging. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse IV en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.
Betcenter Group nv heeft een aanvraag ingediend om een convenant te sluiten met de stad Oostende voor de uitbating van een kansspelinrichting klasse IV voor de locatie in de Troonstraat 91C in 8400 Oostende.
Het betreft een verlenging van een bestaande uitbating.
De aanvraag voldoet aan de voorwaarde om een vergunning te kunnen bekomen als kansspelinrichting klasse IV.
Er zijn volgens de politie ook tijdens de vorige vergunningsperiode geen problemen ondervonden met deze kansspelinrichting.
De dienst Vergunningen stelt daarom voor om in te gaan op de vraag van Betcenter Group nv inzake het sluiten van een convenant voor een kansspelinrichting klasse IV (inrichting voor weddenschappen) voor de inrichting gelegen op het grondgebied van de stad Oostende en in het bijzonder voor de locatie gelegen in de Troonstraat 91C in Oostende.
Wet van 07 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.
Wet van 10 januari 2010 tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft.
Wet van 07 mei 2019 tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij.
Beslist in te gaan op de vraag van Betcenter Group nv, Leopoldplein 16/2, 3500 Hasselt, inzake het sluiten van een convenant voor een kansspelinrichting klasse IV (vaste inrichting voor weddenschappen) voor de inrichting gelegen op het grondgebied van de stad Oostende en in het bijzonder voor de locatie
gelegen in de Troonstraat 91C, 8400 Oostende volgens het als bijlage toegevoegd ontwerp van convenant "convenant_Troonstraat91C.pdf".
Beslist in te gaan op de vraag van de heer Seydi Tekin, voor het sluiten van een convenant tussen de stad Oostende en de heer Seydi Tekin, gedelegeerd bestuurder, namens Betcenter Group nv, voor een kansspelinrichting klasse IV voor de inrichting gelegen in de Troonstraat 91C volgens het als bijlage toegevoegd ontwerp van convenant "convenant_Troonstraat91C.pdf".
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de secundaire uitvoeringsmodaliteiten van dit Besluit.
Een strook grond gelegen in het openbaar domein van de Koolmeesstraat, ingericht als deel van de wegenis en het voetpad, behoort momenteel nog, ieder voor een derde gemeen en onverdeeld, toe aan de consoorten Himpe, met name de heren Leo Himpe, Michel Himpe en Stefaan Himpe. Het betreft de strook grond die bij het Kadaster is gekend in de 9de afdeling sectie B, als nummer 0518 R 004 P0000, met een oppervlakte volgens het Kadaster van 121 m².
De overdracht van de straatbedding aan de Stad werd nog nooit gerealiseerd. Op vandaag onderhoudt de Stad evenwel deze strook grond. Aan de eigenaars werd de vraag gesteld om het goed onvergolden te willen overdragen aan de Stad. Zij hebben hiermee ingestemd, en hebben de verbintenis tot de onvergolden overdracht ondertekend.
De consoorten Himpe hebben de verbintenis tot onvergolden overdracht ondertekend.
Aan de Gemeenteraad wordt voorgesteld om in te stemmen met de onvergolden overname van de strook grond in de Koolmeesstraat, die aan de consoorten Himpe toebehoort.
Art. 5.24 Vlaamse Codex Wonen 2021
Stemt in met de onvergolden overname jegens de consoorten Himpe van een strook grond, bij het Kadaster gekend in de 9de afdeling sectie B, als nummer 0518 R 004 P0000, met een oppervlakte volgens het Kadaster van 121 m², gelegen in het openbaar domein van de Koolmeesstraat, dat is ingericht als deel van de wegenis en het voetpad.
Keurt de tekst in bijlage "ontwerp akte onvergolden overname strook grond Koolmeesstraat - consoorten Himpe" goed.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
In haar zitting van 26 maart 2018 besliste de Gemeenteraad om in te stemmen met de geplande onvergolden overname jegens de nv Milho van de aangelegde wegenis met de bijbehorende infrastructuur, omvattende de wegverharding van de Vlierstraat, Braamstraat en Godtschalckstraat, de rioleringen met inspectieputten, de distributienetten, de openbare-verlichting en alle voorzieningen van openbaar nut, met een totale oppervlakte volgens meting van acht duizend zevenhonderd twintig vierkante meter (8.720 m²), thans gekend bij het Kadaster gekend in de 2de afdeling, sectie B, als nummers 32 D 7 P0000 respectievelijk 32 E 7 P 0000.
De akte van onvergolden overdracht door de nv Milho aan de Stad werd verleden op 13 november 2018.
De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie gaf te kennen dat de nv Milho enkel beschikte over het opstalrecht dat het AGSO haar eerder met meerdere partij heeft toegekend, ingevolge de akte die op 14 september 2006 werd verleden voor Bart van Opstal, geassocieerd notaris in Oostende, en François Blontrock, notaris in Brugge.
Dit bleek ook uit de recente gegevens die bij het Kadaster zijn gekend.
Thans wenst het AGO, als rechtsopvolgster van het AGSO, zijn gerechtigdheden in de eigendom van het goed onvergolden overdragen aan de Stad voor de inlijving ervan in het openbaar domein van de Stad.
Het AGO wenst zijn gerechtigdheden in de eigendom van de wegenis op de site Milho onvergolden overdragen aan de Stad voor de inlijving ervan in het openbaar domein van de Stad.
De Raad van Bestuur van het AGO besliste in de zitting van 3 juni 2024 om zijn gerechtigdheden in de eigendom van het goed onvergolden over te dragen aan de Stad, overeenkomstig het ontwerp van akte, dat hiertoe werd opgemaakt.
Aan de Gemeenteraad wordt voorgesteld om in te stemmen met de onvergolden overname jegens het AGO van zijn gerechtigdheden in de eigendom van het goed, overeenkomstig het ontwerp van akte, dat hierbij is gevoegd als 'ontwerp akte onvergolden overname - AGO - wegenis site MILHO'.
Art. 5.24 Vlaamse Codex Wonen 2021
Stemt in met de onvergolden overname jegens het AGO van zijn gerechtigdheden in de eigendom van de wegenis gelegen op de site van het voormalig Militair Hospitaal in Oostende, met een totale oppervlakte volgens meting van acht duizend zevenhonderd twintig vierkante meter (8.720 m²), bij het Kadaster gekend in de 2de afdeling, sectie B, als nummers 0032 D 7 respectievelijk nummer 0032 E 7.
Keurt de tekst in bijlage "ontwerp akte onvergolden overname - AGO - wegenis site MILHO.pdf" goed.
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.
Art. 41, 2de lid, 11° van het decreet lokaal bestuur
In het Meerjarenplan van de Stad werden voor de komende jaren inkomsten uit het vervreemden van onroerende goederen ingeschreven.
Er werden een aantal panden geselecteerd om openbaar te verkopen, waaronder het gebouw gelegen Lijsterbeslaan 61, bij het Kadaster gekend in de 5de afdeling sectie B met nummers 31 C 10 P0000 respectievelijk 31 B 10 P0000, met een gezamelijke oppervlakte volgens titel van 4.446m², gelet op het feit dat de bestaande concessie op 31 oktober 2024 afloopt en het gegeven dat het pand niet geschikt is om dienstverlening van een lokaal bestuur in te organiseren volgens de huidige geldende normen.
Voor het organiseren van de openbare verkoop en het verlijden van de nodige documenten werd Notulus bv, met standplaats Vijverstraat 49 te 8400 Oostende, aangesteld. Het voornoemde notariskantoor zal via Biddit, het online verkoopplatform van de Belgische notarissen, de openbare verkoop organiseren.
Notariële openbare verkopen voldoen volgens de Omzendbrief 'KB/ABB 2019-/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten' aan de vereisten van art. 293 van het decreet lokaal bestuur inzake transparantie, openbaarheid en publiciteit. De brochure van Biddit inzake online openbare verkopen wordt als bijlage bij huidig besluit gevoegd .
Het voornoemde notariskantoor Notulus heeft m.b.t. de openbare verkoop van het gebouw Lijsterbeslaan 61 het verkoopdossier samengesteld. Het dossier is opgemaakt overeenkomstig de afspraken die binnen de Federatie van Notarissen werden gemaakt om via Biddit aan te bieden en bestaat uit:
- de verkoopsvoorwaarden
- het proces-verbaal van toewijzing
De verkoopsvoorwaarden bestaan uit de bijzondere en algemene verkoopsvoorwaarden en de definities (zie 'Verkoopsvoorwaarden Lijsterbeslaan 61.pdf' in bijlage). De bijzondere verkoopsvoorwaarden omvatten onder meer de instelprijs, de aanvang en sluiting van de biedingen, de bezoeken, de notariële inlichtingen, .....
Daarnaast worden er aan de verkoop nog specifieke voorwaarden opgelegd:
* de verkoop zal gebeuren onder de eeuwigdurende voorwaarde dat de publieke functie tennis met ondersteunende voorzieningen cafetaria en aangepast sanitair dient behouden te blijven. De Stad behoudt zich het recht voor om steeds toezicht te houden op het naleven van deze voorwaarde en bij gebreke eraan alle mogelijke maatregelen te nemen.
* het behoud van de Chiro Mariakerke op deze locatie totdat hun nieuwe locatie klaar is
De algemene verkoopsvoorwaarden omschrijven onder andere het verloop van de online verkoop bij opbod alsook de gevolgen van het uitbrengen van een bod.
De waarde van het onroerend goed werd geschat door een beëdigd landmeter-expert (zie bijlage 'schatting Lijsterbeslaan 61.pdf' in bijlage). Gelet op het economisch belang van de Stad, wordt het schattingsverslag in bijlage bij huidig besluit afgeschermd als niet-openbaar voor de burger.
Gelet op het openbaar karakter van een stadsbestuur en van de beslissingen van haar Gemeenteraad wordt tot slot voorgesteld om af te wijken van de standaard anonimisering van de gegevens van de verkoper op het Bidditplatform, zodat geïnteresseerden kunnen kennis nemen dat het onroerend goed te koop wordt aangeboden door de Stad.
Aan de Gemeenteraad wordt de goedkeuring van de verkoopsvoorwaarden, het sjabloon van het proces-verbaal van toewijzing en het afwijken van de anonimiteit van de verkoper gevraagd.
Na goedkeuring door de Gemeenteraad start de publiciteit op www.biddit.be op 02 september 2024 tot en met 13 oktober 2024, waarna de biedingen aanvangen op 14 oktober 2024 om 14:00 uur en worden gesloten op 22 oktober 2024 om 14:00 uur, onder voorbehoud van eventuele verlengingen ingevolge de zandloper en/of een algemene storing op het biedingsplatform (zie punt 'Aanvang en sluiting van de biedingen' en artikel 9 van de algemene verkoopsvoorwaarden).
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 293 en 296
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 03 mei 2019 m.b.t. de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten
Stemt in met het openbaar te koop stellen van het gebouw Lijsterbeslaan 61, 8400 Oostende door Notulus bv via Biddit.
Verleent toestemming aan Notulus bv om de stad Oostende uitdrukkelijk te vermelden als verkoper van bovenvermeld onroerend goed bij de openbare tekoopstelling via Biddit.
Keurt het ontwerp van verkoopsvoorwaarden en het ontwerpsjabloon van proces-verbaal van toewijzing, in bijlage bij huidig besluit genaamd 'Verkoopsvoorwaarden Lijsterbeslaan 61.pdf' en 'PV van toewijzing Lijsterbeslaan 61.pdf' goed.
Aanvaardt het hoogste overeenkomstig art. 13 van de algemene verkoopsvoorwaarden door de notaris weerhouden bod, voor zover dit bod de door de beëdigd landmeter-expert bepaalde schattingsprijs bereikt, en stemt in met de ondertekening van het proces-verbaal van toewijzing.
Indien het door de notaris weerhouden hoogste bod de schattingsprijs niet bereikt, wordt geen bod aanvaard en wordt de verkoop ingehouden.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de stappen die desgevallend genomen dienen te worden overeenkomstig art. 14 (weigering ondertekening P.V. van toewijzing door de hoogste bieder) en 28 (wanprestatie door de koper) van de algemene verkoopsvoorwaarden.
Wijst de ontvangst van de verkoop van de Lijsterbeslaan 61 toe op volgende budgetsleutels:
* terrein: ST/26010000/005000//2020-918/016///1300-01
* gebouw: ST/26100000/005000//2020-918/016///1300-01
Bij akte van 01 februari 1996 verleden voor Jean Vandecasteele, Burgemeester van de stad Oostende, verwierf de heer en mevrouw Freddy Depecker - Kristel van den Briel het lot industriegrond gelegen Hooggeleedstraat 4 in Oostende, bij het kadaster gekend in de 12de afdeling, sectie A, als nummers 242 P 3 P0000 en 242 S 3 P0000, van de Stad om er de activiteit 'schrijnwerkerij en meubelfabricage', met uitzondering van enige vorm van detailverkoop, uit te oefenen.
Overeenkomstig de bepalingen van de hierboven vermelde akte beschikt de Stad (op grond van artikel 32 §1 van de gewijzigde Wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie, vervangen door Afdeling 4 'Recht van terugkoop en recht van wederovername' van het Decreet ruimtelijke economie van 13 juli 2021) over het recht van terugkoop ingeval dat de verwervende partij de activiteiten zou staken of de voorwaarden van de bouwvergunning of van de bedrijfsvestiging niet zou naleven.
Bij bericht van 19 juli 2024 heeft notariskantoor Notulus te Oostende, ons Bestuur ingelicht van de geplande verkoop uit de hand van het voormelde lot industriegrond door de heer Freddy Depecker aan enerzijds de heer Quinten Vandenbossche voor 29,29% in vruchtgebruik respectievelijk aan een nog op te richten vennootschap voor 70,71% in blote eigendom.
De huidige activiteit wordt niet behouden. De koper wenst de bestaande activiteit te wijzigen naar:
* aan- en verkoop, in- en uitvoer, ontmantelen, bouwen, ombouwen, onderhouden en herstellen (zowel op het vlak van mechaniek als van koetswerk), tunen, afstellen en sneller maken van jetski's, quads, boten, motoren, auto's, aanhangwagens en toebehoren,
* aan- en verkoop, in- en uitvoer, vervaardigen, bewerken, herstellen en afstellen van competitie- en carrosserieonderdelen en dito wisselstukken.
Enige vorm van detailverkoop op het goed blijft uitgesloten.
Overwegende dat de Stad op heden het goed niet doelmatig kan aanwenden voor industriële of gemeenschapsdoeleinden, heeft het op heden geen zin dat de Stad eigenares zou worden van het goed. Derhalve is het aangewezen dat de Stad afziet van de uitoefening van het recht van terugkoop.
Gezien de activiteiten met de huidige overdracht zullen veranderen naar:
* aan- en verkoop , in- en uitvoer , ontmantelen , bouwen , ombouwen , onderhouden en herstellen (zowel op het vlak van mechaniek als van koetswerk) , tunen , afstellen en sneller maken van jetski's , quads , boten , motoren ,auto's , aanhangwagens en toebehoren
* aan- en verkoop , in- en uitvoer , vervaardigen ,bewerken,herstellen en afstellen van competitie- en carrosserieonderdelen en dito wisselstukken
dient hiermee eveneens ingestemd te worden. Enige vorm van detailverkoop op het goed blijft uitgesloten.
Artikel 32 §1 van de gewijzigde Wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie, vervangen door Afdeling IV 'Recht van terugkoop en recht van wederovername' van het Decreet ruimtelijke economie van 13 juli 2012.
Oefent het recht van terugkoop, bepaald bij artikel 32 van de gewijzigde Wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie, dat werd vervangen door Afdeling IV van het Decreet ruimtelijke economie van 13 juli 2012, niet uit ter gelegenheid van de geplande verkoop uit de hand van een lot industriegrond gelegen Hooggeleedstraat 4 in Oostende, bij het kadaster gekend in de 12de afdeling, sectie A, als nummers 242 P 3 P0000 en 242 S 3 P0000, voor een totale oppervlakte volgens het Kadaster van 1.989 m², toebehorend aan de heer Freddy Depecker.
Verwijst naar het recht van kosteloze overweg en oppervlaktebeschikking van de strook grond, gelegen tussen de percelen 242 P 3 P0000 en 242 S 3 P0000, met een oppervlakte van 211,27m², bij het Kadaster gekend in de 12de afdeling, sectie A, als nummer 242 V 3 P0000, waarvan de bedding toebehoort aan Farys/TMWV, gevestigd te Gent.
Het afzien door de Stad van de uitoefening van het recht van terugkoop is eenmalig en de Stad behoudt voor de toekomst het recht van terugkoop ten opzichte van de overnemer van het goed, en zal het kunnen uitoefenen in het geval de verwervende partij de opgelegde bestemming ervan of één der andere voorwaarden die aan de overname zijn verbonden, niet zou naleven.
Stemt in met de wijziging van de bestemming - met uitzondering van enige vorm van detailverkoop aan verbruikers en die overeenstemt met de vigerende stedenbouwkundige voorschriften - van de uit te oefenen activiteiten, naar:
* aan- en verkoop, in- en uitvoer, ontmantelen, bouwen, ombouwen, onderhouden en herstellen (zowel op het vlak van mechaniek als van koetswerk), tunen, afstellen en sneller maken van jetski's, quads, boten, motoren, auto's, aanhangwagens en toebehoren,
* aan- en verkoop, in- en uitvoer, vervaardigen, bewerken, herstellen en afstellen van competitie- en carrosserieonderdelen en dito wisselstukken
Alle voorwaarden en verplichtingen die in de akte van 01 februari 1996 betreffende de verkoop door de Stad aan de heer en mevrouw Fredy Depecker- Kristel van den Briel werden opgelegd, blijven mutatis mutandis van kracht ten opzichte van de koper, die derhalve in alle rechten en verplichtingen van de verkoper treedt.
De voorschriften van het Gewestplan "Oostende-Middenkust", dat bij een Koninklijk Besluit van 26 januari 1977 werd vastgesteld, moeten strikt nageleefd worden. Volgens deze voorschriften moet op het goed een industriële of ambachtelijke activiteit worden uitgeoefend, met uitsluiting van enige vorm van verkoop in detail aan verbruikers. Het terrein mag geenszins worden aangewend als open stortplaats voor verwezen materialen.
De verwervende partij heeft er kennis van dat de Stad bij de overdracht van industriegronden aan een rechtspersoon de volgende verplichtingen oplegt :
De verwervende partij moet voldoen aan de voorschriften van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Dit behelst dat zij voor de exploitatie en de uitbreiding van het bedrijf, voor zover het een hinderlijk ingedeelde inrichting betreft, naar gelang de klasse waartoe de inrichting behoort, hetzij een melding moet doen, hetzij een aanvraag om vergunning moet indienen.
De bovenvermelde opgesomde bepalingen moeten in de akte van overdracht worden ingelast.
Zie bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze'.
Zie bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze'.
Zie bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze'.
Keurt bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze' goed.
Zie bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze'.
Zie bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze'.
Zie bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze'.
Keurt bijlage '006 - GR_Goedkeuring - Lastvoorwaarden en gunningswijze' goed.
Zie bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap'
Zie bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap'
Zie bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap'
Keurt bijlage '003-GR_Goedkeuring - Instap' goed.
Het terugdringen van het aantal zwerfkatten is een belangrijke uitdaging voor de meeste in Vlaanderen. Oostende vormt hier geen uitzondering op. Zwerfkatten zwerven rond in de stad en in de polders zonder enige thuis en zorgen vaak voor problemen op populatieniveau, creëren overlast bij de mensen in de buurt en kunnen zwaar wegen op de gezondheid van lokale ecosystemen. De overlast kan gaan van geluidsoverlast in het paarseizoen, het openkrabben van huisvuilzakken, het verwonden van huiskatten tot geurhinder door het afbakenen van hun territorium. Als stad is Oostende verantwoordelijk voor alle rondzwervende, achtergelaten en verloren gelopen katten en andere dieren op het grondgebied (art. 9 van de Dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986).
Sinds april 2018, heeft elk lokaal bestuur de taak gekregen van Vlaanderen om een diervriendelijk plan op te stellen voor de bestrijding van overlast die wordt gecreëerd door zwerfkatten. Naast deze verplichting is de stad er ook toe gehouden een meldpunt op te richten voor de inwoners en tenslotte ook om de zwerfkatten die opnieuw worden vrijgelaten gecontroleerd te voederen en van beschutting te voorzien.
Al enkele jaren vangt en steriliseert of castreert Stad Oostende zwerfkatten die worden gemeld aan de beleidsteam Milieu. Toch is het aandeel zwerfkatten in onze stad nog steeds zeer groot. Een deel van het probleem vindt zijn oorsprong in de vele particuliere nestjes die telkens weer voor nieuwe straatkatten zorgen. Als we deze nieuwe kittens niet tijdig castreren of steriliseren blijft de populatie groeien. Daarnaast moeten de gesteriliseerde of gecastreerde katten ook blijvend verzorgd worden. Dit worden koloniekatten genoemd.
Dit zwerfkattenbeleid wil bouwen op het bestaande beleid en daarbovenop een gestructureerde aanpak bekomen om de populatie van zwerfkatten onder controle houden. Het doel is niet om zwerfkatten te bannen van het grondgebied, maar vooral om een overpopulatie en de risico’s voor mens, dier en de omgeving te vermijden.
De doelstelling van dit beleidsplan is drieledig. Namelijk het aantal niet-gecastreerde of -gesteriliseerde katten herleiden tot een absoluut minimum, een breed publiek informeren over zwerfkatten en de verplichtingen rond katten in het algemeen en daarnaast een gestructureerde werking opzetten voor vrijwilligers die koloniekatten monitoren en voederen.
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018
keurt het zwerfkattenbeleidsplan als bijlage goed.
Op de gemeenteraad van 27 november 2023 werd de kaderovereenkomst tot samenwerking met de VZW Het Blauwe Kruis van de Kust goedgekeurd (zie gekoppeld besluit 2023_GR_ 00354). Op de gemeenteraad van 4 maart 2024 werd de ‘Deelovereenkomst 1 – Opvang’ bij de Kaderovereenkomst goedgekeurd (zie gekoppeld besluit 2024_GR_00063).
In de kaderovereenkomst wordt in artikel 2.2. bepaald dat de VZW BK
Medewerking aan Zwerfkattenbeleid: De VZW BK verleent - indien gevraagd door de Stad - als binnen haar statutair en wettelijke doel haar medewerking aan de uitvoering van het stedelijke zwerfkattenbeleid, indien de VZW BK dit wenst. De precieze voorwaarden en verplichtingen met betrekking tot deze medewerking zullen worden vastgelegd in een specifieke deelovereenkomst getiteld ‘Medewerking Zwerfkattenbeleid’.
De doelstelling van deze overeenkomst is een vlotte samenwerking te verzekeren tussen de Stad in al zijn geledingen en de VZW BK betreffende de problematiek van de zwerfkatten. Zwerfkatten worden als wilde dieren beschouwd en worden niet opgevangen in het asiel. Zij kunnen niet worden aangeboden voor euthanasie, behoudens in het geval van nood en van ernstige ziekte waarover individueel zal worden beslist door de dierenarts.
Het zwerfkattenbeleid is de uitsluitende bevoegdheid en taak van de Stad. De Stad is belast met de opmaak van een diervriendelijk plan voor de bestrijding van overlast die wordt gecreëerd door zwerfkatten.
Dit sluit evenwel niet uit dat er samen kan worden gewerkt met de VZ BK, waarbij de expertise van de medewerkers van de VZW BK; de laagdrempeligheid van toegang voor vrijwilligers en de ervaring met een vrijwilligerswerking kunnen worden ingezet.
De concrete afspraken betreffende deze samenwerking worden in deze deelovereenkomst vastgelegd tussen de Stad Oostende en de VZW BK.
De bepalingen van de Kaderovereenkomst zijn van toepassing op deze deelovereenkomst, in de mate dat de deelovereenkomst hier niet uitdrukkelijk van afwijkt. De begrippen zoals uitgelegd in de kaderovereenkomst hebben dezelfde betekenis als in deze deelovereenkomst. Dit betekent eveneens dat de deelovereenkomst eenzelfde duur heeft als de kaderovereenkomst.Kaderovereenkomst tot samenwerking tussen de stad Oostende en VZW Het Blauwe Kruis van de Kust zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad in zitting van 27 november 2023.
Keurt de in bijlage gevoegde 'Deelovereenkomst 2– Zwerfkatten.pdf', bij de kaderovereenkomst tot samenwerking tussen de Stad Oostende en de VZW Het Blauwe Kruis van de Kust, goed.
Door het Departement Omgeving werd op 7 mei 2023 een advies gevraagd (met referentienummer OMV_2023115874) voor hernieuwing van de milieuvergunning voor de luchthaven Brugge-Oostende, bij het Kadaster gekend in de 9de afdeling, sectie A nrs. 0223 D, 0144 B, 0088 C, 0064 E, 0176 A, 0196 K, 0223 C, 0059 F, 0038 B, 0050 A, 0104 B, 0035 A, 0049 B, 0049 A, 0124 C, 0181 D, 0475 A, 0052 C, 0116 D, 0096 H, 0064 F, 0059 D, 9de afdeling, sectie C nrs. 0200 K, 0200 L, 0200 H, 0200 D, 0327 E, 0429 C, 0465 A, 0483 A, 0423 B, 0327 D, 0409 E, 0474 D, 0474 E, 11de afdeling, sectie A nrs. 0065 Y 2, 0065 X 3, 0065 V 3, 0072 C, 0065 S 2, 0026 H, 0065 K 2, 0065 P 2, 0065 L, 0065 A 3, 0065 E 3, 0142 R 2, 0065 L 2, 0038 N 3, 0065 B 3, 0065 W 3, 0065 R 3, 0065 X 2, 0145 T 8, 0026 G, 0065 C 2, 0080 D, 0026 E, 0065 H 2, 0065 V, 0039 D, 0082 B, 0080 C, 0065 W 2 en 11de afdeling, sectie B nrs. 0014 M, 0001 M 2, 0132 A, 0001 N 2, 0208 2, 0001 K 2, 0001 G 2, 0208 L, 0135 B, 0001 P 2, 0014 N.
De aanvraag omvat tevens een beperkt stedenbouwkundig luik voor het afschaffen van de buurtwegen op luchthaventerrein. Verder worden geen bijkomende stedenbouwkundige handelingen uitgevoerd. Dit is louter een administratieve procedure ter schrapping van de buurtwegen die reeds sinds lange tijd niet meer in gebruik zijn. Het luchthaveterrein, omringt door de Nieuwpoortsesteenweg, Duinkerkseweg, Torhoutsesteenweg, Rolbaanstraat, Leemstraat, Hogedijkweg en Kalkaartweg, wordt gedwarst door verschillende buurtwegen, zoals terug te vinden is in de Atlas der Buurtwegen (zie bijlage ‘BA_AFSCH_I_B_Plan ADB.pdf’). De volgende buurtwegen zijn gesitueerd op het terrein van de luchthaven:
Situering van de buurtwegen:
Op het overzichtsplan in bijlage van de bestaande toestand ‘BA_AFSCH_I_B_Inplantingsplan bestaande toestand.pdf’ staan alle buurtwegen visueel weergegeven.
Procedure:
Conform het besluit van het decreet gemeentewegen van de Vlaamse Regering daterende van 12 augustus 2019 (inwerkingtreding 1 september 2019) dient de volgende procedure gevolgd te worden voor de afschaffing van de buurtweg:
Deze aanvraag werd overeenkomstig artikel 21 §2 van het decreet werd een openbaar onderzoek georganiseerd tijdens de periode van 30.05.2024 tot en met 28.06.2024, waarbij het plan ter inzage op het stadhuis werd neergelegd. De bekendmaking werd aangeplakt op het terrein en op de officiële borden van het stadhuis evenals gepubliceerd op de website van de Stad en in een lokale krant.
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden enkele bezwaarschriften ingediend. De bezwaarschriften handelen echter niet over de afschaffing van de buurtwegen en hebben hier dan ook geen impact op.
Vermits deze aanvraag de wijziging van wegenis omvat, komt het de Gemeenteraad toe de afschaffing van de buurtwegen vast te stellen.
De opheffing van de verschillende buurtwegen worden aan het artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen getoetst.
Het artikel 3 van het decreet gemeentewegen luidt als volgt:
"Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
Het artikel 4 van het decreet gemeentewegen luidt:
"Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
Vooraleer de respectievelijke buurtwegen worden besproken, kan opgemerkt worden dat op een hoger schaalniveau de initiële functionaliteit van de wegenissen is achterhaald:
Sentier 26bis (Zie foto's van de bestaande toestand in bijlage 'BA_AFSCH_F_B_Chemin 2.pdf')
Artikel 3
De af te schaffen Sentier 26bis betreft een gemeenteweg met private bedding en is niet meer zichtbaar op het terrein. De gemeenteweg heeft een variabele breedte gaande van 1m en loopt door het terrein van de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge. De gemeenteweg is niet toegankelijk omwille van de omheining rond de luchthaven aan de noordkant, bedrijventerrein aan de oost- en westkant en agrarisch gebied aan de zuidkant. De betrokken gemeenteweg is hierdoor verdwenen en heeft op het lokaal wegennet geen enkel verbindende functie meer. Door het volledig verdwijnen van deze trage weg wordt deze ook niet meer op recreatief of functioneel vlak gebruikt. Deze buurtweg is er enkel nog op papier vandaar dat de afschaffing ervan wenselijk is. Het terug in ere herstellen van deze buurtweg is gezien luchthavenactiviteiten niet mogelijk.
Aan artikel 3 wordt voldaan.
Artikel 4
Het schrappen van deze buurtweg is in het algemeen belang daar het huidige tracé van de gemeenteweg minstens sinds de tweede wereldoorlog (verplaatsing luchthaven naar huidige site) niet meer wordt gebruikt, op het terrein niet meer zichtbaar is en dat de grondschotel reeds gedurende lange tijd door de aanpalende eigenaars in gebruik is genomen. De gemeenteweg is dan ook in feite verdwenen (punt 1). Het afschaffen is in dit geval een uitzonderingsmaatregel gezien de hier hoger vermelde context en in bijzonder de aanwezigheid van de landingsbaan als harde en permanente obstructie (punt 2). De verkeersveiligheid wordt eveneens in acht genomen. Indien de buurtweg terug in gebruik zou worden genomen, brengt dit de huidige en toekomstige luchthavenactiviteiten in het gedrang (punt 3). De gemeenteweg in kwestie loopt enkel op het grondgebied van Oostende (punt 4). Bij de afweging voor de wijzigingen aan het wegennet werd rekening gehouden met de huidige en toekomstige activiteiten van de luchthaven. De behoeftes van de toekomstige generaties door het verdwijnen van de gemeenteweg worden niet in het gedrang gebracht (punt 5).
Aan artikel 4 is voldaan.
Sentier 5 (Zie foto's van de bestaande toestand in bijlage 'BA_AFSCH_F_B_Sentier 5.pdf')
Artikel 3
De af te schaffen Sentier 5 betreft een gemeenteweg met private bedding en is niet meer zichtbaar op het terrein. De gemeenteweg heeft een variabele breedte gaande van 1m en loopt door het terrein van de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge. De gemeenteweg is niet toegankelijk omwille van de omheining rond de luchthaven aan de noordkant, bedrijventerrein aan de oost- en westkant en agrarisch gebied aan de zuidkant. De betrokken gemeenteweg is hierdoor verdwenen en heeft op het lokaal wegennet geen enkel verbindende functie meer. Door het volledig verdwijnen van deze trage weg wordt deze ook niet meer op recreatief of functioneel vlak gebruikt. Deze buurtweg is er enkel nog op papier vandaar dat de afschaffing ervan wenselijk is. Het terug in ere herstellen van deze buurtweg is gezien luchthavenactiviteiten niet mogelijk.
Aan artikel 3 wordt voldaan.
Artikel 4
Het schrappen van deze buurtweg is in het algemeen belang daar het huidige tracé van de gemeenteweg minstens sinds de tweede wereldoorlog (verplaatsing luchthaven naar huidige site) niet meer wordt gebruikt, op het terrein niet meer zichtbaar is en dat de grondschotel reeds gedurende lange tijd door de aanpalende eigenaars in gebruik is genomen. De gemeenteweg is dan ook in feite verdwenen (punt 1). Het afschaffen is in dit geval een uitzonderingsmaatregel gezien de hier hoger vermelde context en in bijzonder de aanwezigheid van de landingsbaan als harde en permanente obstructie (punt 2). De verkeersveiligheid wordt eveneens in acht genomen. Indien de buurtweg terug in gebruik zou worden genomen, brengt dit de huidige en toekomstige luchthavenactiviteiten in het gedrang (punt 3). De gemeenteweg in kwestie loopt enkel op het grondgebied van Oostende (punt 4). Bij de afweging voor de wijzigingen aan het wegennet werd rekening gehouden met de huidige en toekomstige activiteiten van de luchthaven. De behoeftes van de toekomstige generaties door het verdwijnen van de gemeenteweg worden niet in het gedrang gebracht (punt 5).
Aan artikel 4 is voldaan.
Chemin 6 - deel 1 (Zie foto's van de bestaande toestand in bijlage 'BA_AFSCH_F_B_Chemin 6.1.pdf')
Artikel 3
De af te schaffen Chemin nr 6 - deel 1 betreft een gemeenteweg met openbare bedding en is niet meer zichtbaar op het terrein. De gemeenteweg heeft een variabele breedte gaande van 7 à 10m en loopt door het terrein van de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge. De gemeenteweg is niet toegankelijk omwille van de omheining rond de luchthaven aan de noordkant, bedrijventerrein aan de oost- en westkant en agrarisch gebied aan de zuidkant. De betrokken gemeenteweg is hierdoor verdwenen en heeft op het lokaal wegennet geen enkel verbindende functie meer. Door het volledig verdwijnen van deze trage weg wordt deze ook niet meer op recreatief of functioneel vlak gebruikt. Deze buurtweg is er enkel nog op papier vandaar dat de afschaffing ervan wenselijk is. Het terug in ere herstellen van deze buurtweg is gezien luchthavenactiviteiten niet mogelijk.
Aan artikel 3 wordt voldaan.
Artikel 4
Het schrappen van deze buurtweg is in het algemeen belang daar het huidige tracé van de gemeenteweg minstens sinds de tweede wereldoorlog (verplaatsing luchthaven naar huidige site) niet meer wordt gebruikt, op het terrein niet meer zichtbaar is en dat de grondschotel reeds gedurende lange tijd door de aanpalende eigenaars in gebruik is genomen. De gemeenteweg is dan ook in feite verdwenen (punt 1). Het afschaffen is in dit geval een uitzonderingsmaatregel gezien de hier hoger vermelde context en in bijzonder de aanwezigheid van de landingsbaan als harde en permanente obstructie (punt 2). De verkeersveiligheid wordt eveneens in acht genomen. Indien de buurtweg terug in gebruik zou worden genomen, brengt dit de huidige en toekomstige luchthavenactiviteiten in het gedrang (punt 3). De gemeenteweg in kwestie loopt enkel op het grondgebied van Oostende (punt 4). Bij de afweging voor de wijzigingen aan het wegennet werd rekening gehouden met de huidige en toekomstige activiteiten van de luchthaven. De behoeftes van de toekomstige generaties door het verdwijnen van de gemeenteweg worden niet in het gedrang gebracht (punt 5).
Aan artikel 4 is voldaan.
Chemin 3 - deel 2 (Zie foto's van de bestaande toestand in bijlage 'BA_AFSCH_F_B_Chemin 3.2.pdf')
Artikel 3
De af te schaffen Chemin nr 3 - deel 2 betreft een gemeenteweg met openbare bedding en is niet meer zichtbaar op het terrein. De gemeenteweg heeft een variabele breedte gaande van 13 à 16m en loopt door het terrein van de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge. De gemeenteweg is niet toegankelijk omwille van de omheining rond de luchthaven aan de noordkant, bedrijventerrein aan de oost- en westkant en agrarisch gebied aan de zuidkant. De betrokken gemeenteweg is hierdoor verdwenen en heeft op het lokaal wegennet geen enkel verbindende functie meer. Door het volledig verdwijnen van deze trage weg wordt deze ook niet meer op recreatief of functioneel vlak gebruikt. Deze buurtweg is er enkel nog op papier vandaar dat de afschaffing ervan wenselijk is. Het terug in ere herstellen van deze buurtweg is gezien luchthavenactiviteiten niet mogelijk.
Aan artikel 3 wordt voldaan.
Artikel 4
Het schrappen van deze buurtweg is in het algemeen belang daar het huidige tracé van de gemeenteweg minstens sinds de tweede wereldoorlog (verplaatsing luchthaven naar huidige site) niet meer wordt gebruikt, op het terrein niet meer zichtbaar is en dat de grondschotel reeds gedurende lange tijd door de aanpalende eigenaars in gebruik is genomen. De gemeenteweg is dan ook in feite verdwenen (punt 1). Het afschaffen is in dit geval een uitzonderingsmaatregel gezien de hier hoger vermelde context en in bijzonder de aanwezigheid van de landingsbaan als harde en permanente obstructie (punt 2). De verkeersveiligheid wordt eveneens in acht genomen. Indien de buurtweg terug in gebruik zou worden genomen, brengt dit de huidige en toekomstige luchthavenactiviteiten in het gedrang (punt 3). De gemeenteweg in kwestie loopt enkel op het grondgebied van Oostende (punt 4). Bij de afweging voor de wijzigingen aan het wegennet werd rekening gehouden met de huidige en toekomstige activiteiten van de luchthaven. De behoeftes van de toekomstige generaties door het verdwijnen van de gemeenteweg worden niet in het gedrang gebracht (punt 5).
Aan artikel 4 is voldaan.
Chemin 3 - deel 1 (Zie foto's van de bestaande toestand in bijlage 'BA_AFSCH_F_B_Chemin 3.1.pdf')
Artikel 3
De af te schaffen Chemin nr 3 - deel 1 betreft een gemeenteweg met openbare bedding en is niet meer zichtbaar op het terrein. De gemeenteweg heeft een variabele breedte gaande van 6 à 9m en loopt door het terrein van de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge. De gemeenteweg is niet toegankelijk omwille van de omheining rond de luchthaven aan de noordkant, bedrijventerrein aan de oost- en westkant en agrarisch gebied aan de zuidkant. De betrokken gemeenteweg is hierdoor verdwenen en heeft op het lokaal wegennet geen enkel verbindende functie meer. Door het volledig verdwijnen van deze trage weg wordt deze ook niet meer op recreatief of functioneel vlak gebruikt. Deze buurtweg is er enkel nog op papier vandaar dat de afschaffing ervan wenselijk is. Het terug in ere herstellen van deze buurtweg is gezien luchthavenactiviteiten niet mogelijk.
Aan artikel 3 wordt voldaan.
Artikel 4
Het schrappen van deze buurtweg is in het algemeen belang daar het huidige tracé van de gemeenteweg minstens sinds de tweede wereldoorlog (verplaatsing luchthaven naar huidige site) niet meer wordt gebruikt, op het terrein niet meer zichtbaar is en dat de grondschotel reeds gedurende lange tijd door de aanpalende eigenaars in gebruik is genomen. De gemeenteweg is dan ook in feite verdwenen (punt 1). Het afschaffen is in dit geval een uitzonderingsmaatregel gezien de hier hoger vermelde context en in bijzonder de aanwezigheid van de landingsbaan en de gebouw van de luchthaven als harde en permanente obstructie (punt 2). De verkeersveiligheid wordt eveneens in acht genomen. Indien de buurtweg terug in gebruik zou worden genomen, brengt dit de huidige en toekomstige luchthavenactiviteiten in het gedrang (punt 3). De gemeenteweg in kwestie loopt enkel op het grondgebied van Oostende (punt 4). Bij de afweging voor de wijzigingen aan het wegennet werd rekening gehouden met de huidige en toekomstige activiteiten van de luchthaven. De behoeftes van de toekomstige generaties door het verdwijnen van de gemeenteweg worden niet in het gedrang gebracht (punt 5).
Aan artikel 4 is voldaan.
Chemin 2 (Zie foto's van de bestaande toestand in bijlage 'BA_AFSCH_F_B_Chemin 2.pdf')
Artikel 3
De af te schaffen delen van Chemin nr 2 betreft een gemeenteweg met openbare bedding en is niet meer zichtbaar op het terrein. De gemeenteweg heeft een variabele breedte gaande van 9 à 12m en loopt voor een stuk door het terrein van de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge. Deze twee stukken zijn niet toegankelijk omwille van de omheining rond de luchthaven aan de noordkant, bedrijventerrein aan de oost- en westkant en agrarisch gebied aan de zuidkant. De betrokken stukken van de gemeenteweg zijn hierdoor verdwenen en heeft op het lokaal wegennet geen enkel verbindende functie meer. De rest van de gemeenteweg blijft behouden gezien het grotendeels wordt ingenomen door de Kalkaertstraat. Door het gedeeltelijk verdwijnen van deze trage weg wordt deze ook niet meer op recreatief of functioneel vlak gebruikt. De stukken van de buurtweg zijn er enkel nog op papier vandaar dat de afschaffing ervan wenselijk is. Het terug in ere herstellen van deze delen van de buurtweg zijn gezien luchthavenactiviteiten niet mogelijk.
Aan artikel 3 wordt voldaan.
Artikel 4
Het schrappen van deze buurtweg is in het algemeen belang daar het huidige tracé van de gemeenteweg minstens sinds de tweede wereldoorlog (verplaatsing luchthaven naar huidige site) niet meer wordt gebruikt, op het terrein niet meer zichtbaar is en dat de grondschotel reeds gedurende lange tijd door de aanpalende eigenaars in gebruik is genomen. De gemeenteweg is dan ook in feite verdwenen (punt 1). Het afschaffen is in dit geval een uitzonderingsmaatregel gezien de hier hoger vermelde context en de aanwezigheid van de Kalkaertstraat (punt 2).De verkeersveiligheid wordt eveneens in acht genomen. Indien de buurtweg terug in gebruik zou worden genomen, brengt dit de huidige en toekomstige luchthavenactiviteiten in het gedrang (punt 3). De gemeenteweg in kwestie loopt enkel op het grondgebied van Oostende (punt 4). Bij de afweging voor de wijzigingen aan het wegennet werd rekening gehouden met de huidige en toekomstige activiteiten van de luchthaven. De Kalkartstraat zorgt ervoor dat de behoeftes van de toekomstige generaties door het verdwijnen van de gemeenteweg niet in het gedrang wordt gebracht (punt 5).
Aan artikel 4 is voldaan.
Financiële informatie
Volgens onderstaande schattingsverslagen in bijlage hoeven er geen min- of meerwaarden in rekening gebracht worden:
Overeenkomstig artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet de gemeenteraad een gemotiveerd besluit nemen over de zaak van de wegen.
Stelt de afschaffing van de buurtwegen op luchthaventerrein vast t.b.v. de hernieuwing van de milieuvergunning voor de Luchthaven Oostende - Brugge, zoals is opgetekend in bijgevoegde rooilijnplannen:
Door Woonsprong werd op 17 mei 2024 een omgevingsvergunning (met referentienummer OMV_2024063150) ingediend voor het bouwen van 63 sociale woongelegenheden in 4 blokken met een ondergrondse parkeergarage, bijhorende omgevingsaanleg en de exploitatie van warmtepompen, bij het Kadaster gekend in de 3e afdeling sectie C als nummer 0395/E5.
Deze aanvraag werd overeenkomstig artikel 3 §3.2 van het besluit van 05 mei 2000 van de Vlaamse regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunningen, onderworpen aan de formaliteiten van een openbaar onderzoek tijdens de periode van 27/06/2024 tot en met 26/07/2024, waarbij het plan ter inzage op het stadhuis werd neergelegd. De bekendmaking werd aangeplakt op het terrein en op de officiële borden van het stadhuis evenals gepubliceerd op de website van de Stad.
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden twee bezwaarschriften ingediend. De bezwaarschriften hebben geen betrekking op de vaststelling van het rooilijnplan.
Vermits deze aanvraag de wijziging van wegenis omvat, komt het de Gemeenteraad toe het rooilijnplan ervan vast te stellen.
De vaststelling van het rooilijnplan wordt aan het artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen getoetst.
Het artikel 3 van het decreet gemeentewegen luidt als volgt:
"Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
Het artikel 4 van het decreet gemeentewegen luidt:
"Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
Artikel 3
De gewijzigde uitvoering van het binnengebied omvat het verleggen van enkele voetwegen voor de doorwaadbaarheid van de projectsite en het aanleggen van brandwegen in kader van de toegankelijkheid voor de brandweer. Daarnaast zal ook de groenaanleg en de aanleg van enkele wadi's gebeuren. Het bestaand, veilig wegennet voor de zachte weggebruikers blijft behouden.
Aan artikel 3 is voldaan.
Artikel 4
Het ontwerp rooilijnplan wordt als volgt gemotiveerd:
1. Het algemeen belang van de trageweggebruikers wordt niet geschonden. Door de voorgestelde verplaatsing ontstaat opnieuw een functionele tragewegverbinding in het André Ampepark tussen de Karel Goetghebeurstraat, de Guldensporenlaan en de Seringenstraat.
2. De beoogde voetwegverplaatsing en verbreding voor de brandweg zorgen voor verbetering van de functionele tragewegverbinding in het André Ampepark tussen de Karel Goetghebeurstraat, de Guldensporenlaan en de Seringenstraat.
3. De beoogde voetwegverplaatsing en verbreding zijn gunstig voor de verkeersveiligheid. Deze tragewegverbinding biedt immers een veilig alternatief traject voor fietsers en voetgangers voor de Seringenstraat. Fietsers en voetgangers komende van de Nieuwe Stad kunnen veiliger de Elisabethlaan bereiken.
4. De betrokken voetwegen zijn als actuele gemeentewegen niet gemeentegrensoverschrijdend.
5. De actuele verbindings- en ontsluitingsfuncties van de voetwegen blijven behouden en de behoeften van de toekomstige generaties worden gevrijwaard.
Aan artikel 4 is voldaan.
Overeenkomstig artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet de gemeenteraad een gemotiveerd besluit nemen over de zaak van de wegen.
Stelt het rooilijnplan van de ontworpen voet- en brandwegen t.b.v. voor de bouw van 63 sociale woningen in 4 blokken, een gemeenschapslokaal, fietsenstalling en een ondergrondse parking gelegen in de Karel Goetghebeurstraat 1-3-5-7 vast, zoals is opgetekend op het plan "BA_KGS_I_N_00_inplantingsplan.pdf ".
Belangrijkste voorwaarde is dat in de alternatieve leercontext (ALC) dezelfde basiscompetenties worden verworven als het geval zou zijn binnen de school. Het is de academie die de leerling evalueert, en de opvolging van het leerproces verzekert. Vanaf het volgende schooljaar wordt het generieke toetsingsinstrument gebruikt. Dit instrument moet niet meer worden voorgelegd aan de onderwijsinspectie en vervangt het vroeger goedgekeurde toetsingsinstrument.
Het Conservatorium aan Zee zal vanaf volgend schooljaar gebruik maken van het generiek toetsingsinstrument. Dit toetsingsinstrument wordt opgenomen in het academiereglement en vervangt het vroegere goedgekeurde instrument.
Voor het volgende schooljaar werden een aantal kleine wijzigingen aangebracht in het aanvraagformulier en de overeenkomst van de alternatieve leercontext.
De wijzigingen en het generieke toetsingsinstrument werden voorgelegd aan en goedgekeurd door het Afzonderlijk Bijzonder Comité Onderwijs.
* Wijzigingen in het aanvraagformulier ALC:
Onder volgende rubriek werden toegevoegd
DEEL I: In te vullen door de leerling en de alternatieve leercontext
Alternatieve leercontext waar de leerling het vak wil volgen
Dag van de leeractiviteiten[2][2] Dit mag ook een kalender zijn met daarop de dagen en tijdstippen van de leeractiviteiten
DEEL II: Beslissing van de directeur – in te vullen door de academie
Omschrijving van de onderwijsdoelen die de leerling moet verwerven in de alternatieve leercontext |
|
(Desgevallend: de rapportage[5] die de academie van de leerling verwacht) |
|
[5] Bijvoorbeeld: portfolio, verslag,…
Artikel 4
§2. De verantwoordelijke van de leercontext staat in voor de structurele inhoudelijke begeleiding van de leerling met het oog op het realiseren van de onderwijsdoelen. Hij geeft de leerling regelmatig feedback en is op artistiek-pedagogisch vlak aanspreekpunt voor de contactpersoon van de academie. In samenspraak met de contactpersoon van de academie houdt hij alle relevante informatie beschikbaar. Hij mag alle nuttige inlichtingen betreffende de leerling inwinnen bij de contactpersoon van de academie.
§5. De academie staat in voor de evaluatie van de leerling. De verantwoordelijke van de leercontext verstrekt hiertoe de nodige informatie aan de contactpersoon van de academie. Het gaat om gegevens over zowel het leerproces als het behalen van de afgesproken leerdoelen.
Artikel 9
§2. De alternatieve leercontext staat in voor het effectief en continu toezicht op de minderjarige leerling zodra de leerling de alternatieve leercontext betreedt tot hij ze verlaat. Het schoolbestuur draagt hierbij geen enkele verantwoordelijkheid.
Artikel 11
§3. De verantwoordelijke van de leercontext én eventuele andere personen die de begeleiding opnemen, leggen op vraag van het schoolbestuur een uittreksel uit het strafregister voor als zij rechtstreeks in contact komen met een minderjarige.
§4. De verantwoordelijke van de leercontext verklaart dat de alternatieve leercontext het actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector heeft onderschreven.* Het generieke toetsingsinstrument
Het genieriek toetsingsinstrumnet zal verankerd worden in het academiereglement vervangt het vorige toetsingsinstrument.
Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs (organisatiebesluit), art. 35/1.
Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, art. 3, 6°, 57, 58, tweede lid, 13°.
Akkoord van de afgevaardigden in het Afzonderlijk Bijzonder Comité Onderwijs, gekregen via mail.
Volgende wijzigingen in het aanvraagformulier 'alternatieve leercontext' worden goedgekeurd:
DEEL I: In te vullen door de leerling en de alternatieve leercontext
Alternatieve leercontext waar de leerling het vak wil volgen
Dag van de leeractiviteiten[2][2] Dit mag ook een kalender zijn met daarop de dagen en tijdstippen van de leeractiviteiten
DEEL II: Beslissing van de directeur – in te vullen door de academie
Omschrijving van de onderwijsdoelen die de leerling moet verwerven in de alternatieve leercontext |
|
(Desgevallend: de rapportage[5] die de academie van de leerling verwacht) |
|
[5] Bijvoorbeeld: portfolio, verslag,…
Volgende wijzigingen in de overeenkomst 'alternatieve leercontext' worden goedgekeurd:
Artikel 4
§2. De verantwoordelijke van de leercontext staat in voor de structurele inhoudelijke begeleiding van de leerling met het oog op het realiseren van de onderwijsdoelen. Hij geeft de leerling regelmatig feedback en is op artistiek-pedagogisch vlak aanspreekpunt voor de contactpersoon van de academie. In samenspraak met de contactpersoon van de academie houdt hij alle relevante informatie beschikbaar. Hij mag alle nuttige inlichtingen betreffende de leerling inwinnen bij de contactpersoon van de academie.
§5. De academie staat in voor de evaluatie van de leerling. De verantwoordelijke van de leercontext verstrekt hiertoe de nodige informatie aan de contactpersoon van de academie. Het gaat om gegevens over zowel het leerproces als het behalen van de afgesproken leerdoelen.
Artikel 9
§2. De alternatieve leercontext staat in voor het effectief en continu toezicht op de minderjarige leerling zodra de leerling de alternatieve leercontext betreedt tot hij ze verlaat. Het schoolbestuur draagt hierbij geen enkele verantwoordelijkheid.
Artikel 11
§3. De verantwoordelijke van de leercontext én eventuele andere personen die de begeleiding opnemen, leggen op vraag van het schoolbestuur een uittreksel uit het strafregister voor als zij rechtstreeks in contact komen met een minderjarige.
§4. De verantwoordelijke van de leercontext verklaart dat de alternatieve leercontext het actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector heeft onderschreven.Het generieke toetsingsinstrument vervangt het in 2020 goedgekeurde toetsingsinstrument en wordt opgenomen in het academiereglement:
TOETSINGSINSTRUMENT ALTERNATIEVE LEERCONTEXT (ALC)
Met dit document gaat de academie na of de alternatieve leercontext (organisatie/kunstenaar/vereniging) relevant is voor het inoefenen, verruimen, verdiepen of verbreden van een afgebakende reeks onderwijsdoelen (basiscompetenties, competenties van een beroepskwalificatie of specifieke eindtermen) en of er een kwaliteitsvol leerproces kan plaatsvinden.
Het toetsingsinstrument bevat transparante, betrouwbare en valide toetsingscriteria, ingedeeld volgens 3 hoofdrubrieken, gebaseerd op de kwaliteitsvereisten die het dko-decreet van 9 maart 2018: art. 3.6°, art. 57 vooropstelt:
- de kwaliteit van de leeromgeving,
- de structurele inhoudelijke begeleiding van de leerling die het realiseren van basiscompetenties, specifieke eindtermen of beroepskwalificatie mee garandeert,
- de bewoonbaarheid, veiligheid, hygiëne (BVH).
Het toetsingsinstrument vormt een onderdeel van het academiereglement.
Na een positieve toets van de alternatieve leercontext maakt de academie met de verantwoordelijken van de alternatieve leercontext en de leerling concrete afspraken over de te
verwerven onderwijsdoelen, de wederzijdse afspraken over opvolging van het leerproces, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid voor veiligheid van de leerling. Die afspraken bouwen voort op de toetsingscriteria en komen terecht in een afsprakenkader. Het schoolbestuur en de verantwoordelijke van de ALC bekrachtigen dat afsprakenkader in een overeenkomst. (zie omzendbrief ALC 2.4.1.).
1. Kwaliteitsvolle leeromgeving
1.1. Artistieke en organisatorische werking van de ALC
De visie en werking van de ALC sluiten aan bij het artistiek pedagogisch project (APP) en de visie op evalueren van de academie (zie CAZ-website onder ‘artistiek pedagogisch project). De ALC speelt in haar werking in op de kwaliteitsverwachtingen uit de rubriek “ontwikkeling stimuleren” van het Referentiekader voor onderwijskwaliteit:
- verwachtingen over de doelen,
- de vormgeving van het onderwijsleerproces en leef- en leeromgeving,
- de begeleiding
- de opvolging.
1.2. Relevantie van het aanbod
De ALC zorgt voor uitdagende en haalbare activiteiten die afgestemd zijn op:
- het verwachte beheersingsniveau van de leerling,
- de voorziene leertijd.
Het afsprakenkader (zie omzendbrief ALC 2.4.1) expliciteert de doelen in de ALC en beoordelingscriteria voor de individuele leerling en beschrijft de verhouding tot de onderwijsdoelen:
inoefenen, uitbreiden, verbreden, verdiepen….
1.3. Materiële leeromgeving
De ALC beschikt over geschikte materialen en infrastructuur om de afgesproken doelen te realiseren.
2. Structurele, inhoudelijke begeleiding van het leerproces
2.1. Competenties verantwoordelijke(n) van de ALC
De verantwoordelijke van de ALC of de persoon die de begeleiding opneemt, beschikt als inhoudelijk expert over volgende competenties:
- bezit de basiskennis van de (artistieke) leerinhouden in kwestie (de basiscompetenties, competentie van de beroepskwalificatie of de specifieke eindtermen) en kan die verbreden en verdiepen;
- volgt, analyseert en verwerkt recente ontwikkelingen over relevante artistieke inhouden en vaardigheden;
- zet de verworven artistieke kennis en vaardigheden doelgericht in.
Daarnaast beschikt de verantwoordelijke van de ALC, of de persoon die de begeleiding opneemt, over voldoende agogische en communicatieve competenties geïnspireerd door de typefuncties 1, 2, 4 en 8 uit het beroepsprofiel van de leraar:
- begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen,
- opvoeder,
- organisator,
- partner van externen.
2.2. Doelgerichte begeleiding
De verantwoordelijke van de ALC, of de persoon die de begeleiding opneemt, is bereid om structurele, inhoudelijke begeleiding van de leerling te voorzien en zo bij te dragen zo bij tot het realiseren van de afgesproken onderwijsdoelen (basiscompetenties, competenties van een beroepskwalificatie of specifieke eindtermen).
De concrete afspraken op het niveau van een individuele leerling komen terecht in het afsprakenkader (zie 2.4.1. in de omzendbrief ALC). De ALC engageert zich om de gemaakte afspraken nauwgezet op te volgen met het oog op een kwaliteitsvolle begeleiding.
2.3. Feedback naar de leerling
De verantwoordelijke van de ALC, of de persoon die de begeleiding opneemt, engageert zich om de leerling bruikbare feedback te geven die het leer- en ontwikkelingsproces bevordert. De feedback sluit nauw aan bij de doelen en de leerervaringen en is gericht op de volgende stappen in het leerproces.
2.4. Terugkoppeling over het leerproces naar de academie
De academie en de ALC engageren zich om door een transparante samenwerking en partnerschap de begeleiding te verzekeren. Bij moeilijkheden in het leer- en ontwikkelingsproces zal de ALC de academie meteen informeren zodat er remediëring of heroriëntering kan komen. Op basis van de feedback- en evaluatiegegevens sturen de ALC en de academie het leerproces waar nodig bij.
Het afsprakenkader bevat concrete afspraken over hoe de communicatie over het leerproces zal verlopen.
2.5. Evaluatie van de leerresultaten
2.5.1. Leerlingenevaluatie
De ALC is bereid om betrouwbare gegevens over zowel het leerproces als het behalen van de afgesproken leerdoelen te verzamelen. Daarvoor gebruikt de ALC objectieve beoordelingscriteria die ze helder zal communiceren naar de leerling en de academie met het oog op een brede en onderbouwde leerlingenevaluatie.
2.5.2. Evaluatie van de samenwerking tussen ALC en academie
De academie en de ALC engageren zich om hun onderlinge samenwerking jaarlijks te evalueren en waar nodig bij te sturen. Daarbij hebben ze aandacht voor:
- de kwaliteit van de samenwerking,
- de opvolging van de afspraken,
- de leerresultaten en -effecten.
3. Veilige leeromgeving
3.1. Gedeelde verantwoordelijkheid
De ALC en de academie erkennen de gedeelde verantwoordelijkheid om het fysieke en mentale welzijn van de leerling te garanderen. Het afsprakenkader bevat daarover wederzijdse afspraken.
3.2. Bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne
3.2.1. Amateurkunstengroepen
Volgens een voorafgaandelijke inschatting van de verantwoordelijke van de academie vinden de activiteiten van de ALC waaraan de leerlingen zullen deelnemen plaats in een veilige ruimte en kunnen ze gebruik maken van veilige infrastructuur en leermiddelen. De verantwoordelijke van de ALC is bereid om daarvoor alle nodige informatie aan de academie te bezorgen of om een bezoek ter plekke toe te laten.
De verantwoordelijke van de ALC engageert zich om er tijdens de leeractiviteiten als een redelijk en voorzichtig persoon op toe te zien dat de leerlingen net als de overige deelnemers kunnen functioneren in een veilige omgeving.
De ALC heeft een verzekering Lichamelijke Ongevallen en een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid afgesloten. De ALC en de academie hebben een overzicht van de risico’s die onder de schoolpolis gedekt zijn en de risico’s die gedekt worden door de verzekering van de ALC (burgerlijke aansprakelijkheid, brandverzekering, …).
3.2.2. Arbeidscontext
De werkgever (zelfstandige, bedrijf, vzw met personeel) leeft de specifieke preventiemaatregelen voor stagiairs na, zie FOD WASO Welzijn-op-het-werk: stagiairs (risicoanalyse , informatieuitwisseling en gezondheidstoezicht ) en beschikt over een arbeidsongevallenverzekering.
3.3. Psychisch welzijn
De ALC hanteert preventieve maatregelen inzake psychisch welzijn en voorziet in toezicht op minderjarige leerlingen.
De verantwoordelijke van de ALC of de persoon die de begeleiding opneemt, heeft een uittreksel uit het strafregister als hij rechtstreeks in contact komt met een minderjarige.
De ALC heeft het Actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector onderschreven.
3.4. Privacy
De ALC respecteert de regelgeving inzake gegevensuitwisseling.
Sinds schooljaar 1981-1982 is er in stad Gistel een vestiging van het Conservatorium aan Zee.
De vestiging maakt deel uit van het Conservatorium aan Zee en is vervolgens onderworpen aan dezelfde vigerende wetgeving en voorwaarden tot subsidiëring én valt onder de bevoegdheid van de directeur van de hoofdvestigingsplaats (Romestraat 36, 8400 Oostende).
De samenwerkingsovereenkomst is verouderd en aan herziening toe.
Bij de start van het nieuwe schooljaar wensen de stad Oostende en de stad Gistel de samenwerkingsovereenkomst te herzien om zo binnen de krijtlijnen van de onderwijsregelgeving, de organisatie van de academie Conservatorium aan Zee met inbegrip van vestigingsplaats Gistel optimaal af te stemmen op de lokale noden en deze vorm van onderwijs zo toegankelijk en bereikbaar mogelijk aan te bieden in de deelnemende steden. Dit voorstel van nieuwe samenwerkingsovereenkomst werd opgemaakt in overleg met de stad Gistel en de dienst Juridische en Bestuurszaken van de stad Oostende.
Alle vestigingsplaatsen maken pedagogisch en administratief deel uit van de academie Conservatorium aan Zee, met als schoolbestuur stad Oostende. De hoofdvestigingsplaats van de academie is gevestigd op het volgende adres: Romestraat 36, 8400 Oostende. Stad Oostende wordt aangeduid als beherende stad.
Er wordt voorgesteld om voor de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst een beheerscomité op te richten. De modaliteiten voor de werking van het beheerscomité worden bepaald in de samenwerkingsovereenkomst die ter goedkeuring voorligt.
Het beheerscomité heeft de volgende taken:
Onverminderd de taken die aan het beheerscomité zijn toegewezen, blijft stad Oostende verantwoordelijk voor haar onderwijsinstelling(en) en voor de personeelsleden die zij heeft aangesteld.
Er wordt voorgesteld dat de Oostendse schepen voor kunstonderwijs de stad Oostende vertegenwoordigt als lid en voorzitter van het beheerscomité. De directeur van de academie Conservatorium Aan Zee neemt het secretariaat van het beheerscomité waar en rapporteert aan het beheerscomité. De directeur neemt deel aan de vergadering als deskundige zonder stemrecht.
De samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur, ingaand op 1 september 2024.
Decreet lokaal bestuur:
Art. 392
Twee of meer gemeenten kunnen een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid vormen om, zonder beheersoverdracht, een welbepaalde doelstelling van gemeentelijk belang te verwezenlijken.
Met behoud van de toepassing van andersluidende decretale bepalingen kunnen andere rechtspersonen van publiek recht en privaat recht deelnemen aan de samenwerkingsverbanden, vermeld in het eerste lid.
De samenwerkingsverbanden, vermeld in het eerste lid, heten interlokale verenigingen en ze voegen die term altijd toe aan hun naam.
Als in een samenwerkingsverband, als vermeld in het eerste lid, andere overheden dan gemeenten deelnemen dan mag het zich, in afwijking van het derde lid, ook interbestuurlijk samenwerkingsverband noemen.
Art. 393
Het samenwerkingsverband is gegrond op een overeenkomst met statutaire draagkracht die bepalingen bevat over de duur en de eventuele verlenging, de opzegmogelijkheid, de eventuele inbreng van de deelnemers waaronder een eventuele inbreng in nijverheid en de wijze waarop die inbreng wordt beheerd, de interne organisatie, de wederzijdse rechten en verplichtingen en de financiële repercussies, de informatieverstrekking aan de deelnemers en de jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden, de opmaak van de rekeningen en de bestemming van het resultaat, de financiële controle, de vereffening.
Art. 394
De overeenkomst, vermeld in artikel 393, kan bepalen dat een van de deelnemende gemeenten aangesteld wordt als beherende gemeente waar de zetel gevestigd wordt en die de interlokale vereniging vertegenwoordigt. De beherende gemeente kan eigen personeel inzetten ten behoeve van het samenwerkingsverband overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in die overeenkomst en onder voorbehoud dat de rechten van het personeel geëerbiedigd worden.
Art. 395
§ 1 Een beheerscomité dat samengesteld is uit één afgevaardigde van elke deelnemer, overlegt over de wijze waarop de overeenkomst, vermeld in artikel 393, wordt uitgevoerd.
Alleen natuurlijke personen kunnen afgevaardigde zijn van een deelnemer.
De afgevaardigden voor de deelnemende gemeenten worden aangewezen onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen.
§ 2 Het beheerscomité formuleert waar nodig adviezen ten behoeve van de beherende gemeente, stelt de rekeningen van de interlokale vereniging vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de raden van de deelnemende gemeenten, waarvan de gewone meerderheid de goedkeuring verleent.
§ 3 Het beheerscomité legt de organisatie van zijn werkzaamheden vast in een huishoudelijk reglement dat bij de overeenkomst gevoegd wordt zonder dat het er deel van uitmaakt.
§ 4 Uitgezonderd de personen die het ambt van burgemeester of schepen waarnemen, kunnen de leden van het beheerscomité per bijgewoonde vergadering presentiegeld ontvangen dat gelijk is aan het hoogste bedrag dat uitkeerbaar is aan een gemeenteraadslid voor een gemeenteraadszitting in een van de deelnemende gemeenten.
Keurt de intrekking van alle voormalige samenwerkingsovereenkomsten tussen de stad Oostende en de stad Gistel met betrekking tot het organiseren van een filiaal van het Conservatorium Aan Zee in de stad Gistel goed.
Keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en de stad Gistel voor de organisatie van de academie Conservatorium aan Zee met vestigingsplaats Gistel voor onbepaalde duur en met 1 september 2024 als aanvangsdatum goed.
Keurt de bijlage "preventiebeleid" bij de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en de stad Gistel voor de organisatie van de academie Conservatorium aan Zee met vestigingsplaats Gistel goed.
Keurt de oprichting van een beheerscomité voor de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en de stad Gistel voor de organisatie van de academie Conservatorium aan Zee met vestigingsplaats Gistel conform de modaliteiten van deze samenwerkingsovereenkomst goed.
Keurt de afvaardiging van de Oostendse schepen voor kunstonderwijs als zetelend lid en als voorzitter van het beheerscomité voor de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Oostende en de stad Gistel voor de organisatie van de academie Conservatorium aan Zee met vestigingsplaats Gistel goed.
Keurt de aanstelling van de directeur van de academie Conservatorium Aan Zee als deskundige die zonder stemrecht deelneemt aan de vergaderingen van het beheerscomité, het secretariaat van het beheerscomité waarneemt en rapporteert aan het beheerscomité goed.
Keurt goed dat bij afwezigheid van het vast lid van het beheerscomité van de stad Oostende of van de directeur van de academie, een vervanger met dezelfde rechten als de persoon die hij vervangt, kan worden aangesteld door het college van burgemeester en schepenen van de stad Oostende.
De Vrienden van Mu.ZEE wensen na de expo ENSOR en FANS in de Anglicaanse kerk het gelijknamige kunstwerk te schenken aan de Stad.
Het vermaarde werk, Zelfportret met Bloemenhoed van James Ensor, is de inspiratiebron voor 16 Oostendse kunstenaars die er elk een eigen interpretatie rond creëren, geheel in hun persoonlijke stijl. Met de montage van Zelfportret met Bloemenhoed en de 16 interpretaties ontstaat een nieuw kunstwerk dat de Vrienden van Mu.ZEE graag aan de Stad schenken als blijvende herinnering van Ensor2024. Willy Bosschem is curator en bezieler van het project. Deelnemende kunstenaars in alfabetische orde: Yves Beaumont, Danny Bloes, Carine Booghs, Willy Bosschem, Jacky De Maeyer, Rik Delrue, Roland Devolder, Mieke Drossaert, Don Ken, Fred Maës, Hubert Minnebo, Mia Moreaux, Jef Seynaeve, Herr Seele, Kathleen Van Houtte en Yves Velter.
Het kunstwerk meet 2 x 2 meter. De geschatte waarde is 9.000,00 euro.
Het kunstwerk kan opgehangen worden in de gang op de tweede verdieping van het stadhuis, in het tussenstuk tussen de achterbouw en de voorbouw.
De Stad kan de schenking van het kunstwerk aanvaarden.
De Cultuurraad gaf gunstig advies.
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het Participatiedecreet van 18 januari 2008 en wijzigingen.
Collegebesluit 03283 van 21 juni 2024 betreffende de adviesvraag aan de Cultuurraad als erkende raad voor cultuurbeleid inzake kunst, conform het decreet van 13 juli 2011 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid.
Het gunstig advies van de Cultuurraad van 9 juli 2024.
Neemt kennis van het gunstig advies van de Cultuurraad Oostende.
Aanvaardt de schenking van het kunstwerk 'ENSOR en FANS' door de Vrienden Mu.ZEE. Het schilderij werd gemaakt door 16 Oostendse kunstenaars : Yves Beaumont, Danny Bloes, Carine Booghs, Willy Bosschem, Jacky De Maeyer, Rik Delrue, Roland Devolder, Mieke Drossaert, Don Ken, Fred Maës, Hubert Minnebo, Mia Moreaux, Jef Seynaeve, Herr Seele, Kathleen Van Houtte en Yves Velter. De geschatte waarde van dit werk bedraagt 9.000,00 euro.
De Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Decreet van 24 juli 1991 houdende organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk cultuurbeleid.
Het Participatiedecreet van 18 januari 2008 en wijzigingen.
Het Kunstendecreet van 23 april 2021.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het Bovenlokaalcultuurdecreet van 08.03.2024.
De Vlaamse Beleidsnota Cultuur 2019-2024.
Het kunstwerk 'Ik, James Ensor' van Daniël Spoerri, beter gekend als de bronzen kamer van Ensor werd door de Stad aangekocht in het kader van Beaufort 2003 en geplaatst op de zeedijk ter hoogte van de Vlaanderenstraat. Door de werken op de zeedijk werd het kunstwerk weggehaald en veilig gestockeerd tot het een nieuwe geschikte plaats zou krijgen. In het kader van het Ensorjaar kan het kunstwerk herplaatst worden in de nabijheid van het graf van Ensor aan het Duinenkerkje.
Het kunstwerk bestaat uit een bronzen rechthoekig volume. De positie van het kunstwerk vormt een directe connectie met het graf van Ensor. De deuropening in de 'Kamer van Ensor' bevindt zich op de loodrechte as naar het graf van Ensor.
De locatie bevindt zich in de beschermde omgeving van het Duinenkerkje aan de Dorpsstraat in Mariakerke. Het kunstwerk wordt op het grasveldje geplaatst ten zuiden van de tuinmuur rond de begraafplaats. Het kunstwerk staat in directe connectie met het graf van Ensor door zijn positie op de loodrechte as. Door voldoende gras rondom het element te houden, staat het ook enigszins los van zijn omgeving, waardoor de erfgoedwaarde gerespecteerd wordt.
Het kunstwerk wordt als element in zijn omgeving geplaatst, zonder verhardingen ernaartoe. Wel wordt een strook van het gras intensiever gemaaid, zodat de looplijn gedirigeerd wordt. Dit type 'Commonwealth' gras gaat volledig op in zijn omgeving maar biedt enigszins voldoende structuur voor andersvaliden.
Onroerend Erfgoed gaf zijn toestemming om het kunstwerk tijdelijk te herplaatsen tot 1 september 2025 op de nieuwe locatie aan het graf van Ensor. Na plaatsing zal samen met Onroerend Erfgoed de situatie geëvalueerd worden met het oog op een definitieve plaatsing.
De adviesvraag aan de Cultuurraad.
Het positief advies van de Cultuurraad van 25 juni 2024.
De positieve adviezen van Openbaar Domein (mail), Bestuurszaken, Toerisme Oostende, Vergunningen, Politie Coördinatie en de Brandweer (Eaglebedossier 2184761).
Het Meerjarenplan 2020-2025 van de stad Oostende, inzonderheid OD 0503 - OOSTENDE IS EEN CULTUURSTAD WAAR ELKE KUNSTVORM ALLE KANSEN KRIJGT;
AP 050303 - De stad Oostende ontwikkelt een strategisch en gedragen evenementen- en cultuurbeleid in de publieke ruimte.
A 05030301 - De dienst Cultuur en de directie Openbaar Domein ontwikkelen samen met andere relevante partners een doordacht en proactief beeldenbeleid in de publieke ruimte waarbij ingezet wordt op preservatie, conservatie, restauratie, aankoop en afstoting.
Keurt de plaatsing van het kunstwerk 'Ik, James Ensor' van Daniël Spoerri in het kader van het Ensorjaar 2024, in de nabijheid van het graf van Ensor aan het Duinenkerkje in Oostende, goed.
De ramingen van het budget moeten soms worden aangepast aan de realiteit. Een budgetwijziging zonder wijziging van het meerjarenplan moet worden meegedeeld aan het stadsbestuur dat er akte van neemt.
Conform het eredienstdecreet van 7 mei 2004, moeten de erediensten hun budgetwijziging bij het Centraal kerkbestuur binnenbrengen. De kerkfabrieken hebben hun budgetwijziging ingediend via Religiopoint op 18 juli 2024. Het CKB bezorgde vervolgens de budgetwijzigingen van de eredienstbesturen gezamenlijk aan het stadsbestuur.
Met betrekking tot deze budgetwijziging 2024 heeft de bisschop van het bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan, gunstig advies gegeven op 5 juli 2024 via Religiopoint.
Deze budgetwijzigingen van de Rooms-Katholieke kerken zullen via een aktenemingsprocedure behandeld worden om een van deze redenen:
1. Het totaal aan uitgaven van een hoofdfunctie neemt niet toe en er is geen sprake van een definitieve wijziging van de financieringswijze;
2. Er is een toename in de hoofdfuncties veroorzaakt door toepassing van artikel 24 of verdiscontering. Men redeneert dat een reeds goedgekeurde investering geen twee keer goedgekeurd moet worden.
Bovendien werd de vroegere verplichting om een verschuiving van een investering naar het daaropvolgende boekjaar van eenzelfde MJP op te nemen in de actualisering van het MJP nu vervangen door een verplichte toelichting bij het desbetreffende budget.
De exploitatietoelagen (MAR 900) van de hieronder vermelde Rooms-Katholieke kerkfabrieken evolueren als volgt in de budgetwijziging 2024:
Exploitatietoelagen Stad | Budget 2024 | Verschil | BW 2024 (MAR 900) KF | MJP 2024 |
Sint Petrus & Paulus | 233.822,72 € | 0 € | 233.822,72 € | 294.950 € |
St Antonius | 105.940,88 € | 0 € | 105.940,88 € | 125.453,87 € |
Heilig Hart | 115.174,45 € | 0 € | 115.174,45 € | 134.457,36 € |
St Catharina | 109.700,48 € | 9.715,91 € | 119.416,39 € | 139.286,39 € |
St Anna | 61.548,48 € | -12.850 € | 48.698,48 € | 119.815 € |
OLV Hemelvaart Mariakerke | 98.615,62 € | 0 € | 98.615,62 € | 291.390 € |
OLV Zandvoorde | 61.407,34 € | 0 € | 61.407,34 € | 124.050 € |
St Franciscus | 65.502,90 € | 0 € | 65.502,90 € | 65.502,90 € |
St Jan | 179.821,73 € | 0 € | 179.821,73 € | 428.453,40 € |
St Catharina
De exploitatietoelage is gestegen omdat de intrest- en kapitaalaflossingen werden aangepast.
St Anna
De exploitatietoelage is gedaald omdat er hogere huurinkomsten voorzien zijn in privaat patrimonium.
De investeringsrekeningen van de hieronder vermelde Rooms-Katholieke kerkfabrieken evolueren als volgt in de respectievelijke budgetwijzigingen van 2024:
Kerkfabriek (doorgeeflening) | Budget 2024 | Wijziging | BW 2024 (MAR350) KF | MJP 2024 |
Sint Petrus & Paulus | 120.000 € | 336.379,62 € | 456.379,62 € | 120.000 € |
St Antonius | 65.000 € | 0 € | 65.000 € | 65.000 € |
Heilig Hart | 35.000€ | 87.760,50 € | 122.760,50 € | 35.000€ |
St Catharina | 61.265 € | 338.794,65 € | 400.059,65 € | 61.265 € |
St Anna | 0 € | 508.009,54 € | 508.009,54 € | 239.000 € |
OLV Hemelvaart Mariakerke | 87.105 € | 1.216.488,76 € | 1.303.593,76 € | 87.105 € |
OLV Zandvoorde | 0 € | 192.234,65 € | 192.234,65 € | 0 € |
St Franciscus | 0 € | 50.540 € | 50.540 € | 0 € |
St Jan | 172.500 € | 475.503,89 € | 648.003,89 € | 172.500 € |
Kerkfabriek St Petrus & Paulus
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.
Kerkfabriek Heilig Hart
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.
Kerkfabriek St Catharina
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.Kerkfabriek St Anna
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.
Kerkfabriek OLV Hemelvaart Mariakerke
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.
Kerkfabriek OLV Zandvoorde
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.
Kerkfabriek St Franciscus
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.
Kerkfabriek St Jan
De investeringen die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 48-50.
Het Besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 12 en 22-24.
Neemt akte van de budgetwijzigingen 2024 van de kerkfabrieken St Petrus & Paulus, St Antonius, Heilig Hart, St Catharina, St Anna, OLV Hemelvaart Mariakerke, OLV Zandvoorde, St Franciscus en St Jan.
Geeft kennis van de akteneming aan de Provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur van de rooms-katholieke eredienst en het bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan.
De ramingen van het budget moeten soms worden aangepast aan de realiteit. Een budgetwijziging die niet binnen de perken van het meerjarenplan blijft, moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor goedkeuring.
Conform het eredienstdecreet van 7 mei 2004, moeten de erediensten hun budgetwijziging bij het Centraal kerkbestuur binnenbrengen. De kerkfabriek St Jozef heeft zijn budgetwijziging ingediend via Religiopoint op 18 juli 2024 en de meerjarenplan aanpassing. Het CKB bezorgde vervolgens de budgetwijziging en de meerjarenplanwijziging van het eredienstbestuur gezamenlijk aan het stadsbestuur.
Met betrekking tot deze budgetwijziging 2024 heeft de bisschop van het bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan, gunstig advies gegeven op 05 juli 2024 via Religiopoint.
Een budgetwijziging en meerjarenplanwijziging moeten voorgelegd worden aan en goedgekeurd worden door de gemeenteraad in volgende gevallen:
1. De exploitatietoelage uit het oorspronkelijke meerjarenplan blijkt ontoereikend te zijn en moet verhoogd worden.
2. Men wil de gemaakte afspraken uit het oorspronkelijke meerjarenplan wijzigen.
3. De financieringswijze van een investering moet definitief gewijzigd worden.
4. Het totaal van de uitgaven van één van de hoofdfuncties van de investeringen volstaat niet voor de geplande investeringen en moet opgetrokken worden, behalve als de investering het gevolg is van verdisconteringen, of het gevolg van beleggingen die gecompenseerd worden door extra investeringsontvangsten, of het gevolg van de verschuiving van een investering van het ene naar het daaropvolgende boekjaar binnen hetzelfde meerjarenplan.
De exploitatietoelagen (MAR 900) van de hieronder vermelde Rooms-Katholieke kerkfabrieken evolueren als volgt in de budgetwijziging 2024:
Exploitatietoelagen | Budget 2024 | Verschil | BW 2024 (MAR 900) KF | MJP 2024 |
St Jozef | 234.805,44 € | - 38.025 € | 196.780,44 € | 291.293,49 |
De exploitatietoelage daalt omdat de intrest- en kapitaalaflossingen aangepast werden. De nettolonen dalen omdat de samenwerking met koster-organist beëindigd werd op 11/09/2023.
De investeringsrekeningen van de hieronder vermelde Rooms-Katholieke kerkfabrieken evolueren als volgt in de respectievelijke budgetwijzigingen van 2024:
Kerkfabriek (doorgeeflening) | Budget 2024 | Wijziging | BW 2024 (MAR350) KF | MJP 2024 |
St Jozef | 0 € | 471.418,91 € | 471.418,91 € | 471.418,91 € |
De investeringen (€ 373.418,91) die niet werden uitgevoerd in 2023 worden verschoven naar 2024 via toepassen van artikel 24.
Het budget voor investering "werken toren" wordt verhoogd met € 98.000 aan doorgeefleningen. Dit wordt gecompenseerd met een daling in het budget investering "vloeren en verwarming" in 2025.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 48-50.
Het Besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 12 en 22-24.
Keurt de budgetwijziging 2024 en meerjarenplanwijziging 2020-2025 goed van de kerkfabriek St Jozef
Geeft kennis van de goedkeuring aan de Provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur van de rooms-katholieke eredienst en het bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan.
Conform het eredienstdecreet van 7 mei 2004, moeten de erediensten hun budgetten bij het Centraal Kerkbestuur (CKB) binnenbrengen. De kerkfabrieken hebben bij het CKB hun budgetten 2025 via Religiopoint ingediend. Het CKB bezorgde vervolgens de budgetten 2025 van de eredienstbesturen gezamenlijk aan het stadsbestuur op 18 juli 2024 zoals afgesproken.
Met betrekking tot deze budgetten 2025 heeft de bisschop van Bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan, gunstig advies gegeven op 5 juli 2024 via de applicatie Religiopoint.
De dossiers houdende het budget 2025 werden nagekeken en bevatten volgende ramingen voor het komende boekjaar 2025 :
De Stad past het tekort bij in het exploitatiebudget van de kerkfabrieken door exploitatietoelagen (rekening 64910140) :
Kerkfabriek | Budget 2024 na budgetwijziging | 2025 in het MJP 20-25 | Stijging/Daling | MAR 900 van het budget 2025 |
Sint-Petrus en Paulus |
233.822,72 |
312.700 | 20.058,56 | 253.881,28 |
Sint-Jozef |
196.780,44 |
307.993,49 | 59.268,15 | 256.048,59 |
Sint-Antonius | 105.940,88 | 118.432,76 | 8.122,82 | 114.063,70 |
Heilig Hart | 115.174,45 | 136.259,36 | - 7.504,75 | 107.669,70 |
Sint-Catharina | 119.416,39 | 142.972,10 | - 9.609,86 |
109.806,53 |
Sint-Jan Baptist | 179.821,73 | 438.561,38 | - 76.790,89 | 103.030,84 |
OLV Zandvoorde | 61.407,34 | 116.715,88 | - 20.758,06 | 40.649,28 |
Sint-Anna | 48.698,48 | 122.550 | - 48.698,48 | 0 |
Sint-Franciscus | 65.502,90 | 96.358,34 | - 11.744,25 | 53.758,65 |
Sint-Rafaël | 18.232,78 | 22.733,42 | 2.067,69 | 20.300,47 |
OLVH Mariakerke | 98.615,62 | 289.650 | 85.091,47 | 183.707,09 |
Totaal | 1.243.413,73 | 2.104.926,73 | - 497,60 |
1.242.916,13 |
De exploitatietoelagen ten bedrage van 1.242.916,13 € worden voorzien in het stadsbudget 2025. Daarin zijn de terugbetalingen voor de doorgeefleningen -zowel kapitaalaflossingen als intresten ingecalculeerd.
De investeringen voorzien in de investeringsbudgetten van de kerkfabrieken:
Investeringstoelage van de stad (rekening 66410140) :
Kerkfabriek | MAR 310 van het budget 2025 | 2025 in het MJP 20-25 | Opmerkingen |
Sint-Petrus en Paulus | 50.000 | 50.000 |
01 Kerkfabriek Sint-Petrus en –Paulus:
Er is één investering voorzien in 2025, namelijk "werken aan het interieur van de kerk; het volledig nazicht van de elektrische installatie; de vernieuwing van de verwarming en het opfrissen van het volledige kerkgebouw".
Doorgeefleningen via de stad (rekening 29030140) :
Kerkfabriek | Geactualiseerde B2024 | MAR 350 van het budget 2025 | MAR 350 in MJP2020-2025 |
Sint-Petrus en Paulus | 456.379,62 | 100.000 | 100.000 |
Sint Jozef | 471.418,91 | 627.479 | 627.479 |
Sint-Antonius | 65.000 | 5.000 | 5.000 |
Heilig Hart | 122.760,50 | 0 | 0 |
Sint-Catharina | 400.059,65 | 0 | 0 |
Sint-Jan Baptist | 648.003,89 | 0 | 0 |
OLV Zandvoorde | 192.234,65 | 0 | 0 |
Sint-Anna | 508.009,54 | 0 | 0 |
Sint-Franciscus | 50.540 | 0 | 0 |
Sint-Rafaël | 0 | 0 | 0 |
OLVH Mariakerke | 1.303.593,76 | 0 | 0 |
Totaal | 4.218.000,52 | 732.479 | 732.479 |
De investeringstoelagen ten bedrage van 732.479 € worden voorzien in de liquiditeitenrekening van het stadsbudget 2025. Alle investeringen per kerkfabriek zijn opgelijst in een van de bijlagen van dit besluit.
Alle doorgeefleningen van de kerken vallen binnen de grenzen van het MJP.
Het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 32, 33, 47, 48, 49, 112, 113, 148, 149, 184 en 185.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 12, 17, 18, 19, 20 en 21.
Neemt akte van de budgetten 2025 van de Rooms-Katholieke kerkbesturen van Sint-Petrus en Paulus, Sint-Jozef, Sint-Antonius, Heilig Hart, Sint-Catharina, Sint-Jan Baptist, OLV Zandvoorde, Sint-Anna, Sint-Franciscus, Sint-Rafaël en OLVH Mariakerke in Oostende.
Geeft kennis van deze aktenemingen aan de Provinciegouverneur, het Centraal Kerkbestuur en Bisdom Brugge, het erkend representatief orgaan.
Het kerkbestuur van de Protestantse eredienst diende op 23 juli 2024 het volledige dossier houdende het budget 2025 in van de kerkfabriek Protestantse eredienst.
Met betrekking tot dit budget 2025 verleende de Administratieve Raad van de Protestants- Evangelische Eredienst, het erkend representatief orgaan, gunstig advies.
Het kerkbestuur van de Protestantse eredienst diende op 23 juli 2024 het volledige dossier houdende het budget 2025 in bij het stadsbestuur van Oostende.
In de exploitatierekening wordt het tekort bijgepast door de exploitatietoelage van de Stad:
Kerkfabriek | Geactualiseerd budget 2024 | 2025 in het MJP 20-25 | MAR 900 in budget 2025 |
Protestantse eredienst |
14.145,40 euro |
14.374,98 euro | 14.361,70 euro |
De terugbetalingen van de kapitaalaflossingen en intresten zitten inbegrepen in de exploitatietoelage tbv 14.361,70 euro.
Er worden geen investeringen voorzien voor 2025.
Het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 32, 33, 47, 48, 49, 112, 113, 148, 149, 184 en 185.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 12, 17, 18, 19, 20 en 21.
Neemt akte van het budget 2025 van de Protestantse eredienst.
Geeft kennis van deze akteneming aan de Provinciegouverneur, de Protestantse eredienst en de Administratieve Raad van de Protestants- Evangelische Eredienst, het erkend representatief orgaan.
De ramingen van het budget moeten soms worden aangepast aan de realiteit. Een budgetwijziging die niet binnen de perken van het meerjarenplan blijft, moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor goedkeuring.
Conform het eredienstdecreet van 7 mei 2004, moeten de erediensten hun budgetwijziging binnenbrengen bij het gemeentebestuur. De Anglicaanse eredienst heeft hun budgetwijziging ingediend via Religiopoint op 22 juli 2024 en de meerjarenplanwijziging.
Met betrekking tot deze budgetwijziging 2024 en meerjarenplanwijziging heeft het centraal comité van de Anglicaanse eredienst, het erkend representatief orgaan, advies gegeven via Religiopoint.
Een budgetwijziging en meerjarenplanwijziging moeten voorgelegd worden aan en goedgekeurd worden door de gemeenteraad in volgende gevallen:
1. De exploitatietoelage uit het oorspronkelijke meerjarenplan blijkt ontoereikend te zijn en moet verhoogd worden.
2. Men wil de gemaakte afspraken uit het oorspronkelijke meerjarenplan wijzigen.
3. De financieringswijze van een investering moet definitief gewijzigd worden.
4. Het totaal van de uitgaven van één van de hoofdfuncties van de investeringen volstaat niet voor de geplande investeringen en moet opgetrokken worden, behalve als de investering het gevolg is van verdisconteringen, of het gevolg van beleggingen die gecompenseerd worden door extra investeringsontvangsten, of het gevolg van de verschuiving van een investering van het ene naar het daaropvolgende boekjaar binnen hetzelfde meerjarenplan.
De exploitatietoelagen (MAR 900) van de hieronder vermelde Anglicaanse kerk evolueert als volgt in de budgetwijziging 2024:
Exploitatietoelagen Stad (deel Oostende) | Budget 2024 | Verschil | BW 2024 (MAR 900) KF | MJP 2024 |
Anglicaanse kerk | 133.827,90 € | 0 € | 133.827,90 € | 133.827,90 € |
De investeringsrekeningen van de hieronder vermelde Anglicaanse kerk evolueert als volgt in de budgetwijziging 2024:
Doorgeeflening (deel Oostende) | Budget 2024 | Wijziging | BW 2024 (MAR 350) KF | MJP 2024 |
Anglicaanse kerk | 0 € | 0 € | 0 € | € 0 |
Er worden investeringsuitgaven voorzien in 2024 voor de aankleding van de kerk (aankoop houten kruis, wandtapijten en het podium met tapijt bekleden) en het aanleggen van twee tuinen naast de kerk. Het voorziene budget is € 24.163. Dit wordt betaald met een investeringsoverschot van vorige jaren van € 35.206,73.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 48-50.
Het Besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 12 en 22-24.
Keurt de budgetwijziging 2024 en meerjarenplanwijziging 2020-2025 goed van de Anglicaanse kerk.
Geeft kennis van de goedkeuring aan de Provinciegouverneur, Anglicaanse eredienst en het Centraal Comité van de Anglicaanse eredienst, het erkend representatief orgaan.
De Anglicaanse eredienst diende op 19 juli 2024 het volledige dossier houdende het budget 2025 in van de Anglicaanse kerk.
Met betrekking tot dit budget 2025 verleende het Centraal Comité van de Anglicaanse eredienst, het erkend representatief orgaan, gunstig advies.
De Anglicaanse eredienst diende op 19 juli 2024 het volledige dossier houdende het budget 2025 in bij het stadsbestuur van Oostende.
In de exploitatierekening wordt het tekort bijgepast door de exploitatietoelage van de Stad:
Kerkfabriek (deel Oostende) | Geactualiseerd budget 2024 | 2025 in het MJP 20-25 | MAR 900 in budget 2025 |
Anglicaanse eredienst |
133.827,90 euro |
121.766,68 euro | 121.766,68 euro |
De terugbetalingen van de kapitaalaflossingen en intresten zitten inbegrepen in de exploitatietoelage tbv 121.766,68 euro.
Er is een hogere kost voor telecommunicatie, percent penningmeester en percent bisdom.
Er worden geen investeringen voorzien voor 2025.
Het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 32, 33, 47, 48, 49, 112, 113, 148, 149, 184 en 185.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 12, 17, 18, 19, 20 en 21.
Keurt het budget 2025 en meerjarenplanwijziging 2020-2025 goed van de Anglicaanse eredienst.
Geeft kennis van de goedkeuring aan de Provinciegouverneur, de Anglicaanse eredienst en het Centraal Comité van de Anglicaanse eredienst, het erkend representatief orgaan.
De ramingen van het budget moeten soms worden aangepast aan de realiteit. Een budgetwijziging zonder wijziging van het meerjarenplan moet worden meegedeeld aan het stadsbestuur dat er akte van neemt.
Het Israëlitische kerkbestuur heeft een budgetwijziging ingediend via Religiopoint op 18 juli 2024.
Met betrekking tot deze budgetwijziging 2024 verleende het Centraal Israëlitisch Consistorie van België, het erkend representatief orgaan, gunstig advies.
Het Israëlitisch kerkbestuur kerkbestuur diende op 18 juli 2024 hun budgetwijziging in bij het stadsbestuur van Oostende.
In de exploitatietoelagen (MAR 900) van de hieronder vermelde Israëlitische eredienst evolueert als volgt in de budgetwijziging 2024:
Exploitatietoelagen Stad | Budget 2024 | Verschil | BW 2024 (MAR 900) KF | MJP 2024 |
Israëlitische eredienst | 96.540,96 € | 19.980 € | 116.520,96 € | 126.180 € |
De exploitatietoelagen is gestegen omdat de kapitaalaflossingen werden aangepast.
De investeringsrekeningen van de hieronder vermelde Israëlitische eredienst evolueert als volgt in de budgetwijziging 2024:
Doorgeeflening | Budget 2024 | Wijziging | BW 2024 (MAR 350) KF | MJP 2024 |
Israëlitische eredienst | 209.700 € | 29.250 € | 238.950 € | 209.700 € |
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 48-50.
Het Besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het Algemeen Reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 12 en 22-24.
Neemt akte van de budgetwijziging 2024 van de Israëlitische eredienst.
Geeft kennis van de akteneming aan de Provinciegouverneur, het Israëlitische kerkbestuur en het Centraal Israëlitisch Consistorie van België, het erkend representatief orgaan.
Het Israëlitisch kerkbestuur diende op 18 juli 2024 het volledige dossier houdende het budget 2025 in van de Israëlitische eredienst.
Met betrekking tot dit budget 2025 verleende het Centraal Israëlitisch Consistorie van België, het erkend representatief orgaan, gunstig advies.
Het Israëlitisch kerkbestuur diende op 18 juli 2024 het volledige dossier houdende het budget 2025 in bij het stadsbestuur van Oostende.
In de exploitatierekening wordt het tekort bijgepast door de exploitatietoelage van de Stad:
Kerkfabriek | Geactualiseerd budget 2024 | 2025 in het MJP 20-25 | MAR 900 in budget 2025 |
Israëlitische eredienst |
116.520,96 euro |
194.400 euro | 172.156,22 euro |
De terugbetalingen van de kapitaalaflossingen en intresten zitten inbegrepen in de exploitatietoelage tbv 172.156,22 euro.
De intrest- en kapitaalaflossingen werden verhoogd. Er worden kosten gemaakt ter gelegenheid van de heropening van de synagoge na de volledige afwerking van de restauratie (ongeveer € 30.000).
De investeringsrekening van de Israëlitische eredienst evolueert als volgt in het budget van 2025:
De investeringen die voorzien werden voor 2024, zullen grotendeels pas uitgevoerd worden in 2025. Het bedrag van € 265.000 voor decoratiewerkzaamheden werd overgedragen naar 2025.
Kerkfabriek | Geactualiseerd budget 2024 | 2025 in het MJP 20-25 | MAR 350 in budget 2025 |
Israëlitische eredienst | 238.950 euro | 462.000 euro | 462.000 euro |
Het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 32, 33, 47, 48, 49, 112, 113, 148, 149, 184 en 185.
Het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid op de artikelen 12, 17, 18, 19, 20 en 21.
Keurt het budget 2025 en meerjarenplanwijziging 2020-2025 goed van de Israëlitische eredienst.
Geeft kennis van de goedkeuring aan de Provinciegouverneur, het Israëlitische kerkbestuur en het Centraal Israëlitisch Consistorie van België, het erkend representatief orgaan.
Binnen het programma Beter in't Westerkwartier wenst de Stad met een kunstwerk impulsen te geven rond vergroening en ontmoeting aan de publieke ruimte op en rond het Gerechtsplein in de wijk Westerkwartier. Dit landschapskunstwerk is een initiatief van de partners van Quartiers d’O, met steun van de Vlaamse Overheid via het Vlaams stimuleringsinstrument Kunst in Opdracht. Deze partners gaven 6 kunstenaars de opdracht om een ontwerp te maken. Op 31 maart 2023 stelde KAAP een jury samen met experten en wijkbewoners. Deze jury koos uit de voorgestelde ontwerpen 1 winnend ontwerp: Ruimte voor water van kunstenaar Steve Salembier (concept als bijlage).
Maar de jury merkte ook enkele hindernissen op voor de realisatie van het kunstwerk (juryverslag als bijlage). Het projectteam is verder, in nauw overleg met de dienst openbaar domein en de stadsplanner, aan de slag gegaan met de keuze van de jury en hun bevindingen.
In overleg met de verschillende partners wordt voorgesteld om het kunstwerk laten inhaken op reeds geplande studies in het kader van het wijkverbeteringscontract Beter in ’t Westerkwartier. De studie is een ontwerpend ruimtelijk onderzoek van de wijk en de opmaak van een ruimtelijk raamwerk en investeringsprogramma voor de periode 2025-2030.
Daarnaast wenst de Stad Oostende via een studie-opdracht aan AG Oostende tot een ontwerp te komen van het Gerechtsplein en omgeving.
Op die manier zou, onder de paraplu van het programma Wijkverbeteringscontract Beter in ’t Westerkwartier, de studiebureaus, AG Oostende en de kunstenaar kunnen samenwerken aan een duurzaam en kwalitatief ontwerp voor de publieke cluster rond het Sint-Catharinaplein. De kunstenaar zou dan worden opgenomen binnen het ontwerpteam van het plein.
Door hun ervaring met kunstprojecten zal KAAP vanuit de partners van Quartiers d’O binnen het kunstproject naar voren treden als derde partij binnen de overeenkomst.
Over de effectieve realisatie van plein en kunstwerk kan er in deze bestuursperiode geen beslissing meer genomen worden. Op basis van het ontwerp, de kostprijs, de plannen voor de cluster en de beschikbare middelen zal er in de volgende bestuursperiode een beslissing genomen worden over de uitvoering en de realisatie.
De afspraken rond dit project worden in een samenwerkingsovereenkomst gegoten tussen de drie betrokken partijen: KAAP, Stad Oostende en de Kunstenaar (als bijlage)
De gemeenteraad keurt samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Oostende, KAAP vzw en de kunstenaar Steve Salembier goed.
Secundaire uitvoeringsmodaliteiten worden aan het CBS toegekend.
Er wordt geen voortgang geboekt met betrekking tot de museale invulling van het casco afgeleverde Thermae Palace Plus gedeelte (7437 M2) daar er geen eensgezindheid is binnen de Raad van Bestuur van MuZee om deze verhuis, gepaard gaande met de gigantische eenmalige en recurrente kosten, te gaan faciliteren.
Artikel 6 paragraaf 2 inclusief alle bijlagen van de samenwerkingsovereenkomst van de Stad Oostende met Restotel NV en PMV maakt de opschorting van de oprichting van de projectvennootschap voor een periode van zes maanden mogelijk.
Volgens de overeenkomst met de Belgische Staat wordt alle grond eigendom van de Stad Oostende. PMV zou dus geen partner mogen zijn in de overeenkomst. Er zijn aanleidingen om die opschorting te vragen.
De gemeenteraad beslist :
1. De oprichting van de projectvennootschap voor een periode van zes maanden op te schorten.
2. Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van de secundaire modaliteiten.
Namens 'de O mens'
Op dit punt werd een amendement ingediend en goedgekeurd met volgend tekst:
De tekst van het voorstel tot beslissing wordt vervangen door volgende tekst:
"De Gemeenteraad wordt ter zitting door de heer Yves Miroir gewezen op een publicatie in het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2024 die volgens hem mogelijks een schending van de bepalingen in bijlage 10 -modaliteiten project management overeenkomst- bij bijlage 7 van gemeenteraadstuk GR-2023-00390 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst betreffende de herontwikkeling van het Thermae Palace, zou kunnen uitmaken.
Deze informatie is nieuw voor de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Op grond van deze nieuwe informatie wenst de Gemeenteraad te onderzoeken in hoeverre hier effectief sprake is van een schending van de modaliteiten van de project management overeenkomst en zal hier in voorkomend geval en voor zover als nodig, in lijn met de samenwerkingsovereenkomst, de nodige gevolgen aan geven.
Beslist:
Artikel 1
Het College van Burgemeester en Schepenen de raadsman van de stad Oostende te belasten met het onderzoeken in hoeverre hier effectief sprake is van een schending van de modaliteiten van de project management overeenkomst.
Artikel 2
Het College van Burgemeester en Schepenen brengt tijdens een extra raadscommissie uiterlijk op 6 september 2024 de raadsleden op de hoogte van het resultaat van dit onderzoek, en legt in voorkomend geval en voor zover als nodig, in lijn met de samenwerkingsovereenkomst, een dossier met de te nemen beslissingen voor aan de Gemeenteraad."
De tekst van het voorstel tot beslissing wordt vervangen door volgende tekst:
"De Gemeenteraad wordt ter zitting door de heer Yves Miroir gewezen op een publicatie in het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2024 die volgens hem mogelijks een schending van de bepalingen in bijlage 10 -modaliteiten project management overeenkomst- bij bijlage 7 van gemeenteraadstuk GR-2023-00390 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst betreffende de herontwikkeling van het Thermae Palace, zou kunnen uitmaken.
Deze informatie is nieuw voor de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Op grond van deze nieuwe informatie wenst de Gemeenteraad te onderzoeken in hoeverre hier effectief sprake is van een schending van de modaliteiten van de project management overeenkomst en zal hier in voorkomend geval en voor zover als nodig, in lijn met de samenwerkingsovereenkomst, de nodige gevolgen aan geven.
Beslist:
Artikel 1
Het College van Burgemeester en Schepenen de raadsman van de stad Oostende te belasten met het onderzoeken in hoeverre hier effectief sprake is van een schending van de modaliteiten van de project management overeenkomst.
Artikel 2
Het College van Burgemeester en Schepenen brengt tijdens een extra raadscommissie uiterlijk op 6 september 2024 de raadsleden op de hoogte van het resultaat van dit onderzoek, en legt in voorkomend geval en voor zover als nodig, in lijn met de samenwerkingsovereenkomst, een dossier met de te nemen beslissingen voor aan de Gemeenteraad."
Aanleiding en Context:
Het Stationsplein van Oostende is in 2022 volledig hernieuwd met de bedoeling om de omgeving
verkeersluw te maken. Als onderdeel van deze herinrichting werden taxi’s verplaatst naar de
Visserskaai en werd de Kiss & Ride zone ingericht via de parkeertoren. Deze wijzigingen hebben
echter geleid tot praktische problemen voor reizigers, met name vanwege de afstand tussen de
Visserskaai en het station, en de beperkte bekendheid van de huidige voorzieningen. Inwoners en bezoekers wijzen erop dat de huidige situatie niet voldoet aan de
behoeften van de gebruikers, wat aanleiding geeft tot dit voorstel.
Argumentatie:
Verbetering van de toegankelijkheid:
De huidige afstand tussen de taxistandplaats aan de Visserskaai en het station is voor velen te groot,
vooral voor reizigers met zware bagage, ouderen en mensen met beperkte mobiliteit. Door
taxiplaatsen op het Stationsplein te herintroduceren, wordt deze barrière weggenomen en wordt de
toegang tot het station vergemakkelijkt.
Optimalisatie van de kiss & ride zone:
Door het plein zodanig in te richten en de signalisatie te verbeteren, kunnen reizigers op een efficiëntere en
veiligere manier mensen afzetten of oppikken, wat de verkeersdoorstroming verbetert en de druk op
andere delen van de stad vermindert.
Nood aan duidelijke signalisatie
Het ontbreken van duidelijke signalisatie zorgt momenteel voor verwarring bij reizigers. Door in
samenwerking met NMBS en De Lijn de signalisatie te verbeteren, wordt de gebruiksvriendelijkheid
van de voorzieningen verhoogd.
Toelichting:
Dit besluit wordt genomen in het belang van de inwoners en bezoekers van Oostende, om de
toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van de stationsomgeving te waarborgen. De
gemeenteraad heeft de verantwoordelijkheid om tijdig en effectief te reageren op de behoeften, zonder onnodige vertragingen.
Besluit:
De gemeenteraad van Oostende besluit de volgende maatregelen zo vlug als mogelijk in te voeren:
Artikel 1: Invoering van zone taxistandplaatsen op het Stationsplein
Er wordt een zone voor taxistandplaatsen ingericht op het Stationsplein
Artikel 2: Inrichting van een Kiss & Ride zone op het Stationsplein
Op het stationsplein wordt een Kiss & Ride zone ingericht. Er worden voorzieningen getroffen voor
een veilige looproute naar het station en er wordt duidelijke signalisatie geplaatst om de zone te
markeren.
Artikel 3: Verbeterde signalisatie
In samenspraak met NMBS en De Lijn wordt er gezorgd voor de plaatsing van duidelijk zichtbare signalisatie
die de weg wijst naar de nieuwe taxistandplaatsen en de Kiss & Ride zone.
Artikel 4 :Uitvoering en evaluatie
De hierboven genoemde maatregelen worden zo snel als mogelijk uitgevoerd. Er wordt binnen zes
maanden na implementatie een evaluatie uitgevoerd om de effectiviteit van de maatregelen te
beoordelen en om eventuele verdere aanpassingen te overwegen.
Artikel 5: Inwerkingtreding
Dit besluit treedt onmiddellijk in werking na goedkeuring door de gemeenteraad.
Op dit punt werd een amendement goedgekeurd met volgende tekst:
Volgende wijzigingen doorvoeren:
- De zin “Door taxiplaatsen op het Stationsplein te herintroduceren, wordt deze barrière weggenomen en wordt de toegang tot het station vergemakkelijkt.” wijzigen in “Door een beperkt aantal taxiplaatsen op het Stationsplein te herintroduceren, wordt deze barrière weggenomen en wordt de toegang tot het station vergemakkelijkt.
- De zin “Door het plein zodanig in te richten en de signalisatie te verbeteren, kunnen reizigers op een efficiëntere en veiligere manier mensen afzetten of oppikken, wat de verkeersdoorstroming verbetert en de druk op andere delen van de stad vermindert.” schrappen en veranderen in “We voorzien een Kiss & Ride zone ter hoogte van de Brandariskaai met een veilige toegang tot het station. Zo blijft het Stationsplein maximaal verkeersluw. In het kader van de verkeersveiligheid is dat belangrijk: zowel voor de voetgangers als de vele fietsers die het Stationsplein gebruiken voor de toegang tot de fietsparking.”
- De zin “Er wordt een zone voor taxistandplaatsen ingericht op het Stationsplein” wordt gewijzigd in “We gaan verder in overleg met De Lijn om ervoor te zorgen dat er een beperkt aantal taxistandplaatsen worden ingericht op het Stationsplein nabij de bushaltes.”
- De zin “Op het stationsplein wordt een Kiss & Ride zone ingericht.” wordt geschrapt en gewijzigd in “We voorzien een Kiss & Ride zone ter hoogte van de Brandariskaai met een veilige toegang tot het station.”
- De zin “De hierboven genoemde maatregelen worden zo snel als mogelijk uitgevoerd.” wordt gewijzigd in “De hierboven genoemde maatregelen worden, in overleg met de bevoegde diensten: De Lijn en de NMBS, zo snel mogelijk uitgevoerd.”
Zodoende wordt het voorstel als volgt:
Aanleiding en Context:
Het Stationsplein van Oostende is in 2022 volledig hernieuwd met de bedoeling om de omgeving verkeersluw te maken. Als onderdeel van deze herinrichting werden taxi’s verplaatst naar de Visserskaai en werd de Kiss & Ride zone ingericht via de parkeertoren. Deze wijzigingen hebben echter geleid tot praktische problemen voor reizigers, met name vanwege de afstand tussen de Visserskaai en het station, en de beperkte bekendheid van de huidige voorzieningen. Inwoners en bezoekers wijzen erop dat de huidige situatie niet voldoet aan de behoeften van de gebruikers, wat aanleiding geeft tot dit voorstel.
Argumentatie:
Verbetering van de toegankelijkheid:
De huidige afstand tussen de taxistandplaats aan de Visserskaai en het station is voor velen te groot, vooral voor reizigers met zware bagage, ouderen en mensen met beperkte mobiliteit. Door een beperkt aantal taxiplaatsen op het Stationsplein te herintroduceren, wordt deze barrière weggenomen en wordt de toegang tot het station vergemakkelijkt.
Optimalisatie van de kiss & ride zone:
We voorzien een Kiss & Ride zone ter hoogte van de Brandariskaai met een veilige toegang tot het station. Zo blijft het Stationsplein maximaal verkeersluw. In het kader van de verkeersveiligheid is dat belangrijk: zowel voor de voetgangers als de vele fietsers die het Stationsplein gebruiken voor de toegang tot de fietsparking
Nood aan duidelijke signalisatie
Het ontbreken van duidelijke signalisatie zorgt momenteel voor verwarring bij reizigers. Door in samenwerking met NMBS en De Lijn de signalisatie te verbeteren, wordt de gebruiksvriendelijkheid van de voorzieningen verhoogd.
Toelichting:
Dit besluit wordt genomen in het belang van de inwoners en bezoekers van Oostende, om de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van de stationsomgeving te waarborgen. De
gemeenteraad heeft de verantwoordelijkheid om tijdig en effectief te reageren op de behoeften, zonder onnodige vertragingen.
Besluit:
De gemeenteraad van Oostende besluit de volgende maatregelen zo vlug als mogelijk in te voeren:
Artikel 1: Invoering van zone taxistandplaatsen op het Stationsplein
We gaan verder in overleg met De Lijn om ervoor te zorgen dat er een beperkt aantal taxistandplaatsen worden ingericht op het Stationsplein nabij de bushaltes.
Artikel 2: Inrichting van een Kiss & Ride zone op het Stationsplein
We voorzien een Kiss & Ride zone ter hoogte van de Brandariskaai met een veilige toegang tot het station. Er worden voorzieningen getroffen voor een veilige looproute naar het station en er wordt duidelijke signalisatie geplaatst om de zone te markeren.
Artikel 3: Verbeterde signalisatie
In samenspraak met NMBS en De Lijn wordt er gezorgd voor de plaatsing van duidelijk zichtbare signalisatie die de weg wijst naar de nieuwe taxistandplaatsen en de Kiss & Ride zone.
Artikel 4 :Uitvoering en evaluatie
De hierboven genoemde maatregelen worden, in overleg met de bevoegde diensten: De Lijn en de NMBS, zo snel mogelijk uitgevoerd. Er wordt binnen zes maanden na implementatie een evaluatie uitgevoerd om de effectiviteit van de maatregelen te beoordelen en om eventuele verdere aanpassingen te overwegen.
Artikel 5: Inwerkingtreding
Dit besluit treedt onmiddellijk in werking na goedkeuring door de gemeenteraad.
Volgende wijzigingen doorvoeren:
- De zin “Door taxiplaatsen op het Stationsplein te herintroduceren, wordt deze barrière weggenomen en wordt de toegang tot het station vergemakkelijkt.” wijzigen in “Door een beperkt aantal taxiplaatsen op het Stationsplein te herintroduceren, wordt deze barrière weggenomen en wordt de toegang tot het station vergemakkelijkt.
- De zin “Door het plein zodanig in te richten en de signalisatie te verbeteren, kunnen reizigers op een efficiëntere en veiligere manier mensen afzetten of oppikken, wat de verkeersdoorstroming verbetert en de druk op andere delen van de stad vermindert.” schrappen en veranderen in “We voorzien een Kiss & Ride zone ter hoogte van de Brandariskaai met een veilige toegang tot het station. Zo blijft het Stationsplein maximaal verkeersluw. In het kader van de verkeersveiligheid is dat belangrijk: zowel voor de voetgangers als de vele fietsers die het Stationsplein gebruiken voor de toegang tot de fietsparking.”
- De zin “Er wordt een zone voor taxistandplaatsen ingericht op het Stationsplein” wordt gewijzigd in “We gaan verder in overleg met De Lijn om ervoor te zorgen dat er een beperkt aantal taxistandplaatsen worden ingericht op het Stationsplein nabij de bushaltes.”
- De zin “Op het stationsplein wordt een Kiss & Ride zone ingericht.” wordt geschrapt en gewijzigd in “We voorzien een Kiss & Ride zone ter hoogte van de Brandariskaai met een veilige toegang tot het station.”
- De zin “De hierboven genoemde maatregelen worden zo snel als mogelijk uitgevoerd.” wordt gewijzigd in “De hierboven genoemde maatregelen worden, in overleg met de bevoegde diensten: De Lijn en de NMBS, zo snel mogelijk uitgevoerd.”
Burgemeesterbesluiten opgemaakt door de dienst Wonen.
Conformiteitsattesten opgemaakt door de dienst Wonen.
Ministeriële Besluiten opgemaakt door het Agentschap Wonen-Vlaanderen.
Processen-verbaal opgemaakt door het Agentschap Wonen-Vlaanderen.
Communicatie van de Vlaamse overheid.
1) Burgemeesterbesluit van 28 mei 2024, houdende de opheffing onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Karel Van de Woestijnestraat 10 (0101), tweede, derde en zolderverdieping.
2) Burgemeesterbesluit van 04 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woningen gelegen Kaïrostraat 77 (0002-0101-201), tussenverdieping tussen de gelijkvloerse en eerste verdieping (0002), eerste verdieping en de duplexwoning op de tweede en derde verdieping.
3) Burgemeesterbesluit van 31 mei 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Kaïrostraat 77 (0001), gelijkvloerse verdieping.
4) Burgemeesterbesluit van 28 mei 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Wagenstraat 9, eengezinswoning.
5) Burgemeesterbesluit van 04 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Monacoplein 5 (0101), eerste verdieping links.
6) Burgemeesterbesluit van 04 juni 2024, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Troonstraat 205 (0002), gelijkvloerse verdieping.
7) Burgemeesterbesluit van 04 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Hertstraat 17A (101), tweede verdieping.
8) Burgemeesterbesluit van 31 mei 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Romestraat 67 (0001), gelijkvloerse verdieping.
9) Conformiteitsattest van 22 mei 2024 over de kwaliteit van de woning gelegen Peter Benoitstraat 13 (0101), eenslaapkamerappartement.
10) Conformiteitsattest van 22 mei 2024 over de kwaliteit van de woning gelegen Peter Benoitstraat 13 (0201), eenslaapkamerappartement.
11) Conformiteitsattest van 22 mei 2024 over de kwaliteit van de woning gelegen Peter Benoitstraat 13 (0301), duplexappartement met twee slaapkamer.
12) Conformiteitsattest van 22 mei 2024 over de kwaliteit van de woning gelegen Stuiverstraat 210 (0201), vierslaapkamerappartement.
13) Conformiteitsattest van 10 juni 2024 over de kwaliteit van de woning gelegen Torhoutsesteenweg 328, handelsruimte met tweeslaapkamerappartement.
14) Burgemeesterbesluit van 11 juni 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Werktuigkundigenstraat 18 (0102), eerste verdieping rechts.
15) Beslissing weigering conformiteitsattest van 13 juni 2024 over de kwaliteit van een woning gelegen Muscarstraat 27 (0201), tweeslaapkamerappartement.
16) Conformiteitsattest van 01 juni 2024 over de kwaliteit van de woning gelegen Nieuwpoortsesteenweg 320 (0102), tweeslaapkamerappartement.
17) Burgemeesterbesluit van 31 mei 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Roemeniëstraat 1 (0302), derde verdieping rechts.
18) Burgemeesterbesluit van 18 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Voorhavenlaan 84 (0201), tweede verdieping.
19) Burgemeesterbesluit van 18 juni 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Lindenlaan 53, eerste verdieping vooraan.
20) Burgemeesterbesluit van 11 juni 2024, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woningen gelegen Schippersstraat 10 (0002, 0003, 0102, 0203), achtergelegen appartementen.
21) Burgemeesterbesluit van 11 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Schippersstraat 10 (0003), tussenverdieping achteraan tussen de gelijkvloerse en eerste verdieping.
22) Burgemeesterbesluit van 14 juni 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woningen gelegen Thomas Van Loostraat 40 (0001-0201), eerste en tweede verdieping;
23) Burgemeesterbesluit van 14 juni 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woningen gelegen Thomas Van Loostraat 36 (0002-0101), gelijkvloerse verdieping en eerste verdieping.
24) Burgemeesterbesluit van 14 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Thomas Van Loostraat 36 (0201), dakverdieping.
25) Burgemeesterbesluit van 25 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelege Koningsstraat 58 (0001); gelijkvloerse verdieping rechts.
26) Burgemeesterbesluit van 25 juni 2024, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Leffingestraat 61 (0201), tweede verdieping links.
27) Burgemeesterbesluit van 21 juni 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Torhoutsesteenweg 69 (0101), handelsgelijkvloerse verdieping.
28) Burgemeesterbesluit van 31 mei 2024, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning Hoopstraat 31.
29) Proces-verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering van 25 juni 2024 van de woning gelegen Langestraat 45.
30) Ministerieel Besluit van 27 juni 2024 over de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de zelfstandige woning gelegen Zwaluwenstraat 13 (0201).
31) Burgemeesterbesluit van 02 juli 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woningen gelegen Torhoutsesteenweg 301 (0001-0101), gelijkvloerse verdieping en achter en eerste verdieping met dakverdieping.
32) Burgemeesterbesluit van 02 juli 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Schietbaanstraat 31 (0001), gelijkvloerse verdieping.
33) Burgemeesterbesluit van 02 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Romestraat 67 (0101), eerste verdieping en zolderverdieping.
34) Burgemeesterbesluit van 02 juli 2024, houdende de opheffing van de ongeschiktverklaring na herbestemming van het pand Kapellestraat 76 studio 0304.
35) Conformiteitsattest van 2 mei 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Dokter Eduard Moreauxlaan 53 0101.
36) Conformiteitsattest van 19 juni 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Sint-Antoniusstraat 2 0001.
37) Conformiteitsattest van 24 juni 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Stuiverstraat 244 0301.
38) Conformiteitsattesten van 24 juni 22024 2024 over de kwaliteit van de zelfstandig woningen gelegen Zeedijk 177 0002, 0003, 0004, 0005, 0103, 0104, 0105, 0107, 0203, 0205, 0206, 0207, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0405, 0407, 0503, 0504, 0505, 0506, 0507.
39) Burgemeesterbesluit van 25 juni 2024, houdende de opheffing van de overbewoondverklaring van het pand Muscardstraat 27 0201.
40) Burgemeesterbesluit van 25 juni 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Sint-Antoniusstraat 5 0201.
41) Conformiteitsattest van 27 juni 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Christinastraat 54 0201.
42) Conformiteitsattesten van 27 juni 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woningen gelegen Hoopstraat 31 0001, 0101.
43) Conformiteitsattest van 3 juli 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Westlaan 93 0303.
44) Conformiteitsattest van 4 juli 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Lijndraaiersstraat 56 0001.
45) Burgemeesterbesluit van 5 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van het pand gelegen Edith Cavellstraat 10, 8 kamerwoningen.
46) Burgemeesterbesluit van 9 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de eengezinswoning gelegen Leeuwerikenstraat 68.
47) Burgemeesterbesluit van 9 juli 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Nieuwpoortsesteenweg 445 0001.
48) Conformiteitsattest van 10 juli 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Nijverheidstraat 52 0101.
49) Conformiteitsattesten van 10 juli 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woningen gelegen Zeedijk 177 0101, 0102, 0201, 0202, 0301, 0302, 0401, 0402, 0501, 0502, 0601, 0602, 0701, 0702, 0801.
50) Burgemeesterbesluit van 12 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woningen gelegen Frère Orbanstraat 7 0201.
51) Burgemeesterbesluit van 12 juli 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woningen gelegen Stuiverstraat 50 001, 0101, 0201.
52)Burgemeesterbesluit van 16 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woningen gelegen Frère Orbanstraat 18 0301.
53) Burgemeesterbesluit van 16 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Raversijdestraat 31.
54) Burgemeesterbesluit van 16 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Rogierlaan 25 0101.
55) Conformiteitsattest van 16 juli 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Wagenstraat 9.
56) Conformiteitsattest van 18 juli 2024 over de kwaliteit van de zelfstandige woning gelegen Hertstraat 17A 0101.
57) Burgemeesterbesluit van 19 juli 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Warschaustraat 9 0101.
58) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Acacialaan 13 0101.
59) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Elisabethlaan 230 0301.
60) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Frans Musinstaat 11 0001.
61) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Heilig-Hartlaan 1 0101.
62) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Kaaistraat 41 0101 0201 0301.
63) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Limburgstraat 5 0102.
64) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Parijsstraat 13 0201.
65) Burgemeesterbesluit van 23 juli 2024, houdende de overbewoondverklaring van de woning gelegen Zeedijk 148 0108.
66) Brief van 02 augustus 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur over de klacht in verband met de verplichte registratie gratis parkeren.
67) Burgemeesterbesluit van 02 augustus 2024, houdende de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Hoopstraat 31 0002.
68) Burgemeesterbesluit van 02 augustus 2024, houdende de wijziging van ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de woning gelegen Kaïrostraat 77 002, 0101, 0201.
69) Burgemeesterbesluit van 02 augustus 2024, houdende de opheffing van de van ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring na sloop van de woning gelegen Kwintebankstraat 11.
70) Burgemeesterbesluit van 02 augustus 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Torhoutsesteenweg 195 0602.
71) Proces-verbaal van 08 juli 2024 van vaststelling van uitvoering van een herstelverordening van de woning Nieuwpoortsesteenweg 648.
72) Burgemeesterbesluit van 30 juli 2024, houdende de ongeschiktverklaring van de woning gelegen Violierenlaan 49 0101 0301.
73) Brief van 14 augustus 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur over de klacht in verband met gronden gelegen langs de Stuiverstraat respectievelijk in het Sportpark – Wederzijdse overdracht.
Burgemeestersbesluiten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Conformiteitsattesten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Ministeriële Besluiten dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Proces-verbaal van vaststelling van uitvoering van een herstelvordering dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd;
Communicatie van de Vlaamse overheid dienen ter kennisgeving aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Neemt kennis van de mededelingen.