De heer Danick Minne, lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD), heeft met zijn bericht van 11 augustus 2025 zijn ontslag ingediend als BCSD-lid bij de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het ontslag als lid van het BCSD.
De voordrachtakte van Trots op Oostende werd ontvangen door de Algemeen directeur op 27 november 2024.
Daarin wordt een eerste kandidaat-opvolger aangeduid, namelijk de heer Alan Van Laer.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn nam tijdens de installatievergadering kennis van de ontvankelijkheid van deze akte en verklaarde de heer Van Laer als eerste kandidaat-opvolger verkozen.
De geloofsbrieven van de heer Alan Van Laer dienen te worden onderzocht. Er wordt vastgesteld dat hij voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden voor het bekleden van een mandaat van lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur.
De heer Alan Van Laer zal uitgenodigd worden om de eed af te leggen.
DLB, art. 95, 103 en 105
Neemt kennis van het ontslag van de heer Danick Minne als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
Onderzoekt en stelt vast dat de heer Alan Van Laer voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden voor het bekleden van een mandaat van lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur. Keurt derhalve de geloofsbrieven goed.