Artikel 106 §1 samengelezen met artikel 90 van het Decreet Lokaal Bestuur
Mevrouw Sandra Demuynck, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD), heeft op 1 juli 2025 de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn schriftelijk op de hoogte gebracht dat zij ontslag wenst te nemen als voorzitter BCSD. Daardoor vervalt ook haar mandaat als lid van het college van burgemeester en schepenen en als lid van het vast bureau, zoals de ontslagbrief ook vermeldt.
De akte van voordracht d.d. 25 oktober 2024 vermeldde geen einddatum van haar mandaat en zodoende geen opvolgers.
Er is een akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ingediend bij de algemeen directeur op 22 juli 2025.
De algemeen directeur heeft de akte van voordracht van Kristof Gesquiere als kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ter zitting overhandigd aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De voorzitter heeft vastgesteld dat:
de voordracht gedaan is op de modelakte die de Vlaamse regering bij besluit van 21 juni 2024 heeft vastgesteld en die op de dag van de verkiezingen door het Agentschap Binnenlands Bestuur met de datumstempel van die dag ter beschikking is gesteld;
de akte ondertekend is door meer dan de helft van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn;
de akte ondertekend is door de meerderheid van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat zijn verkozen;
de akte uiterlijk acht dagen voor de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aan de algemeen directeur is bezorgd.
De kandidaat-voorzitter is geen voorzitter of lid van het vast bureau en moet volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn:
“Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.”.
Aangezien de kandidaat-voorzitter Kristof Gesquiere nog geen lid is van het college van burgemeester en schepenen, wordt hij vanaf zijn eedaflegging van rechtswege als schepen toegevoegd aan het college van burgemeester en schepenen.
De voorgedragen kandidaat-voorzitter kan verkozen worden verklaard.
De geloofsbrieven dienen te worden onderzocht. Er wordt vastgesteld dat voldaan is aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden en men zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 87 en artikel 106 §1 samengelezen met artikel 90 van het Decreet Lokaal Bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de ontvankelijkheid van de akte van voordracht voor de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De voorgedragen kandidaat-voorzitter Kristof Gesquiere
wordt verkozen verklaard als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Onderzoekt en stelt vast dat Kristof Gesquiere voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur. Keurt derhalve de geloofsbrieven goed.
Kristof Gesquiere wordt vanaf zijn eedaflegging van rechtswege toegevoegd als schepen aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt vast dat Kristof Gesquiere, conform artikel 90, §4 samengelezen met art. 106 van het decreet over het lokaal bestuur, de eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.