Mevrouw Sandra Demuynck, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD), heeft op 1 juli 2025 de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn schriftelijk op de hoogte gebracht dat zij ontslag neemt als voorzitter van het BCSD. Aangezien zij door de aanstelling als voorzitter van het BCSD ook lid geworden was van het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau, vervallen ook deze mandaten, zoals de ontslagbrief ook vermeldt.
De Raad neemt kennis van het ontslag van de voorzitter van het BCSD. Het ontslag als voorzitter van het BCSD houdt het ontslag in voor het mandaat als schepen van rechtswege (art. 106 §2 en art. 42 §1, 3de lid DLB) en als lid van het vast bureau (art. 106 §2, art. 42 §1, 3de lid en art. 79 DLB).
Artikel 103 DLB
Artikel 106 §2 samen gelezen met art. 42 §1, 3de lid en art. 79 DLB
Neemt kennis van het ontslag van mevrouw Sandra Demuynck als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst en dientengevolge van het eind van haar mandaat als lid van het college van burgemeester en schepenen en als lid van het vast bureau.
Artikel 106 §1 samengelezen met artikel 90 van het Decreet Lokaal Bestuur
Mevrouw Sandra Demuynck, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD), heeft op 1 juli 2025 de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn schriftelijk op de hoogte gebracht dat zij ontslag wenst te nemen als voorzitter BCSD. Daardoor vervalt ook haar mandaat als lid van het college van burgemeester en schepenen en als lid van het vast bureau, zoals de ontslagbrief ook vermeldt.
De akte van voordracht d.d. 25 oktober 2024 vermeldde geen einddatum van haar mandaat en zodoende geen opvolgers.
Er is een akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ingediend bij de algemeen directeur op 22 juli 2025.
De algemeen directeur heeft de akte van voordracht van Kristof Gesquiere als kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ter zitting overhandigd aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De voorzitter heeft vastgesteld dat:
de voordracht gedaan is op de modelakte die de Vlaamse regering bij besluit van 21 juni 2024 heeft vastgesteld en die op de dag van de verkiezingen door het Agentschap Binnenlands Bestuur met de datumstempel van die dag ter beschikking is gesteld;
de akte ondertekend is door meer dan de helft van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn;
de akte ondertekend is door de meerderheid van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat zijn verkozen;
de akte uiterlijk acht dagen voor de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aan de algemeen directeur is bezorgd.
De kandidaat-voorzitter is geen voorzitter of lid van het vast bureau en moet volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn:
“Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.”.
Aangezien de kandidaat-voorzitter Kristof Gesquiere nog geen lid is van het college van burgemeester en schepenen, wordt hij vanaf zijn eedaflegging van rechtswege als schepen toegevoegd aan het college van burgemeester en schepenen.
De voorgedragen kandidaat-voorzitter kan verkozen worden verklaard.
De geloofsbrieven dienen te worden onderzocht. Er wordt vastgesteld dat voldaan is aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden en men zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 87 en artikel 106 §1 samengelezen met artikel 90 van het Decreet Lokaal Bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de ontvankelijkheid van de akte van voordracht voor de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De voorgedragen kandidaat-voorzitter Kristof Gesquiere
wordt verkozen verklaard als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Onderzoekt en stelt vast dat Kristof Gesquiere voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur. Keurt derhalve de geloofsbrieven goed.
Kristof Gesquiere wordt vanaf zijn eedaflegging van rechtswege toegevoegd als schepen aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt vast dat Kristof Gesquiere, conform artikel 90, §4 samengelezen met art. 106 van het decreet over het lokaal bestuur, de eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 95 samengelezen met artikel 92 van het Decreet Lokaal Bestuur
De heer Kristof Gesquiere, lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD), heeft met zijn bericht van 22 juli 2025 zijn ontslag ingediend als lid van het BCSD.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het ontslag van Kristof Gesquiere als lid van het BCSD.
De initiële akte van voordracht d.d. 28 oktober 2024 vermeldde geen einddatum van zijn mandaat en zodoende geen opvolgers.
N-VA heeft op 22 juli 2025 een nieuwe voordrachtsakte bezorgd aan de Algemeen directeur waarbij mevrouw Sandra Demuynck wordt voorgedragen als kandidaat-lid van het BCSD.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld dat de voordrachtsakte van mevrouw Sandra Demuynck ontvankelijk is.
De geloofsbrieven van mevrouw Sandra Demuynck dienen te worden onderzocht. Er wordt vastgesteld dat zij voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden voor het bekleden van een mandaat van lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur.
Mevrouw Sandra Demuynck zal uitgenodigd worden om de eed af te leggen.
Art. 95 samengelezen met art. 92 van het Decreet Lokaal Bestuur
Neemt kennis van het ontslag van de heer Kristof Gesquiere als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de ontvankelijkheid van de akte van voordracht van N-VA van 22 juli 2025 en verklaart het voorgedragen kandidaat-lid mevrouw Sandra Demuynck verkozen.
Onderzoekt en stelt vast dat mevrouw Sandra Demuynck voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden voor het bekleden van een mandaat van lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur. Keurt derhalve de geloofsbrieven goed.
De heer Danick Minne, lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD), heeft met zijn bericht van 11 augustus 2025 zijn ontslag ingediend als BCSD-lid bij de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het ontslag als lid van het BCSD.
De voordrachtakte van Trots op Oostende werd ontvangen door de Algemeen directeur op 27 november 2024.
Daarin wordt een eerste kandidaat-opvolger aangeduid, namelijk de heer Alan Van Laer.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn nam tijdens de installatievergadering kennis van de ontvankelijkheid van deze akte en verklaarde de heer Van Laer als eerste kandidaat-opvolger verkozen.
De geloofsbrieven van de heer Alan Van Laer dienen te worden onderzocht. Er wordt vastgesteld dat hij voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden voor het bekleden van een mandaat van lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur.
De heer Alan Van Laer zal uitgenodigd worden om de eed af te leggen.
DLB, art. 95, 103 en 105
Neemt kennis van het ontslag van de heer Danick Minne als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
Onderzoekt en stelt vast dat de heer Alan Van Laer voldoet aan de vereiste verkiesbaarheidsvoorwaarden voor het bekleden van een mandaat van lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur. Keurt derhalve de geloofsbrieven goed.
Van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 23 juni 2025 zijn overeenkomstig artikel 21 van het huishoudelijk reglement van de Raad de ontwerpnotulen raadpleegbaar in e-Besluit.
Volgens artikel 32 en 74 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en artikel 21 van het Huishoudelijk Reglement van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, worden deze notulen door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en ondertekend door de Algemeen directeur en de Voorzitter.
Artikel 32 en 74 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Artikel 21 van het Huishoudelijk Reglement van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
Keurt de notulen van de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 23 juni 2025, zoals opgenomen in e-Besluit, goed.
Op 25/03/2019 keurden de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn reeds een (aangepast) auditcharter van Audio goed. Hierin zijn de doelstellingen, de taken en de verantwoordelijkheden van de interne auditfunctie opgenomen.
Naar aanleiding van o.m. een externe kwaliteitsreview op de werking van Audio (audit op audit) werden een aantal aanpassingen doorgevoerd aan het auditcharter. Het aangepast auditcharter werd goedgekeurd door de algemene vergadering van Audio op 29/11/2024.
Audio vraagt haar leden om op hun beurt het aangepast auditcharter goed te keuren.
De samenstelling van het interne auditcomité wordt via afzonderlijk besluit voorgelegd.
De belangrijkste wijzigingen aan het auditcharter houden rekening met de aanbevelingen uit de audit op audit, meer bepaald:
Vanuit Stad Oostende wordt gevraagd bij audits extra aandacht te hebben voor het nagaan van de regelmatigheid van de geauditeerde activiteiten.
Het intern auditcomité zal op regelmatige basis rapportage krijgen over de voortgang van de verbeteracties bij reeds gevoerde interne audits, om er te kunnen op toezien dat aan de auditrapporten voldoende gevolg wordt gegeven.
Aan Audio wordt gevraagd om alle verslagen en rapporten (inclusief ontwerpverslaggeving) bij een auditopdracht van Stad Oostende, ook steeds aan de leden van het interne auditcomité van Stad Oostende te bezorgen.
Artikel 219 van het decreet over het lokaal bestuur: Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
§1. beslist het auditcharter voorgelegd door Audio, goedgekeurd door de algemene vergadering van de Vereniging Audio op 29/11/2024, zoals opgenomen in bijlage, goed te keuren.
§2. vraagt aan Audio om alle verslagen en rapporten ( inclusief ontwerpverslaggeving) bij een auditopdracht van Stad Oostende, ook steeds aan de leden van het interne auditcomité van Stad Oostende te bezorgen.
§3. vraagt drie keer per jaar rapportage aan het interne auditcomité over de auditaanbevelingen en de status van de verbeteracties.
Tijdens de RMW van 27 januari 2025 werd mevrouw Sandra Demuynck aangeduid als lid in de Lokale Adviescommissies, zijnde LAC Farys, LAC Fluvius, LAC De Watergroep.
Er wordt een wijziging voorgesteld.
Er wordt voorgesteld om mevrouw Sandra Demuynck als lid te vervangen door de heer Kristof Gesquiere in de Lokale Adviescommissies.
artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water, zoals gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 01/02/2019.
Vervangt mevrouw Sandra Demuynck als vertegenwoordiger in de Lokale Adviescommissie, zijnde LAC Farys, LAC Fluvius, LAC De Watergroep, door de heer Kristof Gesquiere.
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Lokale Adviescommissies.
De vzw Pastorale Eenheid Maria Tenhemelopneming Mariakerke-Oostende, gekend onder ondernemingsnummer 0724.759.254 , schonk op 16 juni 2025 een bedrag van 1.000,00 euro middels gewone overschrijving op de hoofdrekening BE03 0910 0092 7084 van het OCMW Oostende.
Deze schenking is met last. In de omschrijving bij de overschrijving werd door de schenker als doel sociale kruidenier Antenne aangeduid.
De vzw Pastorale Eenheid Maria Tenhemelopneming Mariakerke-Oostende is bij het OCMW Oostende gekend maar heeft geen openstaande schuldvorderingen bij het bestuur. De schenking kan aanvaard worden.
Decreet lokaal bestuur, artikel 78 12°, het definitief aanvaarden van schenkingen en het aanvaarden van legaten.
Aanvaard definitief de schenking van de vzw Pastorale Eenheid Maria Tenhemelopneming Mariakerke-Oostende voor een bedrag van 1.000,00 euro, met als doel de ondersteuning van sociale kruidenier Antenne.
Het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil), is bevoegd voor de opvang en de begeleiding van asielzoekers in België. Daarnaast garandeert Fedasil de kwaliteit en de conformiteit binnen de verschillende opvangstructuren. Er wordt samengewerkt met partners om een deel van de opvang te organiseren. Naast de collectieve centra georganiseerd door Fedasil of de opvangpartners bestaan er ook individuele – of semi-individuele – woningen die door onder andere OCMW’s ter beschikking worden gesteld als lokale opvanginitiatieven (LOI’s). De steden en gemeenten spelen een zeer belangrijke rol in de organisatie van de individuele opvang. In 2022 ging het om ongeveer 15% van het totaal aantal opvangplaatsen
In een LOI worden mensen opgevangen die
- erkend zijn als vluchteling
- een hoge erkenningskans hebben
- kwetsbaar zijn, waardoor een verblijf in een collectieve opvangstructuur moeilijk is.
De bewoners van een LOI ontvangen materiële hulp en worden begeleid gedurende de looptijd van hun asielprocedure.
De Stad Oostende startte op 1 januari 2024 met een LOI, bestaande uit twee gezinswoningen, gelegen in de Ligusterlaan 8 en het Bikkelpad 9. In de loop van 2024 en 2025 werd dit initiatief uitgebreid met vijf bijkomende gezinswoningen, gelegen aan de Strobloemlaan 45, Lotuslaan 60, Lotuslaan 54, Hoepelpad 2 en Winkelpad 21.
Conform de eerder vastgelegde uitbreidingsplanning werden in 2024 en 2025 bijkomende woningen in gebruik genomen in het kader van het Lokaal Opvanginitiatief. Op 13 mei 2025 bezorgde Fedasil via e-mail de noodzakelijke conventies aan het OCMW, met het oog op de administratieve regularisatie van de betrokken opvangplaatsen. Deze conventies dienen thans formeel bekrachtigd te worden door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
Het Koninklijk Besluit van 24 juli 2012 betreffende de terugbetaling door Fedasil van kosten gemaakt door OCMW’s in het kader van de materiële hulpverlening aan asielzoekers binnen een lokaal opvanginitiatief vormt de juridische basis voor deze conventies.
Bijkomend zijn deze acties gekoppeld aan volgende beleidsprioriteiten:
AP 040403: De stad Oostende ontwikkelt concrete acties die kwaliteitsvol en betaalbaar wonen mogelijk maken voor elke Oostendenaar.
AP 040403/07: De directie Welzijn start een lokaal opvanginitiatief op.
Bekrachtigt de conventie tussen Fedasil en OCMW Oostende i.k.v. de oprichting van een Lokaal Opvanginitiatief vanaf 1 januari 2024.