Art. 41, 2de lid, 11° van het decreet lokaal bestuur
In zitting van 09 december 2022 heeft de Gemeenteraad besloten om een openbare oproep te voeren voor de concessie voor de exploitatie van het Noordzeeaquarium. Dit werd besloten nadat er blijkens beslissing van 27 juni 2022 al eens een oproep was uitgevoerd maar dat alle inschrijvingen werden uitgesloten wegens onregelmatigheden.
Het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust heeft zich in hun schrijven van 08 december 2022 akkoord verklaard met een concessie voor ReCa voorzieningen onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden werden opgenomen in de openbare oproep en aanvaard door de inschrijvers.
Bij besluit van 17 maart 2023 heeft het College van Burgemeester en Schepenen deze domeinconcessie toegekend aan de bv Addict. Het College van Burgemeester en Schepenen verleende op 19 januari 2024 een omgevingsvergunning aan Addict bv om werken te verrichten in het kader de concessie. Na navraag door Addict bv verzocht de Stad in februari 2024 of agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust aan de concessiehouder kon bevestigen dat er geen gebreken aanwezig zijn in de structuur onderliggend aan het Noordzeeaquarium.
De afdeling Kust van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust heeft een studie van de structuur laten uitvoeren en de Stad daarop verzocht om alle werken aan het gebouw stop te laten zetten, waarbij MDK aangaf zo snel mogelijk bijkomend onderzoek te laten uitvoeren. Ondertussen is dit afgerond en heeft het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust de nodige werken aan de steiger aangevangen begin september 2025.
Bijkomend heeft de afdeling Kust van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust in kennis gesteld dat gezien zij de eigenaar zijn van het onroerend goed, er een hoofdconcessie moet opgemaakt worden tussen het Vlaams Gewest en de Stad Oostende.
Gezien er reeds een sub-concessie is toegekend door Stad Oostende (met toenmalig akkoord van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust), dient de Stad deze hoofdconcessie hiervoor te bekomen van het Vlaams Gewest (MDK).
De termijn van deze hoofdconcessieovereenkomst gaat in nadat de door de Stad aangestelde concessionaris de werken aan het gebouw heeft beëindigd en met de exploitatie kan beginnen. De duur wordt vastgelegd op 10 jaar. Deze termijn kan eenmalig verlengd worden voor een duur van vijf jaar.
Voorafgaand aan deze concessie wordt het gebouw wel al aan de Stad Oostende ter beschikking gesteld met het oog op het uitvoeren van de investeringswerken.
De prijs van de concessie door de Stad te betalen aan het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust wordt bepaald op één euro (€ 1,00) per maand, zijnde twaalf euro (€ 12,00) per jaar. Bij een eventuele verlenging zal dit verhoogd worden naar drieduizendtweehonderdvijftig euro (€ 3.250,00) per maand ofte negenendertigduizend euro (€ 39.000,00) per jaar. Dit betreft dezelfde prijs als degene die de onderconcessiehouder verschuldigd is aan de Stad (zie gekoppeld 2022_GR_00381).
Per goedgekeurd amendement werd de spellingsfout in de beknopte samenvatting bij deze verbeterd.
Art. 293 van het decreet lokaal bestuur.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten.
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 d.d. 3 mei 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten
Keurt de concessieovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de Stad Oostende goed.
Belast het College van Burgemeester en Schepenen met de secundaire uitvoeringsmodaliteiten van onderhavig besluit.