Het stadsbestuur van Oostende hanteert op haar website nog steeds de voorrangsregels in de kinderopvang van de Vlaamse Overheid van 1 maart 2024. Een deel van deze regels werd echter op 30 april 2025 door het Grondwettelijk Hof ongeldig verklaard omdat ze discriminerend waren: alle werkende ouders moeten voorrang krijgen, zonder onderscheid tussen halftijds, 4/5 of voltijds werken.
Daarnaast blijft de vraag naar kinderopvang in Oostende groot. Het creëren van extra plaatsen is cruciaal: hoe meer opvangplaatsen er zijn, hoe minder streng de voorrangsregels hoeven te zijn. Het Stadsbestuur geeft in het bestuursakkoord aan dat er 120 extra plaatsen nodig zijn om elk Oostends kind een opvangplaats te kunnen bieden. Er wordt ook onderzocht of samenwerking met bedrijven mogelijk is om interne opvanginitiatieven op te starten.
We hebben hierover de volgende vragen aan het Stadsbestuur:
(vraag 1 tem 6 wordt gesteld door raadslid Silke Beirens, vraag 7 en 8 door raadslid Danick Minne)
1. Welke voorrangsregels past de stad Oostende momenteel concreet toe in de praktijk?
2. Wordt het huishoudelijk reglement en ook de website aangepast zodat het in lijn is met de uitspraak van het Grondwettelijk Hof van 30 april 2025? Zo ja, wanneer?
3. Zijn er in tussentijd maatregelen genomen om te zorgen dat geen werkende ouder onterecht voorrang wordt onthouden?
4. Op dit moment staan er 2 oproepen open vanuit Agentschap Opgroeien voor de stad Oostende. Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) komt pas bijeen op donderdag 25 september. Kan de schepen toch al aangeven of er al kandidaten zijn voor de extra plaatsen of voor het omzetten van bestaande plaatsen naar IKT-plaatsen? Indien er sprake is van geheimhouding tot het LOK, heb ik daar uiteraard alle begrip voor.
5. Op basis van de huidige instroom in het lokaal loket kinderopvang, blijft het cijfer van 120 extra plaatsen uit het bestuursakkoord actueel?
6. Welke concrete inspanningen heeft het stadsbestuur tot nu toe geleverd om extra kinderopvangplaatsen te creëren in Oostende, rekening houdend met de dubbele problematiek: de zoektocht naar geschoold personeel met de nodige draagkracht én de al dan niet beperkte uitbreidingsmogelijkheden in bestaande (private) infrastructuur?
7. Hoe ver staat het onderzoek naar samenwerking met bedrijven voor interne opvanginitiatieven? Zijn er al gesprekken gevoerd, en zo ja, met welke partijen?
8. In de Raad van Bestuur van Henri Serruys van april 2025 deed ik een tussenkomst mbt het organiseren van kinderopvang in AZ Oostende campus Serruys. Er was ook al overleg met I-mens die vragende partij is voor samenwerking. Is er nog interesse om hier verder op in te gaan ? Is er al enige duidelijkheid hieromtrent? Wat zijn de volgende stappen die jullie hiervoor zullen ondernemen?
Alvast bedankt.